Zoeken

Platina?

De brief is wel degelijk afkomstig van het Koninklijk Paleis. De koning en koningin feliciteren mijn echtgenote en mezelf met onze nakende platina bruiloft: zeventig jaar gehuwd!Dat moet een vergissing zijn. Voor zover ik weet ben ik nooit getrouwd geweest. Er is wel een dame die mij gezelschap houdt. Zij komt regelmatig, ja zelfs dagelijks langs op de kamer en dan drinken we samen koffie. Soms spelen we met de kaarten.   Ik word al een dagje ouder en er komen ook verpleegsters langs. Er zijn er knappe bij, maar ook echte hellevegen, die mij de mond willen snoeren. Deze week was het een in- en uitlopen van allerlei lieden die ik van haar noch pluim ken. Een man, die ik rond de zeventig schat, beweert dat hij mijn zoon Albert is.  Meestal komt hij met zijn vrouw,  een hooghartig mens, dat me amper een blik gunt en meestal in gesprek is met mijn trouwe bezoekster of met de verpleegster. Tateren dat het mens kan! Naar het schijnt moet er een beslissing genomen worden over de verkoop van een huis dat mij ooit zou hebben toebehoord. Ik weet van geen huis. Gelukkig is ook Liesje weer van de partij. Zij zegt opa tegen die Albert en mij noemt ze superopa. Dat vind ik wel schattig, ook al heb ik de grootste twijfels over al deze lui die beweren familie te zijn van me. Maar van Liesje kan ik het hebben. Ze zei onlangs dat ze haar rijbewijs heeft gehaald en dat ze nu spaart om een occasiewagentje te kopen. Spijtig dat ik mijn knalrode  Ford Mustang niet meer heb. “Die had je van me kunnen lenen”, zeg ik haar.“Dan had ik hem versierd en met jullie op de dag van het jubileum rondgereden”, lacht Liesje. Alberts vrouw moeit zich in ons gesprek.“Die Ford ging al dertig jaar geleden naar een autokerkhof. We zijn hier niet om over auto’s, maar om over een huis te praten”, kniest ze.“Neen, oma”, zegt Liesje, “we zijn hier om het jubileum te bespreken.”“Wiens jubileum?” vraag ik.    

Vic de Bourg
2 1

Openbaar vervoer.

  Iemand heeft het ooit uitgerekend. Met het geld die nu naar het openbaar vervoer gaat kan men iedere belg ieder 5 jaar gratis een individueel vervoer, een auto geven.  Men heeft het zo graag over het eco gehalte van het openbaar vervoer . Men trekt ijzeren spoor lijnen door stad en natuur. Terwijl bij vliegtuigen alleen bij de start en aankomst er de nodige infrastructuur moet gebouwd worden. Het Europese Openbaar vervoer net is in een zodanig lamlendig staat dat men zich toch vragen bij kan stellen. Het lijkt er op dat vooral de vakbonden daar groote schuld aan heben. Want de instandhouding van het openbaar vervoer dient op de eerste plaats de macht van de vakbonden. En dat met vele miljarden belastinggeld. In het nog niet zo vere verleden weigerden de spoorweg ambtenaren de plaatselijke twaleten te kuisen. Op vele plaatsen hing de stront tot tegen de muren. Want iedere spoorweg ambtenaar vond zich er veel te goed voor. Tegenwoordig voelt iedere spoorweg beambte zichzelf op zijn minst directeur.  In de jaren 80tig waren vakbonden zeer machtig wie toen een telefoon aansluiting wilde hebben moest maanden wachten.  Wie vrienden had bij de vakbonden moest enkele dagen wachten. Het lijkt er op dat in sommige gevallen de vakbonden zelf tot hun grootste vijanden behoren. De samenleving waar ze in leven daar treken, sommige, ze zich blijkbaar weinig van aan. Spijtig. Hierbij wil ik een voorstel doen. MAAK HET OPENBAAR VERVOER GRATIS. Het verdient zichzelf terug op de eerste plaats door de afschaffing van de prijs administratie. Op de tweede plaats door het einde van de FILES. DE files kosten miljarden, goederen die niet op tijd geleverd worden, miljoenen auto’s die urenlang stilstaan. REKEN UIT DE WINST. Het waanzinnige prijsverschil tussen auto en trein. Van kortrijk naar Antwerpen betaald ikMet de trein heen en terug 41 euro als ik diezelfde dag terugkomAls er 5 mensen meekomen 41x5=205 euro Dezelfde reis met de auto kost 20 euro heen en terug en ik moet niet dezelfde dag terug komenAls ik 5 mensen meeneem 20 : 5 = 4 euroWaanzin.   FOTO GALLERY VERF ED https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/

verf ed
13 0

Bonanza

Want tevredenheid is soms een moeilijk punt. Ik weet dan niet zeker wat ik ambieer, maar dat jij een van de enigen bent op de wereld die het zou begrijpen, dat weet ik wel.  Hoe dan ook, als ik oprecht tevreden ben, dan zou ik me geen zorgen maken om de interactie tussen jou en mij. Dan zou ik weten dat er geen wolken voor de zon gingen verschijnen, en als ze dat wel deden, dat ‘t dan normaal was en dat er een mouw aan te passen zou zijn. Dan zou ik geen problemen aan te kaarten hebben uit mijn eigen psyche, geen roerselen die me uit het lood konden slaan ondanks jij. Ik hou wel van je, maar zou ik dat nog normaal kunnen vinden als ik inspanningen moet betrachten om tevreden met jou te zijn, en met jou alleen. Hoe dan ook, zo een twijfel moet vermeden worden en hoe lang kan ik ’t aan de touwen van de zeilen nog vieren onder het mom van ja, kijk onze verhouding is nu eenmaal nog in volle ontwikkeling en natuurlijk moeten we groeien en sterker worden. Geen roet in het eten gooien.  Zeker, we moeten ons samenspel uitbouwen, tot het sterk genoeg is om aan de toevallige accidenten van het leven te ontsnappen. Hoe lang kan je zo blijven doorredeneren tot je bij net zo een doordachte terugblik op je eigen gedragingen de maatstaf zal kunnen evalueren waaronder je samen door het leven beweert te gaan ?  Meer twijfel op dit ogenblik is gevaarlijk, maar ik ben blij dat ik over zo’n dingen met je kan praten. Ik heb al veel over een vrouw gedroomd in mijn leven, maar nu zit ik dus met jou en ook al ben je, ik herhaal, momenteel niet lijfelijk aanwezig, er kan zoveel gebeuren en ik hoop dat we ons avontuur niet moeten staken nog vooraleer we onze kinderen gaan bepraten.  Want is het niet zo dat je pas dan werkelijk iets in je onmiddellijke nabijheid weet, eens je erdoor de lopende dingen ziet te verontschuldigen, met name wanneer je een of meerdere levende kleuters als bliksemafleiders om je heen ziet kruipen of in het rond ziet stoeien. Ik zou me beslist pas echt zorgen moeten maken wanneer ik jou en hen voor een lange tijd zou ontberen. Zoals al aangetoond, teleurstelling kan voortspruiten uit een gebrek aan opgeruimdheid. Ook onachtzaamheid is hieromtrent een grens, maar enigszins lui dan, verborgen blijvend, even wachtend om zijn gelaat te tonen, vooraleer uit je landschap omhoog te torenen en je de doorgang te versperren. Om je dan, in vele gevallen beladen met de last van onzekerheid, opeens te confronteren met de waarheid en waar die aan toe is. Maar ik wil mijn begrip en mijn inzet niet smoren, ik weet een beter alternatief, het is als naar de kapper gaan, bijvoorbeeld om je haren te laten trimmen, het is het schrijven en dat bedoel ik dus. Het is een dankbare bezigheid, omdat het in een wisselend maar altijd je eigen tempo gebeurt, en omdat je het op alle ogenblikken een halt kan toeroepen door te melden dat je het met iets niet eens bent. Dat je even wil nadenken vooraleer je de dingen aanhangig wil maken, zo is schrijven een duikersklok, waarin je de eeuwig onontgonnen diepten van je gemoed, het water van je geest, te lijf kan gaan. Waarin je door dat geïmproviseerde venster vissen als geheimzinnige, argeloze, toevallige, organische en onbenoemde maar getrouwe trawanten aan je voorbij ziet gaan. Het is een werkmiddel waarbij je je argwaan overlevert aan de artificiële luchtbel waarin je jezelf opgesloten heb.  Je vertrouwt er nu eenmaal op dat iemand het touw waaraan je vastzit, na verloop van tijd weer omhoog zal hijsen. Wees niet jaloers om wat je hebt, je kan om de beurt aan de bak gaan om tekst te leveren, de tekst die er al staat, afgewisseld met de tekst die we erbij verzinnen. Je moet daarom niet elk klein ding met dankbaarheid verwaardigen, maar nogmaals, je kan datgene leren ontmoeten waarmee je tevreden door het leven kan stappen. Weer die tevredenheid. Misschien gaat het daarover, wat ik wil zeggen. Maar ik verzwijg iets.  Zie je, ik zit nu eenmaal met deze bijzondere aangelegenheid die ik met me meedraag en waarover ik nog niet gerept heb, waarvoor ik me, trillend, beschermen wil. Ik wil evenwel niet dat je je zorgen maakt, ik bedreig je niet, ik heb je lief. Wat is er dan ?  Wel, er is de eeuwige vriendin die ik in mijn fantasie heb, die ik omwille van alles verdraag, geen concurrente maar een vriendin die boven alle twijfel en bezorgheid verheven staat, een vriendin die zo mooi is als de mooiste onder meisjes, met lange haren en met een gebruind lichaam, met een intelligent gezicht en met handen die me omwille van alles willen vastgrijpen, om me te troosten en om zich over me te ontfermen. Zij heeft recht op al mijn ontboezemingen. Zij ziet mij. Zij doet mij voelen en zij voelt op haar beurt mijn gevoelens. Ik geef haar meer dan ze kan stelen. In haar schoot rust ik om mijn onbelemmerde keuzes. Ik rond de kliffen van mijn eigen persoonlijkheid volgens de paden van haar eigen onherbergzame oorden. Ik ben haar slaap en zij de mijne. Ik ruik haar voortdurend om me heen. We vertellen elkaar alles, ook wat we niet willen horen en dat verontrust ons niet. Ik ben niet bang om haar angsten te kennen, ze te betreden. Ik veroordeel niets van de dingen waar ze behoefte aan heeft. Ik ervaar alles wat ze nodig heeft en dan geef ik het aan haar. We zijn het eens over jaloezieën en we vliegen erom heen om de gedaante ervan te ontwaren en er dan een gepast antwoord op te geven. Daartoe trekken we aan touwtjes en benadrukken we het luchtpistool van onze vertrouwelijkheid. We gebruiken het om onze locatie vrij te geven, een gekozen woord, een ongeveinsd gebaar.  Ik ga buiten me om om dit meisje te begrijpen en om haar lief te hebben. Voor onze kinderen moeten we glanzend als wind met onze rompen schudden als schepen in een orkaan en schapen op het droge. We moeten bedrijvigheid vertonen, bezigheid uitdragen, drukte uitstralen. Het leven vertraagt en versnelt volgens gestage verveling net zoals volgens buitensporige uitspattingen. Maar een ijsbeer wankelt niet, zijn pootsporen bevriezen in het poolgebied en vullen zich vervolgens weer met sneeuw. Zijn logge lijf waggelt, hij glijdt in en uit het koude water, alleen zijn vacht is dik genoeg tegen het (on)herkenbare gevaar. Gewilligheid behoeft geen keuze, we drukken ons in diens warme vacht. Teddyberen en poppen zijn levensgezellen, gezinsuitbreiding is het sluitend antwoord op misantropie. Zoals zeehonden vliezen dragen tussen hun klauwen, zo boren nieuwgeborenen zich een weg doorheen onze naar besluitvaardigheid wenkende wateren.  Het is niet aardig om steeds hetzelfde te verwachten, ook al is het dan van mensen die wonen in een veeleer slechts gematigd klimaat. In alles bestaan er pieken en dalen, in velerlei geval worden ruzies gedempt met de jaren. Soms zijn ze nietbestaande. Dat lijkt voor ons het geval te zijn. En er zijn de kleuters.  Zij, de kleuters, zijn veeleer wispelturig en onvoorspelbaar. Ze zijn altijd druk doende met onbegrijpelijke dingen, eigenzinnig, maar je moet ze het voordeel van de twijfel geven. Hun leefwereld is universeel, barmhartig en zinvol, ook al kan dat niet altijd volledig begrepen worden. Kinderen kennen geen bitterheid, slechts exploratiezucht. De wereld is een onontgonnen terrein dan. Reizen een uitdaging. Dit is wat je krijgt voor het beroep van krijger. Ik kijk Bonanza.

Ekster Alven
0 0

🎨 Artistieke vlek

In een hart gesmeekt door onrust zocht ze troost in de omhelzing van kunst, terwijl ze een verborgen oorlog voerde in de vormen van de natuur in het hart.   Ze bewaakte het gevoel als haar maan terwijl ze ongevoelig door zielen doorboorde, maar hun zielen... ooit hemelse bakens... waren nu vergeten sterren, gefluisterd door het zicht van een duisternis.   Door de jaren heen deelden ze melodieën als hemels gefluister, een zuiverheid tot betrouwbaaheid in de kern van het bestaan die hem tegenover haar heen spiegelde wanneer hij met zijn zwaard van de waarheid zwaaide.   En toen hun blikken elkaar spraken glinsterende er een traan die meer dan sterren spraken die onder de ziel was geschonken. De tranen vol liefde.... alsof magie een woord appart gescheiden was door de blauwe vlammen van een hartelijk verhaal.    Ooh.... zachtmoedig hart, ze toonde haar kunst, wisselde tranen uit als transparante vormen in de diepten van een wederzijdse verbintenis, waar waarheden in het strijdlied verweven waren met kunst.   Een rijk, een spreuk die niet hoeft te versnellen, want de liefde komt als een charme dichterbij die ene seconde voor oneindigheid, het zorgde voor hun daden die met warmte langs luchtbellen kwamen in het geheim van deze lofheid.   Dus laat dit gedicht zich spreken in een gedeelde wolk waar onze dromen naast elkaar liggen en slapen, in de betoverende ster van de maan, waar dan toch die magische spreuk van het leven tot adem kan komen

wardsheart
6 0