Zoeken

Cursus

Johan was vroeg op de bouw aangekomen, nog voor Frans en Jakob, die beloofd hadden deze week voor hun rekening te nemen. Ze trokken hun wenkbrauwen hoog op toen ze hem zo vroeg in de weer zagen. De najaarszon kwam nog niet boven de bomen en de daken uit en er hing een bijna vloeibare nevel over de omliggende weilanden.  Jakob zei goedemorgen met een stijgende intonatie, maar Johans gegrom en de driftige manier waarop hij een schop in de grote berg gele zand stak, deden hem niet verder aandringen.  Ons Hannah zal zich niet van haar beste kant hebben laten zien, dacht Jakob bijna hardop. Haar kennende had het allicht iets met geld te maken, dacht hij onterecht. Al klopte het dat het Hannah niet zinde dat Johan die cursus in de Ardennen ging geven. “Een week weg op de bouw,” had ze gezegd, “En dat voor een veredelde vrijwilligersvergoeding. Dat begrijp ik niet.” Het was ook Hannahs idee geweest om nog niet te gaan samenwonen. “Als we alle twee thuis blijven wonen, dan sparen we keiveel geld uit,” was haar argument. En ze hield voet bij stuk. Zoals altijd. Frans had er nog minder benul van wat de rol van zijn dochter kon zijn. Toen Johan na een uur nog steeds even hard met de schop te keer ging, zei hij: “Ik denk dat hij kwaad is. Wat zou er gebeurd zijn?” “Vraag dat maar aan ons Hannah.” “Denk je?” “Je kent haar toch.” “Misschien. Zou hij die hele berg zand uiteen doen?” “Aan dit tempo krijgt hij dat vandaag nog voor mekaar.” “Dat is zinloos. Die zand  verspreiden, gingen we door een grondwerker laten doen. Zoiets doe je toch niet met een schop en een kruiwagen. En als je dat laat doen door een grondwerker met het nodige gerief, dan ligt alles meteen pas en hebben we daar ook niet te veel werk mee als we het terras willen aanleggen.” “Ga jij het hem zeggen?” “Misschien beter van niet.” “Dat denk ik ook. Laat Johan maar gerust nu.” Nog één keer probeerden Jakob en Frans contact met Johan te maken, rond de middag. Of hij misschien een zjatje koffie wou. Een korte, wilde ‘nee’ was het antwoord. Voor de rest lieten ze hem inderdaad wijselijk met rust. Het was een warme novemberdag, zo’n vijftien graden, en de zon scheen gedurende de hele dag. Johans bleekgewassen, rode T-shirt was doorweekt van het zweet. Toen hij tegen de avond met zijn knalgroen Citroën Saxootje naar huis reed, kreeg hij kou. Hij stopte aan de kant van de weg, deed zijn T-shirt uit en trok zijn trui over zijn blote bast aan. Beter zo, dacht hij, anders ben ik straks ziek en dat wil ik er niet ook nog bij hebben.   *** “Ik had dat niet mogen doen, denk ik,” zei Hannah. “Denk je?” “Maar ik heb toch ook niet gezegd dat je moest terugkomen van de cursus. Dat heb ik helemaal niet gevraagd.” “Nee, dát niet nee. Maar wat had je dan gedacht, dat ik vrolijk ging verder doen na zo’n telefoontje?” “Ik voelde me gewoon niet zo goed in mijn vel. En nu hier bent, kunnen we er toch samen van genieten dat we samen zijn. En ik heb echt niet gezegd dat je moest terugkomen, dat zei je net zelf.” Ze legde haar hand op Johans bovenbeen.  “Zal ik even?” zei ze, “Om het een beetje goed te maken? Rij hier maar even dat straatje in.” Haar lichtblauwe lange gelnagels staken scherp in de huid van zijn penis terwijl ze bezig was. Hannah keek voortdurend om zich heen. Bij elk autolicht dat passeerde, hield ze even op en stopte ze met Johans trui alles onder. Omdat hij er zijn gedachten moeilijk kon bijhouden, duurde het lang. Toen het dan toch gebeurde, ving Hannah het witte kleverige vocht op met het papieren zakdoekje dat ze had klaargelegd. “Dat werd tijd,” zei ze, “Ik kreeg bijna een kramp.” Daarna reden ze door naar de Kinepolis en hadden ze het er niet meer over. Voor Hannah was dat omdat het voor haar een gedane zaak betrof, voor Johan omdat hij het gevoel had dat hij niet werkelijk tot haar doordrong. Telkens hij aan de hele situatie dacht, leek het voor Johan alsof er een bezweet T-shirt op zijn lijf plakte.   ***   “Geen sprake van, Johan, dat we jou alleen laten rijden. Ik begrijp heel goed dat je naar huis wilt, maar kijk hoe je hier zit. Je zit helemaal te trillen. In deze toestand kan je niet rijden.” “Misschien niet, nee.” “Dit is wat we gaan doen. Ik rijd jou naar huis met jouw auto en Dirk rijdt met onze auto achter ons aan.” “Het is ver rijden.” “Daarom wachten we niet te lang. Haal je pakken maar en we vertrekken.” En dus zaten ze tien minuten later al in de auto. Koen had aangedrongen dat hij zou rijden, maar Johan wou er niet van weten.  “Ik moet iets hebben om me op te concentreren. Ik moet iets doen.” Tijdens de volgende twee uur en veertig minuten hielp het voortdurende praten van Koen om zijn gedachten niet naar het telefoontje van Hannah te brengen.  “Johan, ik heb alles gezien in het circuit. Ik zeg niet dat ik alles zelf geprobeerd heb, maar ik heb het wel gezien. In een klooster in Engeland namen de paters ’s avonds poppers om daarna met elkaar … je weet wel. Ik heb zelf uiteindelijk niet meegedaan, maar jongens jongens die waren met z’n allen zo geil als een gieter. Er waren twee Belgen op bezoek en dat moest precies gevierd worden.” “Wanneer heb je eigenlijk beslist om niet in te treden.” “Niet lang daarna. Ik kwam Dirk tegen in het jeugdwerk en ’t was coup de foudre. Helemaal tot over mijn oren, niks aan te beginnen. De paters maakten er geen problemen van, van hen mocht ik gerust affaires hebben, en dat zeiden ze ook letterlijk zo, maar ik wilde geen affaire, ik wilde Dirk.” “Hoe lang zijn jullie samen?” “Bijna tien jaar, Johan. Dat wilt toch al iets zeggen, niet? Nee, het was de juiste beslissing. Ik zou in het klooster ook helemaal niet zo gelukkig kunnen zijn. Niet dat ik het geloof heb laten vallen, absoluut niet, dat weet je. Ze noemen ons niet voor niets de vromo’s van de stad. Daar zijn we trots op. Ik weet wel dat de Kerk en homofilie niet goed samengaan, maar we kunnen onszelf nu eenmaal niet veranderen. Dat gaat niet. Onze paus moet dringend leren dat God overal is waar liefde is. Trouwens, de seks met Dirk, die is pas goddelijk, ik hoef je niet te veel te vertellen, maar het is nog net zo goed als tien jaar geleden. Je zou het hem niet geven als je hem zo zag, maar hij is een beest in bed. Een lekker beest. Ik denk dat ik hem op de terugweg een flinke pijpbeurt geef.” “Huh?” “Oké, oké, sorry, dat hoef je niet te weten, en misschien is het niet zo’n goed idee terwijl hij rijdt. We zullen zien. Maar je ziet, ’t is niet omdat je totaal verschillend bent dat je niet bij elkaar kan passen. Dirk is introvert en soms aan de stugge kant, hij heeft vaak meer tijd nodig om zich aan te passen aan een nieuwe situatie dan ik, maar dat wil niet zeggen dat hij niet met een extraverte losbol een werkend koppel kan vormen. Je moet elkaar gewoon genoeg vrijheid geven om jezelf te kunnen blijven, dat is het geheim. Onthoud dat maar goed, Johan. Ik weet bijvoorbeeld heel goed dat Dirk het helemaal niet erg vindt om alleen met de auto achter ons te rijden. Hij zet van die akelige klassieke muziek op, of zelfs helemaal geen muziek en hij rijdt. Hij hoeft met niemand te babbelen en hij hoeft al helemaal geen pinten te drinken in de bar in Heer-sur-Meuse. Dat vindt hij verschrikkelijk zo tussen het lawaai en de hyperkinetische cursisten.” “En hij krijgt er een gratis blowjob bij straks.” “Wat zou hij nog meer willen?” Bij aankomst bij Johan thuis omhelsden de drie elkaar. Dirk hield hem even bij de nek en drukte zijn voorhoofd tegen dat van hem. Daarna gaf hij er een zoen op. “Hou je haaks, kerel.” Johan keek hoe ze achteruit weer de oprit afreden. Koen bootste met zijn tong en zijn linkerhand pijpbewegingen na. Johan lachte reflexmatig. Hij wuifde. Het gevoel van paniek en verslagenheid dat in zijn borst huisde, veranderde toen hij even later in zijn bed lag in een taaie en allesoverheersende woede. Hij had zo hard naar die cursus uitgekeken.   ***   Twee jaar later vormde Johan samen met Myrthe een team op de cursus. Myrthe was een kleine ietwat mollige vrouw van rond de veertig. Ze liep graag op hoge hakken en droeg korte rokjes om haar verbazend ranke benen in al hun glorie te laten zien. Ze had roodgeverfde, korte, opgeknipte haren, met krullen op de kruin, een soepele en elegante nek. In haar decolleté, tussen de weelderige borsten die op haar buik steunden, hing een witzilveren hangertje waarin een oranje topaz verwerkt was. Ze lachte vaak en uitbundig, waarbij ze haar roodgestifte lippen wijd opensperde en je tot tegen haar huig kon kijken. Nagelwitte rechte tanden. Ze noemde zichzelf een goedgezinde boulet op pootjes en droeg die zelfgekozen titel met trots. Ze was totaal niet het type dat Johans blik zou blijven volgen als ze voorbij zou wandelen, maar wanneer hij bij Myrthe in de buurt was, voelde hij hoe haar positieve ingesteldheid ook op zijn humeur inwerkte. Als hij zijn ogen sloot en haar zachte parfum gewaarwerd, voelde hij de neiging om dicht tegen haar aan te liggen.  Ze zouden dit onderdeel van de cursus beginnen met een ietwat theoretische uitleg. Myrthe had een lijn op het eerste blad van de flipover getekend. Aan het ene uiteinde stond in het rood ‘subassertief’, aan het andere ‘agressief’. In het midden in groene drukletters ‘ASSERTIEF’. Aan de hand van kaartjes met allerlei stellingen konden de cursisten positie innemen in de ruimte om aan te geven of ze volgens hen hoorde bij één van de drie termen. Daarna herhaalden ze het spel, maar met uitspraken en als laatste lieten ze situaties naspelen waarin één partij zich ‘subassertief’ of ‘agressief’ opstelde. Dat laatste zouden ze na de pauze doen en daar hadden ze veel tijd voor uitgetrokken, ook om die situaties telkens te kunnen bespreken in de groep. Johan en Myrthe hadden afgesproken wie waar het woord zou voeren en wie eventueel zou aanvullen. ’s Avonds vlak voor ze in de bar nog iets zouden gaan drinken, bespraken ze de dag met elkaar. “Dat ging vlot, Johan.” “Dank je, dat vond ik ook.” “En dit jaar geen huilers, dat is ooit ook anders.” “Echt? Ik weet niet. Dit is de eerste keer dat ik dit onderdeel gegeven heb. De vorige keer was ik er niet toe gekomen.” “Ja, daar heb ik van gehoord. Koen heeft het me verteld. Hij zei ook dat je intelligent was en goed iets kon overbrengen, maar dat je nog wat ervaring miste. Vandaar dat hij jou bij mij gezet heeft, zei hij, want ik had eigenlijk liever weer bij Kato gestaan zoals elk jaar. Ik moest ervaring in ons duo brengen, maar als ik eerlijk mag zijn, heb ik er niet veel van gemerkt. Je spreekt rustig en beheerst. Je voorbeelden zijn er boenk op. Grappig soms. Je kan een groep onderhouden. Op voorhand was ik er bang voor, maar ik ben blij dat Koen ons samen gezet heeft.” “En jij kan ergens echt vaart in brengen en enthousiasmeren. Dat moet ik nog leren. Je geeft met veel enthousiasme cursus. Als er even iets misgaat, dan heb jij dat heel snel gezien en stuur je supersnel bij. En je kent al iedereen bij naam gewoon.” “Ja, dat vind ik belangrijk. Zullen we nu onderdeel per onderdeel eens kijken hoe het gelopen is en kijken wat eventueel anders kan en of we volgende keer eens iets anders willen proberen?” “Goed, ja, natuurlijk.” Johan bukte zich om naast zijn stoel zijn voorbereidingen uit zijn lederen boekentasje te halen en keek steels langs Myrthes benen omhoog. “Mijn God,” zei Myrthe toen ze zijn notities zag. Die zijn bijna even netjes als die van mij. Ik ben onder de indruk.” “Tja,” zei Johan, “Dat zal de schoolmeester in mij zijn.” “Heb je ooit de notities van Koen gezien?” “Nee.” “Anders, zal ik maar zeggen. Goed. Laat ons beginnen bij de opening.” Johan hoorde even niet wat Myrthe zei en staarde dromerig naar hoe Myrthes mond bewoog. Hij rook een zweem van haar parfum. “Wat denk jij?” “Wacht even, sorry Myrthe, ik was eventjes afgeleid. Waar waren we?” “Of we uitspraak zeven er niet beter uithalen, of dat we haar vervangen door een andere.” “Welke uitspraak was dat weer?” “Ik ontplof wel eens en kwets daarmee andere mensen.” “Als we daar iets aan toevoegen, dan is dat duidelijker subassertief. Bijvoorbeeld: ik ontplof wel eens en kwets daarmee andere mensen. En dan: dat gebeurt heel zelden, maar ik vind dat heel erg en voel me er schuldig over.” Even schrok Johan toen er een gsm rinkelde, maar dat kon onmogelijk de zijne zijn. Die had hij thuis achtergelaten. “Laat maar rinkelen,” zei Myrthe, “Dat zal mijn dochter zijn. Die bel ik dadelijk wel even terug.”   ***   Toen Johan voor het eerst Myrthes uitgebreide parfumcollectie zag, was al het vervelende achter de rug en was hij verhuisd naar een studio in de centrum van de stad. “Amaai,” zei hij, “jij hebt precies wel wat keuze.” “Ik weet het,” antwoordde Myrthe, “Het is een beetje uit de hand gelopen en ik geef er veel te veel geld aan uit, maar ik vind al die geurtjes gewoon fijn. Je weet dat ik niet overdrijf, één of twee subtiele sprietjes, dat is meer dan genoeg. Wil je er een paar ruiken?” “O nee, sorry, liefje, dan gaan de geurtjes te zeer door elkaar, daar kan ik niet tegen. Je hebt trouwens al lang door dat als je dat ene parfum van op de cursus opdoet, dat ik dan écht nergens heen ga.” Myrthe trok Johans T-shirt over zijn hoofd. Johan knoopte Myrthes blouse los. Ze keken elkaar zonder knipperen in de ogen. Naakte huid tegen naakte huid. “Blijf je vannacht?” vroeg Myrthe. “Wat vind jouw dochter daarvan?” “Dat zullen we morgenvroeg wel zien. Eerst douchen. Kom je mee?” Johan drukte Myrthe tegen zich aan, rook haar geur vermengd met haar parfum.  “Of, wil je eerst nog?” “Nogal,” zei hij. “Ik merk het,” zei ze.   Eerst bereed zij hem tot ze trillend klaarkwam. Haar zilveren hangertje schommelde tussen hen in. Ze wisselden van positie en met lange nek en open mond ontving Myrthe elke stoot. Haar onderbuik kronkelde tegen die van hem. Hij onderbrak zijn ritme, maar met hese stem vroeg ze om door te doen. “Nog,” zei ze, “nog, nog , nog.” Ze trok met haar beide handen aan zijn billen alsof ze hem nog dieper in haar wilde duwen dan mogelijk was. Hij hijgde zwaar en zij kreunde met hoge stem. Zweetdruppels parelden op hun lijven.

Hans Van Ham
0 0