Zoeken

HET WEZEN

Inleiding Het wezen kwam uit een ander zonnestelsel, clandestien, een stofje tussen het vele gruis op de meteoriet. Zich nergens van bewust, levenloos, verstoken van elk greintje van intelligentie hing de spore aan de grote meteoriet en liet zich meevoeren. Tijd was van geen belang. In het ondoordringbaar harnas, beschermd tegen de ruimtekoude en de verzengende hitte van zonnevlammen kon het miljarden jaren meegaan. Het kende geen verleden en geen heden. Misschien kwam het nooit tot ontwikkeling…. De meteoriet raasde periodiek, onderworpen aan de wetten van de fysica, telkens dichter in een elliptische baan langs een aantrekkelijke blauwe planeet met een levenloze maan als satelliet. De aantrekkingskracht van de natuurlijke satelliet wijzigde om de 150 jaar de baan van de meteoriet. De aarde zong als een sirene om het grove ruimteschip met zijn passagier op de klippen te laten lopen. Terwijl de maan zich gedroeg als een jaloerse minnaar, om de klappen op te vangen als een boxer, flirtte de aarde met het koude hart van de ruimtesteen.   De wijze weet zonder te reizen, heeft inzicht zonder te kijken, bereikt iets zonder te handelen. Lao-Tse Chinees filosoof Leefde van: +/- 600 v.C.   In het jaar 2017 drong een verhitte meteoor door het dunne maagdenvlies van onze planeet en stortte uitgeput neer op de grond van de Vlaamse Ardennen. De comfortabele reis kwam voor de spore abrupt tot een einde in de klamme grond, waar het bleef branden als een kooltje. Langzaam werd de hitte afgegeven aan de koele aarde. Een sappige regen vormde een plasje rond de krater. De spore liet spontaan los om zich in de modder te wentelen. De regen doorweekte het harnas dat de spore zo lang in de ruimte had beschermd. Er verschenen scheuren in de doorweekte mantel. Binnenin de spore worstelde het wezen met het beschermend harnas. Nog onbewust van zijn leven reageerde het automatisch op de aanwezigheid van water. Het zoog zich vol met de van bacteriën vergeven water en voedingsstoffen uit de natte aarde. Er verscheen een zwart pluizig bolletje met een piepklein zuigmondje dat gulzig van het water dronk tot het drie keer zijn omvang kreeg. Toen bleef het hijgend in het water liggen als een levend pomponnetje. Doodmoe sloot het mondje zich af en dobberde slaperig op het kleine plasje. De wolken maakten plaats voor de vurige ster die wij de zon noemen. Het plasje droogde op en het wezen werd terug het zwart pluizig bolletje. Een zachte wind stuwde het op weg. Nu rolde het onwetend over de grond tot het zachtjes tegen een mierenhoop stuitte en tot stilstand kwam. Enkele mieren kwamen onmiddellijk het vreemde voorwerp inspecteren. Met hun antennes bepotelden ze hun vondst en gaven hun bevindingen door aan andere mieren. Er klonk een schril opgewonden geluid onder de insecten. Het lokte de werksters, soldaten en mieren van de kraamafdeling. Schijnbaar verrukt krioelden ze over en onder elkaar om hun vondst aan te raken. Plots hielden ze ermee op. Een onhoorbaar bevel bracht hen tot staan en de insecten ruimden plaats voor werkmieren. Omzichtig brachten enkele werkmieren het zwarte bolletje tot aan de ingang en rolden het voort door de gangen. De koningin vulde de hele kamer. Het enorme achterlijf duwde regelmatig eitjes naar buiten om door werkmieren voorzichtig naar de kraamkader te worden gebracht. Het pluizig bolletje werd tot aan de koningin gebracht. Eerbiedig trokken de werkmieren zich terug om de koningin alle plaats te geven. Aarzelend keek de koningin het vreemde voorwerp aan. Het rook verrukkelijk. Vol proteïnen en voedingsstoffen die haar kroost kon sterker maken. Met haar antennes streelde ze het alsof ze een luis zou melken, de kaken verwachtingsvol geopend om het zoete vocht te ontvangen. De druppel bleef achterwege. De koningin probeerde het nog eens met langzame weloverwogen bewegingen. Haar ogen bestudeerde het voorwerp in vele facetten, alert op enige beweging. Het zwarte bolletje bleef inert liggen. De koningin verloor haar geduld en trok het met haar voorpoten naar zich toe. Ze bekeek en betaste het voor de laatste keer en zette er plots haar kaken omheen. Het bolletje had een hard omhulsel ondanks het pluizig uiterlijk. Ze riep een soldaat die er mierenzuur op spuwde en wachtte nieuwsgierig af. De reactie kwam onmiddellijk. Als een opgekrulde rups ontrolde het zich. Het zuigmondje kwam tevoorschijn en verbrede zich tot een spleet vol spitsige tanden. Het wipte voorwaarts en beet in één hap de koningen haar hoofd eraf en werkte zich al etend naar het achterlijf waar de eitjes smakelijk werden verorbert. In de mierenkolonie ontstond ontreddering. Als kippen zonder kop krioelden ze over elkaar zonder besef. Zonder koningin om leiding te geven vielen ze terug op zichzelf met slechts één gedachte. Ze werden berooft van hun koningin en haar nakomelingen door iets vijandigs. Het zwarte ding moest weg, dood! De soldaten vielen aan met mierenzuur en trachtte met hun sterke kaken de vijand aan stukken te scheuren. Niets hielp en het ding viel prompt in slaap in de kamer van de koningin. Kleine klauwtjes waren vanuit het pomponnetje gegroeid en hadden zich vastgehaakt in de bodem. Ondanks het trekken, kauwen en spuwen van de mieren bleef het ongedeerd en… groeide. Groeide, duwde de wanden van de mierenhoop uit elkaar en viel elke mier aan. Na een half uur was het nest totaal uitgeroeid. Het wezen barste uit de ondergrondse gangen en ontpopte zienderogen tot een kleine versie van de uiteindelijke vorm. Het pluizige verdween, maakte plaats voor een schubbig wezen ter grootte van een kitten. De kleine klauwtjes, met duim, werden volwaardige poten, de spleetvormige mond kreeg schubachtige lippen waarachter een dubbele rij haaientanden schuil gingen en een lobbige mensentong. In het hoofd maakten een aantal schubben plaats voor twee ogen, blauw van kleur met een grote iris. Het wezen knipperde met zijn juist verworven ogen, keek om zich heen. Een grote vlammende schijf stond boven hem in een azuurblauwe hemel. Verwonderd keek het naar de zon tot het vlekken voor de ogen zag. Het wende het hoofd weg van het licht, keek naar de grond waar het op stond. Het voelde het zand warm tussen zijn klauwen schuren. Zette enkele passen.  ‘Dit voelt prettig aan.’ Eén enkele mier kroop verloren rond op de resten van het vroegere nest. Aandachtig volgde het wezen elke beweging van de mier. De antennes van de mier draaiden rusteloos in de richting van het wezen. Het wezen hield zijn kop scheef, luisterde naar de innerlijke stem van het groeiend bewustzijn.  ‘Je hebt zijn nest kapot gemaakt…’ Het wezen klauwde in het nest en zag voor het eerst het ingewikkelde gangenstelsel, de vernietigde kraamkamer en ervoer een schok.  ‘Ik heb zijn soortgenoten en nageslacht opgegeten!’ Voorzichtig plukte het wezen de mier van de grond en hield het voor de  hemelsblauwe ogen. De mier dook angstig in elkaar, bevroor ter plaatse. Het wezen liet het hoofd hangen, zette de mier op het vernielde nest. In de blauwe ogen schitterde intelligentie … begrip.  ‘Ik had honger, ik wist het toen nog niet… het spijt me.’ De mier hield op met rond krabbelen, luisterde naar een onhoorbare stem, toen kroop het in een van de holtes en verdween uit het zicht. Het wezen bleef verslagen kijken naar de verwoestingen, dekte vervolgens alles toe met wat zand. De honger knaagde… Op zoek naar voedsel stond het recht op de achterpoten. Waar het zand ophield, kleurde de grond anders. Heel veel anders in verschillende tinten strekte zich in alle richtingen uit, het reikte op vreemde, kromme vormen naar de hemel.  ‘Is het voedsel? Voedsel in overvloed!’ Het liep naar het anders, voelde eraan, rook eraan met de tong, nam een handvol en bracht het naar de mond. Het kauwde er op, voelde sappen in de mond komen. Als water met een andere smaak. Niet onprettig… het slikte, voelde het door de keel zakken tot in de maag. Het wezen werd onwel. Het gras werd terug naar de keel gestuwd en kwam met kracht uit de sterke kaken.  ‘Geen voedsel voor mij!’ besloot het. Het braakte moeizaam nog wat maagsappen uit, voelde zich slap, slecht.  ‘Geen prettig gevoel… werd niet ziek van kleine wezens.’ Het herinnerde zich de smaak, de structuur van de vorige maaltijd: de harde, knapperige wezens die hem hadden aangevallen en de zachtaardige, bleke, malse wezens waarop hij niet eens moest kauwen. Die waren het lekkerst, het meeste voedzaam. Het kende de naam niet van de stof waaruit ze bestonden, wezens die deze eigenschappen hadden waren voedsel voor hem. De wezens die hij had opgegeten hadden weinig intelligentie maar toch had hij de woede en het verdriet van de wezens waargenomen.  ‘Doden om te eten!’ Het schudde onwillig het hoofd, in dilemma. Honger nam terug de overhand.  ‘Dode wezens eten, niet doden.’ Het ging op zoek naar kadavers.

Fanny Vercammen
0 0

Présence is alles

  ‘Josh een thee citroen en een Bud Weiser.’   Nathan haalt enkele dollarbiljetten uit zijn binnenzak en schuift deze naar voor op de bar. Gillian grimast, dat doet hij altijd, meteen betalen bij het bestellen. Dat staat niet, vindt ze, je betaalt als je je bestelling hebt gekregen. Nathan wuift haar argument elke keer weg. ‘De laatste keer dat Josh zijn prijzen heeft aangepast, dateert van voor de geboorte van Keiran, Gillian lief.’ Hun jongste zoon is vijftien, dat weet Gillian ook.   ‘En geef de vriendelijk man daar ook iets van me.’   Ook dat doet hij keer op keer. Die vriendelijke man daar is hun boekhouder, Frank. Hij zit hier bijna elke avond rond hetzelfde uur. Net als wij, zucht Gillian in zichzelf. Toch blijft Nathan Frank ‘die vriendelijk man’ noemen. Gillian vindt Frank een norse goedkope sigarettenlurker. Maar ze zijn in gezelschap en dan moet je iedereen vriendelijk vinden. ‘Présence is alles Gillian liefje.’ Ze vindt présence een dure uitspraak. Schone schijn gaat meer op voor haar. Want dat is hetgeen waar Nathan en zij voor leven. Voor zijn schone schijn die hij wil dat zij ophoudt. ‘Maar voor de rest geen probleem hé Gillian liefje.’ Meer dan glimlachen kan ze niet telkens ze dat te horen krijgt.   ‘Heb je nog iets van je neef gehoord, Josh?’   Josh zet hun drankjes voor hen neer. Hij krabt in zijn haren, plaatst zijn witte mutsje weer op zijn hoofd en zucht. Daar gaan we weer, denkt Gillian. Josh’ neef is marinepiloot en ingezet na de aanval op Pearl Harbor. De berichten over de mans welzijn komen maar sporadisch en dat baart Josh’ familie zorgen. Gillian vindt dat ook erg en als het gesprek alleen daarover zou gaan, zou het ok zijn. Het gaat telkens veel verder dan dat, naar politiek en vooral gezeik op Roosevelt. Hoe dit alles zijn schuld is, beweren Nathan en Josh. Gillian is daar niet akkoord mee, Roosevelt is een briljant strateeg voor haar. Maar ze zwijgt. ‘Jij moet je niet met politiek inlaten Gillian liefje,’ zegt Nathan dan.   Dus hier zit ze dan, mooi te wezen. Vrouw aan zijn zij spelen. Zo nu en dan nipt ze van haar enige thee. ‘Het is crisis Gillian liefje,’ zegt Nathan als hij zijn vierde Bud Weiser bestelt. Straks, rond drie uur, gaan ze naar huis. Nathan straalbezopen, Gillian hem rechthoudend. Vriendelijk lachen, en vooral er voor zorgen dat hij niet de hele buurt wakker houdt met zijn gelal.   ‘Présence is alles Gillian liefje.’    

't Achterlicht
0 0

Ik roep graag

Ik roep graag, het zal iets zijn dat zo eigen is aan mijn roots. Wat wortelen betekent in het Engels. Onbewust wel hoor, ik kan er met momenten niets aandoen dat ik mijn stem meermaals per dag verhef. Niet dat ik in het middelpunt der belangstelling wil staan... Ach kom, ik sta er al in. De wereld draait rond de essentiële Bart van Vlaanderen en niet andersom. Statement.   Laat ik er verdomse maar mijn best voor doen om te blijven roepen. Ik zou liegen mocht ik het moeilijk hebben om niet te roepen. Het zijn de gillende tienermeisjes die wild staan van Justin Bieber, de generatie nu die los gaat als Boef eens komt optreden tijdens de “Schuimfuif” in Asse-Ter-Heide. Ik zou ook roepen hoer, euhm hoor. Roepen van het lachen. Mensen zijn altijd zo snel vermaakt geweest door iets dat zo een momentopname is. Zo roep ik heel vaak tegen vrouwelijke machines. Zeer raar... Niet het roepen tegen een emmer, dweil, wasmachine, droogkast, ... Maar ik heb precies een nostalgische tijd geweten waarin die vrouwelijke machines pur sang gwn hun ding deden. De emmer haar taak bestond er in zich te laten vol lopen met warm water, om er vervolgens zelf zeepsop in te doen. De dweil die me rustig en beheerst kwam wakker maken omdat ik vroeger wel eens een ochtendhumeur had ipv erectie, kuiste beheerst mijn penthouse hier in Oelegem. Verwend.   Zeker! Ik zou graag bijvoorbeeld snoepen van spruiten als liefde zich kwam moeien in mijn leven. Jammer dat ik vroeger zo verwend ben geweest door ouderlief om mij op culinair niveau steeds mijn zin te geven. Comfortzone.   Maar ik ben er wel uitgekropen, langzaam. Maar toch. Hier ben ik dan. Ik mag nog steeds geen spruitjes. Maar tijd heeft me geleerd dat er geen plaats is om achteruit te kijken. Ook niet als ik eens geprobeerd heb om ananas te laten smaken naar spruiten. Feiten.   Mijn x-ray ogen zijn een geschenk van weet ik wie... Maar ik heb ze gekregen, en benut. Ik kijk door mensen heen. Maar ook door mezelf. Als ik mij een score mocht geven op zelfkennis gaf ik mij een 11 op 10 ... Want 12 op 10 is overdreven. Ooh wacht, dan geef ik me wel snel 13 op 10. Besef.   Ik besef alles maar al te goed, wat de vooroordelen van mezelf naar mensen zijn en wederzijds naar mezelf toe. Als ik mensen zou horen zeggen van... “Daar, kijk dan? Kijk dan zeg ik u! Het is hem! Hij, Bart De Zot die het woord zot nog verkeerd zou schrijven om zijn statement duidelijk te maken!” Dan zou ik er nog een schepje bovenop doen... Ik zou de nar van het volk willen zijn op dat moment, maar kom ik hoef niet meer te roepen tegen dove mensen. Mijn zwart kantje hoeft niet meer tegen mij te fluisteren dat het graag zou hebben dat ik vertrek wnr het licht aangaat in de slaapkamer. Roepen.   Ik roep liever “Het is best oké Bartje!!! Alles zal altijd beter kunnen!!! Maar hey?!?!? Het is oké!!! Echt...”

Bart Van de Peer
24 0

Debby Rohypnol

Namen, ik heb er al een heel verhaal voor klaar staan. Ik beschik over een speciale gave... Eerst en vooral, snel een boom in huis halen. Want je kan u al zeker gaan vasthouden aan de takken van de bomen. Ik kan namelijk iemand zijn levensverhaal beknopt samenvatten door nog maar gwn de naam te weten van de persoon in kwestie. David Copperfield heb ik zo eens liggen gehad door te zeggen dat hij graag vlinders gaat tellen in het park op woensdag. Dat hij aambeien heeft gehad op zijn 13de is een bijzaak, voor mij. Jammer dat die tovenaar geen zicht ter plaatse kon toveren want hij had het niet zien aankomen. Stevie Wonder wist ik ook eens omver te blazen door te vermoeden dat hij kleurenblind was.   Zo wist iemand mij eens te vertellen dat er een zekere “Yves” bestaat. Nu op zich is daar niets mis met. Maar ik kreeg het gevoel dat mensen stonden te popelen om beroep te doen op mijn gave. Ik vroeg nog even naar de leeftijd van onze Yves. Het bleek te gaan om een 17jarige. Nu dat geeft het verhaal wel een compleet andere twist! Wilt dus zeggen dat er blijkbaar ouders zijn geweest die hun kind in het jaar 2000 de naam “Yves” hebben geschonken. “Moord! Verbrand de heks! We gaan met zen allen klagen in Jeruzalem!”... Ik hoor het jullie al wel zeggen. Kan ook moeilijk anders, als het jaar 2000 is en je beslist om uw kind “Yves” te noemen dan scheelt er iets. Dan ben je volgens Van Dale de definitie van een egoïst. Dan hecht je weinig tot geen waarde aan wat een naam allemaal te weeg kan brengen. En al zeker niet als ik me even kom moeien. Yves bleek zo een typisch bekakt ventje te zijn van Schilde, zijn vader is rijk geworden door het concept van zijn handige meeneembox voor bananen te verkopen aan Chinese zakenlui die dachten een gat in de markt gevonden te hebben.   Vroeger, toen ik nog meedeed voor de prijzen bij het ponykamp in Hulshout. Waren er ook zo van die namen waarvan ik wist dat er alleen maar problemen van gingen komen. Sharon De Luchtballon en haar moeder Debby Roodhoofd. Toen ik op het ponykamp dus die namen hoorden vallen uit de boom waar de mensen zich aan vast klampten, nam ik even de tijd om ze te ontleden. Sharon De Luchtballon was volgens mij een vrouw van 23jaar die haar onzekerheid verstopte door een wild en vuil seksleven te leiden. Ze genoot ervan dat je scheten in haar gezicht vuurde. Ze had ook een voetfetisj, tijdens de seks zou ze haar comfy socks uitdoen en de jongen in kwestie verplichten er aan te ruiken om vervolgens de mannelijke lading te ontvangen op haar opgezwollen voetjes. Haar moeder Debby had een kapsalon, zij was zo iemand van 51jaar die zich nog altijd kleed alsof ze 20jaar jong is. Debby is tevens de beste vriendin van Sharon, elke 3de zaterdag van de maand staat in teken van quality-time door samen te gaan eten in de Lunch Garden... En later eens lekker scheef te gaan op biertjes voor zwangere vrouwen zoals Mazout en Spavla in de discotheek “Millenium” te Herselt.   Ik ben zo eens verzeild geraakt in de kroeg “Den dove Emiel”. Cois Busquero had sinds de dood van zijn vader Emiel het café overgenomen. Pinten kosten daar 3 Hulshoutse Kronen. Na de dressuur waar ik trouwens uitblonk in het behalen van de zuipbeker ging ik mijn overwinning vieren bij Coiske. Sociaal aangelegd als ik ben begon ik te praten met de zoon van dove Emiel. Toeval of niet, ik beschouw het eerder als het lot dat een overval pleegde op mij... Enkele staminees waren uitgebreid aan het roddelen over de avonturen van Debby Roodhoofd en Sharon De Luchtballon. Het viel me op dat mijn gave resulteerde in de gevreesde waarheid. Geruchten die Sharon zelf rond bazuinde werden steevast de grond ingeboord door die zatlappen daar. Zo zou ze eens gezegd hebben dat ze goed met kinderen overweg kon toen ze arme Norbert aan het versieren was... De iets wat introverte jongeman stond er samen met zijn zoon alleen voor toen zijn vrouw hem had verlaten voor geen reden. Sharon De Luchtballon haalde als referentie aan dat ze nog als jobstudent had gewerkt in de binnenspeeltuin “De Kikker” ... Norbert was verbitterd en tevens op zijn hoede, zijn antwoord mocht er zeker zijn. “Als wat dan? Als springkasteel voor die bengels?! Als ge liever hebt dat ik ineens scheten in uw gezicht blaas moet je dat gwn zeggen Sharon. Ik bijt niet, ik hijg enkel in uw oren als ik mijn ogen sluit en aan mijn ex denk. Ik heb hier geen intentie om u te versieren met een bon van €60 voor de Primark zoals Ronald dat vorige week deed.”   Coiske moeide zich ook in het geroddel, hij wist me te vertellen dat Debby Roodhoofd zichzelf nog steeds bejubelde na het behalen van de 4de plaats in “Komen eten” 5jaar geleden... Debby dacht met haar zelfgedraaide garnaalkroketten indruk te maken op Frans Bauer, Sam Gooris, en Lindsay De Bolle. Niet dus. De foto’s van haar “5 minutes of fame” zorgen voor een vicieuze cirkel van gezever als mensen daar hun haar laten doen. Dat Debby wel eens overwinningen van Sharon wist te ontfutselen is geen geheim meer. Bij café “Den dove Emiel” heeft iedereen wel eens op moeder en/of dochter aan het touteren geweest. Zelfs Coiske... “Debby Roodhoofd zegt mij niks? Maar Debby Rohypnol? Geeft ze 3mazouten en ge zit in haare nol! Wel...”   Het is wat het is. Een naam zegt meestal meer dan het verhaal dat er aan vast hangt.   “Wordt het eens geen tijd dat je een podium gaat betreden Bartje?”

Bart Van de Peer
23 0

"Van de Pertotal, autoverzekeringen. Aangenaam."

De autostrade, ooit een weg voor auto’s die beschikten over primitieve en oerdegelijke chauffeurs. Zo primitief en oerdegelijk dat ze zelfs het gaspedaal beheerst durfden plat trappen om 120km per uur te halen. Dezer dagen is het anders, mensen kunnen met hun gepersonaliseerde rolstoel niet meer zo uit de voeten als de nostalgische tijd van weleer... Ik? ... Ik ben een geestelijke agressor in het verkeer. Ik ben omringd door debielen als ik me nog maar op de baan begeef. Het gedrag van mensen in het dagelijkse leven valt af te lezen in het verkeer. Ik kan niet alleen van namen al weten wat de personen in kwestie hun lievelingseten is, als ik op de baan ben dan is het hel. En al die stresserende mensen rondom zijn de obstakels om mijn eindbestemming te bereiken. Janneke en Kutmieke die het nodig achten om op de autostrade 90 te rijden op het linkervak zijn in het dagelijkse leven al even bekrompen en bekakt door hoogstwaarschijnlijk te kijken naar VTM ipv ÉÉN. Te luisteren naar Clouseau ipv Tourist LeMC. Glutenvrij meergranen brood van tante Sonja Kimpen naar binnen te proppen ipv ontbijt over te slaan zoals ik het doe. Fuck off, bende gepamperde zeikers. Al een geluk kan jullie TV niet spreken naar welke rotzooi jullie kijken. Hemel en regenboog zouden weleens plots op jullie hoofd kunnen vallen. Stel u voor.   Als het al niet erg genoeg kon zijn reed ik zo eens naar huis, voor mij op de autostrade reed natuurlijk zo een kwakzalver die niets van de wereld kent. Kan ook moeilijk anders als hij geen ramen heeft in de kelder waar hij rauw patatten elke dag ligt te eten. Meneer de kwakzalver was dus verblind door het licht waar hij met te maken had onderweg. Kwakkie de zalver moest uitwijken voor een brokstuk. Ik had natuurlijk de ongewilde eer om eendracht vooruit over het bewuste brokstuk te rijden. Geen ramp, er zijn erger dingen. Zoals een motivatieboekje met foto’s van bootvluchtelingen. Ben zowel ik, als de jongens in de bootjes enkele 1000den kilometers verder niets met... Maar toch. Momentopnames. Ik kak in mijn broek als ik er nog maar aan durf denken. Shit. Te laat.   Enkele dagen later volgde het verdict in de garage. Een nieuwe beschermplaat moest worden besteld mijn bolide. €159,74 is geen geld voor een garage. Voor mij wel... Maar dat is bijzaak. Ik werd er ingeluisd door te denken dat ik een gouden zaak had gedaan om €159,74 te besteden aan een beschermplaat. “Aaah doe me maar snel twee van die platen toppertje.” Het had een leuk sarcastisch antwoord kunnen zijn, maar ik kan het beter houden om het hier neer te pennen.   Alsof het niet nog erger kon zijn, bestaat er geen verzekering voor debielen op de baan die mij schade berokkenen door gwn nog maar te bestaan. Triest is het. Ook in het leven zoals het is bestaat er geen verzekering die mij int zak kan zetten, ik moet mij er zelf zien uit te redden. Janneke en Kutmieke.   Deze culthelden van een nog groter boerengat als Oelegem hadden de eer opgemerkt te worden door mij toen ik deze morgend de Gazet Van Antwerpen las bij mijn ouders. Of het woord “geboortebeperking” als een West-Vlaams dialect beschouwd kan worden door hen? Dan is hun verhaal nog triester als die €159,74 die ik moest ophoesten.   Hun zoon Senne, besloot om op 7jarige leeftijd een meisje te willen zijn. Over transgenders en heel het relaas wil ik mijn ei niet kwijt. Wel over de ouders. Janneke en Kutmieke vonden het zozeer nodig om de ironische wereld van hun zoon als realiteit te laten uitkomen. Want geef toe? Op 7jarige leeftijd wist ik ook al wel wat ik met mijn leven ging doen hoor. 7jarigen zijn de fundamenten van de samenleving die als zeepbel wordt uitgedrukt bij die bende marginalen. In ieder geval, Senne wilt Sanne worden. Over de naam viel dan weer niet te discussiëren omdat Janneke en Kutmieke reeds een tattoo hadden op hun arm met de naam Senne. En om deze nog te kunnen laten omtoveren naar Ariëtte.... “Dat had moeilijk geweest, Sanne.”   Wel Senne, ik had graag een vrouw willen zijn om u eens deftig een paar kinderkletsen te verkopen voor €159,74. Of je nu een jongen of een meisje wilt zijn, geef gwn toe dat je een klein dik rotverwend eikeltje bent die alles krijgt in het leven wat je maar wilt. Behalve die nieuwe CD van Jebroer voor kerstmis omdat het budget net is opgegaan naar die tattoo van uw mama en papa. Essentieel.   “Voor uw kind? Daar doe je toch alles voor...”   Ik heb een verzekeringskantoor.   “Van de Pertotal, autoverzekeringen. Voor uw glimlach? Daar ga ik voor.”

Bart Van de Peer
0 0

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 12)

Zaterdag, 17 maart 2012               Feest aan boord van de Doerak, dus geen verslag vandaag!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut     Zondag, 18 maart 2012   Gisteren was ik ladderzat, en ben ik (bekleed met het Enterprise-kostuum en de Spock-oren) per ongeluk in het bubbelbad gesukkeld. Ik weet niet meer precies wat ik alle-maal uitgestoken heb, maar die CD van Laura Flynn valt best wel te pruimen als je ferm gezopen hebt! Volgens de gegevens op mijn boordcomputer loste ik enkele schoten met mijn laser-kanon en blijkbaar heb ik iets organisch geraakt, want er kleven kleine bloedklonters aan mijn koplampen. Gebruik makend van de mechanische grijparm nam ik er een staaltje van, dat ik voor verdere analyse aan het automatische lab van de Doerak gegeven heb; de resultaten volgen eerstdaags.   Uiteraard is het niet mijn bedoeling hier ter plaatse te blijven treuzelen en denk ik er sterk aan om binnenkort koers te zetten naar Sirius. De aarde is jammer genoeg geen optie, want daar word ik toch maar door een horde advocaten opgewacht en ik heb absoluut geen zin in een publieke vernedering! Het is jammer voor mijn moeder, maar het zij zo.   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut     Maandag, 19 maart 2012   Ik heb vanmorgen de onverstandige beslissing genomen om enkele van die drank-pralines als ontbijt te nuttigen, waardoor ik opnieuw strontzat ben! Telkens ik gedronken heb, ontstaat bij mij de onweerstaanbare drang om met mijn laserkanon te gaan schieten. Ik heb daarnet nog een paar nierstenen verpulverd, en ook het porseleinen zeeppompje (dat hier plots voorbijvloog) kende al beter tijden. Dit is natuurlijk niet gunstig met betrekking tot mijn overlevingskansen en ik zal me dringend moeten herpakken, als ik heelhuids in het Siriusstelsel wil geraken. Interstellaire ruimtereizen op automatische piloot lijken op het eerste zicht misschien makkelijk, maar er wordt wel degelijk een grote concentratie vereist bij het invoeren van de juiste coördinaten; ik wil immers niet in een zwart gat belanden!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 1

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 11)

Donderdag, 15 maart 2012   Vanmorgen heb ik iets heel merkwaardigs onder mijn stoel gevonden. Het ging om een metalen koffertje (waarschijnlijk achtergelaten door kosmonaut Flimout), waarin drie dingen zaten: een CD van een zekere Laura Flynn, een grote doos drankpralines (die de vorm van een plassend ventje hebben!) en een klein Chinees instructieboekje met be-trekking tot de Doerak. Dit houdt in dat deze capsule misschien wel tot meer in staat is, dan ik voor mogelijk hield. Gelukkig heb ik een zeer gedegen kennis van het Chinees, dat trouwens véél makkelijker is dan het Nederlands!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut     Vrijdag, 16 maart 2012   Dat Chinese boekje is erg leerrijk en doet me vermoeden dat de maker van deze Doerak een hele grote Star Trek-fan was. Het bevat namelijk een klein sleuteltje, dat toegang verschaft tot de verborgen vestiaire met het exclusieve Enterprise-kostuum. Bovendien zitten er twee valse Spock-oren als bladwijzers tussen de pagina's geklemd, wat ook kan tellen als hint! Volgens de info waar ik momenteel over beschik, kan deze mini-capsule de interstellaire ruimte razendsnel verkennen en ook planeetlandingen liggen binnen haar mogelijkheden. Vooral de automatische piloot op WARP-snelheid biedt heel wat perspectieven, schijnbaar komt er dan een heuse draaiende discobol vanuit het plafond naar beneden; van hoogtechnologie gesproken, zeg! De constructeur heeft zich bij de bekleding van deze mini-capsule werkelijk overtroffen. Niet alleen is er een controlepaneel aanwezig waarmee ik het laserkanon/de home cinema kan activeren, onder het vibrerende bed blijkt ook een heet bubbelbad te zitten, en achter het staatsportret van Poetin zou er zich zelfs een luxueuze champagnebar be-vinden! Te zien aan de inventaris van de aanwezige stock, hebben we het hier duidelijk niet over die goedkope brol van den Oldi!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 0

Gekke Dave - Proloog

Ze noemden hem Gekke Dave.   En ze noemden hem achterlijk. Idioot. Dom. Mentaal niet helemaal mee. Je begrijpt de boodschap vast. Maar hij was niet enkel zwakbegaafd, hij was ook nog zo veel meer.       De kinderen in de straat hadden heel wat lelijkere namen voor hem. Ik denk niet dat het beschaafd is om deze hier neer te zetten. Erg belangrijk zijn ze ook niet, want Dave was in zijn ontzettende onwetendheid gelukkig.       Zijn moeder noemde hem prachtig, ondanks de pukkels, de te kleine ogen, de scheve neus en de nog schevere tanden. Ze vond hem het mooiste op de wereld en hij vond haar nog mooier. Al kwam Laurianne, het liefste meisje van het dorp, wel heel dicht in de buurt.       Zij noemde hem schattig. Soms. En dan had ze die blik in haar ogen, eentje die hij niet kende, maar die speciaal voor hem gereserveerd leek. Anderen kenden het als medelijden, met een greintje afkeer, maar voor Dave was het liefde, want iets anders kon hij niet voelen. Een blik die zei dat hij haar moest kussen, maar die nooit lang genoeg bleef om het daadwerkelijk te doen.       Zijn vader noemde hem naïef, en dat was hij ook. Je merkt het vanzelf wel.       Zijn klasgenoten noemden hem niets, want hij had er geen. Hij kon niet volgen op school en zijn ouders hadden het geld niet om hem naar de stad te sturen. Dave vond het niet erg om op de boerderij en alle velden eromheen rond te hangen. De koeien hadden ook geen woorden om hem te benoemen en het gras zweeg in alle talen, behalve die van de wind. Het was een verademing, zo af en toe, zelfs voor een simpele jongen zoals Dave.       Want, zie je, Dave was dan misschien niet zo slim, maar hij begreep wel dat hij anders was. Niet normaal. En heel af en toe deed dat pijn, en wenste hij dat hij iemand had die met hem praatte zonder die glimlach om zijn lippen. Iemand die hem Dave noemde, gewoon Dave. Iemand die hem niet pestte of pijn deed. Iemand die er voor hem was. Een vriend.       De slager noemde hem Sul. De bakker had die glimlach. De blinde bedelaar op de grond noemde hem Arme Jongen en de rijke weduwnaar joeg hem weg met woorden die hij nooit begreep. De oude vrouw noemde hem vriendelijk en vertelde hem hoeveel hij iedere keer weer gegroeid was, al mocht hij in de breedte wat meegroeien.       Zijn moeder kreeg die glimlach ook, zijn vader sprak niet echt meer met hem, de klasgenoten die hij zou gehad hebben, vertrokken tijdens het schooljaar naar de stad en Laurianne noemde hem nog maar zelden schattig.   Maar de jongens noemden hem Vriend. Kameraad. Bondgenoot. Imbeciel Dave.

Lies
0 0

Parijs

Ik weet hoe je stem klinkt. Een warm timbre, met een Oost-Vlaamse tongval gemaskeerd door je vele omzwervingen naar Noorwegen, Nederland, Antwerpen, Parijs. Geperfectioneerd door dictielessen, voordrachten en practica. Ik weet hoe je stem klinkt. Niet door de gesprekken die we hadden, neen, die voerden we enkel in mijn hoofd. Het enige wat ik ooit over mijn lippen kreeg was de vraag om een blaadje papier, toen ik eindelijk naast je durfde te zitten tijdens de les Communicatiewetenschap in de Universiteitsstraat. Je zit voor het eerst in weken alleen en ik zie mijn kans schoon. In een nagenoeg volle aula zou het niet opvallen hoe hartstochtelijk ik had uitgekeken naar dit moment. Ik recht mijn voorovergebogen schouders, wandel tien treden naar beneden, klap gezwind het houten stoeltje naar beneden en zet mijn okerkleurige tas erop, die ik nog zelf bestikte met knopen uit mijn moeders naaikoffer. Het stoeltje schiet terug naar boven en mijn tas blijft steken tussen de rugleuning en het zitgedeelte. Onhandig frunnik ik aan de tas. Jij glimlacht meewarrig en trekt het klapstoeltje naar beneden. “Dank je,” prevel ik. Het hoofd van onze vakgroep daalt over de trappen naar beneden en neemt plaats op het verhoogje vooraan. De prof met kort, blond gemècht haar draagt een knalgeel broekpak waar ze zelf om lacht. Haar stem klinkt strak, haar humor vals en ze trekt haar neus op wanneer ze je persoonlijk aanspreekt. Ik mag haar niet, maar ben dankbaar dat ze de les aanvat. Mijn zelfvertrouwen is samen met mijn olijfkleurige tas blijven steken tussen de klapstoel. Ik noteer naarstig wat de prof declameert. Verdwijn tussen mijn pen en notitieblok. Ik pen zo ijverig dat ik de laatste drie velletjes van mijn notablok volledig volkrabbel. Ik twijfel. Hoor niet meer wat ze reciteert. Wanneer het woord “examen” valt en heel de aula ritselt van pen en papier, staat mijn hoofd op ontploffen. Mijn laatste hoopje moed bijeenscharrelen en je aanspreken, of zo miniscuul mogelijk proberen schrijven in de marge van mijn overvolle blad. Jij ziet mijn pen boven mijn blad dansen en draait je hoofd een kwartslag. Kijkt me met je reebruine ogen ontwapenend aan. Die reebruine ogen waarin ik verdrink en die mijn tong zo droog als leer maken; mijn tenen doen tintelen. Het is nog erger dan in de boekjes. “Mag ik een blad van je lenen?”, fluister ik. Ik ben twintig, maar mijn stem klinkt als een vijftienjarig puberjongetje. Jij scheurt een bruinig ecovelletje van je notablok. Onze vingertoppen raken elkaar wanneer je me het blad overhandigt. Mijn maag krimpt, mijn hart ontploft, mijn longen barsten. De les loopt naar zijn einde en ik gris mijn spullen bij elkaar. Ik kan niet snel genoeg weglopen. De aula uit, de trappen af, mijn fiets op. Beukend op de pedalen jakker ik de Veldstraat in en knal ei zo na een shoppende voetganger omver. Zweet en tranen glimmen op mijn wangen. Ze proeven zout. Ik weet hoe je stem klinkt. Niet door de gesprekken die we hadden, neen, die voerden we enkel in mijn hoofd. Ik ken ze van de promofilmpjes voor je doctoraat en je filmbesprekingen voor Canvas, waarin je met zachte woorden passioneel je liefde voor film uiteenzet. Ik ken ze van je voordracht voor De Buren, waar je trots je zelfgeschreven tekst over Parijs en de jaarlijkse reis met je ouders over de Route de Soleil voorleest. Ik ken ze van je boekvoorstelling, waar ik, spiedend over de fluweelrode zetels, je lippen minutieus in de gaten hield. Ik weet hoe je stem klinkt. Maar jij, weet jij nog wie ik ben?

het stille meisje
0 0

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 10)

Maandag, 12 maart 2012   Vandaag sprak ik voor de laatste keer met de basis. Ze hebben me ontslagen en wat hen betreft mag ik hier wegrotten. In tijden van nood kent men zijn vrienden! Gelukkig heb ik recht op een uitkering en moet ik daar (dankzij die communistische trut) geen stempeltje meer voor gaan halen!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut     Dinsdag, 13 maart 2012   Niets noemenswaardigs te vermelden, buiten het feit dat ik (net voorbij de maan) geflitst ben.   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut     Woensdag, 14 maart 2012   Ik heb opnieuw een érg saaie dag achter de rug, laat staan dat ik nog weet welke dag het precies is. Vanmorgen zag ik een handdoek met het KGB-logo rondvliegen en ook mijn GSM moet hier ergens in de buurt zijn, want daarnet hoorde ik mijn ringtone (een huilende Chewbacca) doorheen het heelal weerklinken. Bij de aankoop van die Nokia werd me verteld dat je de maximale geluidsstand tot ver buiten de aardse sferen zou kunnen horen, wat ik nu enkel maar bevestigen kan.   Misschien was het Mariska, of mijn moeder ... Het valt te betwijfelen, want de eerste ligt in de armen van mijn baas en de tweede draait altijd het verkeerde nummer als ze me wil telefoneren. Ik heb tot op één cijfer hetzelfde nummer als Madame Blavatski, en als die wordt opgebeld, ben je gegaran-deerd enkele uren, dagen of zelfs weken kwijt!   Mij lijkt de tijd bijna rijp om het hier af te trappen, want de Doerak wordt constant door zware zonnewinden bestookt. Niet echt onoverkomelijk, ware het niet dat die heel erg kunnen stinken! Dit rudimentaire toestel naar aromatischere oorden loodsen, wordt (gezien mijn beperkte technische kennis) hoogstwaarschijnlijk een helse karwei. Mijn enige hoop ligt erin een inactief ruimtestation tegen te komen, dat deze capsule kan herbergen; niet zo onrealistisch, aangezien we hier de laatste jaren toch immens veel schroot gedumpt hebben!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 0

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 9)

Zondag, 11 maart 2012   De laatste dagen ben ik door een heuse mentale hel gegaan, waardoor het voor mij onmogelijk was om verslagen te schrijven.   Ik bevind me nog altijd aan boord van de Doerak en ben op weg naar de asteroïden-gordel; een hachelijke onderneming, met een onvoorspelbaar resultaat! De basis heeft me de voorbije dagen enkele keren opgebeld, maar tot op heden is daar nog niets uit voortgekomen. Ik ben zelfs geschokt, vast te moeten stellen dat er nog geen enkele hulpactie opgezet is en het ziet er niet naar uit dat daar direct verandering in zal komen! Vooral omtrent de schuldvraag met betrekking tot het falen van deze missie, is een hartig woordje gesproken. De internationale pers heeft nu immers ook zijn tanden in deze zaak gezet, dus moet er een zondebok gevonden worden! Het lijkt er sterk op dat ik die twijfelachtige eer toebedeeld zal krijgen, aangezien gebleken is dat mijn perceptie van de feiten niet helemaal met de werkelijkheid overeenstemde ...   Die dreigende rode gaswolk boven Rusland, was eigenlijk niets meer dan een ongeluk-kig voorval tijdens de wedstrijd van Lokomotiv tegen Zoelte (die we trouwens zwaar verloren hebben). Het bagage-compartiment van de Belgische supportersbus (vooral met kranige oudjes gevuld) bevatte blijkbaar een immense hoeveelheid Bengaals vuur-werk en uiteindelijk is het hele boeltje de lucht in gevlogen! Naar het schijnt heeft het daarna nog dagen oude wijven geregend in Moskou!   De aanvaring met de satelliet is ook ter sprake gekomen en ik zal daar (binnen niet afzienbare tijd) schijnbaar drie dagvaardingen voor ontvangen; enerzijds van Proxirus, voor intentionele beschadiging van privé-eigendom (zijnde hun satelliet), anderzijds van de Russische staat, voor opzettelijke vernietiging van staatseigendom (zijnde de MIR) en tenslotte ook nog één van Poetin himself, voor het sluikstorten van een urinoir met zijn portret in de kosmos.   De pre-selecties van Eurosong zijn eveneens achter de rug, en uiteindelijk niet door Tattoe gewonnen. Bovendien bemannen die twee meiden nu mijn kamer in de militaire academie van Siberië, omdat ze het gewaagd hebben elkaar te tongzoenen op het po-dium (wat de jury kennelijk niet zinde).   De storing in de elektronische systemen van de MIR, waar alle ellende mee begon, werd eigenlijk veroorzaakt op de basis; een gegeven dat gegarandeerd in KGB-archieven zal verdwijnen! De nieuwe poetsvrouw (en tevens maîtresse van de baas) heeft per ongeluk enkel vitale kabels beschadigd met haar KGB-boenmachine. Het is echt betreurenswaardig dat ik door de stommiteit van een poetsvrouw zo goed als zeker ten dode ben opgeschreven, maar het werkelijke drama voltrok zich toen ik haar naam vernam: Mariska Poljakov.   Mijn Mariska!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 0

TIEN KROKANTE BROODJES

  Ik kocht tien kleine krokante broodjes, wat beleg en servetten die ik met elastiekjes rond de broodjes hield. Ik hees me in een koksmaatjeskostuum en verkocht de tien broodjes in een nabijgelegen café. Met de winst kocht ik er twintig, en dan veertig.Na een jaar zo te hebben rondgelopen kreeg ik een aanbod. Een bekend enberucht café was de tijdsgeest van dat moment niet zo genegen. De boîte, waar een tijdje terug rijkelijk spenderende achtenzestigers vervuld van liefde hadden rondgelopen, was nu gevuld met de nieuwe generatie agressief uitziende jongeren met hoog opgekamde haren vol zeepresten. De ouderen, diein vreedzame meditatie verkeerden, vluchtten resoluut de deur uit. Een slechte zaak voor de eigenaar. Zijn leningen moesten immers worden afbetaald. "Als je gebruik maakt van het raam, kun je zowel buiten alsbinnen je broodjes verkopen," zei hij. Er waren twee ramen. "Als het lukt, dan bouw ik je een keuken."Een jaar lang stond ik daar. Op een dag zag ik in de Japanse keizer en zijn keizerin in twee aparte wagens op twee meter van mijn raam voorbijsnellen. Twee Amerikaanse dames die in Amsterdam logeerden kwamen eventjes een koffie drinken.Een jaar lang stond ik daar iedere dag. Ik opende mijn venster stipt om twaalf uur 's middags. Ik bleef tot de laatste man. Kotsbeu werd ik het. De redder in nood, de witte ridder op het witte paard, verscheen in de gedaante van de eigenaar van een ruïne op het Zuid. In een van de leegstaande pakhuizen had die man een studentenfeestzaal ingericht. De paradox. Of ik daar mijn handeltje wilde verder zetten. Het beloofde keukentje was er nog altijd niet.Ik gooide al het aanwezige vlees in de diepvries en trok de stekker uit. Twee jaar lang verkocht ik hamburgers in de feestzaal. Op een dag vroeg iemand me of ik wilde meewerken aan De Laatste Nacht. Als ik eten maakte voor de artiesten, mocht ik broodjes verkopen op het evenement. Na enige navraag leek het me doenbaar. Het jaar ervoor waren erop een uur tijd vijfhonderd broodjes verkocht. Ik mikte op tweeduizend broodjes. Voor de artiesten dacht ik aan lamsribbetjes met frieten en salade. Maar het was nieuwjaar, en in Antwerpen bleek geen enkele lamsrib meer te krijgen. Varkensribben dan maar, gestoofd in kruiden, uien, look enander lekkers. Wie zou het merken. Om tien uur stond alles klaar toen de organisator mij kwam melden dat de heren nog eventjes wensten te wachten. Mij goed. En alles werd koud. Om twaalf uur stond alles opgewarmd klaar. De kleur van de varkensribben was veranderd. Zeker de aanhechting van het vlees aan het been was problematisch geworden. De organisator kwam mij verwittigen dat de groep wel honger zou hebben over een uur, nadat ze nieuwjaar hadden doorgezwolgen.Ze hadden honger.Ondertussen was lamsrib totaal uit mijn woordenschat verdwenen. Een paté kregen ze, met krokante frieten en verlepte in de dressing verdronken sla.Een tijdje later werd ik getrakteerd op champagne, ik werd de eetzaal bijna rondgedragen. Omdat het zo lekker had gesmaakt.In totaal verkocht ik vijftig broodjes. foto gallery  verf ed https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/ Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig. http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary ArtTIST
36 0

S/M FANS

Ik ken de T-shirt-Man al lang. We waren allebei veertien toen ik hem voor het eerst ontmoette. In die tijd had je Dylan-fans en Andy Warhol-fans. De Dylan-fans troepten samen in de jeugdclub waar de collegegasten de hoofdmoot vormden. Ze hadden de jeugdwerking schitterend uitgebouwd, komend uit een jeugdbeweging die nogal Vl-na geïnspireerd was. De jeugdclub werd het nieuwe avontuur. Destijds werden de jeugdsubsidies naar aloude Vlaamse traditie geïnvesteerd in beton. Maar niet in ons stadje. De subsidie ging er voornamelijk naar optredens, gesprekken en feestjes. In die kleine ruimte, waar veertig man een vol huis betekende, zag ik de artiesten die in grote steden in grote zalen te zien waren, van Filip van Luchene en depiepjonge Johan Verminnen tot Alfred den Ouden. Op die plaats werden de intellectuelen van ons stadje gevormd. Daarnaast was er nog een club, waar de Andy Warhol-adepten zich verzamelden.En daar liep hij, in glitter, op hoge plateauschoenen en met een schare bewonderaars rond hem. Het was liefde op het eerste gezicht. Maar ik verhuisde. We gingen elk onze eigen weg, elk onze eigen demonen bestrijden.Enkele jaren later zagen we elkaar terug op de trein. In die oertijd van de rock 'n roll was hij tot de conclusie gekomen dat de meeste Engelse teksten begrijpelijk moesten gemaakt worden. Hij had de teksten vertaald, massaalgekopieerd en tijdens optredens verkocht, met een enorm succes. Ik vond het geniaal. Maar opnieuw gingen onze wegen uit elkaar. We zagen elkaar slechts sporadisch. De vertaalde teksten werden posters. Na een tijdje werd hij lid van de toen op het Europese vasteland opererende groepjes jongeren die naar de grote optredens in de grote steden werden gezogen, en met hen een troep marktkramers. Ik ging mee naar David Bowie in de Ahoi in Rotterdam, naar Genesis in Göteborg… Jarenlang zag ik hem niet meer. Op zeker moment ruilde hij zijn zwerversbestaan voor een winkeltje, dat werden er twee of drie, en vervolgens een keten van supermarkten. Soms nam hij me mee op restaurant, en dan betaalde hij mijn drankjes. Op een dag stond hij voor de deur van de galerie die werd uitgebaat door Theo. Theo hij was 25 jaar lang mede-eigenaar geweest van een hotel waar meestal gekroonde en ongekroonde hoofden logeerden. Op zeker ogenblik was Theo al die luxe beu geraakt en hij wilde een buurtgalerij runnen. Ik werd zijn hulpje. Theo was een zeer boeiend man, maar ook bijzonder koppig. Toenmijn vroegere vriend me vroeg of zijn huidig vriendje een kans kon krijgen in de galerie, wist ik dat er onweer op komst was. "Ik zal zien wat ik kan doen," mompelde ik. Theo kon mij die gunst niet weigeren, omdat ik hem al die tijd belangeloos had geholpen. Zwaar tegen zijn zin ging hij akkoord. "Laten we alles bespreken in een restaurant," zei mijn vroegere vriend. "Ik wil je toch op enkele moeilijkheden wijzen," zei ik. "Het vriendje vande galerijhouder, heeft de laatste tijd de neiging om op recepties straalbezopen binnen te vallen, hij gaat zelfs geregeld op de vuist. Ze hebben zware ruzies. Bovendien is er een probleem met de verlichting, de kans bestaat dat het licht uitfloept."Hij keek me wanhopig aan. Zijn vriendje zou niet tevreden zijn. "Heb je dan geen oplossing? Maar zeg er niks over tegen mijn vriendje." "Voor het eerste probleem heb ik een ex-Belgisch kampioen gevechtssporten.Hij ziet er zeer frêle uit en probeert ieder conflict in de eerste plaats met woorden op te lossen. Wanneer woorden tekortschieten, kan hij ieder probleem aan. Wat betreft het tweede probleem, huur een generator, die kaniedere stroompanne aan," zei ik. "Je doet maar, na het evenement neem je contact op. Ik zal alle onkosten terugbetalen. En bovendien, als je goesting hebt, ik doe een galerie open in Gent, een appartementje dat uitziet op het water, en zestig frankskes in de maand, als je goesting hebt?"Het evenement werd niet verstoord door het zatte vriendje van de galeriehouder, noch viel de stroom uit. Iedereen tevreden. Trrrrrrrring…….. "Kan ik mijn vroegere vriend spreken"."Die is er niet. Kan ik je helpen"?"Euh…nee, wanneer is hij er wel?""Volgende week misschien. Kan ik je echt niet helpen"?"Tja, volgende week". Mijn hersenen draaiden razendsnel. Was hij hetvergeten? Was dit een van zijn spelletjes? Nog een week wachten… Ik had de helft van mijn leefgeld erin gestopt, maar ik mocht niks aan zijn vriendjevertellen. "Ik zal hem volgende week wel bellen". Het bleek de grote verdwijntruc. Pas maanden later zag ik hem, eventjes, daarna jarenlang niet meer. Op een dag zag ik hem terug, op een begrafenis. Hij had de wereld afgereisd. Een paar weken later schreef ik hem een briefwaarin ik hem vroeg op te houden iedereen te vertellen dat hij me ooit had geholpen. Ik vertelde hem dat ik nog altijd leefde van een leefloon en dat ik iedere euro goed kon gebruiken. Midden de zwaarste depresie in mijn leven.  Kreeg ik een BRIEF terug. PLEEG ZELFMOORD "Roddelen over jou Verf? Tegen je collega-clochards? Zijn ze dan geïnteresseerd? Zuip je leefloon op en zet dat maar op je site. Je bent altijd een gemene adder geweest. Ciao!" NOU MOE !!!!!!!!!!!! Wat zullen zijn FANS daar van denken? © verf.Lambermontplaats A'pen 2004 FOTO GALLERY VERF ED https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/  

verf ed: Contemporary ArtTIST
21 0

Iedereen moet naar de dokter

  "Iedereen moet naar de dokter ""Wat?""iedereen moet naar de dokter."Een stilte overviel de meestal drukke rumoerige vergaderkamer.Een kamer boven de KING KONG."waarom?""Theo is tijdens de medische studentencontrole op syfilis betraptUit voorzorg wordt iedereen getest en krijgt iedereen een les in geslachtsziekten."Zeer enthousiast waren we niet.Op de vastgestelde datum waren we er allemaal waar solidariteit al goed voor is.Bingo met acht waren we besmet.Maar erg was het niet een stevige spuit en de ellende was gedaan.De vijand vernietigd.Al die poespas er rond. Waneer zal iedereen geslachtsziekten als niet meer des duivels zien.Iedereen werkt zich te pletter met hand en hoofd maar waneer het seks betreft lijken we wel eliens vervreemd van ons eigen lichaam verboden zone.De dokter zal later de hopman worden van de wereldwijde zoektocht om aids te bestrijden.Ons geval inspireerde hem. foto gallery VERF ED https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/ Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary ArtTIST
13 0

De vuile lucht

Ze hadden twee kastenvanhuizen twee auto's en zes kinderen Ze waren vijfenveertig jaar en vierenveertig jaar vierentwintig op vierentwintig uur bezig met zwoegen arbeid maakt vrij daar geloofden ze in gelukkig zij die niets hebben nog nooit van gehoord volgens hen was die nonsets zelfs verboden Dat ze bij ieder deeltje dat ze het hunne noemden hun gevangenis kleiner maakten Dat begrepen ze niet arbeid adelt de adel wond toch niet in gevangenissen Zeer goedbeveiligde forten dat wel maar gevangenissen? Roofbouw op hun lichaam nog nooit van gehoord het zat niet in de cultuur Iedereen zag er twintig uit in hun cultuur iedereen bleek tweehonderd jaar te willen worden er twintig uitzien De drang naar zuiverheid geprojecteerd op hun eigen lichaam Alleen werken kan helpen de gedachte aan het onvermijdelijk faalmoment Alleen werken kan helpen De drama's stapelen zich op de angsten om te falen worden Groot er en groter Alleen hard werken kan helpen Mister proper proper proper Opeens doet de angst de adem stokken ademhalingproblemen over het voelen zullen we het maar niet hebben Veel word er niet gevoeld al moet het zijn dat fiks gevulde bankrekeningen en bijhorend machtsvertoon hun harten wat sneller laten slaan toen kreeg de graatmagere duidelijk uitgeputte vrouw een ziekte Roof bouw uitputting het kwam nooit ter sprake T'was de vuile lucht FOTO GALLERY VERF ED https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/   Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary ArtTIST
6 0

MIDDELEEUWEN IN VLAANDEREN. De neus. DE KRANT.

Wie kent nog de Antwerpse stadskrant. DE NEUS.Ik heb er nog voor gewerkt. Rond die tijd moest ik mijn paske vernieuwen.Wie kent nog de lange nieuwstraat, de rij loketten, achter ieder loket een prompte dame.Voor vooroorlogse typemachines. "En wat doet u nu van werk?" vroeg die Dame. Even uit mijn lood geslagen mompelde ik " he, he, ik werk voor een krant" Na een flink geratel kwam mijn paske tot mij terug, Journalist stond erop De reactie van de toenmalige rijkswacht ambtenaren op dat gegeven.Was verbijsterend. Daar ik altijd, nog al bohémien gekleed rond liep, loop, (langharig werkschuw weet u nog).Was ik een zeer gewild slachtoffer van het idee, dat vuil slecht, proper goed is, de dwangmatige zuiverheid gedachte die tot onze cultuur behoort. De mandarijnen van deze gedachten vonden in mij een ideaal slachtoffer om hun tijd door te komen. Honderden keren werd ik staande gehouden "PASKE" was de aanspreektitel. Tot op dat paske journalist verscheen Als ik nu schrijf dat de mandarijnen opeens door het stof kropen, kruipen, ver zal ik er niet naast zitten. Ik dacht opeens aan de papiertjes waar de middeleeuwers mee zeulden. Het papiertje heeft me ooit in een zonnig vakantieoord gered. Net voor het vertrek uit dat zonnige vakantieoord constateerde ik dat mijn paske verdwenen was "u zult naar de hoofdstad moeten "zei de eerste de beste ambtenaar die ik aanklampte. De hoofdstad was 1500 km verder en met nog een euro te gaan . De wereld stond eventjes stil. Ik begon ieder ambtenaar aan te klampen die er maar ambtenaar genoeg uitzag. Het vliegtuig vertrok 30 min later. Het werkte. Opeens werd ik doorverwezen. Ik eindigde in een kaal bureau. Na mijn naam en adres vroeg de ambtenaar mij beroep "Journalist" zei ik. De man greep naar een grote zwarte voorhistorische telefoon. De dag te voor hadden we een haven cafeetje bezocht een cafeetje in de stijl dat er niet veel toeristen zouden komen. Tot ik opeens besefte dat de helft van de mede café gasten Antwerps praten. En erger nog, verstonden. Toen de ambtenaar de telefoon greep. Dacht ik als er een is die Antwerpen kent en vraagt welke krant? Want de stadskrant De neus werd toen beschouwd als gezagsondermijnend (subversief)De man van het bureautje had iets te maken met kolonels. De man die binnen snelde. Had niks van dien aard in zich. Hij stelde vooral belang in wat ik vond van zijn zon overgoten land. Daarin kon ik hem gerust stellen ik zou zeker terug komen. Van Antwerpen wist hij dat het een voorstad van Amsterdam was. Ik verzekerde hem dat het eerder Parijs was want met Amsterdam wou ik niet vergeleken worden zon overgoten landen hebben meestal zon overgoten cellen en er is water tekort. Maar voor die man was het allemaal gelijk. En toen ik hem in herinnering bracht dat Antwerpen in België ligt dichtbij Brussel toen gingen zijn oogjes blinken. Brussel mompelde hij. Verschillende keren. En opeens realiseerde hij zich dat een van de bewoners van dat wonder Brussel. Bij hem stond. Hij had hem zelfs nog geen versnapering aangeboden hij had de grond regels van zijn gastvrijheid geschonden en dat stond nu al vast daar zou hij voor boeten. Maar op eens verscheen een grijns op zijn gezicht. Niet hij zou pijn lijden maar zijn honden van ondergeschikten dat ze zo een belangrijke bezoeker van hun schone landje zo slecht behandelden. Maar nu moest hij zelf de bezoeker op gepaste wijze behandelen. Straks zou hij zelf de honden afstraffen met een zweep. En..... Ik onderbrak zijn gedachtegang en vroeg hem of het probleem opgelost kon worden. "Probleem ?"vroeg hij en opeens zag hij een manier om alles goed te maken. "Het probleem van de diefstalen op luchthavens is een Europees probleem dat alleen door Brussel kon opgelost worden" zei hij. Het eeuwenoude zuid Europees fatalistis gevoel kwam over ons heen gevallen als een deken. Een bestolen journalist in een zonovergoten toeristisch land is niet de beste reclame. Hij begeleide me naar het vliegtuig. En wuifde me na. Als om uit te wissen, wat mij, van negatieve gedachten zou overblijven. Van het landje waarvan hij houdt en om die bezoeker te laten terugkeren. Vanuit dat verre Brussel Zo ziet u Wat een aantekening Kan veroorzaken   foto gallery verf ed https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/ Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary ArtTIST
45 0

PARANOIA.

Stel je eens voor dat je in deze hete zomer ergens op een leuk terrasje aan de staatkant een portootje zit te drinken. Stel je eens voor dat opeens een Rijkswacht GTI voorbij komt gezoefd. Stel je voor dat die auto met een beangstigend geluid omdraait met een hoger dan normale snelheid op je tafeltje toesnelt. De ambtenaar vraagt wat je daar doet, waarna je, lichtjes bleek geworden, antwoord dat je een portootje drinkt, waarna de ambtenaar je op een autoritair toontje toesnauwt: "Paske!!!!"Alsjeblieft, vriendelijk of zelfs maar beleefd zijn, dat hoort daar niet bij. Dat doen ze wel op deftige terrassen, maar daar worden ze niet naartoe gestuurd. Daar zitten hun officieren. Die ambtenaren hebben het wel begrepen, voor ons volstaat "Paske!!!!" Als u inderdaad een portootje lurkt, is er geen vuiltje aan de lucht. Want portootjes zijn in dit land beschermd. Erger zou zijn als je portootje ineens tot "verboden" drug was uitgeroepen. Want roesverwekkende middelen verbieden ze graag. De ANTI DRUG Maffia.Betaald door de drug maffia.Stel je dus voor dat je portootje opeens tot illegale drug is verheven. Wat volgt? De ambtenaren zullen je niet inlichten, ze lichten jou op en zichzelf in. Ze gaan je portootje besnuffelen alsof het gif betreft. Uw openlijk op het terras van je stamkroeg als een ernstig misdadiger in de boeien slaan. Ze bekijken je alsof je verantwoordelijk bent voor alle port doden. Ze nemen je mee naar hun bureau ondervragen je over uw relatie, uw ouders, uw lief, uw vrienden en iedereen die jij noemt krijgt bezoek van een gerechtelijk ambtenaar. Ze zullen jou ook thuis bezoeken, om dat huis en zijn inwoners vakkundig te slopen. Als ze je voorraadje porto-van-goede-jaren vinden, zullen ze je beschuldigen van dealen en maffialidmaatschap. Ze zullen je huis al je bezittingen aanslaan.  Ze mogen, sommige politiekers van dit land hebben hen dat recht gegeven. Ambtenaren hebben zelf zonen en dochters. Die krijgen met deze toestanden niet te maken. Hun salaris en hun positie stelt hun in staat hun kroost uit de handen van justitie te houden. Wat met het kleine grut gebeurt zal hen een worst wezen. Orde moet er zijn! Dat niemand beweert dat deze discussie abstract is. Er zitten momenteel mensen in de gevangenis voor het roken van een joint. Sommigen met een straf van twee jaar effectief! Ieder mens die nu zijn stem niet verheft is medeverantwoordelijk En van verboden port wordt men Paranoia ...................................................................................................................................................................................... foto gallery VERF ED https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/ ***************************************** foto https://www.2dehands.be/seller/view/m2098966991 ***************************************** Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.     http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary ArtTIST
103 0

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 6)

Dinsdag, 6 maart 2012   Ik ben tot het besluit gekomen om vanvond in die mini-capsule te kruipen, en het hier af te bollen. Deze drastische houding is het resultaat van de vele onaangenaamheden, waar ik de voorbije dagen mee te kampen had, en die me bijna mijn geestelijke gezond-heid hebben gekost.   Ziehier een kort overzicht ;   Het composttoilet (met afbeelding van Poetin) heeft zich, op werkelijk wonderbaarlijke wijze, van de andere badkamer-items losgerukt, en is (na een spectaculaire koerswijzi-ging!) tegen het raam van het ruimtestation gevlogen. Het is overbodig te vermelden dat de esthetische kwaliteiten van wat ik nu waarneem, lang niet kunnen tippen aan die van onze adembenemende aardbol. Uiteraard hebben alle raampjes meteen de volle laag gekregen én zijn er natuurlijk geen ruitenwissers, waardoor ik hier praktisch volledig in het donker(bruin) zit. Dit is duidelijk één van die zeldzame momenten, waarbij men zichzelf chronische constipatie-problemen toewenst, hetgeen niet evident is met die teringtabletten!   Daarnaast blijkt er, na intensief zoekwerk met het KGB-zaklampje, enkel nog Russische bloedworst met zuurkool in de provisiekast te liggen ... Een héél flauw grapje van kosmonaut Flimout wellicht, die ik als mens steeds minder begin te appreciëren. Positief is wel dat zijn (uitgebreide) collectie mini-flesjes met sterke drank hier nog staat; ongetwijfeld een vergetelheid, want die Belgen zijn net zo gierig als de Hollanders!   Alsof dat nog niet volstond, vond Proxirus het schijnbaar ook nodig om me per sms op de hoogte te stellen van het feit dat ik volgende maand geen telefoonnummer meer zal hebben, omdat mijn Pay in Space-kaart niet tijdig herladen werd! Het hoeft geen betoog, dat mijn mobieltje nu ook naar de asteroïdengordel op weg is.   Gezien het communicatie-toestel de laatste zes dagen geen enkel teken van leven gegeven heeft, de MIR door talloze vervaarlijke projectielen omsingeld wordt, en mijn laatste cola-blikje net gevuld is, lijkt een evacuatie me dan ook onafwendbaar. Ik besef maar al te goed, dat ik daardoor nooit meer voet zal kunnen zetten op mijn geboorte-grond, want die mini-capsule is wel zo handig ingesteld dat het zichzelf vermietigt bij een eventuele terugkeer naar aarde.    Ik mis Mariska en mijn moeder. De gedachte hen nooit meer te zien, omsluiert mijn hart met grote treurnis.   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 0