Zoeken

De gedachten zijn vrij

Eén boekje heb ik gehouden. Het is niet groter dan mijn hand. De kaft is even oud als mijn grootmoeder was toen ze stierf. Gerimpeld en afgeleefd, de tekenen van vele jaren wijsheid en traditie. Die nu verloren gaat. Het boekje past perfect in de verborgen plooi van mijn handtas. Daar wacht het geduldig in het duister, eeuwig aan mijn zijde. Tot mijn voorzichtige vingers het in stilte openen, een pagina kiezen en het even snel weer wegsteken. Enkel mijn ogen zien wat er geschreven staat, enkel mijn geest registreert de woorden ‘God’, ‘Jezus’ en ‘de heilige maagd Maria’. Ik durf er met niemand meer over spreken. Mijn kokoshouten kruisje heb ik verbrand, zoals de enorme stapel bijbels op de Vrijdagmarkt vorige zomer… In de verte klinkt het gezang vanaf de nieuwe minaret van Gent-Centraal. In het appartement boven mij hoor ik gestommel. Getrouw was ik mijn hoofd en handen, neem ik mijn matje en buig naar de grond. Duidelijk zichtbaar bij het raam, voor de eeuwig spiekende camera’s. Buren die je verraden en controleurs zijn overbodig geworden. Big brother Ali is ever watching. Ik buig me naar de grond en fezel het verplichte gebed. In mijn hart lach ik. Er is maar één God en ik bid tot Hem om de vrijheid van vroeger. Arabisch of Nederlands, gebed blijft gebed. De camera’s leggen mijn bewegingen vast, maar in mijn hart kunnen ze niet zien dat ik de woorden uit mijn grootmoeders Zielebalsem bid.   Lyne Uytterhoeven

Lyne Uytterhoeven
14 0

Het meisje in de trein

Vanuit zijn coupé ziet hij haar met haastige passen het station betreden. Haar zwarte hakken galmen ritmisch en agressief door de stationshal en met iedere gehaaste stap bewegen haar borsten licht op en neer onder haar zwarte truitje. Ze is mooi. Dikke rode krullen vallen als een waterval over haar schouders en haar gezicht is bedekt met sproeten. Gefascineerd kijkt hij hoe ze een kort sprintje trekt en net voor het fluitje de trein in duikt.   Voorzichtig legt ze even later haar cameratas neer en plofte daarna met een diepe zucht in een stoel aan de andere kant van zijn compartiment. Haar wangen en voorhoofd zijn rood gekleurd en parelende zweetdruppels op haar voorhoofd vonkelen in de late middagzon. Hij kijkt naar haar en grinnikt even om haar ontredderde status. Verbaast kijkt ze op, realiseert zich haar situatie en glimlachte terug, waardoor twee kuiltjes in haar wangen schieten. Even zitten ze gevangen in elkaars blik, maar al snel slaan ze allebei verlegen hun ogen neer. Beiden niet wetend wat ze moeten zeggen of doen. Beiden bang voor het onbekende. Zij pakt haar mobiel en begint driftig te typen. Hij doet zijn oordopjes in, zet een muzieklijst op en staart uit het raam. ‘Ze had net zo goed op de maan kunnen zitten,’ denkt hij bij zichzelf terwijl hij zijn ogen dicht doet. Langzaam begint hij weg te dommelen.   Hij wordt gewekt door een klik en een felle flits. Verbaasd en verdwaasd kijkt hij naar links, recht in de lens van een camera die omlijst is door rood haar. Zij kijkt op en begint direct te blozen.   ‘Ooh sorry, uhm, ik dacht dat je sliep.’   ‘Dat deed ik ook.’ Hij wrijft in zijn ogen.   ‘De flits stond nog aan.’ Haar gezicht was nu vuurrood geworden. ‘Sorry, ... Ik maak altijd foto’s van mensen die slapen op openbare plekken,’ stamelt ze. ‘Ik heb een hele collectie. Maar ik zal hem direct verwijderen. Maak je geen zorgen, ik uhm… Sorry.’ Ze slaat beschaamd haar ogen neer en prutste wat aan de camera.   Hij kijkt haar niet begrijpend aan terwijl de mist van slaap langzaam zijn hoofd verlaat. ‘Ho, wacht even hoor. Wat is er zo interessant aan slapende mensen?’   Blijkbaar had ze deze reactie niet verwacht, want ze kijkt verrast naar hem op.   ‘Nou, mensen zijn zo kwetsbaar als ze slapen,’ zegt ze dan aarzelend. ‘Mensen die slapen in de trein voelen zich daar blijkbaar volledig veilig. Je kan je ook niet anders voordoen als je slaapt. Mensen zijn dan heel puur, dat vind ik mooi.’   Hij glimlacht. ‘Mag ik de foto eens zien?’   Ze draait het kleine schermpje van de camera naar hem toe. Met één hand aan de zijkant van zijn gezicht en zijn kin op zijn borst ligt hij daar, achterover in zijn stoel. Charmant is anders.   Hij grinnikt. ‘Ik heb geen idee wat je hier ‘mooi' of 'puur' aan vindt, maar je mag hem van mij aan je collectie toevoegen hoor.’   Ze kijkt hem dankbaar aan. Er verschijnt een lichte twinkeling in haar ogen, en de kuiltjes in haar wangen springen weer tevoorschijn.   *Station Utrecht Centraal*, galmt het plots door de trein. *Utrecht Centraal*   Verschrikt kijkt hij op zijn horloge. ‘Oh shit, ik had er bij Zwolle al uit gemoeten.’   ‘Er gaat over 20 minuten één terug,’ zegt zij terwijl ze op haar horloge kijkt. ‘Weet je wat, ik koop wel een kop koffie voor je, als excuus voor de foto. Ik moet er hier toch uit.’   ‘Zolang je dan maar geen foto’s van me gaat maken terwijl ik het drink,’ zegt hij terwijl ze samen opstaan.

Aldous Geechyde
0 0

Vooroordelen en darts

Vooroordelen. Ik heb ze. Ik lijd eraan. Nog steeds. Zelfs na 39 jaar ervaringen opdoen op dit bolletje sterrenstof en na 15 jaar lesgeven aan nieuwkomers van alle pluimage. Vooroordelen werken als darts: je gooit negen keer tevergeefs richting roos en wanneer de tiende keer raak is, onthoud je enkel die ene worp. Vooroordeel 1: Mispoes Een moslima uit Pakistan zit tijdens een spreektest van top tot teen gesluierd in haar zwarte bijna-boerka. Dat uitzicht werkt blijkbaar nog steeds op me in. Op de vraag waarom ze naar België is gekomen, antwoordt ze: omdat de vrouwen in mijn land minder kansen krijgen. Hier in België is het modern en mag ik werken. Vooroordeel 2: Mispoes Een man uit Bosnië is al de ganse cursusperiode opvallend stil. Niet echt handig voor een mondelinge module. Zijn houterige houding en bloeddoorlopen ogen interpreteerde ik -redelijk onbewust- als desinteresse of erger.Bij dezelfde spreektest over de komst naar België blijkt dat hij hier al 28 jaar woont (en nu pas in niveau 2.2 zit! Hoe kan dat in godsnaam? … vooroordeel 3: Mispoes) Daarna gaf hij eerst toe dat hij enorm gesloten is en deed vervolgens in verrassend goed Nederlands zijn verhaal. Zijn teruggetrokken attitude en vermoeide blik kregen voor mij gaandeweg een totaal andere invulling toen hij vertelde over hoeveel vrienden en familieleden hij in de Joegoslavische oorlog had verloren, over zijn scheiding, zijn depressies, over de overuren die hij jarenlang aan de Antwerpse haven deed om zijn zonen te laten studeren. ‘Ik was vòòr de oorlog helemaal niet zo gesloten.’ Het stuwmeer van zijn stilzwijgen was zodanig doorheen de dam gebroken, dat hij de vijf minuten spreektijd fel overschreed en andere cursisten pas volgende les aan bod konden komen. Vooroordeel 4: Mispoes Vraag nu aan honderd FB-vrienden om een moslimterrorist te tekenen en je krijgt ongeveer een afbeelding van mijn Afghaanse cursist. Toen ik polste naar zijn welbevinden in België, was hij uitermate positief. Enkel miste hij zijn familie, vooral zijn mama want die lag chronisch ziek in bed. Hoe moet ik dit zeggen? Zijn bedroefde ogen in combinatie met de uitspraak van het woord ‘mama’ deden mijn pijltje zo fel afwijken, dat het naast het dartsbord terecht kwam. Vooroordeel 5: Raak Vraag nu aan honderd FB-vrienden om een oudere bibliothecaris te tekenen en je krijgt ongeveer een afbeelding van mijn Syrische cursist. Wat blijkt nu? Hij was gewoon écht bibliothecaris! En nog wel in de grote nationale bibliotheek in Damascus. Hij beheerde tienduizenden oude manuscripten op 500m van het paleis van Assad die soms op officieel bezoek kwam. Wat een volstrekt ander leven heb je, als je je een paar jaar later in een klas in Borgerhout bevindt tussen mensen van de hele wereld met allen slechts één en hetzelfde boek voor hun neus. Vooroordelen: laten we vooral wat minder pijltjes proberen gooien.

Joachim Stoop
46 0