Zoeken

Regenwolk

Ik loop intussen al 3 jaar rond met een regenwolk tattoo op mijn bovenarm. Ik beloof dat het verhaal positiever is dan de wolk doet blijken, en een mooie herinnering waar ik eigenlijk best graag over praat, gewoon spijtig dat dat gesprek altijd begint met: “oei, is dat niet wat negatief?”   Als je al eens in Skopje bent geweest, dan weet je dat er een grappig sfeertje hangt. De stad is een beetje het containerpark van Europa. De afgedankte rode dubbeldekker bussen uit Londen dienen er als openbaar vervoer. De Wall Street Bull van New York. De Arc de Triomphe. Nooit zag ik zoveel standbeelden bij elkaar, en dat in een stad met redelijk weinig reden om standbeelden op te richten, want welke bekende mensen uit Skopje ken jij? (Behalve moeder Teresa, maar daarvan heb ik dan weer heel weinig standbeelden gezien).    In 1963 werd de stad getroffen door een aardbeving die 80% van de hele stad verwoestte. De meeste toeristische attracties zijn dus relatief nieuw (en goedkoop gebouwd). Toch zit Alexander de Grote er trots op zijn paard, zwaard in de hand, een bronzen beeld van 13 meter hoog, op een sokkel van respectievelijk 10 meter hoog. En - zei ik daarnet “behalve moeder Teresa en Alexander de Grote”? - nee, want die is niet van Skopje he, maar wel de grootste bezienswaardigheid in de hele stad, en daarmee ook ineens de doorn in het oog van de Grieken - met wie de Macedoniërs nog steeds op vijandige voet leven. (Trouwens, nooit Noord-Macedoniërs zeggen, dat is het verboden n-woord, ja er zijn blijkbaar meerdere te mijden n-woorden, en die zijn bepaald door context vanaf nu).    Het project ‘Skopje 2014’ leverde niet alleen Alexander de Grote en hun eigenste Arc de Triomphe op, het was een grootschalig project om de stad wereldwijd aantrekkelijker te maken (en heel eerlijk: dat is echt kei hard gelukt, ik heb nog nooit zo gelachen op een city trip). Naast die beelden zijn er ook absurd veel leeuwen voor een land waar welgeteld nul leeuwen leven. Er werden ook enkele boten gebouwd in de stad, botels, die dan zouden kunnen uitvaren als de bruggen omhoog zouden komen, tof hé voor de toeristen, ware het niet dat de schepen te hoog gemaakt zijn en sindsdien nog geen enkele keer verplaatst werden. De schepen liggen naast de brug die modern, hip Skopje verbindt met een Griekse bouwstijl, gemengd met Romaanse elementen en mijn dure architecturale woordenschat is bijna uitgeput, maar eenheid is in elk geval geen ding in de hoofdstad van Macedonië. Misschien daarom dat gemengde (fruit)salades door anderen steevast “Macedonian salad” genoemd worden.    De restanten van protestacties van het volk zijn ook het vermelden waard, want naast gaten in de gevels van politieke gebouwen (kogelgaten? Of bekogeld met stenen?) zie je ook kleurverschillen die veroorzaakt werden door -jawel- eieren. The more you know.   Daar was ik dus, met wat reisgenoten. We hadden elkaar onderweg gevonden en Skopje uitgekozen als onze volgende stop. We boekten een airbnb (oorspronkelijk voor 2 nachten, maar het werden er vanwege voorgaande info 5). Op een dag worden we totaal onverwachts overvallen door een immense regenbui. We waren op dat moment in een museum en zoeken er dekking.    Weet je nog dat ik zei dat het heropbouwen van de stad goedkoop was? Dat konden we nu aan den lijve ondervinden, want na een tijdje kwam het regenwater zo van onder de deur binnengelopen. We werden intussen vergezeld door een koppel dat uitgerekend vandaag trouwfoto’s aan het maken was. Moest het voor hen niet zo spijtig zijn, dan waren we toen al beginnen schaterlachen.    Na een tijdje, en enkele liters water, begon het personeel het water toch maar te lijf te gaan. Daarvoor gebruikten ze (en ik verzin dit niet, zo creatief ben ik oprecht niet) borstels, echt, van die veegborstels met haren, geen aftrekkers ofzo. Twee mannen stonden tegenover elkaar en veegden elk om beurt wat water naar buiten, dat onmiddellijk zijn weg terug naar binnen vond, maar ze hielden dapper vol tot ook hun figuurlijke emmertje overliep en ze ons relatief vriendelijk vroegen om onze schuilplaats te verlaten en dus in de gietende regen ons plan te gaan trekken. En zo geschiedde…   Het was helemaal niet koud, dus we begonnen te wandelen richting ons huisje. In onze naïviteit hadden we het idee opgevat onderweg wel ergens een taxi tegen te kunnen houden die ons tot aan de deur zou brengen, maar eens onderweg hadden we al snel door dat er van dat plan niet veel in huis zou komen.    We passeerden auto’s die op verkeersdrempels wachtten tot de storm ging liggen, regenwaterputten die fungeerden als fonteinen en voetgangers die tot aan hun knieën in het water stonden. En we deden mee.    De verkeerstunnel was ineens tweerichtingsverkeer, wegens het onderlopen van een helft van de tunnel, taxichauffeurs schudden hun hoofden vol overtuiging naar ons als we oogcontact probeerden maken.   40 minuten hebben we gewandeld. Alsof we van het ondiepe naar het diepere water in zee wandelden, je benen vooruit slepend door de stroming. Het was hilarisch. Beste wandeling van mijn leven misschien wel. Gevolgd door een thuiskomst met pogingen om allemaal te drogen, kleren uit te wringen, op te warmen met warme drank.    Niet veel later verlieten we de stad, die op ons allen een diepe indruk nagelaten heeft, en trokken naar het Ohrid meer. Daar zouden onze wegen scheiden.   Het begon denk ik als een grap, maar ineens begon de Australische vriendin tattooshops te googlen en the next thing you know hadden we een afspraak de volgende middag. Een van ons lag al in bed, we hebben met de andere drie dan maar snel ontwerpen opgezocht want die moesten we zo snel mogelijk via mail aan de tattoo artiest in kwestie bezorgen.    De volgende middag stonden we na een iets drogere wandeling dan de voorgaande aan de voordeur van die shop. We waren er alle vier, hadden een volgorde afgesproken en al.  Eerst was de Ier van de groep aan de beurt, hij was ons proefkonijn want hij had al een tattoo dus dat vonden we maar logisch. We hadden op voorhand afgesproken dat als hij klaar zou zijn wij allemaal zouden zeggen dat we ons bedacht hadden.  Vervolgens was de Australische aan de beurt, want lang kijken zaait twijfel en angst, en zij wou er snel van af zijn. Ik was de derde, en de vierde persoon dat was mijn beste vriend, die ging het niet doen, had hij gezegd, hij lag namelijk in bed toen wij dit gekkenwerk in gang hadden gezet, dus waarom zou hij, maar uiteraard plooide hij onder de groepsdruk.    Voor ik op reis vertrok was ik met iemand beginnen sturen. Iemand die ik nog niet ontmoet had, maar onlangs nog eens een vraag had gesteld. Alsof hij het aanvoelde vroeg hij net als de Australische aan de beurt was wat mijn plannen die dag waren. Ik stuurde hem zonder meer uitleg een foto van de tattoo stoel. Waarop hij liet weten dat hij me toch terug zou volgen dan.    Zo’n 8 minuten later (het zal echt niet heel veel meer geweest zijn) waren we ineens allemaal een regenwolk rijker.    Niet veel later gingen we weer elk onze eigen weg op. Het was wel een grappig gegeven, een tattoo delen met iemand die haast niet verder van je zou kunnen wonen, een beste vriend en een Ier die je daarna vrijwel niet meer hoort.    Die vriend en ik kregen regelmatig de vraag of we elkaar al kenden voor we de tattoo lieten zetten, naast dit regenverhaal is mijn favoriete regenwolk gerelateerde verhaal: “wij hadden elkaar nog nooit gezien, maar we zagen de wolk en zijn zo aan de praat geraakt”.    Hoewel de wolk zo’n verhaal met zich meeneemt, is de mijne vrijwel nooit zichtbaar. Het is zelfs zo erg dat ik soms -bij het zien van de tattoo van die vriend- denk: “ik heb dat al eens ergens gezien”. Of dat ik schrik van mijn eigen arm als ik in bad zit. Bij mij leeft het idee al snel dat de tattoo niet af is. Ik breek er op verschillende momenten in de voorbije drie jaar mijn hoofd over hoe ik dat kan oplossen of loslaten.    Een week geleden zat ik opnieuw op de stoel van een tattoo artiest. De jongen die de vorige keer aan de andere kant van mijn telefoongesprek kampeerde, is nu degene die de foto’s trekt. Hij is de hand die meekwam om in te knijpen als het pijn zou doen. Hij is het die mee kijkt of de aanvulling die ik bedacht heb goed is of toch nog aanpassingen nodig heeft.    Sinds een week staan er twee mannetjes te dansen onder mijn regenwolkje. Want is dat niet waar het al de hele tijd om ging?  Dat het niet gaat over de hoeveelheid regen die je over je kop heen krijgt, maar het gezelschap waarmee je die regen trotseert, de gedachten die je onderweg hebt, naar welke richting je je hoofd laat hangen - omlaag, gefrustreerd, koud, boos - of omhoog, je hoofd in je nek laten hangen en elke regendruppel bewust op je gezicht neer voelen komen. Het gaat niet om het missen van de zon, maar het weten dat de zon in alle kleine dingen om je heen kan zitten, om het vinden van het mooie in de alledaagse dingen om je heen. In een regenputfontein, een eivlek op de gevel, een verkeerde borstel, een reisvriend die intussen moeder werd, een onbekende die je levenspartner werd.   Je hebt geen reden nodig om een standbeeld te maken, gewoon de goesting.  Je hebt geen open zee nodig om een succesvol schip te bouwen.   En soms kan het drie jaar duren om een tattoo af te werken, omdat je de persoon die met jou mee danst in de regen op dat moment nog niet ontmoet hebt.   

annakdotes
4 0

Ontsnapping

Met een zucht zet Eva zich neer in haar kampeerstoel en nipt van haar bekertje wijn. Dit is de beste beslissing die ik ooit heb genomen, denkt ze bij zichzelf terwijl ze de zon langzaam ziet ondergaan. “Op de wijn uit een plastic beker na dan.”De wolken kleuren zachtroze en de hemel hult zich in een oranje gloed die wordt weerspiegelt in het water van het meer. Ze sluit even haar ogen en alle gebeurtenissen van het afgelopen jaar flitsen voorbij.  Toen ze hem voor de zoveelste keer dronken hoorde thuiskomen, was voor haar de maat vol. De innige liefde die ze altijd voor hem had gevoeld, de volmondigheid waarmee ze anderhalf jaar geleden ‘ja’ tegen hem zei, waren de laatste maanden omgeslagen in walging. Steeds vaker moest hij overwerken en ging daarna op café om zich te bezatten. Als hij dan stomdronken thuiskwam en in slaap viel op de zetel of naast haar in bed, plaste hij alles onder en kon zij alles opkuisen. Eva was het meer dan moe. Ze verloor al haar levenslust en eigenwaarde, om nog maar te zwijgen van het respect dat ze ooit voor hem had. Hun gezamenlijke vrienden stonden aan haar kant en probeerden net als zij, zonder succes zijn drankgebruik in te tomen. Ze luisterden als ze haar beklag deed, toonden compassie en deelden blikken van medeleven als hij weer eens beschonken achter het stuur kroop na een avondje uit. Tijdens de zoveelste eenzame avond, besloot Eva wat spanning op te zoeken en maakte een Tinderaccount aan. Ze had niet de intentie om haar man te bedriegen, maar ze had nood aan mannelijke appreciatie en complimentjes. Na enkele uren heen en weer swipen, kwam ze plots Fred tegen. Fred was de man van één van haar vriendinnen en papa van twee zoontjes. Zou ze Lies hiervan op de hoogte moeten brengen? Nee, best niet want dan zou zij moeten uitleggen hoe ze wist dat Fred op Tinder zat en dat zou roddels op gang brengen. Tenslotte deed ze niets verkeerd en vulde ze haar eenzame avond op met leuke chats.Toen ze enkele weken later met enkele bevriende koppels gingen uiteten, had ze Fred even alleen en sprak hem erover aan. “Het gaat al een tijdje niet zo goed tussen Lies en mij,” vertrouwde hij haar toe. Vanaf dat ogenblik deelden Eva en Fred een geheim en hoewel ze nooit echt een hechte band hadden gehad, spraken ze vaak stiekem met elkaar af. Ze hadden het gevoel dat ze elkaar begrepen, Eva voelde zich gehoord. Van praten gingen ze in hun zoektocht naar affectie al snel over op knuffelen, wat dan weer uitmondde in kussen. Ondanks het feit da ze zich nooit eerder fysiek tot elkaar aangetrokken voelden, konden ze zich tijdens hun vijfde geheime afspraak niet langer beheersen en ze verloren zichzelf in een passionele vrijpartij in de laadruimte van Freds camionette. Het schuldgevoel waar Eva mee kampte, vooral tegenover Lies en haar prachtige jongens, kon haar niet weerhouden om af te spreken met Fred. Steeds frequenter, met steeds passionelere seks. Het werd moeilijker om normaal te doen tegen elkaar in het bijzijn van hun vrienden. Toen Fred op één van hun afspraakjes bekende dat hij gevoelens voor haar had, kon Eva niet anders dan een punt te zetten achter hun affaire. “Maar Eva, jij bent het enige lichtpuntje in mijn leven,” smeekte Fred, maar Eva hield voet bij stuk. Fred en Eva beloofden elkaar dat hun affaire een doodgezwegen geheim moest blijven dat ze zouden meenemen in hun graf. De affaire zette Eva aan het denken, ze besloot een punt te zetten achter haar huwelijk en trok weer in bij haar ouders. Op het ogenblik dat ook Lies en Fred hun breuk aankondigden, bleek Fred zich niet zo veel aan te trekken van hun afspraak. Tijdens een nieuwjaarsfeestje onder vrienden, waar ook Eva en haar ex-man aanwezig waren, besloot Fred als dessert hun affaire openbaar te maken. Wat een fijn, zorgeloos feest zou moeten worden, mondde uit in een avond vol verwijten en wijzende vingers. “Ik heb altijd geweten dat je onze mannen probeerde te versieren,” tierde Kim, de zus van Fred. “Ben je blij nu je een gelukkig gezin hebt kapot gemaakt?” Eva hield de eer aan zichzelf en vertrok. In navolging van Kims voorbeeld, liet de ganse vriendengroep Eva als een blok vallen.Nadat het papierwerk van de scheiding rond was, besloot Eva haar tent, slaapzak en kampeerspullen in de auto te gooien en voor een tijdje te gaan reizen. De dokter had haar twee maanden thuis geschreven met een depressie en goedkeuring gegeven voor een bezinningsreis. Het kostte haar wat tijd, maar gelukkig kon ze haar moeder geruststellen met de belofte van een dagelijks berichtje. Nu zit ze sinds vanmiddag in de heerlijke warmte van Lazise aan het Gardameer. Mama heeft het adres van de camping waar ze verblijft en was dolgelukkig met de foto die Eva haar stuurde. “Kom nu maar weer op je plooi. X” had ze geantwoord.Haar beker wijn is leeg, net als haar knorrende maag. Eva gaat zich eerst even opfrissen na de lange en bloedhete autorit. Het lauwe water van de douche zorgt voor een aangename en welkome afkoeling. Ze trekt één van de weinige jurkjes die ze bij zich heeft aan, draait haar lange haren in een slordige dot en gaat op zoek naar een restaurantje in het dorp. Bij een klein terrasje met zwak licht houdt ze halt. Ondanks het late uur zitten er nog wat koppeltjes en gezinnen te dineren. Eva zucht en net als ze zich wil omdraaien om weg te gaan, komt er een ober naar haar toe. “Buonasera senora, een tafel voor één?” vraagt de zwartharige man. Zijn huid is prachtig zongebruind en steekt af tegen het witte hemd dat hij draagt. Eva glimlacht en knikt. “Ja, graag.” De ober, die volgens zijn gouden naambordje Roberto heet, begeleidt haar naar een apart gelegen terrasje waar alle tafeltjes voor één persoon gedekt zijn. Eva krijgt een tafeltje met zicht op het meer toegewezen, ver uit de buurt van de koppels en gezinnen. Het lijkt wel alsof dit deeltje van het terras is voorbehouden voor eenzame zielen die in alle rust willen dineren. Eva bestelt een glaasje rosé en een pasta vongolé, ze geniet met volle teugen van een heerlijke maaltijd en doolt nog even door de smalle straatjes van Lazise. Ze trakteert zichzelf op instant vakantiegevoel met een enkelbandje. Na een gelati wandelt ze terug naar de camping en kruipt moe, maar enorm voldaan haar slaapzak in.  Een droomloze nacht later, wordt Eva wakker met de heerlijke zilte geur van vakantie. Vandaag staat een verkenning van de omliggende dorpjes op de planning. Ze kuiert rustig rond, geniet van het bruisende Italiaanse leven en leeft als een god in Frankrijk. De dagen vliegen voorbij en al gauw voelt ze zich meer en meer op haar gemak. Nog even en ze is een echte local. Anti-pasti, pasta, pizza en gelati worden dagelijkse kost. Roberto wijst haar elke avond hetzelfde tafeltje toe en brengt haar een glas rosé nog voor ze het besteld heeft. Op zijn aanraden probeert ze elke avond een ander gerecht en hij leert haar enkele woordjes Italiaans.  Op haar zevende avond na alweer een verrukkelijke maaltijd, spreekt hij haar ietwat verlegen aan. “Excusi senora, morgen heb ik mijn vrije dag en ga ik met enkele vrienden varen op het meer.” Eva hoort het trillen in zijn stem. Ze had niet verwacht dat een macho als Roberto zo nerveus kon zijn. “Ik vroeg me af of u misschien zin heeft om ons te vergezellen?” Eva bloost. “Oh, dat lijkt me fijn,” stamelt ze. Roberto lijkt zijn zelfvertrouwen hervonden te hebben. “Mooi, dan zie ik je morgen om negen uur hier op de steiger.” Ze nemen afscheid met twee kussen.  De volgende ochtend gieren de zenuwen door Eva’s lijf, al kan ze zelf niet onmiddellijk thuisbrengen waarom ze precies zoveel zenuwen heeft. Als ze om iets voor negen bij de steiger aankomt, staat Roberto haar al op te wachten. Hij begroet haar op dezelfde manier als waarop ze afscheid namen de avond voordien, met twee kussen. “Ik ben blij dat je er bent.” Zijn vrienden proberen haar in hun beste Engels te verwelkomen, maar ze zijn nauwelijks verstaanbaar. Nadat ze met een glas Prosecco getoost hebben op een fantastische dag, varen ze uit. Geruisloos en onopgemerkt neemt Eva haar tas en muist onder het Italiaanse onderonsje vandaan. Op de voorsteven spreidt ze haar handdoek uit, onwennig trekt ze haar kleren uit. Terwijl ze zich met zonnecrème aan het insmeren is, komt Roberto bij haar zitten. “Kan ik je helpen met je rug?” Eva antwoordt instemmend en gaat op haar buik liggen. Ze voelt zijn zachte handen zorgvuldig over haar rug en schouders glijden. Zijn aanraking ontspant haar. Samen liggen ze een tijdje in stilte te zonnen. “Als je liever bij je vrienden bent…” zegt Eva nadat ze hem ziet geeuwen. Roberto zet zich recht. “Lieve Eva,” fluistert hij. “Ik heb je meegevraagd omdat ik je wil leren kennen.” Eindelijk geraken ze echt aan de praat. Roberto wil graag weten waarom een Belgische vrouw alleen op reis is. Eva wikt en weegt haar woorden, ze kent hem nog niet goed genoeg om hem de volledige waarheid te vertellen. “Ik kom uit een lange relatie en had nood aan een andere omgeving om mezelf terug te vinden.” Hij kijkt haar schaapachtig aan, alsof hij niet begrijpt wat ze zegt. “En jij? Wie is Roberto?” Hij vertelt haar hoe hij zes maanden in het restaurant werkt om de overige zes maanden voor zijn moeder te kunnen zorgen. Het zachte wiegen van de boot, zijn warme stem, de zonnestralen die op haar huid branden, het is de perfecte combinatie. De boot ligt nu al een tijdje voor anker in het midden van het meer en het wordt snikheet in de brandende middagzon. Het zweet parelt op Eva’s voorhoofd en Roberto’s borstkas blinkt. “Laten we een frisse duik nemen en wat snorkelen,” stelt Roberto voor. Hand in hand springen ze het water in. Uitgeput van het zwemmen klautert Eva een uurtje later weer aan boord, ze is dolenthousiast. “Wauw, dat was prachtig! Ik had nooit gedacht dat het water zo helder zou zijn.” Roberto excuseert zich en laat Eva alleen op de voorsteven, als hij even later terugkomt, heeft hij een fles wijn en wat anti-pasti bij. Ze keuvelen rustig verder, gaan nog een keer snorkelen en kijken vanop de boot naar de ondergaande zon.De motor van de boot wordt in gang gezet en op een rustig tempo varen ze terug naar de steiger. Roberto trekt Eva tegen zich aan. “Als we aanmeren frissen we ons op en neem ik je mee uiteten,” fluistert hij in haar oor. Er trekt een warm gevoel door Eva’s lichaam. Voor het eerst sinds haar affaire voelt Eva opnieuw affectie. Of verwart ze het met lust?Even later staan ze weer aan wal en bedankt Eva Roberto’s vrienden voor de fijne dag. Met Roberto spreekt ze af dat hij haar binnen een uurtje oppikt aan de camping. Eva twijfelt even over haar outfit, maar kiest uiteindelijk voor het zwarte jurkje dat ze de eerste avond droeg.Exact een uur na hun afscheid staat Roberto met een rode Vespa aan de ingang van de camping. Italiaanser dan dit zal het niet worden, denkt Eva. Een kort ritje later komen ze aan bij een hoger gelegen restaurantje waar ze keuvelen over hun dromen en toekomstplannen. De fysieke aantrekking tussen hen is intens en de spanning is bijna tastbaar. “Roberto, ik ga eerlijk met je zijn,” bekent Eva. “Vanavond is het mijn laatste avond in Lazise.” Roberto kijkt Eva teleurgesteld aan. “Morgen reis ik verder door naar Rome.” Het blijft een tijdje stil. “Rome is fantastisch,” zegt hij plots. “Je zal het er vast naar je zin hebben.” Hun gesprek lijkt definitief stil te vallen en als Roberto de rekening vraagt, lijkt het erop dat hij zo snel mogelijk een einde wil maken aan deze fantastische dag.Opnieuw aangekomen aan de camping, legt hij de motor van de Vespa stil en stapt mee af. “Ik had niet verwacht dat je zo snel alweer zou vertrekken,” zegt hij terwijl hij met haar meewandelt. “Ik had je graag beter leren kennen. En wie weet wat meer.” Eva gniffelt, ze is blij dat hij haar blozende wangen niet kan zien. “Dat vind ik lief van je. Maar dit had nooit meer kunnen worden dan wat plezier.” Roberto stopt abrupt met stappen en neemt haar handen vast. Nog voor hij iets kan zeggen, drukt Eva haar lippen op de zijne. Na een innige zoen wandelen ze hand in hand verder. “Ik ben er nog niet aan toe me open te stellen voor iemand nieuw,” zegt Eva verlegen. Haar blik is op de grond gericht en haar duim streelt zenuwachtig zijn handpalm. “Ik wil nog wat fladderen, dingen ontdekken en proeven. Genieten.” Even voor ze bij haar tent aankomen, wijst Eva ernaar. Roberto’s mond valt open van verbazing. “Slaap jij hier al een week in?” Met een gelukzalige glimlach knikt Eva. “Mag ik je dan voor je laatste nacht hier op zijn minst een bed aanbieden?” Zijn voorstel klinkt verleidelijk, maar Eva heeft één voorwaarde. Haar handen strelen zijn bovenarmen. “Als deze twee bij de overnachting inbegrepen zijn, heel graag.” Roberto’s appartement is een typisch mannelijk stulpje. Her en der liggen wat kleren, op tafel staan restjes pizza, zijn bed is onopgemaakt. Terwijl Roberto in een kast rommelt, biedt hij aan om op de zetel te slapen. “En wat met die omhelzende armen?” vraagt Eva. Ze stapt op hem af en kust hem op de mond, haar handen glijden over zijn borstkas. Roberto tilt Eva op en draagt haar naar de slaapkamer. In een ijltempo liggen ze beiden naakt op bed. Voorzichtig en aftastend ontdekken ze elkaars lichaam. Eva geniet hoorbaar en laat zich volledig gaan. Een intense en stomende vrijpartij later, liggen ze uit te puffen op bed. Roberto’s vingers strelen zacht over Eva’s borsten. Hij kijkt haar begeerlijk aan. “Jammer dat je morgen al vertrekt.” Schuldbewust kijkt Eva weg. Als ze op wil staan, houdt Roberto haar tegen. “Blijf voor de nacht, laat ons nog even van elkaar genieten.” Eva bloost en twijfelt. Ze wil geen spijt krijgen, ze moet nu gaan voor ze zich bedenkt over de rest van haar reis. Met een lange zoen neemt Eva afscheid van Roberto. Nadat ze de deur achter zich dicht heeft gedaan, slaakt ze een diepe zucht. Wat moeizaam staat Eva op, eenmaal ze al haar spullen in de auto heeft gegooid en heeft afgerekend bij de receptie, gaat ze nog even met haar voeten in het meer staan en snuift voor de laatste keer de zalig zilte geur in. Met de ramen naar beneden en de muziek luid, zet Eva koers richting Rome. In haar achteruitkijkspiegel ziet ze het Gardameer steeds kleiner worden, net als Roberto die verslagen naast zijn rode Vespa staat.Hij heeft haar op een haar na gemist. Eva trapt zonder achteromkijken het gas in en rijdt het volgende avontuur tegemoet.

Joni Motmans
10 0

Stilvallen

We maakten van de feestdag gebruik om een dag vroeger op reis te vertrekken. Dit jaar zou onze vakantie beginnen zodra we in de wagen stapten. Geen haastig kilometers vreten, wel overnachten in het Château de la Bouchatte en onderweg de Puy-de-Dôme ontdekken. Alle stress achterlaten nog voor we goed en wel vertrokken waren. Stilvallen deden we. Om zes uur ’s avonds, op drie kilometer van onze voorziene tussenstop. Een pak abrupter dan gepland. Terwijl Arno in een kramp schiet, verbaas ik me erover hoe weinig informatief het dashboard vol lampjes is. Nog niet bereid de controle uit handen te geven, stel ik voor het knopje te zoeken om de motorkap te openen. Bij de aanblik van zoveel complexiteit moet ik lachen. Dapper ga ik op zoek naar het oliekannetje. Controleert niet elke zichzelf respecterende automobilist met pech het oliepeil? Een behulpzame buurman lijkt dezelfde mening toegedaan en voegt meteen de daad bij het woord. Hij wil er zelfs olie bij kappen, maar die blijkt helaas niet compatibel. Er komt een tweede buurman bij. Intussen bespeurt mijn zoontje een veel groter probleemgeval: met de buren komen ook katten mee… zwarte dan nog. Gefronste wenkbrauwen, gekrab achter de oren. En ook ChatGPT krijgt de motor niet aan de praat. Het begint me te dagen dat we dit niet zelf gaan verhelpen. Koppig kalm stop ik mijn man het nummer van de pechverhelping toe. Ze komen eraan — ten vroegste over anderhalf uur. De buurman biedt aan om Elias en mij alvast naar het kasteel te brengen. Arno blijft bij de wagen. De knoop in mijn maag trekt strakker aan; mijn buik weet dat we niet meer aan het stuur zitten. Ik doe mijn uiterste best die boodschap te negeren. Met een glimlach leg ik in verroest school-Frans uit waarom mijn man pas later zal aansluiten. Niet getreurd: we kregen een upgrade en mochten onze intrek nemen in de suite. Terwijl ik de specificaties van de massagestoel krijg toegelicht, verdiept Arno zich langs de kant van de weg in de beginselen van automechanica en verzekeringen — met de hulp van trouwe metgezel ChatGPT. En Elias? Die wil maar één ding: de spin in de hoek moet weg. Tegen elven maakt Arno niet onopgemerkt zijn entree. Je rijdt niet elke dag mee met een takelwagen. Uit het donker verschijnen overal helpende handen. Ik geneer me over onze rommelige bagage. In een recordtijd is de auto uitgeladen. Met elke koffer wordt mijn gemoed een beetje zwaarder. Alle info past op één enkel visitekaartje van de garage. De zorgvuldig bewaarde moeilleux au chocolat brengt weinig verandering in Arno’s zorgelijke gezicht. Ik kan je vertellen: een twijfelaar leent zich niet tot met twee liggen woelen. Bij het ochtendgloren ontsnap ik naar de tuin. Ik laat mijn ogen rusten op het vredige landschap. Blootsvoets hervind ik houvast in het verdroogde gras. Ik vul mijn longen met verse lucht. De zonnegloed ontspant mijn lijf als een warm bad. Langzaam lost de hoofdpijn op. De ochtendglans vervaagt wanneer Elias en ik ons ongemakkelijk installeren buiten op de stenen trap, wakend over de bagage. Meer dan anders struikel ik over mijn woorden, en mijn gevoel voor drama is ondermaats. Vier verhaaltjes van Panda en Eekhoorn later, nog steeds geen nieuws van Arno. “Er is geen auto!” De ontreddering in Arno’s stem laat geen twijfel bestaan. Hij maakt geen flauwe grap. Ik wil meer uitleg. Hij moest gewoon de geregelde vervangwagen ophalen. Wat kon er mislopen? Al te goedgelovig zijn dus. “Een reservatie door uw dossierbeheerder? Wij vinden niets terug, mijnheer. In deze periode een huurauto te pakken krijgen? Haast onmogelijk, mijnheer. Veel succes nog.” Blijven was geen optie. Alle kamers waren bezet voor het weekend. Bovendien voldeed het negentiende-eeuwse gebouw allerminst aan Elias’ ridderlijk concept van een kasteel. Hij wilde daar weg. We slenteren toch maar weer naar binnen om onze netelige situatie uit de doeken te doen. Heel even lijkt een lokale vertegenwoordiger wél iets gedaan te krijgen. Maar ons gebrek aan Franse bankcheques doet ons de das om. We grijpen opnieuw naast de wagen. De reisbijstand heeft een kamer in het Première Classe-hotel in de aanbieding. De recensies laten weinig aan de verbeelding over: vies, geen verse lakens, sauna, de deur gaat niet op slot. Dat wordt dus voor onbepaalde tijd kamperen op onze bagage — als we die überhaupt in die tien vierkante meter gepropt krijgen. Geen ridderlijk vooruitzicht voor Elias. Het getik van een antieke klok accentueert de ijzige stilte in de zitkamer. Arno’s lege blik verraadt een overvol hoofd. Ook bij mij dreigen de zorgen de spitsvondige ideeën te verstikken. Elias heeft zich overgegeven en ligt op mijn schoot te slapen. “Zou u geholpen zijn mochten we drie matrassen leggen in onze feestzaal?” We laten de tranen van opluchting stromen. Even later zijn we majestueus geïnstalleerd in onze ruimste logeerkamer ooit. Onze magen gevuld met een door onze gastheer geïmproviseerde lunch. Frikadellen met bonen uit blik. En dan rest ons niets dan voor de tweede keer stilvallen. Plots hebben we werkelijk niets meer om handen. Geen telefoontjes, nergens heen. Stilte. Terwijl Arno verbeten mogelijke scenario’s blijft uitdenken en Elias opgaat in zijn Lego-bouwwerk, rol ik mijn yogamat uit. Met de spanning laat ik ook mijn zelfmedelijden los. Tegenslag hoort bij het leven, dus ook bij dat van ons. Zeker lastig, maar niks persoonlijks. Bovendien zijn zowel mijn reisgezelschap als deze plek best charmant. Ik neem er vrede mee. Maandagochtend. Ik rol nog één keer mijn yogamat uit. Arno ijsbeert tussen zijn scherm en het toilet. Ik glimlach bij de gedachte dat we ons voorbereiden op de strijd met onze reis-‘bijstand’. Een nieuwe contactpersoon aan de lijn, uiteraard. “Uw wagen werd gesleept naar een garage waar ze er niet aan kunnen of willen aan werken… Een vervangwagen is budgettair niet mogelijk, mevrouw… Een oplossing, nee, die heb ik nog niet. Daarvoor bel ik u later terug… Blijft u vooral rustig, mevrouw, we zijn er om u te helpen.” Zijn communicatietrucjes werken als een rode lap op een stier. We schakelen alle hulpbronnen van het thuisfront in om de druk op te voeren. Iets na de middag zetten we koers naar onze vakantiebestemming, met een vervangwagen. Onze eigen wagen gaat alvast terug naar België. Onze vakantie kan beginnen. En nu pas voel ik het gewicht — van het verdriet. Ik mis iemand om bij thuis te komen met mijn verhaal.  De echo van eenzaamheid klinkt onverwacht luid. Ik weet dat zo voortaan scherper zal blijven horen.  Ik verstar. Ik herinner. Ademen volstaat. Ik probeer zachtjes te bewegen — met mijn pen over het papier.

AnneliesPattyn
4 0