Zoeken

Voor kwantum-groepies.

  Kwantum. Weet je wat het betekent dat het heelal zich uitbreidt? In de verre toekomst, in een onvoorstelbare ruimte, ver weg in de tijd, zullen de atomen in ons lichaam zo ver van elkaar gescheiden zijn als nu de afstand tussen de zon en de aarde. Misschien is er wel een uiterste rekbaarheid in de kwanta, de kleinste deeltjes van de kleinste deeltjes. En misschien, als die uiterste rekbaarheid is bereikt, krimpt het heelal in een minimum van tijd terug naar zijn oorsprong. Een punt met daarin alle materie van het heelal. Daarna, een nieuwe BIG BANG. Op een moment waarop tijd geen menselijke betekenis meer heeft, zal plotseling een blauwe planeet ontstaan. Met daarin het allerkleinste van het alerkleinste uit mijn lichaam.   FOTO GALLERY verf ed https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/   Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
17 0

De verdwijnende landgoed

De anekdote die ik je zal vertellen betreft mijn overleden oom - moge God hem laten rusten in de hemel. Toen hij negen jaar was, organiseerde zijn leraar een uitstap om fruit te gaan eten op een landgoed. Alle schoolkinderen waren uitgenodigd. De naam van de mysterieuze weldoener was, zoals je misschien veronderstelt, onbekend. De leraar leidde zijn kleine groep studenten langs stoffige padden, in de verstikkende hitte. Na een tijd onderweg, just voor de middag, bereikten ze het terrein. Wat een mooi uitzicht! De zware ijzeren poort stond helemaal open. Binnen, bewoog een zachte wind de taken van de ontelbare fruitbomen, de vruchten waren rijp, klaar om te oogsten. De waterput in het midden van dat paradijs nodigde iedereen uit erin te springen.  De vrolijke bende snelde vliegensvlug naar de frisse schaduw, ze sprongen in het water, verfristen hun lichamen en lesten hun dorst.  Zij verzamelden zich onder een grote amate boom, om de uitleg van de bewaker te horen. Een ernstige, diepe stem weerklonk vanuit alle richtingen en kondigden de kinderen aan dat ze mochten beginnen met fruit plukken. Zij konden eten tot hun buiken vol waren, de enige voorwaarde was niets mee te nemen. Mijn oom was de oudste van 6 broers. Hij hield veel van hen en was bereid alles voor hen te doen. In de jaren 60 leden de mensen honger in de dorpen van El Salvador.  De wegen waren slecht en het duurde uren vooraleer je in de dichtstbijzijnde stad geraakte, om producten te ruilen voor eten. In deze omstandigheden is het makkelijk te begrijpen waarom hij, tussen alle de andere, een grote zak vol fruit voor zijn broers wou stelen. De dag vloog voorbij, het was tijd om terug naar huis te keren. Zij namen afscheid van de wachter die onmiddellijk de poort dicht deed. De weg loopt op de bodem van de ravijnen, die natuurlijke muren aan beide zijden maakten. Lawaaierige zwermen papegaaien de lucht doorkruisten. Het was al lang vijf uur namiddag en de vogels zochten een goede plek om te overnachten. De kinderen waren uitgeput en ondanks hun inspanning geraakten ze niet meer vooruit. De schaduwen van de bomen werden lang, de dierengeluiden verminderden, maar zij konden nog niet de rode daken van het dorp huizen zien. Iets leek mis te lopen. Hun leraar stopte plots en verzamelde iedereen rondom zich. Hij veegde met zijn vieze hand het zweet die overvloedig van zijn gezicht viel. Hij schraapte zijn keel af en zei: "Wie heeft godverdomme fruit durven te stelen? Door zijn schuld kunnen wij niet terugkeren! Het is geen goed moment om zo dom te doen, de nacht komt eraan. Ik spreek voor jullie maar, ik ben niet van plan mijn hele nacht te verspillen en te zorgen voor een groep ondankbaar kinderen, terwijl een gruwelijke geest ons achtervolgd door hun schuld!" Vervolgens zei hij: "Ik ga me omdraaien, zodat ik de schuldige niet kan zien. De persoon die iets meedraagt moet die hier achterlaten, anders kunnen wij niet uit die doolhof ontsnappen." Zonder nog iets te zeggen, draaide hij zich om en begon traag te tellen. Ondertussen keken de bange kinderen elkaar aan, terwijl ze hun zaken leeg maakten. Jullie kunnen zich wel voorstellen, dat mijn oom niet de enige was die iets had meegenomen. Nadat de leerkrach tot 10 had geteld, riep hij zonder om te kijken, dat zij hun weg moesten vervolgen. Zij lieten een rommeltje takken, stenen ... tot de laatste zaadjes achter. Of dat was tenminste wat ze dachten... Zij volgden, hun voeten slepen een uur lang over het eeuwigdurende pad. Mijn oom greep met zijn hand onder zijn T-shirt naar een kleine, rode glanzende appel. Hij dacht: "Ik moet deze aan mij zus brengen, enkel deze rode voor haar allen. Ze is mijn enige zus, dat kán niet slecht zijn!" Deze gedachte begon vanzelf te verdwijnen met elke stap die hij deed. Hij voelde dat hij achteruit ging, zoals bij het natte zand van het strand, dat door de oceaan met zij golven wordt weggetrokken. De zon ging onder aan de horizon, toen hij met tranen in zijn ogen zijn gewaardeerde lading liet vallen.  Hij realiseerde zich eindelijk dat, als hij dit niet deed, hij niet meer thuis zou geraken. "Het leek wel magie!" vertelde hij later aan mijn oma. Hij herinnerde zich de pok van de val van de appel. Toen hij de appel liet vallen, merkte hij dat de trance brak. Het vrolijke schreeuwen van zijn klasgenoten betekende dat het dorp te zien was. De witte huizen en de kerk, verwelkom de groep studenten. De prachtige oranje tinten van de schemering baadden de zwarte stenen weg. Hier een daar kon je de vlammen van de gaslampen zien. Ze waren weer thuis, zij waren gered. Het was triest om niets aan zijn broers en zus te kunnen geven, maar hij was blij hen terug te zien.

Van Rivier
14 0

Schildpadsoep

Julian kwam thuis na veel dagen werken buiten op het platteland. Zijn jachtgeweer op de ene schouder, zijn prooi op de andere. Er hang een tecomate vol water van een zelf gemaakte mecate touw aan zijn taille. In zijn cebadera brengt hij een cadeautje voor zijn dochter, een rivier schildpad. Het meisje was de laatste tijd heel verdrietig. "Brisa", haar hert huisdier, was overleden door een giftige spin beet. Het meisje huilde elke namiddag toen zij zich herinnerde dat om deze tijd van de dag ze Brisa voederde en samen speelden tot zonsondergang. Dat was het moment toen zij afscheid namen en het dier naar de paardenstal werd gebracht om te gaan slapen.  Hij wist dat een schildpad geen vervanging van haar geliefde Brisa kon zijn. Het was wel een curiositeit dat haar dochter nog nooit had gezien. Hij kwam snel binnen. Hij zette zijn geweer en prooi opzij op een rustieke houten tafel. Hij ging naar de achtertuin waar hij zijn handen en gezicht proper maakte met het water van de gootsteen. Hij voelde zicht gerenoveerd door elke druppel zuivere water die hun zongebruinde huid veegde. Eenmaal gewassen kleedde hij zich om. Hij was klaar om zijn dochter te zien. Een van zijn grootste genoegens was een glimlach op het gezicht van zijn dochter zien. Hij nam het cadeautje mee en zo snel als hij kon, richtte hij zich naar het huis van zijn zus. Zij was de opvoeder van het meisje vanaf haar moeders dood.  Hij vond ze melancholisch naar de hemel te staren. Zij had een halverwege gegeten fruit in haar mond. Haar bennen hingen vanaf de guava tak waarmee zij zich schommelde. Hij riep ze. Fidelina! Kom naar beneden aapmeisje! Dat kleedje is zeker al kapot! Kom! ik heb hier iets mooi voor jou. De belofte van een cadeau maakte dat zij zich naar beneden haasten. Zij gleed van tak naar tak met de soepelheid van een eekhoorn. Zij einde haar daad met een acrobatische salto en landde naast haar vader.  Zij veegde haar kleren met haar vieze handen. Zij maakte moeite om er goed uitzien voor haar vader. Zij keek nieuwsgierig naar uit met een grote glimlach op haar gezicht en vroeg: Wat heb je voor me? Snoepen, mijn favorieten gele bloemen?  Wat is het? Mag ik het zien? Dat was het meisje waar van hij hield. "Doe jouw ogen toe" zei hij. Zij deed zoals gevraagd en strekte ineens haar handen uit. Hij zette voorzichtig het beestje op haar handen. Zij kreeg kippenvel van de koude schild van het dier. Zij keek het boos en verbaas te gelijker tijd terwijl zij zei: Een schildpad? Waarom gaf je me een dier? Heb ik jou niet gezegd dat ik geen huisdier meer wil!  Zij liet het diertje op de grond vallen. Hij keek zij stomverbaasd aan. Dat was niet haar gewoon gedraag. Hij raapte het dier van de grond. Hij had een verwijtende bliek. Hij hield niet van mensen die wreed waren tegen dieren. Zij onverstoorbaar sprak hij tegen: Weet je wat, ik heb gehoord dat de schildpadsoep heel lekker is. Ik heb nooit schildpad gegeten. Maak het dat voor me klaar? Hij was gechoqueerd. Hij keek zij met grote ogen aan en probeerde haar gedachten te veranderde: Hoe kun je dat denken? Kijk het aan! Het is een mooi diertje, het zal zeker lang leven en je kan met het veel spelen.  Haar gezicht was rood geworden, toen zij hoorde: "het zal zeker lang leven..." Hoe oneerlijk kan het leven zijn? Waarom had de dood haar Brisa weg genomen? Nu wou zij die stom schildpad meer eten.  Zij zei tegen hen met de wreedheid die allen kinderen kenmerkt: "Als je het niet voor me kook zal ik geen cadeau meer van jou pakken." Julian wist hoe koppig zijn dochter kon zijn. Het was een van haar kenmerken die van hem had geërfd. Hij krabde zijn hoofd, onzeker: "Wat ben je koppig meisje! Wat kunnen wij van dat eten? Maar goed wij zullen schildpadsoep voor het avondmaal hebben ter voorwaarde dat je jouw bord leeg moet eten zonder te klagen over de smaak. Begrepen?" Zij keek hem uitdagen aan en knikte. Toen hij het dier slachtte ontdekte dat het een vrouwtje met eieren was. Hij maakte het schild leeg en zette het apart. Hij naam als de eetbare gedeelten en waste hem goed. Hij kruidde het en maakte en soep klaar. Het was onverwacht overheerlijk! Het vlees smolt of hun mond.  Het meisje at alles en veegde met een stuk tortilla het kommetje. Hij grinnikte, hij dacht: 'Kijk hoe zij aan genieten is!, Hoe zou ik weten dat het dier een hoge kwaliteit ingrediënt was! Zij is de mijne waardig. Ik zal het mooi schild aan mijn collectie toevoegen.' Na het avondmaal liet hij haar de afwas doen. Als zij klaar was met die taak, gaaf hij haar een nachtzoen terwijl hij haar haar in de war bracht. Zij klaagde en zei dat haar haar al slordig genoeg was. Vanaf die dag stopte zij met huilen. Het was zoals de soep een soort van geneesmiddel was tegen het verliest van haar huisdier.  

Van Rivier
0 0

Vlieg...

Na een uurtje klimmen bereiken wij de top van de bergflank. Daar ontvouwt zich het onwaarschijnlijke schouwspel dat ons jaren geleden voor het eerst overdonderde. Zo ver het oog reikt zie je besneeuwde bergtoppen. Dit is de plek waar ik Tim voor het eerst ontmoette op een jeugdkamp. Wij kenden elkaar niet maar werden er vrienden voor het leven. Onze  gezinnen kennen het verhaal en de echtgenotes en kinderen hebben ons op Vaderdag verrast met een weektrip voor ons beiden naar het Zwitserse Melchtal.  “Zie jij wat ik zie?”“Bedoel je dat witte wolkje?” Ik wijs naar een helwit iets in de staalblauwe hemel.“Het is een ballon. Het doet mij denken aan de duizenden ballons die in Brussel opstegen tijdens de Witte Mars.”“Indrukwekkend was dat. Driehonderdduizend mensen die protesteerden tegen het manklopen van de justitie in de zaak Dutroux. Sedertdien zijn witte ballons symbool geworden voor het herdenken van overleden kinderen.”Wij volgen de vlucht van de ballon. Vanuit de bergen steekt een briesje op dat hem onze kant uitstuurt.  Tim slaagt erin het touwtje te grijpen. Er hangt een plaatje aan waarop staat: ‘Vole, vole, mon amour –Gregory-12 ans’.“Geloof jij in toeval?”“Wat bedoel je?”“Weet je nog hoe we samen keken naar Star Academy op de Franse televisie? De jongen die toen de wedstrijd won heette Gregory. Hij was een Mucopatient en overleed kort na zijn overwinning. Heel Frankrijk stond in rep en roer.”“Ik las onlangs dat het programma na dertien jaar nieuw leven is ingeblazen. Bij de laatste drie overgebleven kandidaten is een Belgische jongedame. Vanavond is de halve finale, zullen wij weer samen kijken?”De longen volgezogen en met ijle hoofden van de pure berglucht komen wij bekaf terug in onze chalet.Wij eten Geschnetzeltes en ploffen daarna op de bank om de uitzending te kijken.  Onze landgenote zingt als solonummer het lied van Céline Dion. Ik heb het plaatje dat aan de ballon hing meegenomen. Het refrein van het lied wordt ingezet Vole, vole, …  Ik zie een glinster in Tims ogen en zeg: “Ja, ik geloof in toeval”.  Vole 

Vic de Bourg
50 4

Een paradijs met klootzakken

God schiep een paradijs en in Haar oneindige goedheid besloot Zij dat alles er mocht zijn. Ze blies in elke mogelijke bestaansvorm bewustzijn, alsook voorzag Zij elk wezen van een vrije wil. Zowel het duister als het licht kreeg een plaatsje, in Haar hart was er altijd plaats voor beide, daar Zij volledig vrij van oordeel was en gevuld met onvoorwaardelijke liefde. Alles wat Ze schiep, was op een ingenieuze manier met elkaar verbonden. Het was een beweeglijk geheel van komen en gaan, van creëren en vernietigen en van liefde en angst. En zo vonden hardheid en zachtheid aarding in dezelfde bodem. De Moeder zag hoe pure liefdevolle wezens werden getergd door kwaadaardige creaturen. En hoe er uit zulke confrontaties nog meer bewustzijn groeide. Zij deed niets dan alles in zijn volledigheid laten bestaan en genoot van de oneindige veelzijdigheid waaruit Haar creatie bestond. Met goddelijk mededogen aanhoorde Zij de ontelbare smeekbedes van de wanhopige wezens die hun armen ten hemel richtten. Vragend waarom Zij zo onverschillig scheen te zijn tegenover al dat leed. De absolute en alles omvattende liefde van God, geheel neutraal en vrij van enige voorkeur of weerstand, werd dus verward met onverschilligheid. Zij voelde geen aandrang om deze misvatting recht te zetten, want wist dat wanneer het bewustzijn zou blijven groeien dit inzicht vanzelf zou verschijnen. Het was niet zo dat God nooit sprak met haar kinderen. Dat deed Ze wel en zelfs quasi constant. Maar Ze koos ervoor om enkel zacht te fluisteren. Want ze wou dat Haar kinderen aandachtig leerden luisteren. Ook liet Zij zich niet zien, maar wel voelen. Als een observerende aanwezigheid in elk atoom. Ieder die de Moeder niet voelde en Haar bestaan zelfs ontkende, woonde even warm in Haar hart als elkeen die haar eerde. Omdat alle verderfelijke en vernietigende krachten van evenveel ruimte en creatiekracht genoten, gingen veel zachtaardige wezens gebukt onder de grootsheid van die onvoorwaardelijke liefde van de Moeder. Ze schreeuwden hun ongenoegen uit. Ze noemden Haar meedogenloos en hard. Zagen geen rechtvaardigheid noch evenwicht. Pijn leek immers veel uitdrukkelijker door te wegen dan vreugde. ‘Moeder,’ zeiden ze. Laat alstublieft het licht zegevieren! Verlos ons van het kwade!’ Terwijl ze dit uitspraken, voelden sommigen onder hen dat dit verlangen het einde van alles wat ze kenden en van zichzelf inhield. Want het duister kon nooit volledig verdwijnen zonder het licht mee te nemen. Er was slechts de keuze: bestaan in dualiteit of niet bestaan. En dus nuanceerden sommigen: ‘Moeder, geef ons de kracht en inzichten om in vrede en gezondheid te kunnen leven te midden van het duister.’ Dat ze reeds over die kracht beschikten. En dat de gevraagde inzichten voortkwamen uit het contact met het duister, fluisterde ze heel zacht. Het duister was daar ten dienste van het licht. Het bood de kortste weg naar verlichting. Telkens wanneer het duister van schemering overging naar zwarte massa, werd het licht aangemoedigd om feller te schijnen. Het vergeten van de Moeder stond ten dienste van de herinnering aan haar, hoe vreemd dat ook mocht klinken. De vernietiging van schoonheid gaf alleen maar meer waarde aan Haar bestaan. ‘Fuck that!’ riepen de experts in kommer en kwel. ‘Wij willen leven en niet overleven! Laat ons groeien en stralen op een manier die niet zo’n pijn doet! Kunnen wij onszelf niet ontplooien in een paradijs zonder klootzakken? Er moet toch een andere mogelijkheid zijn?!’ En jazeker, andere mogelijkheden waren er. Oneindig veel zelfs. De Moeder had ze allemaal geschapen en Ze aanschouwde, enthousiast als een kind, hoe deze zich als een kleurrijke caleidoscoop voor zich ontvouwden. Hoe ze zichzelf heruitvonden en transformeerden. Absoluut perfect op elkaar aansluitend en elkaar aanvullend. Als je al het verdriet, onmacht en pijn zou wegnemen, zou dit goddelijk kunstwerk gaten vertonen en in elkaar storten. De Moeder had nooit gewild dat Haar kinderen iets ontbraken. En als er niets ontbrak, dan was werkelijk alles er. Ook intenties die liefde wilden smoren. De antwoorden van de Moeder waren als dunne dekentjes voor Haar rillende kinderen. Sommigen onder hen ontdekten gestaag hoe ze zich konden laven aan het warme licht in zichzelf. Anderen bleven tasten in het duister, waar ze ook uiteindelijk altijd iets bruikbaar vonden, al was het maar iets kleins. En ze leefden nog relatief lang en gefragmenteerd gelukkig in het paradijs waar alles mogelijk was.

KarolienDeman
13 0
Tip

Als je genoeg vis eet kan je vanzelf zwemmen

Er heerst een algemene wijsheid onder de havenarbeiders, scheepsjongens op de galjoenen en zelfs onder de kapiteins met hun vaten gerookt varkensvlees. Zonder uitzondering gelooft elk van hen dat wie genoeg vissen eet, vanzelf kan zwemmen.  We vreten ons ermee vol, want voor de gewone matroos is er natuurlijk ook niets anders dan wat de zee gratis ter beschikking stelt. Bij elke hap van de slijmerige zoute glibber voelen we ons een beetje meer gerustgesteld. Want straks is er de test. Ons zal niets overkomen. Van Willem zijn we minder zeker.  Willem lust geen vis. Dat verbaast ons niets. Hij kan ook geen knopen leggen. Iemand heeft gehoord dat hij een bastaardzoon is, van de nicht van de kapitein. Zij werkt ook in de haven. Sommigen hebben haar al van heel dichtbij gezien. Ze zou een ongekend verfijnde schoonheid bezitten, maar wel met een zwak gestel. Dat verklaart veel.  Alexander vreet vis alsof zijn forse ton geen bodem heeft. Soms spreekt hij ons toe, alsof niet de kapitein maar hij de ongekroonde koning van het schip is. Met zijn kabelarmen knoopt hij op een uur meer touwen dan wij allemaal tezamen. Hij zou Willem eens laten zien waarom je vis moet eten.  Daar staat hij, fier rechtop op de loopplank. Zijn blote bast glimt van de olie. Hij werpt Willem een minachtende blik toe terwijl hij steeds verder de plank op loopt. Als hij op het einde komt, draait hij zich nog één keer om, knipoogt en springt. PLONS!  Cirkels op het water deinen steeds verder uit. Op de top van de mast schreeuwt een meeuw. Alexander blijft voor eeuwig ongekroond. Zijn schedel krijgt wel een troon, op de zesde verdieping van het MAS. Naast de sokkel staat een klein wit kaartje met als opschrift: “Schedel van onbekende man, Vroege 16e eeuw”.  Meer lezen? Welkom op Instagram

Amanda Bos
174 8

Geholpen liefde

Ik leerde je kennen 17 januari 2024... het was onverwachts en uit het niks, je stuurde me een bericht op instagram. Ik opende het en herkende je naam. Je kwam me bekend voor, ik had je al eens gezien in de gangen van de school maar alsnog waren we zo onbekend voor elkaar. We stuurde elkaar terug telkens weer opnieuw de dagen gingen voorbij en ik voelde me goed. Onze gesprekken vormde een klik en onze gesprekken vloeide in elkaar als 2 druppels water. We hadden dezelfde gedachten, meningen en toch hadden we wat verschillen. Elkaar sturen werd al snel vervolg door bellen, elke avond opnieuw zorgde we ervoor dat we elkaar konden horen. Onze stemmen bij elkaar vormde al snel een geheel. We waren zo geboeid naar elkaar toe dat onze interesses en ook onze verschillen snel tot spraken kwam. We hechten aan elkaar vast nog sneller dan de wind. Onze gewoontes werden al snel met elkaar gedeeld en het gemis van onze stemmen zorgde ervoor dat we telkens opnieuw met elkaar in contact kwamen. De uren vlogen voorbij, de dagen werden met de minuut langer zodat we elkaar maar weer konden horen. Onze gedachten en gevoelens op dezelfde lijn, Onze gesprekken als maar intensiever, Onze levensstijl als maar meer met elkaar verbonden. We waren zo veel met elkaar bezig dat we ons eigen leven niet meer alleen leide maar we telkens weer bij elkaar kwamen om dit samen te doen. Maar de realiteit zette in. De gevoelens werden verstoord door een als maar kleine terugblik op het verleden. Nog niet zo lang geleden voor ik je kende gebeurde een misstap in mijn leven, een zware breuk met een speciale persoon. Je wist er alles van, ik had je verteld hoe het gebeurde en je steunde in elk vlak. De gedachten vervaagde al snel toen ik je savonds weer hoorde. De stem die als maar beter gehoord word door mijn geheugen. Een persoon die me elke moment zou doen geloven hoe goed we dit samen kunnen doen. Onze verlangens werden sterker naar elkaar toe, we verheugde ons er op om elkaar te zien. En al snel gebeurde dit. Ik zag je ogen, je lach in je lieve blik die me als maar meer naar je toe trok. Het gebeurde zo snel alle verhalen die ik van je hoorde paste in het plaatje tot wie je nu bent geworden. Onze lippen volgde al snel de weg naar elkaar toe, onze armen werden als 2 druppels water in elkaar gevloeid. Uren praten en geen seconde van verveling. De minuten vlogen zo snel voorbij dat het al tijd was voor het afscheid. De kleine lach die op elkaars gezicht vertoonde bleef nog uren lang in mijn gedachten. De gesprekken die we voerde bleven als casettes in mijn geheugen. Ik nam een diepe nachtrust met al de herinneringen die ik van ons had, onze gesprekken bleven houden tot het einde van de nacht. De ochtend kwam nabij de zon scheen door de ramen. Als eerste teken van leven zag ik de berichtjes op mijn telefoon de gedachten van de voorbije dagen kwamen als maar sterker terug. Het gevoel van jou liefde gaf me toch weer wat rust. Het gemis bleef niet lang weg en elkaar zien was toen de uitweg. Onze lippen tegen elkaar, handen in elkaar verworven konden deze gedachten maar voor eeuwig worden verborgen. De tijd met elkaar zorgde voor een diepe rust maar na enkele momenten kwamen de gedachten van een paar dagen geleden terug tot leven. De onzekerheid, de bezorgdheid zorgde voor een diepe onrust. De tijd samen vloog voorbij en al snel was het afscheid weer nabij. De gedachten kwamen razendsnel tot mijn geheugen van wat zou er nu toch kunnen gebeuren. De rust in mijn hoofd zorgde voor paniek, die enkel ik voor mijn eigen liet. De tranen vloeide in mijn ogen en de onrust en gebrokenheid kwamen terug naar boven. Ik maakte van mijn hart een steen en vertelde je dit met al mijn kracht hoeveel pijn dit je deed had ik niet verwacht. Je zorgde ervoor dat ik me goed voelde okal weet ik hoeveel je voor me voelde. Ik sprak je aan over ons label dat ik dit nog even niet met je wou delen. Mijn onzekerheid kwam naar boven en de gemeenschap die ik met je voelde zette ik al snel apart okal was dit niet wat ik bedoelde. Onze gedachten en meningen werden al snel verdeelt ook ik weet hoe ik dit met je deelde. De angst, en onzekerheid kwam bij je naar boven en je kon me maar niet geloven. In zo een korte tijd zo veel onwetendheid. Je zorgt voor me ook in deze periode, hoe moeilijk het ook zal worden ik laat dit je niet alleen doorstaan. Dit zorgde toch voor rust in mijn gebroken en kleine hart. Onze gesprekken bleven staand nu ook wanneer je alles achterhaald. De liefde die je voor me voelt is iets oprecht waarvoor je het doet. De dagen worden moeilijk maar met jou steun aan mijn zei komen we er als maar sterker uit. Ik weet dat onze gevoelens voor elkaar zijn bedoelt ook weet ik dat het tijd en moeite mee zal brengen. Ik zal er voor je zijn in korte en lange pijn is iets wat je me beloofde tot onze gevoelens aan elkaar gaan verloven...

Lieveling
11 0