Zoeken

Vrije Val Boven Newfoundland

Een rustige avond in Chicago De dag begon perfect, misschien té perfect. Chicago gaf ons een afscheid vol schoonheid, maar in de lucht boven Newfoundland zouden we de controle volledig kwijtraken. Onze onvergetelijke rondreis door Amerika zat erop, en we stonden op het punt om huiswaarts te keren. Chicago, de laatste halte van ons avontuur, had ons nog een paar heerlijke uren gegeven. We hadden door Millennium Park gewandeld, genoten van de indrukwekkende skyline en afgesloten met een dampend bord deep dish pizza in een knus restaurant. Terwijl de zon achter de hoge wolkenkrabbers verdween, voelden we ons voldaan. Het was een moment van pure tevredenheid, alsof alles precies klopte. René en Annie, onze trouwe reisgenoten, zaten ontspannen naast ons op een bankje aan de rivier.“Wat een afsluiting,” zei René terwijl hij zijn arm om Annie sloeg.Vera glimlachte en leunde tegen mijn schouder. “Hier kunnen we nog lang op teren,” zei ze zacht. En dat was ook zo. Onze reis had ons langs de overweldigende natuur van Yellowstone, de bruisende energie van Las Vegas en de adembenemende stilte van de Grand Canyon geleid. Elk moment had zijn eigen hoogtepunten, maar Chicago voelde als de perfecte afsluiter. Een vleugje weemoed Bij het instappen in het vliegtuig voelde ik een lichte weemoed. Het was moeilijk om afscheid te nemen van de avonturen van de afgelopen weken. Maar het vooruitzicht van thuiskomen gaf ook rust. Vera pakte mijn hand, alsof ze mijn gedachten kon lezen. “Het was geweldig, maar thuis wacht ook iets moois,” zei ze bemoedigend.We zaten in een vliegtuig dat ons via Londen Heathrow naar Brussel zou brengen. Die tussenstop leek aanvankelijk een hinderlijke onderbreking, maar zou uiteindelijk onverwachte verlichting brengen tijdens een vlucht die ons letterlijk door elkaar zou schudden. De eerste uren De eerste uren van de vlucht verliepen kalm. Het vliegtuig gleed soepel door de donkere lucht. Door de kleine raampjes was er niets te zien, behalve eindeloze duisternis, af en toe onderbroken door een flikkerende ster. Het had iets magisch, alsof we in een tijdloze ruimte zweefden.Tijdens het diner – standaard vliegtuigeten, maar acceptabel – bespraken we onze reiservaringen. René haalde herinneringen op aan onze tocht door Death Valley, terwijl Annie haar mooiste moment bij de Grand Canyon deelde. Vera luisterde glimlachend en leunde achterover. Haar ogen sloten zich half, en ik vermoedde dat ze al wegdroomde.Toch voelde ik een lichte spanning. Misschien kwam het door de verhalen over turbulentie boven Newfoundland, waar koude poollucht en warme oceaanstromingen elkaar raken. Of misschien was het gewoon mijn onrustige geest. Dit was een routinevlucht, wat kon er misgaan? De eerste schok Het begon met een harde dreun. Mijn ogen schoten open en mijn lichaam verstijfde. Het voelde alsof het vliegtuig ergens tegenaan botste. Even was er stilte, terwijl iedereen probeerde te begrijpen wat er net gebeurde. Voor ik die gedachte kon afmaken, zakte het toestel plotseling tientallen meters omlaag. Mijn maag draaide om. De gordel kneep zich hard tegen mijn borst.Een golf van paniek ging door de cabine. Bestek, kopjes en losse spullen schoten door de lucht. Een stewardess, die net door het gangpad liep, greep zich wanhopig vast aan een stoel. De stilte werd doorbroken door geschreeuw, en ik hoorde Annie trillend vragen: “Wat gebeurt er?” Haar grote ogen stonden vol angst. René probeerde haar te kalmeren, al verried zijn gezicht dezelfde emoties.Mijn hand vond die van Vera, en ze kneep er stevig in. “Het komt goed,” zei ik met trillende stem, terwijl ik wanhopig naar een teken van controle zocht. Chaos in de cabine De turbulentie werd heviger. Het vliegtuig leek heen en weer geslingerd te worden als een veertje in een storm. Dienbladen zweefden door de cabine. Een fles water ketste tegen een stoel, en een man die zijn gordel niet had vastgemaakt, werd tegen de bagagebakken geslingerd. Hij kreunde van de pijn terwijl een vrouw naast hem huilend haar hoofd tussen haar handen verborg.De verlichting begon te flikkeren, en het leek alsof we in een rampenfilm waren beland. Ik hoorde iemand bidden, een ander mompelde wanhopige woorden: “Dit kan niet gebeuren.” Mijn eigen gedachten waren niet minder verontrustend. Wat als de piloten de controle kwijt zijn? Voor mijn ogen flitsten doemscenario’s voorbij: vleugels die afbreken, een crash in het ijskoude water, een strijd om te overleven in de Atlantische Oceaan. Ik voelde me volledig machteloos, overgeleverd aan een kracht die ik niet kon begrijpen. De vrije val En toen gebeurde het. Het vliegtuig leek daadwerkelijk in een vrije val te zitten. Alles en iedereen in de cabine zweefde. Koffers, eten, zelfs mensen zweefden kortstondig in de lucht, volledig uit balans. Mijn maag draaide om, en de druk op mijn borst maakte het nog moeilijker om adem te halen.Naast me fluisterde Vera met een gebroken stem: “Guy, dit is het einde.” Haar ogen vulden zich met tranen, maar in haar blik lag ook een vreemde kalmte, alsof ze de situatie al had geaccepteerd. Die woorden sneden door mijn ziel. Ik wilde haar geruststellen, haar zeggen dat alles goed zou komen, maar mijn eigen angst smoorde elk woord. Flarden van mijn leven flitsten voor mijn ogen voorbij: mijn jeugd, onze trouwdag, momenten met Olivier, onze zoon. Een koude rilling trok door me heen. Is dit hoe het eindigt? Een onzichtbare hand En dan, uit het niets, stabiliseerde het vliegtuig. Het voelde alsof een onzichtbare hand ons had vastgepakt en terug in balans had gebracht. De duiken en schokken stopten. De cabine vulde zich met een zucht van opluchting. Sommigen barstten in tranen uit, anderen omhelsden elkaar. Ik hoorde een kind zachtjes zeggen: “Papa, is het voorbij?” terwijl een vader zijn hoofd knikte en hem stevig vasthield.De stem van de piloot klonk door de intercom. “Onze excuses voor de turbulentie. We hebben de situatie onder controle. Blijf alstublieft met uw gordels vastzitten totdat we veilig zijn.” Zijn woorden waren bedoeld om gerust te stellen, maar de spanning in zijn stem was onmiskenbaar. Het gaf weinig vertrouwen, maar op dat moment was het genoeg dat we niet meer vielen. De opluchting in Londen Toen we eindelijk Heathrow bereikten, voelde het alsof we een tweede kans op leven hadden gekregen. De zachte landing werd begroet met spontaan applaus. Vera pakte mijn hand stevig vast en keek me aan. Haar gezicht toonde een mengeling van vermoeidheid en opluchting.De luchthaven was een vreemd contrast. Het leven ging er gewoon door. Mensen liepen gehaast met koffers, kinderen lachten, en een medewerker van een koffiebar bood gratis samples aan. Het voelde bijna surrealistisch om weer op de grond te staan na wat we hadden meegemaakt.René keek om zich heen en brak de stilte. “Ik weet niet of ik straks weer in een vliegtuig stap,” zei hij met een gespannen glimlach. Annie knikte instemmend. “Misschien blijven we gewoon hier,” antwoordde ze. Het klonk als een grap, maar niemand lachte. De laatste etappe De vlucht van Londen naar Brussel was kort, maar elke luchtzak voelde als een waarschuwing. We hielden elkaars handen vast alsof dat ons beschermde tegen wat er zou kunnen gebeuren. De spanning was bijna tastbaar. Het enige geluid was het zachte gezoem van de motoren.Toen we eindelijk landden op Zaventem, klonk er opnieuw applaus. Dit keer ingetogen, bijna aarzelend, alsof niemand wist hoe ze moesten reageren. René gaf me een klap op mijn schouder. “Dit vergeet ik nooit meer,” zei hij met een zwakke glimlach. Ik knikte. Het zou ons allemaal nog lang bijblijven. De nasleep Sinds die vlucht kan ik geen turbulentie meer ervaren zonder terug te denken aan dat moment boven Newfoundland. Het gevoel van machteloosheid, die allesoverheersende angst, blijft in mijn achterhoofd hangen. Maar angst heeft me nooit tegengehouden. Reizen is wie ik ben, het zit in mijn bloed. De wereld wacht, en ondanks de risico’s blijf ik vliegen. Want elk avontuur, elke herinnering die we maken, maakt het waard om soms met onrustige luchten te leven. Met Vera aan mijn zijde blijf ik doorgaan.  

Guy Van Damme
41 1

reisverslag Bologna

Bologna 2024   Ik ben altijd een fan geweest van la Dolce Vita. Deze reis heeft mijn voorliefde voor dit prachtige land alleen maar aangewakkerd.   2 september 2024   Na de turbulente trip in Barcelona, heb ik me grondig voorbereid zodat ik relaxed aan de reis kon beginnen… In de luchthaven loop ik nog Nele van de Roma tegen het lijf, zij heeft een vlucht naar München geboekt; niet direct een bestemming dat op mijn verlanglijstje staat. De hele trip loopt vlot zonder enige obstakels, het doet me deugd mijn zussen gerust te stellen. Ik word heel hartelijk ontvangen in het hostel dat Eef had uitgekozen ; nl. het Bohoostel logement. Ik voel me hier meteen op m’n gemak. Het straalt een vrolijke, levendige en familiale sfeer uit. De kamer is ruim en ziet uit op de tuin waar je met de hele familie gezellig kan uitblazen. Het is een mengeling van tuinmeubilair, pingpong tafels, hangmatten, fietsen en speeltoestellen voor kinderen. Op het balkon kan je genieten van een mooie zonsondergang; tenminste als de weergoden je gunstig gezind zijn. De dame aan de receptie duidt een paar belangrijke plaatsen aan op het stadplan en geeft me tips voor mijn eerste Bolognese maaltijd. Dit soort informatie vind ik toch één van de belangrijke voordelen van dit type accommodatie. Qua babbels met andere gasten is het hier wel wat minder in vergelijking met andere hostels. De stad ligt in het centrum van Italië en fungeert daardoor als passageplek voor buiten-, en binnenlandse toeristen. De meeste bezoekers blijven vaak maar voor 1 nacht. Waarschijnlijk is dit een reden waarom je in de tuin en op het terras weinig volk tegenkomt.   Vanuit mijn hoste is het een stevige wandeling naar het stadscentrum.  Bolonga wordt ook wel de “rode” stad genoemd. Bij de eerste blik word ik onmiddellijk gecharmeerd door hun rode daken die in het zonlicht bijna een kleurspektakel op zich vormen.  Het historische centrum kenmerkt zich door mooie straten met arcades. In veel straten zie je op de latere uurtjes van de dag ook lichtkransen die samen met de felle kleuren van de huizen een bijna feeëriek cachet geven. Bologna bezit 42 km aan overdekte voetpaden; meer dan enige andere stad ter wereld.  De arcaden ontstonden min of meer spontaan, waarschijnlijk in de vroege Middeleeuwen, vanwege ruimtegebrek. De bevolking groeide hard door de komst van studenten en wetenschappers naar de Universiteit van Bologna, en door immigratie vanaf het platteland. Om meer woonruimte in het stadscentrum te creëren, bouwden de huizeneigenaren hun bovenverdieping uit. De straten waren namelijk te smal om de woningen op de begane grond te vergroten. In eerste instantie gebeurde het illegaal, maar om enige uniformiteit in het straatbeeld te bekomen, coördineerde  stadsbestuur deze werken. Omdat de uitbouwsels steeds groter werden, moesten ze ondersteund worden door stevige palen of kolommen. Zo ontstonden de portico’s, ze staan op de lijst van Unesco als werelderfgoed. Die “passieggiata” hebben  ook een belangrijke sociale functie.  S’avonds komen de locals naar hier om de laatste nieuwsjes uit te wisselen en omgezien te worden in hun nieuwste outfit van topontwerpers… Hun m’a tu vu place.Ze bieden ook de nodige schaduw in de warme temperaturen of een schuilplaats in de overvloedige regenval. Talrijke graffiti in de portieken ontsieren voor mij wel het straatbeeld. Door hun doordachte ruimtelijke ordening heeft elke deelnemer aan het openbare leven zijn eigen plek, misschien kan dit ooit ook in Vlaanderen…Ik zie heel weinig staanplaatsen voor taxi’s; vooral het fietsen wordt hier aangemoedigd. De stad probeert haar ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden. In veel eetgelegenheden kan je trouwens ook een vegetarische schotel bestellen. De Italiaanse steden danken hun schoonheid in grote mate aan de palezzi.  Letterlijk vertaald zijn dat paleizen, maar in Italië is een palazzo een groot gebouw met een architecturale uitstraling, waar vroeger een adellijke familie woonde of een instelling in gevestigd was. In het moderne Italië verwijst palazzo ook naar een huizenblok, herenhuis of groot winkelpand met daarboven appartementen. Ook hotels en bijvoorbeeld banken heten vaak palazzo. De Italianen hebben een fijne smaak in de brede zin van het woord; of het nu om de inrichting van hun restaurant, hun kledij of hun architectuur betreft. Ik herinner me van mijn reis naar Toscane (20 jaar geleden ai!) waar hun geraffineerde stijl me toen al charmeerde. Je komt bijna ogen en oren tekort om al die pracht en praal te bewonderen.   Ook de holebigemeenschap is welkom in de stad; ik zie geregeld regenboogvlaggen aan openbare gebouwen, kunstwerken en andere plekken. In de souvenirshops vind je allerlei prullaria over transgenders. Typerend aan het land is ook het talrijke aanbod aan markten van verse etenswaren . De patissiers, slagers , wijnhandelaren, chocolatiers, delicatessezaken enz. prijzen hun etenswaren zo smakelijk uit dat je hier amper aan kan weerstaan. Ook de kruidenmarkten, groenten- en fruitmarkten maken Bologna tot een walhalla voor foodies. Onze gids wijst ons op een “toerististisch” fabeltje. In tegenstelling tot wat veel mensen denken,  is de spaghetti bolognese NIET afkomstig van Bologna maar van Napoli. Napolitaanse ragù , in het Italiaans bekend als ragù alla napoletana of ragù napoletano , is een van de twee bekendste varianten van ragù . De andere variant is afkomstig uit Bologna en staat in het Italiaans bekend als ragù alla bolognese of ragù bolognese .   Die lijkt helemaal niet op de spaghetti met bolognaisesaus zoals wij die kennen. De combinatie van een vlees en tomatensaus wordt hier eigenlijk niet gegeten. Wanneer we het hebben over de tagliatelle alla Bolognese spreken we over een saus ‘al ragu’. Het is een rijke bruine saus die voornamelijk bestaat uit vlees met een klein beetje tomatenpuree, wortel, selder, rode of witte wijn en bouillon. Die saus wordt enkel met tagliatelle gegeten, niet met spaghetti. Waarschijnlijk namen migranten vroeger gedroogde spaghetti mee om ook in hun nieuwe thuis hun geliefde pasta niet te moeten missen. Ook vlees was duur en er werden meer groenten gebruikt. Het is waarschijnlijk zo dat de ‘spaghetti bolognaise’ ontstaan is zoals wij die eten. De bevolking is hier solidair met de Oekraïners, spandoeken met “stop war” zie ik een paar keer in het straatbeeld.  Dankzij de behulpzame bevolking krijg ik de fraaiste en tofste plekken te zien. Dit vind ik toch een voordeel van alleen reizen. Je komt gemakkelijker in contact met de lokale bevolking en je krijgt soms unieke plekken te zien die in de toeristische gidsen niet vermeld staan. Zij toont me één van vele hippe binnenpleintjes die de stad rijk is. Bovendien geraak je op sommige plaatsen gemakkelijker binnen als je alleen bent, in groepsreizen is dit moeilijker. Mijn ad hoc gids drukt het mooi uit, er is een “tourist life” en “real life”. Zij benadrukt wel dat ik, vooral s’ avonds , uit de stationsbuurt moet blijven wegens de aanwezigheid van veel junks en onbetrouwbare figuren. Desondanks staat Bologna bekend als één van de veiligste steden van het land, nog een reden om deze parel te bezoeken!   Op de Mercato Ritrovato ( boerenmarkt ) verkopen producenten eerlijke, seizoensgebonden, lokale producten. Fruit en groenten, brood en koekjes, yoghurt en melk, eieren en vlees, kaas en vleeswaren, wijn en bier, honing en marmelade, bloemen en verse pasta, vis uit de Adriatische Zee. De Slow Food Presidia: koffie uit de Hooglanden van Huehuetenango. Klassieke Mortadella en de Vacca Bianca van Modena word hier ook rijkelijk geserveerd. Hier vindt u de beste kwaliteit van de regio, gegarandeerd door het gezicht van onze boeren en ambachtslieden. Op Mercato Ritrovato kan je hun straatvoedsel proeven en deelnemen aan kooklessen, liveconcerten en vele andere initiatieven.  Hier kan je voor relatief weinig geld gezond en lekker eten, één van de vele redenen waarom Italië voor mij een ideaal vakantieland is.   Ik ben al lang op pad en stadsbezoeken verbruiken veel energie. Ik bestel nog een kleine portie caprese. De herkomst en naam komen van het beroemde eiland Capri. Het eiland is bekend om de kwaliteit en smaak van ingrediënten als mozzarella, tomaten en citroenen. Caprese staat met de rode tomaten, witte buffel mozzarella en groene basilicum symbool voor de Italiaanse vlag en keuken.   3 september   Mijn eerste “Italiaanse “ontbijt nuttig ik in het hoostel. Wat er nu zo typisch Italiaans is , begrijp ik niet goed. Het ontbijt is degelijk, maar ook niets meer. De centraal gelegen Piazza Maggiore is hét visitekaartje van de stad. Het plein is een visueel spektakel waar je nooit op uitgekeken geraakt. Het beeldhouwwerk van een statige Nettuno (Griekse godin van de zee), die samen met zijn zeenimfen de Nereïden, heerst over de zeeën en oceanen,) is trouwens het werk van een Vlaamse kunstenaar. Dit kunstwerk straalt lichamelijkheid en sensualiteit van de vrouw uit. Italianen besteden ook veel aandacht aan hun uiterlijk en lichaamscultuur. De vele  schoonheidssalons getuigen hiervan. Dit sierlijk en krachtig geheel is een schoolvoorbeeld van de renaissance beeldhouwkunst. In de renaissanceperiode moest een kunstwerk een afspiegeling van de perfectie van God uitstralen. Een bloemenkrans met de namen van de overledenen, herinnert de bezoeker aan de slachtoffers van het fascisme. Op de gevel van het stadhuis domineert het beeld van de toenmalige paus het plein. Hij  voerde  de Gregoriaanse kalender in. De inscripties boven het hoofd en de kolf tussen zijn handen, waren een smoes om Napoleon te doen geloven dat het om een bisschop zou gaan. Alleen dan was men zeker dat men het beeld niet zou vernietigen. Leugentje om bestwil… Kenmerkend voor veel Middeleeuwse Pleinen zijn de schuine hellingen, die vroeger werd gebruikt voor de paarden. Het doet me erg denken aan het stadplein van Sienna. Ik ga te rade bij de toeristische dienst en koop een  welcome Bologna card , dit geeft me recht op korting in tal van musea. Wanneer ik informeer naar stadstours, wijst de bediende me heel nadrukkelijk op het verschil tussen “private” en officiële gidsen. De eerste zijn illegaal en kan je niet boeken.  Ik consumeer mijn eerste lunch in één van de “ossteria’s” die mijn gastvrouw in het hostel heeft aangeraden. De ovenverse bruchetta met hun mortadella (soort varkensvlees) gaat er vlotjes in. Mortadella  is één van hun culinaire exportproducten en zal ik dus nog vaak tegenkomen in de etalages rond het stadsplein.     4 september   In het busstation koop ik mijn tickets voor het openbaar vervoer. Hier zie je de meeste daklozen , drugsverslaafden en andere sukkelaars. Deze plek kan je beter s’avonds vermijden verneem ik later van een ad hoc gids.  Ondanks de helpende handen van de andere pendelaars, duurt het even voor ik  de juiste bus vind naar het stadscentrum. Mijn eerste stop is  het bespreekbureau van de Italiaanse cinema, één van hun vele troeven waarvoor ze internationaal een sterke reputatie hebben. Tijdens de Middeleeuwen werd dit deel van het gebouw gebruikt als gevangenis en plaats waar veroordeelden werden terechtgesteld.  Je kan hier zelfs naar de ondergrondse cinema gaan in bepaalde periodes van het jaar. Bij mijn weten bestaat dit in ons klein landje niet. Samen met de prestigieuze universiteit van de Sorbonne , is de universiteit van Bologna de oudste ter wereld. Naast een “rode” (verwijzend naar de kleur van de daken) spreekt men ook over de geleerde stad. De rechtsfaculteit was in de middeleeuwen hét centrum voor de studie van het recht. Ze speelde ook een belangrijke rol in de machtsstrijd tussen de paus en de keizer, de zogenaamde “investituursstrijd”. Het Europese studentenmuseum is uniek in Europa. Italië heeft ook zo z’n culinaire gewoontes. Wanneer je in Italië een hoofdgerecht besteld krijg je alleen het gerecht zelf, dus de vlees of vis. Bij het hoofdgerecht worden geen bijgerechten (friet of salade) geserveerd. Deze bijgerechten noemt men de contorni en deze zullen apart besteld moeten worden. Scaloppine is een  Italiaans vleesgerecht van kalfsvlees dat in vele varianten voorkomt. Dit gerecht is bij ons ook wel bekend als escalope. Het bestaat uit dun gesneden, mals vlees; meestal kalfsvlees, maar soms ook rund.  De gebouwen van de universiteit liggen verspreid over de hele stad. Als buitenstaander/toerist kan je hier op veel colleges binnen. Op het binnenplein van een faculteit  geraak ik in gesprek met een studente die hier een soort van Erasmus jaar doorbrengt.  Ik vraag haar hoe de bevolking de snikhete temperaturen in de hoogzomer trotseert. Ik hou erg van zomerse temperaturen maar als het hier in september nog zo warm is, kan ik me inbeelden dat  zelfs ik hier in het hoogseizoen zou afzien ... Veel locals trekken dan blijkbaar naar de kust en het merengebied van de meren. De gemiddelde kennis van de Engelse taal is door hun aanwezigheid toch wel beter dan de doorsnee Italiaan of Spanjaard.  Ik kan me inbeelden dat er demotiverende plekken zijn om te studeren… Ik verken één van de topattracties van de stad ; de san Pietro kathedraal. Alhoewel de buitengevel niet bijzonder is,de binnenkant hemels. Binnen is de  kathedraal  kleurrijk op sommige delen, en donker en mysterieus in andere delen.  De Franciscanen bouwden een belangrijke kerk, San Francesco, Bologna , in (1236–30), die dicht bij het Franse gotische model stond. Het werd gebouwd van rode baksteen, waarmee een traditie in de architectuur van Bologna begon die twee eeuwen duurde. De façade leek op die van Romaanse kerken, maar van binnen had het een meer gotische vorm.   De santo stefano kerk, het pronkstuk van de Italiaanse gotiek,  is een merkwaardige verzameling van 4 middeleeuwse kerken onder één dak. Vooral de schrijn van  san Petrino, beschermheilige van Bologna, is opvallend. In deze basiliek werd de Italiaanse dichter Dante begraven. Pezzoli is een begrip in Bologna. Dat kan ook bijna niet anders, want de bottega onder de portici van Piazza Santo Stefano bestaat al sinds 1848. Oorspronkelijk leverde Pezzoli vooral kurken en wijnflessen voor getapte wijn. Inmiddels zijn ze uitgegroeid tot een klein museumpje op het gebied van glas en keukengerei.    Typisch aan de eetcultuur van de Italianen, is hun aperitivo. Je kan het vergelijken met de Spaanse tapas.  Hun “ happy hour” is de ideale gelegenheid om van het diverse aanbod van  salami’s, Parmaham, bruchetta’s met tomaatjes en burata, olijven, Parmamezan kaas ,  gevulde deegwaren met champignons, truffels, pesto, tapenades, gegrilde paprika, mortadella enz te profiteren. Alhoewel de eerste hapjes niet voldoende waren opgewarmd, smul ik ervan.  Tijdens mijn busrit naar het hotel, bewonder ik Bologna bij night, zeker op dit uur straalt de stad een bijzondere, bijna magnifieke sfeer uit.  In de kleine bus is de airconditioning niet overbodig. Ik ga nog genieten van het uitzicht op het terras en nog enkele dingen opzoeken.  Met op achtergrond het geluid van krekels kruip ik in bed.     5 september en 6 september   Ik ga ontbijten in een cafetaria buitenshuis. Ik kan wat onderhandelen over de prijs en zo start ik de dag met een gevulde maag.  In de horecazaken zie je dikwijls een amalgaan van verschillende producten.  In een café worden ook tabakswaren, oude cassettes en een mini collectie van juwelen. De plaatselijke middenstand poseert fier voor de foto van hun waren. Enige ijdelheid is hun niet vreemd… De binnenpleinen rond de torens zijn een oase van rust in het levendige stadscentrum. Ik bezoek de stadspaleizen rond de torens. Vooral de rode trouwzaal in het huidige stadhuis maakt indruk. Blijkbaar zijn er veel huwelijken vandaag want de ambtenaar van dienst is druk bezig met haar voorbereidingen.   Tegenwoordig huizen in paleizen dienst overheidsdiensten en zetels van  de verschillende regeringen en parlementen. Bologna is trouwens de provincie hoofdstad van de regio Emilia Romagna, een regio pal in het midden van het land tussen Noord-en Zuid.   Het Archeologisch Civic Museum van Bologna is een van meest prestigieuze  musea van de stad.  Italië  bezit een collectie met vele voorwerpen die verband houden met de plaatselijke geschiedenis van de prehistorie tot de Romeinse tijd. Geopend voor het publiek in 1881, is het vooral bekend om zijn Egyptische collectie , de derde grootste in Italië en een van de belangrijkste in Europa..De zaal van het oude Egypte  illustreert enkele fundamentele aspecten van de faraonische samenleving, zoals schrift, begrafenisculten en magie. Uit de Romeinse collectie vind je vooral  grafmonumenten en stelea.  Keramiek, glas en ivoren voorwerpen verwijzen naar het Christendom. Ook de marmeren reliëfs, , portretten, sieraden en graveerde edelstenen, munten dateren  uit de Romeinse tijd. Het Etruskische deel biedt een startpunt voor het ontdekken van de cultuur van Etrurië , de Etruskische Felsina. Tijdens de Etruskische periode kwam vooral de bronskunst en het aardewerk tot bloei. Ze geven je een goed beeld van de begrafeniscultuur. De artefacten van de Gallische stam tonen vooral grafgiften.  De dunne, knapperige pizza van hier is amper te vergelijken met een diepvriespizza van  Oetker of Makro. Het doet me denken aan onze kampeervakanties in Italië met de Boumansen waar ik voor de eerste keer van een echt, authentieke pizza proefde. In de boekenwinkel zie ik titels als mijn eerste Beethoven, Grieg enz. Van jongsafaan wordt hier veel aandacht besteed aan muziekcultuur. In de oude stadsmuur kan je je laten fotograferen; oude kunst en moderniteit gaan hier perfect samen. Tijdens een stevige regenbui schuil ik in een ijssalon; wat verfrissing is altijd welkom. Tijdens de begeleide stadswandeling legt de gids uitgebreid de verschillende regimes doorheen de geschiedenis (Romeinen, Etrusken, pauselijke staten, de napoleontische machthebbers, de adellijke families  enz.) uit. Al sinds de Middeleeuwen definiëren hoge, stenen torens de skyline van Bologna. In die tijd stonden er zo’n honderdtal torens in de stad, de meeste ter eer en glorie van vooraanstaande families. Momenteel blijven er nog 21 over van de ooit meer dan 180 torens. De torens deden dienst als statussymbool, maar ook als uitkijktoren.Twee van deze indrukwekkende bouwwerken springen meteen in het oog: de 97 meter hoge toren van Asinelli (hoogste toren van Italië.) en zijn half zo hoge broertje de Garisenda (47 meter). Ze worden ook wel de “twin towers” van Bologna genoemd. Deze ‘Due Torri’ hellen vervaarlijk naar elkaar toe; een bekend beeld van Bologna.   De gids wijst ons ook op de “onterechte” reputatie van de scheve toren van Pisa. Elke stad heeft zijn eigen “legendes”. Alhoewel de scheve toren van deze stad wereldberoemd is, heeft Bologna een scheve toren die hoger is dan die van Pisa.   Rondom de voet van de toren werd in 1488 een soort burcht gebouwd. Deze bood onderdak aan soldaten die de ingang bewaakten. Later werd het gebouw heringericht en kwamen er winkeltjes van koperslagers. Het terras van de Torre degli Asinelli is het hoogste punt van de stad. Tegenwoordig verkopen ambachtslieden hun handwerk. Ook bijzonder is de Torre Prendiparte, die je in het weekend niet alleen kunt bezoeken maar waarin ook een bed & breakfast is gevestigd, dit lijkt pas een unieke logeerlocatie!   Archiginnasio  werd in 1563 gebouwd als universiteit. De muren, gewelven, de gaanderijen en de trappen zijn voorzien van een weelderige versiering met 7000 wapenschilden. Uitmuntende studenten en professoren kregen hun eigen afdruk op de muur als teken van hun wetenschappelijke competentie.   De Biblioteca Salaborsa is sinds 2001 gehuisvest in het Palazzo d'Accursio, een paleis dat ooit één van de belangrijkste administratieve kantoren van de stad Bologna huisvestte. Het gebouw bood vroeger ook plaats aan de beurs ; waar mensen van over de hele wereld vee, zaden en producten kwamen kopen en verkopen. Onder de transparante kristalvloer van het overdekte plein is het mogelijk om de oude opgravingen en de sedimentatie van vele beschavingen te bewonderen. Het natuurlijke zonlicht maakt het gebouw tot een harmonieus geheel. Op deze manier komen eeuwen van geschiedenis tot leven. Ik bewonder de welvingen van het cassetteplafond en de omringende galerij ; dit is geen  doorsnee bibliotheek  zoals wij die kennen. Het is lichte, transparante ruimte waar ook allerlei evenementen en tentoonstellingen plaatsvinden. Bij een kopje koffie lezen mensen de krant of raadplegen andere naslagwerken. Ook hier weer wordt oude architectuur harmonieus verenigd met moderne faciliteiten.   Blijkbaar is Bologna nog maar sinds 20 jaar een toeristische hotspot, in tegenstelling tot het overbevolkte Rome en Venetië. De gids omschrijft Bologna als de “kleine broer van Venetië”.   Wanneer we de Joodse buurt naderen,  vertelt de gids ons over het grote aantal Joden dat hier ooit woonde. Zoals op vele plaatsen, werden ze ook hier weggejaagd. De synagoge heeft men omgebouwd tot een museum over de Joodse cultuur.   De Sint-Petroniusbasiliek in Bologna is een rooms-katholieke kerk, die beschouwd wordt als de hoofdkerk van de stad. De zetel van het aartsbisdom is ook in deze  kathedraal gevestigd. Het oorspronkelijk ontwerp van de basiliek zou de oude Sint Pietersbasiliek in Vaticaanstad qua grootte overtreffen. De weerstand van de paus daartegen was zeer groot en het ontwerp werd daarom niet gerealiseerd.  Er werd besloten dat ondanks voorstellen van architecten de verdere verbouwing en de vervolmaking van de kerk stopgezet zou worden. De onafgemaakte façade getuigt nog van deze beslissing. Deze spilzucht heeft er toe bijgedragen dat Luther zich tegen het katholiscisme keerde.   In vroegere tijden  hadden de adel een privé kapel waar ze hun overledenen konden begraven. Een eyecatcher in de kerk is de zonnewijzer; de grootste zonnewijzer ter wereld,. . Het instrument heeft de kenmerken van een camera obscura. De meridian, ontworpen door ene Cassini, loopt van de hoofdingang door bijna de volledige lengte van de linkerbeuk. Om precies 12 uur ’s middags, zonnetijd, valt een lichtstraal vanuit een opening in de voorgevel vanop 27 meter hoogte op de kalender op de vloer.  Later zou deze Cassini nog meewerken aan de telescoop waardoor astronauten de maan in kaart konden brengen. De kerk herbergt ook een Slinger van Foucault. De slinger bewijst de rotatie van de aarde. Auteur Umberto Eco, die hoogleraar was aan de universiteit van Bologna, deed hier inspiratie op voor zijn meesterwerk ‘De slinger van Foucault’. De strenge bewaking aan de basiliek geeft aan dat het hier niet om een dorpskerkje gaat. Het gebouw is ook uitgeroepen door Unesco als werelderfgoed. Bovendien kom je er niet binnen zonder lange broek of rok.  Tegenwoordig vinden in de basiliek meditaties plaats. Je kan ook de koorboeken in het muzikaal archief raadplegen. Tijdens de rondleiding wijst de gids ons op belangrijke pioniers in de wetenschap. Marconi ontwierp de eerste radiosignalen. Galileo bewees dat de aarde om de zon heen draait en niet omgekeerd. Hij moest hiervoor terechtstaan wegens ketterij. Je moest toen al niet rekenen op enige openheid of en verdraagzaamheid. De bril is in Italië  (specifiek uit Venetië, dat nog steeds bekendstaat om zijn glas) uitgevonden in de 15 de eeuw. Italië heeft een rijke traditie van glasblazers, in souvenir winkels zie je prachtige ontwerpen in allerlei vormen en kleuren. De grootste wetenschapper en kunstenaar van de Renaissance, Leonardo Da Vinci,  ontwierp de eerste vliegmachine. De Quadrillo is de buurt van de oude beroepsgilden. Visboeren, lakenhandelaars,  goudsmeden, slagers en de slotenmakers hadden allemaal hun eigen straat waar ze hun waren  verkochten. De kraampjes met uitgestalde waren zien er nog altijd heel appetijtelijk en smakelijk uit. De collectie van het Middeleeuwse museum bestaat uit gebeeldhouwde sarcofagen van bekende kunstenaars uit die tijd. Het omvat de ambachten van de 7e - 9e eeuw , waaronder de vergulde koperen bustes en 14e - eeuwse houtsnijwerken. Het aanbod uit verschillende regio’s is zeer gevarieerd. Je vindt er een mooie verzameling unieke giften uit de periode van de ontdekkingsreizen, kelken en bekers gemaakt uit kokosnoot of struisvogelei tot de graven van de professoren.  Er zijn ook voorbeelden te bekijken van toegepaste kunst zoals keramiek, glas en ivoor uit Frankrijk en Italië. Renaissance en barokke bronzen sculpturen , Bolognese verluchte boeken en liturgische boeken vervolledigen de verzameling . Uit de Romeinse collectie vind je vooral  grafmonumenten en stelea.  Keramiek, glas en ivoren voorwerpen verwijzen naar het Christendom. Ook de marmeren reliëfs, , portretten, sieraden en graveerde edelstenen, munten dateren  uit de Romeinse tijd. De zaal van het oude Egypte  illustreert enkele fundamentele aspecten van de faraonische samenleving, zoals schrift, begrafenisculten en magie. Het Etruskische deel biedt een startpunt voor het ontdekken van de cultuur van Etrurië , de Etruskische Felsina. Tijdens de Etruskische periode kwam vooral de bronskunst en het aardewerk tot bloei. Ze geven je een goed beeld van de begrafeniscultuur. De artefacten van de Gallische stam tonen vooral grafgiften.   De Griekse collectie bevat vooral Griekse en Italiaanse keramiek. In mindere mate tref je marmeren beelden, reliëfs, terracotta, sieraden en gegraveerde edelstenen aan.  Ik vind het altijd bijzonder dat ze met beperkte middelen zo’n fraaie, verfijnde gebruiksvoorwerpen konden fabriceren.  Voor mij getuigt dit van vakmanschap en creativiteit. In onze hoogtechnologische maatschappij is dit amper nog  mogelijk wegens de hoge arbeidskosten. Mijn plan was om naar de basiliek Sint Luca te gaan maar door mijn gebrek aan Italiaans en het gebrek aan Engelse kennis van de chauffeur , had ik de verkeerde bus genomen. Ik kom terecht in de chique buitenwijken van Bologna; dit bucolisch landschap doet me denken aan mijn AndersReizen periode... Na zo’n intensieve vermoeiden dag, smaakt de malse kip met boontjes en gebakken aardappelen geweldig. Ik geniet van een straatoptreden bij het Nettuno standbeeld. Eerst stevige rockmuziek, evergreens (cover van sweet caroline) en uiteraard de Italiaanse hits. In het hostel houden we nog een mini karaoke., dit zijn unieke momenten die ik niet snel zal vergeten!   7 september   Vandaag eet ik mijn ontbijt in het park, een portie vers fruit geeft me een stevige basis om mijn tour te starten. Bologna is ook een groene stad, het hostel heeft me 1 park aangeraden. Ik zie hier veel joggers, fitnesstoestellen, yogabeoefenaars, fietsers en andere sportievelingen. Veel wandelaars zijn vergezeld van hun trouwe viervoeter. In het ecologisch gedeelte word de bezoeker gesensibiliseerd om moeder Aarde te beschermen. De treinverbinding naar Ravenna verloopt vlot. In het hart van Ravenna ligt een klein hoekje van rust en respect, gewijd aan de nagedachtenis van DANTE ALIGHIERI , de vader van de Italiaanse taal. Op deze plek, in de schaduw van een majestueuze eik bevindt zich zijn  mausoleum , de laatste rustplaats van de Opperste Dichter. Gebouwd tussen 1780 en 1781, staat de zogenaamde “suikerkom” , zoals de inwoners van Ravenna het vriendelijk hebben genoemd. De Zone van Stilte is een prachtige plek om te bezinnen. Op de architraaf van de ingang bevindt zich een marmeren plaquette met de tekst “Dantis Poetae Sepulcrum”, waardoor deze gemakkelijk te herkennen is. Elke dag en voor altijd wordt voor het Graf van Dante een canto uit het universele werk van Dante voorgelezen. Een manier om de dichter te eren en iedereen de kans te geven om van een ​​van de meest illustere werken van de Italiaanse cultuur te genieten. Ravenna is vooral beroemd om zijn schitterende vroegchristelijke mozaiëken. De kleurrijke mozaiëken op de binnenmuren en de plafonds imponeren met hun onmetelijke schoonheid. Het detailniveau is spectaculair en de kleuren zijn uitzonderlijk mooi, waarbij goud en groen domineren. In het Italiaanse zonlicht hebben deze kunstwerken bijna een spirituel effect.  De San Vitale wordt beschouwd als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Byzantijnse kunst en architectuur in West-Europa. Voor de bouw van de basiliek is gebruikgemaakt van natuursteen en baksteen. De composities zijn samengesteld rond het centrale thema van het eucharistische offer voorgesteld in het Oude Testament. De basiliek staat, samen met zeven andere monumenten uit die periode, sinds 1996 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.  De souvenirwinkels in het pittoreske stadscentrum verkopen mozaiëken van alle vormen en maten. In de etalage kijkt een mozaiëken hond mij triestig, bijna smekend aan. Alleen al de charmante inrichting van de straten vind ik al de moeite. De bordjes met straatnamen zijn versierd met mozaiek en en slingers van bloemen verbinden de straten aan weerszijden. Ik had nog graag even van het strandleven geproefd maar dan moet ik me te fel haasten.  Terug in Bologna  bezoek ik de Mercato Ritrovato. Op deze boerenmarkt verkopen producenten eerlijke, seizoensgebonden, lokale producten. Ik wil een sobere maaltijd maar de pizza baguette is niet een voltreffer; veel brood en zeer karig belegd. Fruit en groenten, brood en koekjes, yoghurt en melk, eieren en vlees, kaas en vleeswaren, wijn en bier, honing en marmelade, bloemen en verse pasta, vis uit de Adriatische Zee. De Slow Food Presidia is kenmerkend voor deze plek: koffie uit de Hooglanden van Huehuetenango, klassieke Mortadella en de Vacca Bianca van Modena. Op deze markt vind je voedingwaren van de beste kwaliteit van de regio. Je kan  hun straatvoedsel proeven en deelnemen aan kooklessen, liveconcerten en vele andere initiatieven. Op de markt is er ook een plek waar kinderen kunnen spelen.   In het land van Verdi kan een museum voor muziek en bibliotheek niet ontbreken. De cinetica di Bologna bezit de grootste verzameling aan muziek-gerelateerde memorabilia en materialen in de wereld; dit is echt een niet te missen halte voor filmliefhebbers. Klassieke films maar ook publicaties daterend uit bijna een eeuw tot het begin van de cinema geven een degelijk chronologsch overzicht van het bioscoopwezen. Originele affiches, art lakens, de storyboards, foto stills, met de hand geschreven notities zijn beschikbaar voor onderzoekers. Ze hebben zelfs een brede selectie van film gerelateerde videogames die kunnen afgespeeld worden binnen de Cineteca.  Tijdens een verblijf in Italië mag je ook niet de tortellini overslaan. Het zijn deegwaren gevuld met spinazie en racotta.   8 september   Ik ben weeral vroeg op pad en consumeer mijn croissant op de trappen van de kathedraal. Regelmatig hoor je wel iemand zingen of muziek spelen , dit draagt ook bij de relaxte, kunstzinnige sfeer van de stad. Voor de kathedraal hoor ik een coole versie van No women no cry. Dan zie ik gesluierde vrouwen op de stoep van een gebedshuis tussen de geparkeerde vespa’s de eredienst volgen; een bizar zicht . Het lijkt een islamitische gebedsviering, dit is de eerste keer dat ik biddende moslims zien. Eén van de topattracties van Bologna is het  heiligdom Madonna di San Luca, ook Unesco werelderfgoed. De basiliek  ligt een 300-tal meter boven de stad op een beboste heuvel, vanwaar je uitkijkt over Bologna en de Apennijnen.  Alleen de weg ernaar toe met de Red bus is al een belevenis op zich.  Gaandeweg “verrijst” de rode basiliek uit het omringende landschap. Deze plek heeft iets bijbels; het kleur-en lichtspaktel is magnifiek. Natuurpracht en kunst vormen hier een harmonieus geheel.   Zelfs hier wordt er intensief gesport, de diehards nemen niet de bus voor de steile klim maar wandelen of zelfs joggen naar boven. Fanfares doen me altijd denken aan de vakanties in Nieuwpoort met nonkel Lu. Na eerst mijn kinderlijke angsten te hebben overwonnen, genoot ik op iets latere leeftijd van de muzikale vibes en de feestelijke sfeer errond. Op de achtergrond hoor ik marsmuziek. Dan volgt er een stoet van locals in historische gewaden . Zij beelden één of andere veldslag uit. Aan het weinige dat ik kan opmaken uit het Italiaans, denk ik dat het om een veldslag uit de Napoleontische tijd gaat. Het is een soort van re enactment, uitgevoerd door het plaatselijke nieuw schouwtoneel. Toch nemen sommige mensen dit héél serieus en krijgt het gebeuren voor mij zelfs  een patriottisch tintje wanneer ik strenge, strakke gezichten zie bij het zingen van het volkslied. Ik hoor nog net de laatste tonen van het Ave Maria vanuit de Plaza Maggiore klinken. In de Francesco basiliek geeft een oudere vrijwilliger me een uitgebreide uitleg over zijn favoriete plek. Alleen spreekt hij amper Engels of Frans maar hij wil zo graag zijn kennis delen dat ik hem maar laat doen. Met een mengeling van gebarentaal, wat woordjes Frans of Engels leidt hij me rond in “zijn” basiliek. Deze momenten koester ik. Apetrots poseert hij met mij op de foto. In Bologna vind je een waaier aan markten van diverse goederen. In snuister wat rond in de antiekmarkt, hier moet je wel het kaf van hete koren scheiden. Venetiaanse kasten, antieke sieraden, vintage posters en aanverwanten; je vindt er bijna alles op antiekgebied. De avondmaaltijd wil ik wat sober houden, dus ik koop een salamiworst. Zelfs voor mij is ze te vettig,  één van de weinige keren dat het eten mij teleurstelt. Ook nu is er maar 1 andere gaste op het  terras.   9 september   Ik start de dag met een fameuze sportieve inspanning; de klim van de klokkentoren. Na 498 treden heb je een panoramisch zicht over de stad.  Het museum voor expirementele en moderne kunst is gevestigd in het gebouw van de gemeentelijke bakkerij.  Het museum biedt een reis door de geschiedenis van de Italiaanse kunst vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog tot vandaag. Naast de vaste collectie  worden er uitgebreide tentoonstellingen van belangrijke Italiaanse en internationale kunstenaars gehouden. Het accent ligt hier op de performance kunst en videoinstallaties. Ook hier was mei 68 een woelige periode waarin kunstenaars hun stem lieten horen over sociale wantoestanden en actuele politieke kwesties. In de universteitswijk werd op 14 mei 1763  het Teatro Comunale in Bologna geopend ; het begin van een lange muziektraditie. In de loop van de tijd verwierf het theatre een stevige reputatie  vanwege het hoge niveau van zijn uitvoeringen en de faam van de artiesten die er optraden . Elk jaar organiseert deze muziektempel ongeveer 80 opera's en 30 symfonieconcerten , wat zorgt voor een uitgebreid en gearticuleerd artistiek seizoen.. Via de Operaschool promoot en ondersteunt het huis nieuw talent. Momenteel  zijn er werken aan de opera waardoor ik het interieur niet zien.   Vlakbij de opera huist de kunstacademie. De Accademia di Belle Arti di Bologna is een openbare academie voor beeldende kunst. Sommige aula’s zijn toegankelijk voor het grote publiek. Ik vraag aan een studente of het toegelaten is om foto’s te trekken, zij stemt graag toe. Deze ruimte inspireert toch elke geschiedenisliefhebber. Hier zou ik uren lessen kunstgeschiedenis willen volgen...    Mijn eerste en enige wijntje dat ik bestel, is schandalig duur. Voor amper een half klein glas betaal ik 7 euro. Ik vraag aan de dames naast mijn tafel of dit hier de gebruikelijke prijs is. Jammer genoeg blijkt dit het geval, gelukkig ben ik hoe dan ook geen wijndrinker. Net als de serveerster, vertellen de studenten dat het in Milaan, Rome en Venetië gemakklijk 12, 13 euro kost. Daar wil ik mijn zuurverdiende centen niet meer aan geven.   Jammer genoeg kan ik niet binnen in het Het Anatomisch Theater. Het werd in 1637 gebouwd in gesneden hout om anatomie te onderwijzen tot in de 19 de eeuw . Om hygiënische redenen waren er geen lessen in januari en februari, de koude tijd van Carnaval. Het bezit een boeiende, soms griezelige collectie van wassen ingewanden en talloze modellen van organen, ledematen en gevilde lichamen.Omdat ze zijn geboetseerd en niet gegoten hebben ze naast wetenschappelijke waarde ook artistieke waarde. Van de botanische tuin kan ik ook niet veel zelf bezichtigen. Ik had er niet bij stilgestaan dat op maandag veel musea gesloten zijn. Een aandachtspuntje voor volgende keer!   Sinds de middeleeuwen is Mercato di Mezzo (de Middenmarkt) een plek van smaken, ontmoetingen, handel, herinnering en gastronomische traditie. De perfecte plek om mijn reis in stijl af te ronden. Na de eenwording van Italië werd het omgevormd tot de eerste overdekte markt van de stad . Nu is het  een plek waar men voedsel- en wijnproducten en delicatessen kan kopen of eten. Er zijn vaak proeverijen of bijeenkomsten over eetcultuur.    Ik krijg verschillende hapjes van vlees en groenten, dit is echt teveel om in 1 keer op te eten. Ik pak een deel in om straks in de luchthaven of thuis  nog na te genieten. Passanten kijken met een verleidelijke blik mijn richting uit...   De mensen van het hostel leggen me gedetailleerd de route naar het vliegveld. Net vandaag wordt er gestaakt maar dankzij de hulp van andere pendelaars ben ik ruim op tijd in de luchthaven. De hartelijkheid van de bevolking en hun joie de vivre zal ik de komende weken missen.   Deze reis heeft me ongelofelijk deugd gedaan. Ik weet mijn volgende bestemming al...

tleen
0 0

Oog in Oog met de Koningen van Bwindi

In het hart van Oeganda, verborgen tussen weelderige bossen en steile heuvels, ligt het Bwindi Impenetrable Forest National Park – een plek waar de natuur nog ongerept heerst. Voor ons was het bezoek aan dit park geen gewone excursie, maar een zeldzame kans om oog in oog te staan met enkele van de laatste wilde berggorilla’s op aarde. Onze bestemming was het Ruhija Gorilla Friends Resort & Campsite, een eenvoudige maar sfeervolle lodge die ons alvast een voorproefje gaf van wat ons te wachten stond. De Nacht in Ruhija De nacht in Ruhija was allesbehalve rustig. Terwijl we ons voorbereidden op de tocht van de volgende dag, werden we omringd door de geluiden van het woud – het gezang van onzichtbare vogels, het geroezemoes van insecten, en af en toe het mysterieuze geritsel van grotere dieren in het struikgewas. Het resort zelf voelde als een oase midden in de jungle, met primitieve hutjes en kampvuren die een warme gloed verspreidden. Toen de regen met bakken uit de hemel viel, werden de geluiden gedempt en voelde het bos haast mythisch aan, alsof het zijn geheimen voor ons verborg. We probeerden te slapen, maar de spanning over wat komen ging hield ons wakker. Elke keer dat we onze ogen sloten, zagen we voor ons hoe het zou zijn om de gorilla’s in hun natuurlijke habitat te zien. Tegen de ochtend begonnen we ons voor te bereiden, uitgerust met stevige schoenen, regenjassen, en een flinke dosis doorzettingsvermogen. Want het was duidelijk dat de tocht ons niet zomaar iets zou brengen – we zouden moeten werken voor ons avontuur. De Start van de Tocht De trekking begon bij de Ruhija Gorilla tracking trail-head, waar onze gids ons instructies gaf en ons waarschuwde voor de uitdagingen van de tocht. Hij vertelde ons over de paden, die door het dichte regenwoud kronkelden, steil en glad waren door de regen van de vorige nacht. "Het zal zwaar zijn," zei hij, terwijl hij naar de dikke begroeiing wees. "Maar ik verzeker jullie: het is het waard." De eerste uren gingen we gestaag omhoog. De vochtige aarde rook naar bladeren, mos en vochtige schors, terwijl felgroene planten en varens onze gezichten streelden wanneer we door het dichte kreupelhout stapten. De bomen waren gigantisch, hun wortels diep in de aarde verankerd en hun takken een levendige deken van groen. In de verte hoorden we de onmiskenbare geluiden van tropische vogels, hun kleurrijke vleugels flitsend tussen de takken. Onze ademhaling versnelde, terwijl onze schoenen ploeterden door modderige stukken en langs glibberige rotsen. Elke stap bracht ons dieper in de wereld van de gorilla’s, een wereld waarin de natuur de enige meester is. Ondanks de vermoeidheid voelden we de opwinding groeien – een beloning die we diep van binnen wisten dat de moeite waard zou zijn. Dichtbij de Gorillafamilie Na uren van klimmen en klauteren, verscheen de gids ineens met een brede glimlach en fluisterde: "We zijn dichtbij." We voelden onze ademhaling versnellen, en het was alsof elk geluid dat we maakten ineens zwaarder woog. Voorzichtig stapten we voetje voor voetje door het dichte kreupelhout, terwijl de gids ons gebaarde om stil te zijn. En daar, op amper twee meter afstand, verscheen een enorme zilverrug, de patriarch van een gorillafamilie. De wereld leek stil te staan. Het was alsof de tijd geen betekenis meer had, alsof we in een andere realiteit waren. Zijn donkere ogen, vol intelligentie en kracht, ontmoetten de onze. Hij zat daar rustig, onaangedaan door onze aanwezigheid, en genoot van zijn omgeving. Hij plukte bladeren van een plant en at, alsof hij zich helemaal bewust was van zijn koninklijke positie in het bos. Rondom hem zaten de andere leden van de familie – een jongeling die onhandig aan een liaan trok, een moeder die haar jong beschermend tegen haar borst hield, en nog enkele anderen die ons met een nieuwsgierige blik bekeken. Het was alsof we in een documentaire leefden, alleen was dit geen scherm; het was werkelijkheid. Die ogen, die handelingen, dat leven – het was tastbaar en echt. Op een gegeven moment waagde een jongere gorilla het om wat dichterbij te komen. Hij draaide zijn hoofd nieuwsgierig opzij, zijn donkere ogen fonkelden, en met een korte, onhandige beweging pakte hij een liaan vast die vlak bij ons hing. Zijn nieuwsgierige blik en onhandige bewegingen lieten ons lachen en bewonderen tegelijkertijd. Maar de zilverrug hield alles in de gaten. Eén lage brom uit zijn keel en de jongere gorilla trok zich meteen terug, alsof hij zich herinnerde dat wij slechts bezoekers waren. In dat moment voelde ik me een deel van hun wereld, alsof alle grenzen tussen mens en dier waren opgelost. Het was alsof de gorilla’s ons accepteerden, niet als vijanden of indringers, maar als gasten die voor heel even in hun heilige domein mochten vertoeven. Het was een levende les in respect en leiderschap, een ervaring die woorden te boven gaat. Een Diepe Bewustwording Elke seconde voelde als een eeuwigheid, en toch leek het voorbij te vliegen. Om zo dicht bij deze machtige dieren te staan gaf een onbeschrijflijk gevoel. Geen woorden konden beschrijven wat het betekent om in hun ogen te kijken en te beseffen dat wij, de mens, slechts bezoekers zijn in hun wereld. Hun vertrouwen in ons – dat ze ons lieten toe, zonder angst – was overweldigend. Deze dieren leven in een fragiel ecosysteem, één dat wordt bedreigd door menselijk ingrijpen. Hun ogen, hun bewegingen, alles aan hen herinnerde ons aan de verantwoordelijkheid die wij dragen. Het gevoel van verbinding, van respect en bewondering, vervulde ons volledig. Het was alsof we voelden dat dit geen alledaagse ervaring was, maar een zeldzaam moment van betekenis en bewustwording. De Terugtocht Na een uur was het tijd om terug te keren. De gids wenkte ons voorzichtig om langzaam achteruit te gaan, zonder de gorilla’s nog langer te verstoren. De tocht terug was minstens zo zwaar, en de adrenaline die ons eerder op de been hield begon langzaam te vervagen. Onze benen waren zwaar, en de modder leek zich alleen maar dieper om onze schoenen te hechten. We ploeterden door het glibberige pad, en elke stap voelde zwaarder dan de vorige. Het was inmiddels laat in de middag, en de schaduwen in het bos werden langer. De vermoeidheid sloeg toe, maar we keken naar elkaar en wisten dat elke stap, elke inspanning het waard was geweest. Het gevoel van voldoening en diep respect dat we in ons hart droegen, gaf ons de energie om door te zetten. Toen we uiteindelijk weer bij het trail-head kwamen, waren we nat, vuil, en uitgeput. Maar in onze harten droegen we iets onbetaalbaars – de herinnering aan de ontmoeting met de gorilla’s in het Bwindi Impenetrable Forest. Het was een ervaring die meer was dan een avontuurlijke trek; het was een zeldzaam moment van verbinding, een moment waarin we ons deel voelden van de natuurlijke wereld, niet als indringers, maar als bezoekers. Elke blik, elke beweging van de gorilla’s, staat in ons geheugen gegrift. Het was een ervaring die ons diep raakte en ons respect voor deze indrukwekkende dieren en hun kwetsbare leefomgeving nog groter maakte.

Guy Van Damme
0 1

Storm op de Mekong

Intro Ik heb ervoor gekozen om dit verhaal in een eenvoudige, directe stijl te schrijven, omdat ik wil dat de lezers echt meebeleven wat we toen hebben doorgemaakt. Een avontuurlijke ervaring als deze, midden op de machtige Mekong-rivier in een storm, heeft van zichzelf al genoeg spanning en emoties. Door het verhaal zonder literaire versieringen te vertellen, komt de rauwe werkelijkheid van het moment beter over: de spanning, het gevaar, en de kwetsbaarheid die we voelden. Ik wil niet dat de stijl afleidt van de ervaring; ik wil juist dat de lezers zich volledig kunnen inleven en haast voor zich zien wat wij zagen en voelden. Deze benadering geeft een zo eerlijk mogelijk beeld van het avontuur en maakt dat de lezer niet enkel toeschouwer is, maar als het ware met ons mee op de boot zit, die storm trotserend. ---------------------------------------------------------------------------- “Storm op de Mekong” Op al onze rondreizen beleven we telkens een uitzonderlijk avontuur dat steeds goed afloopt, al komt dat soms pas na momenten van grote spanning. Onze rondreis in Vietnam in 2012 was daar geen uitzondering op. Wat een ontspannen dagtocht op de machtige Mekong moest worden, draaide uit op een intense ervaring die ons bijblijft als een van de spannendste avonturen ooit. De dag begon rustig en zonnig. We stapten op een smal, houten bootje dat ons over de Mekong zou voeren. De Mekong, een van de grootste rivieren ter wereld, stroomt door China, Birma, Laos, Thailand, Cambodja en Vietnam. Hier, in het hart van Vietnam, liet de rivier haar meest uitgestrekte gezicht zien. De oevers waren bezaaid met palmbomen en kleine hutjes waar het dagelijkse leven van de lokale bevolking zich afspeelde. Ons smalle bootje wiebelde zachtjes over het kalme water, en de sfeer was gemoedelijk. We keken uit naar een rustige dag op de rivier. Maar de Mekong is meer dan alleen kalm en schilderachtig; zeeschepen varen op de diepe stroom, en de rivier herbergt zelfs krokodillen die zich verschuilen in de schaduw van het dichte gebladerte. Een rilling gleed over mijn rug bij de gedachte aan een glurende krokodil aan de oppervlakte. Onze gids stelde ons gerust en lachte: krokodillen hielden zich meestal verder stroomafwaarts op, bij de moerassen. De zon stond op haar hoogste punt toen donkere wolken zich samenpakten aan de horizon. Het leek alsof de lucht snel dichttrok en de eerste lichte briesjes ritselden door de bomen. De gids staarde met een ernstige blik naar de hemel; een dunne rimpel van bezorgdheid verscheen op zijn gezicht. Een paar eerste druppels raakten onze huid, en het voelde alsof de lucht om ons heen zwaarder werd. Al snel barstte de regen los en de wind nam toe. We trokken onze regenjassen aan en schuilden onder het smalle afdakje van de boot, maar al snel merkten we dat dit slechts het begin was. Plotseling werd de bries een felle windvlaag die de bladeren aan de bomen deed ritselen en het wateroppervlak beroerde. Binnen enkele minuten sloeg de bries om in een razende storm. De geur van nat hout en algen vulde onze longen terwijl de regen nu in stortvloeden uit de lucht viel, met een dreigend geruis dat het getokkel van onze stemmen overnam. De rivier, die net nog zo kalm leek, veranderde in een woelige, dreigende massa. De golven sloegen tegen de randen van onze boot en we klampten ons vast aan alles wat we konden vinden. Het geluid van de wind, het klotsen van het water en de regen die in onze ogen gutste, maakten het haast onmogelijk om ons op iets anders te concentreren. In de chaos die volgde, zag ik plotseling donkere vormen in het water: stronken, takken, en hopen plantenafval die door de rivier naar beneden raasden. Ons smalle bootje werd zonder pardon heen en weer geslingerd. Het gevaar om te kapseizen leek reëel, en een ijskoude angst greep me vast bij het idee van wat onder het wateroppervlak op ons wachtte: krokodillen. In het koude water te belanden zou al gevaarlijk genoeg zijn, maar het idee van die stille, jagende ogen onder de oppervlakte was onuitstaanbaar. Onze stuurman, wiens gezicht zo bleek was als het onze, probeerde met al zijn kracht het roer onder controle te houden, maar met de slechte zichtbaarheid verloor hij zijn oriëntatie. De regen die van het dakje gutste, beperkte ons zicht nog verder. Het leek wel of we door een barrière van bladeren en takken moesten ploegen om überhaupt verder te komen. Ondertussen rukte de wind aan ons kleine bootje, en het voelde alsof elk moment een nieuwe golf of windvlaag ons uit balans zou brengen. Toen verscheen er een reusachtige, dreigende schaduw door de regenmist heen. Langzaam, maar met onmiskenbare kracht, doemde een zeeschip op – een kolos die ons met gemak zou kunnen verpletteren. Het gedreun van zijn motoren vulde de lucht, en de golven die het schip opwierp deden ons bootje gevaarlijk schommelen. De stuurman trok snel aan het roer en probeerde uit de buurt van het enorme schip te blijven, maar de sterke stroming trok ons juist naar de diepte en de gevaarlijke golfslag toe. Mijn hart bonsde in mijn keel terwijl ik me aan de rand van de boot vastklampte. Hier waren we dan, midden in een tropische storm, op de machtige Mekong, met krokodillen onder ons en een drijvende reus naast ons die ons met één enkele beweging kon verpletteren. In het geroffel van de regen en het gebulder van de motoren leek de tijd stil te staan. De seconden leken uren. Zou onze stuurman ons op tijd veilig weg kunnen sturen van het schip? Onze stuurman bleef echter kalm, ondanks de onrust om hem heen. Met uiterste precisie, zijn handen wit van het stevige vasthouden, manoeuvreerde hij ons voorbij de zeereus, net ver genoeg om niet door de golven overspoeld te worden. We ademde opgelucht uit, maar de storm bleef aanhouden, en we wisten dat de tocht nog lang niet veilig was. Langzaam begon de regen te minderen, en de wind ging liggen. De horizon kwam weer in zicht en de rivier kalmeerde langzaam. Onze kleren plakten aan onze huid, tot op het bot doorweekt, maar dat maakte niet uit. We hadden het overleefd. De stuurman voer ons naar een beschutte baai en we begonnen langzaam weer op adem te komen, de spanning in onze schouders maakte plaats voor opluchting. De dreiging van krokodillen en kolossale schepen vervaagde nu naar de achtergrond; de Mekong had ons een glimp gegeven van haar ongetemde kracht. Toen we eindelijk aan land stapten, voelden we ons klein in het aangezicht van de rivier en haar grillen. Wat eerst een rustige tocht had geleken, was een herinnering geworden aan hoe kwetsbaar wij zijn tegenover de natuur. We waren druipend en uitgeput, maar ook dankbaar en vervuld van een diep respect voor de Mekong. Dit avontuur zouden we nooit vergeten en we wisten dat we er nog vaak met een glimlach en een gezonde dosis ontzag op terug zouden kijken.

Guy Van Damme
0 1

Op het Randje: Overleven in de Gorges du Verdon

In de zomer van 1979 stonden we klaar voor een avontuur dat onze grenzen zou verleggen: een tocht door de Gorges du Verdon. Lac de Sainte-Croix was toen nog niet het uitgestrekte meer dat het vandaag is, en het landschap rond de Verdon oogde ruig en ongerept. De zon scheen onverbiddelijk toen Vera, Chris en ik, bepakt met slechts twee stokbroden, een liter water en een stuk kaas, vol goede moed het beroemde Sentier Martel betraden. Vijftien kilometer door één van de diepste kloven van Europa lag voor ons, en niets leek ons tegen te houden. Het pad slingerde langs de rand van de kloof, met uitzichten die ons ademloos achterlieten. De diepten beneden ons gaven een gevoel van oneindigheid, en al snel merkten we dat de omstandigheden bar en ontstuimig waren. Schaduw was er nauwelijks, omdat de vegetatie in die tijd nog heel schaars was. De zon brandde zonder genade op ons neer, en de frisse moed waarmee we waren begonnen, maakte geleidelijk plaats voor een steeds bedachtzamer tempo. Maar de stemming was goed, we grapten en lachten, ons niet bewust van de gevaren die ons opwachtten. Na een uur wandelen en klimmen werd het pad steeds moeilijker te onderscheiden. De hitte was verzengend, en onze kelen voelden al droog aan. Om ons heen was er geen mens te bekennen, alleen het stille, ongenaakbare landschap. Plotseling kwamen we bij een splitsing. Het leek logisch om rechtsaf te slaan richting de Verdon; het pad leek geleidelijk omlaag te gaan en de richting klopte met onze kaart. Bordjes of markeringen waren er nauwelijks, en op dat moment hadden we geen reden om te twijfelen aan ons gevoel. Maar na enkele meters begon het pad te veranderen. Het werd smaller en leek meer op een dierenspoor dan een wandelroute. We begonnen het benauwd te krijgen toen de helling ineens veel steiler werd, en er geen weg terug leek. De enige optie was vooruit, en we moesten ons letterlijk aan de rotswand vastklampen om te voorkomen dat we twintig meter naar beneden zouden storten. Mijn handen begonnen te zweten terwijl ik mijn evenwicht probeerde te bewaren op een smalle richel. Voor me stond Vera, haar knokkels wit terwijl ze zich vasthield aan de wand, en achter ons stond Chris, met een blik die boekdelen sprak. "Dit is geen wandelpad," zei hij droogjes, terwijl hij naar beneden keek naar de angstaanjagende afgrond. Toen drong het pas echt tot ons door dat we ons op een verraderlijk visserspad bevonden. De gedachte aan een misstap maakte ons nog benauwder. Elke stap leek cruciaal, en met onze harten in onze keel begonnen we terug te keren, voetje voor voetje. De minuten leken uren, maar uiteindelijk bereikten we weer de splitsing waar we fout waren gegaan. De opluchting die we voelden toen we weer op het hoofdpad stonden, was onbeschrijflijk. Toch had het avontuur zijn tol geëist: onze energie begon op te raken, de hitte leek nu intenser dan ooit, en onze dorst begon ondraaglijk te worden. We hervatten onze weg, maar merkten al snel dat onze volgende uitdaging zich aandiende. Het pad doorkruiste een brede strook steengruis, een gevaarlijk traject dat langzaam naar beneden afliep richting de kloof. Hier was elke stap een risico – als je uitgleed, zou je zo met de stenen worden meegesleurd over de rand. We verplaatsten ons voorzichtig, elk stapje doordacht, en bereikten uiteindelijk opgelucht de overkant. Ondanks de spanning konden we onszelf blijven motiveren: we waren door het ergste heen, hoopten we. De liter water die we bij ons hadden, was inmiddels allang op. Onze kelen waren droog, en elke stap werd een grotere inspanning. We slikten voortdurend in een poging om de droogte te verzachten, maar het hielp nauwelijks. De zon vrat aan ons uithoudingsvermogen, en het stokbrood dat we bij ons hadden, was inmiddels veranderd in een ongenietbare brok. Onze gedachten draaiden nu alleen nog maar om dorst; de verzengende hitte was allesoverheersend. De kilometers begonnen door te wegen, en elke stap leek zwaarder dan de vorige. Maar we hielden de moed erin en maakten wat grappen om elkaar op te peppen. Het pad liep nu richting de tunnels aan het einde van de Sentier Martel, en we beseften dat we bijna bij het einde waren. Het vooruitzicht van schaduw en verkoeling gaf ons een sprankje nieuwe energie. Toen we uiteindelijk de tunnels bereikten, werden we omgeven door koelte en duisternis. De verandering was een verademing; het voelde alsof we voor het eerst in uren weer konden ademhalen. Even stonden we stil om te genieten van de beschutting, en we merkten hoezeer de koele lucht ons oppepte. Het was precies wat we nodig hadden na uren van hitte en uitputting. Maar het avontuur was nog niet voorbij. Aan het einde van de tunnels lag nog een laatste uitdaging op ons te wachten: een steile klim omhoog naar het dorp bovenaan de kloof. Onze benen voelden inmiddels als lood, maar we zetten door, elke stap een laatste inspanning om het einddoel te bereiken. Na wat voelde als een eeuwigheid bereikten we eindelijk de top. Bovenaan de klim zagen we een klein café, dat in onze ogen leek op een ware oase. Hier eindigde onze beproeving – uitgeput, maar triomfantelijk stapten we naar binnen, onze gezichten rood van de zon en onze monden droog als woestijnzand. Binnen enkele minuten hadden we een hele bak spuitwater leeggedronken. Het tintelde op onze tong en gaf ons een gevoel van opluchting en voldoening. We zaten daar, herstellend van de dorst, en keken elkaar glimlachend aan. Wat een avontuur was dit geweest: een tocht vol spanning, gevaar, en vooral onvergetelijke momenten. Dit avontuur door de Gorges du Verdon zou ons altijd bijblijven, niet alleen om de schoonheid van het landschap, maar ook om de lessen die het ons leerde over onszelf en elkaar.

Guy Van Damme
25 1

Avontuur en Angst in Skhirat

In 1973 vertrokken mijn beste vriend Dirk, mijn zuster Ginette, Chris (de broer van Dirk), Arie (de broer van Dirk en Chris), Andre (de initiatiefnemer van de reis), Mieke (een goede kennis) en ik, Guy (de verhaalverteller), met twee Renault 4’tjes richting Marokko. Dit verhaal is gebaseerd op waargebeurde feiten die onze reis onvergetelijk maakten. De band tussen ons allen was de Scouts van Keerbergen, en dat avontuur zou ons voor altijd verbinden. We hadden een vast doel voor ogen: Skhirat bereiken, een kustplaats aan de Atlantische Oceaan, gelegen op ongeveer 20 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Rabat. Hier runde de schoonbroer van Andre een plantage van tropische bloemen voor een Belgisch bedrijf. We zouden daar twee weken vertoeven, genieten van het zonnige klimaat en het leven in de stad, waar koning Hassan II, de koning van Marokko van 1961 tot 1999, zijn paleis had. De reis was een aaneenschakeling van avonturen. Terwijl we door schilderachtige dorpjes en eindeloze weilanden reden, voelde het alsof we de wereld aan het ontdekken waren. De Renault 4’tjes zoemden als kleine bijen door het landschap. De geur van bloeiende bloemen en vers gemaaid gras vulde de lucht, en we lieten ons meeslepen door de opwinding van wat ons te wachten stond. Elke dag was een nieuwe ontdekking, van de gastvrijheid van de lokale bevolking tot de prachtige landschappen die zich voor ons uitstrekte. Op een dag, terwijl de zon hoog aan de lucht stond en de temperaturen stegen, besloten Dirk en ik om de omgeving te verkennen, terwijl de anderen genoten van een plons in het waterreservoir van de plantage. Het was een warme, zonnige dag in Skhirat, en de bloemen op de plantage straalden in hun volle kleurenpracht. Terwijl we in de Renault 4 stapten, voelde ik de opwinding stijgen. “Laten we kijken waar deze weg ons brengt,” stelde Dirk voor, zijn ogen glinsterend van avontuur. We verlieten de plantage en slingerden door de smalle wegen, omringd door palmbomen en kleurrijke bloemen. De zon scheen fel, en met elke bocht die we namen, steeg ons gevoel van vrijheid. “Dit is de perfecte manier om het gebied te verkennen,” zei ik, terwijl ik de ramen opendraaide en de frisse lucht naar binnen liet stromen. De bries was warm en zwoel, en het geluid van de natuur omringde ons als een rustgevende symfonie. We lachten, maakten grappen en deelden onze dromen over de toekomst. Maar hoe verder we van de plantage raakten, hoe meer de spanning in de lucht toenam. Na een tijdje rijden, kwamen we in de buurt van het koninklijke paleis. De grote, witte muren en het gouden dak staken prachtig af tegen de blauwe lucht. Het was een indrukwekkend gezicht, en het idee om het paleis van dichtbij te bekijken bracht een nieuwe golf van adrenaline in ons. Terwijl we dichterbij kwamen, daagde Dirk me uit met een uitdagende blik. “Durf jij niet op de oprit naar het paleis te rijden?” vroeg hij, de spanning tussen ons voelbaar. “Jij durft niet!” reageerde ik met een grijns. Dirk, altijd de waaghals, nam het woord bij de daad. “Ik ga het doen!” riep hij, en zonder aarzeling reed hij de oprit van het paleis op. De adrenaline gierde door ons heen. We keken elkaar aan, een mengeling van opwinding en nervositeit in onze ogen. Maar al snel veranderde die opwinding in een knoop in mijn maag. Zonder waarschuwing stonden er plotseling soldaten voor ons, gewapend met mitrailletten en met strenge blikken. Het was alsof de lucht om ons heen bevroren was, en de wereld rondom ons vervaagde. “Wat doen jullie hier?” vroeg de leider, zijn stem vol autoriteit en vastberadenheid. In dat moment, terwijl de glimmende lopen van de mitrailletten op ons gericht waren, voelde ik een intense angst door mijn lichaam gieren. Mijn hart bonsde in mijn keel, de adrenaline maakte plaats voor paniek. Wat als ze ons niet geloofden? Wat als ze ons niet lieten gaan? Het idee dat we in de problemen konden komen, dat we misschien zelfs gearresteerd zouden worden, vulde me met een ijzige paniek. “Uh, we zijn toeristen,” stamelde ik, met stotterende woorden, terwijl de realiteit van de situatie me overspoelde. Dirk keek naar de soldaten, zijn gezicht een mengeling van angst en ontzetting. De spanning was om te snijden, en de stilte die volgde leek eindeloos. De soldaten kwamen langzaam onze richting op, hun ogen strak op ons gericht. Het besef dat we ons in een gevaarlijke situatie bevonden, deed mijn ademhaling versnellen. Ik voelde de rillingen over mijn rug lopen. “Jullie hebben hier niets te zoeken,” zei de leider met een doordringende blik. “Dit is een beveiligd gebied. Draai om en ga weg.” De realiteit sloeg in als een klap in het gezicht. De angst voor de soldaten met hun wapens en de dreiging van het onbekende vulden me met paniek; ik voelde mijn hart in mijn keel bonzen. Wat als we hier nooit meer weg zouden komen? De gedachte aan een gevangenis, ver van huis, vulde me met een diepere wanhoop. De soldaten keken ons met ondoorgrondelijke blikken aan, en ik voelde de spanning in de lucht toenemen. Het idee dat we misschien onze vrijheid konden verliezen, was een zwaard dat boven ons hing. Maar na een gespannen stilte, waarin de soldaten ons nauwlettend in de gaten hielden, leken ze te twijfelen. Hun houding verslapte iets, maar de dreiging bleef hangen. “Jullie moeten nu omkeren,” herhaalde de soldaat. “Dit is geen plek voor toeristen.” Opgelucht draaide Dirk de auto om. We reden snel terug, onze harten nog steeds in onze keel. Toen we de oprit afreden, keken we nog eens om. De soldaten stonden nog steeds als wachters, en het besef dat we hen zo dicht waren genaderd, gaf me een rilling. Toen we terugkeerden naar de plantage, zagen we de anderen nog steeds genieten van het waterreservoir. Mieke en Ginette spetterden in het water, terwijl Chris en Andre op de oever zaten te lachen en te kletsen. “Jullie zijn er weer!” riep Mieke enthousiast. “Wat hebben jullie gedaan?” “Een klein avontuur gehad,” grijnsde Dirk, maar ik kon niet helpen het verhaal voor onszelf te houden. De ervaring had ons nog dichter bij elkaar gebracht, maar ook de realiteit van wat we zojuist hadden meegemaakt, hing als een schaduw boven ons. Die avond zaten we met zijn allen rond een vuurtje op de plantage, de sterren helder boven ons stralend. Terwijl we verhalen deelden, voelden we de band tussen ons sterker worden. Het avontuur met de soldaten zou een blijvende herinnering zijn aan de onbezonnenheid van onze jeugd en de vreugde van samen zijn in een vreemd land. We realiseerden ons dat wat ons had overkomen ons niet alleen had laten schrikken, maar ons ook een les had geleerd over de risico's van avontuur. Soms kon de nieuwsgierigheid ons in gevaarlijke situaties brengen, maar het had ons ook dichter bij elkaar gebracht. Dat moment in Skhirat, waar avontuur en angst hand in hand gingen, zou voor altijd in ons geheugen gegrift staan. De geur van de bloemen, het geluid van het water en het knisperen van het vuur zouden ons altijd herinneren aan die onvergetelijke reis, waar we samen de wereld verkenden, onze grenzen opzochten en uiteindelijk de ware betekenis van vriendschap en avontuur ontdekten.  

Guy Van Damme
5 0

Grommen in de Woestijn

USA, 2007 – Dit is een waargebeurd verhaal van onze tweede roadtrip, een avontuur dat ons meer dan 7000 kilometer door de adembenemende, maar genadeloze landschappen van California, Arizona, Utah en Nevada zou brengen. Vol enthousiasme en een vleugje avontuur in ons hart, stapten we in onze wagen, met de bestemming in het achterhoofd: Joshua Tree Inn, gelegen in het onmetelijke Mojave Desert. Dit motel had zijn eigen tragische geschiedenis; hier was Gram Parsons, een legendarische countryzanger, aan een overdosis overleden. De muren leken de echo's van zijn laatste momenten te dragen, als een herinnering aan de vergankelijkheid van het leven. Toen we de kamers binnengingen, voelde ik een kille rilling langs mijn rug lopen, alsof de schaduw van het verleden ons volgde. We keken naar de oude foto’s aan de muur, de glimp van een andere tijd, en terwijl we ons incheckten, vertelde de receptionist ons met een knipoog dat we in “de kamer van Gram” verbleven. Maar wij lieten ons niet ontmoedigen. We waren hier voor avontuur, en dat avontuur vonden we in de "Lost Palms Oasis Trail," een uitdagende 7 mijl lange hike door de verzengende hitte van de woestijn. Vol goede moed en met slechts een fles water per persoon, stapten we de trail op, ons voorbereidend op wat een onvergetelijke ervaring zou worden. De zon stond hoog aan de hemel, de lucht was brandend heet, en de geur van warme cactussen vulde onze neuzen. Maar de schoonheid om ons heen was overweldigend. Rotsen, cactussen en de kale, uitgestrekte woestijn zorgden voor een adembenemend decor, maar ook voor een gevoel van kwetsbaarheid. De hitte drukte op ons, en ik voelde zweet langs mijn slapen glijden terwijl we verder liepen. De vogels die ons begeleidden waren schaarser dan we hadden gehoopt; hun gezang was vervangen door het sissende geluid van de lucht die verwarmd werd door de felle zon. Na een tijdje begon de weg te vervagen in de eindeloze herhaling van stenen en zand. We merkten dat we ons aan het verliezen waren. Wat leek op een duidelijke route, veranderde in een doolhof van identieke uitzichten. Het landschap deed me denken aan een eindeloze zee van rotsblokken in de verzengende zon. Mijn hart sloeg een paar keer over toen ik begon te beseffen dat de rotsformaties om ons heen steeds bekender leken, als een doorn in mijn geest. We keerden om, maar de hitte maakte ons besluiteloos. Ons water raakte snel op, en de vermoeidheid begon zijn tol te eisen. Ik voelde de zorgen van mijn vrienden in de lucht hangen, een groeiende spanning die ons als een schaduw volgde. We stopten even om onze ademhaling te reguleren, en de stilte om ons heen was bijna beklemmend. Het enige geluid dat we hoorden was het zachte gefluister van de wind, en mijn gedachten dwaalden af naar wat er kon gebeuren als we hier zouden verdwalen. Het beeld van de woestijn die ons inslikte, als een eindeloze zee van zand, liet me huiveren. De schoonheid van het landschap, dat me eerst zo verwonderde, leek nu een valstrik te zijn, en ik voelde de angst in mijn keel knijpen. Plotseling werd de stilte doorbroken door een zwaar gegrom, zo dichtbij dat het ons bloed deed stollen. Mountain lions! We keken om ons heen, onze harten bonsden in onze borst. De adrenaline gierde door mijn aderen. De ranger had ons gewaarschuwd dat deze roofdieren in de schaduw bleven bij deze verzengende hitte, maar de gedachte aan hun scherpe klauwen en hongerige blikken deed mijn gedachten razen. Met een vlammende paniek in mijn ogen greep ik mijn sleutels, de bos sleutels aan mijn sleutelhanger, en hield ze omhoog, klaar om de strijd aan te binden. Ik stelde me voor dat ik de scherpe metalen punten in de ogen van de mountain lion zou steken, als het zover kwam. Gelukkig kwam het niet zo ver; de roofdieren bleven verborgen in de schaduw van de cactussen. De tijd leek te verstrijken terwijl we verder probeerden te navigeren door de uitgestrekte woestijn. De lucht trilde van de hitte, en elke stap voelde als een opoffering. De zon brandde op onze hoofden, en ik begon me te realiseren dat we een cruciale fout hadden gemaakt door niet voldoende water mee te nemen. Ik had de schoonheid van de natuur voorrang gegeven boven praktische overwegingen. Terwijl ik mijn vrienden in de gaten hield, merkte ik dat hun gezichten steeds bleker werden, de vermoeidheid in hun ogen straalde de wanhoop uit. In mijn poging om een beter overzicht te krijgen, klom ik op een heuvel. Het was een zware klim, en elke stap voelde als een strijd tegen de zwaartekracht. Toen ik eindelijk bovenaan stond en de horizon bestudeerde, schoot mijn hart in mijn keel. En daar, in de verte, herkende ik gelukkig de schaduw van de oase. De adrenaline gierde door mijn lijf terwijl ik mijn vrienden opriep. “Kijk! Daar is het! De oase!” De hoop dat we veilig zouden terugkeren, gaf me de kracht om verder te gaan. Met de laatste restjes energie zetten we koers naar de oase. Onze kelen brandden, onze lichamen waren uitgedroogd, maar de gedachte aan water dreef ons voort. De route leek eindeloos en mijn geest begon te dwalen, beelden van de koelte van het zwembad in ons motel vulden mijn gedachten. De lucht was zo droog dat het leek alsof onze tongen aan ons gehemelte vastkleefden. Elke stap die we zetten was een strijd, maar we wisten dat we niet konden opgeven. Toen we eindelijk de oase bereikten, voelde het alsof we een mirakel hadden ervaren. De schaduw van de palmbomen bood ons een moment van verfrissing. We lieten ons op de grond vallen, en het koelere zand onder onze handen voelde als een zegen. Het water uit onze flessen was op, en de enige geluiden die we maakten, waren het hijgen van onze adem en het gesis van de wind door de bladeren. Na een paar minuten rust besloten we om de laatste kilometers naar onze wagen te maken. We wisten dat we in de buurt waren, maar de uitputting maakte het moeilijk om gemotiveerd te blijven. Iedere stap leek als een eeuwigheid te duren. Het idee om onze bestemming te bereiken, om weer in de koelte van de airconditioning te zitten, dreef ons voort. Met veel moeite kwamen we eindelijk bij onze wagen aan. We sprongen naar binnen, de deur viel met een doffe klap achter ons dicht. Ik draaide de sleutel om en de motor sputterde tot leven. De frisse lucht van de airco verwelkomde ons als een omhelzing. De rit terug naar het motel voelde als een verlossing. Terwijl we naar het zwembad reden, lachten we om de bizarre situatie waarin we ons hadden bevonden. Onze stemmen klonken opgelucht, maar ook vol ongeloof dat we dit avontuur hadden overleefd. Toen we bij het zwembad aankwamen, sprongen we meteen in het water. De koelte was een zegen voor onze brandende huiden. We drijven in het water, de spanning van de woestijn viel van ons af. “Eind goed, al goed,” zei een van mijn vrienden terwijl we samen lachten. We waren niet alleen ontsnapt aan de woestijn, maar ook aan een veel gevaarlijker lot. Die dag leerde ik niet alleen de schoonheid van de natuur kennen, maar ook de onvoorspelbaarheid ervan. Het avontuur had ons grenzen doen verkennen, en we wisten dat we, met een beetje geluk en de juiste keuzes, de volgende keer beter voorbereid zouden zijn. De herinnering aan de woestijn zou ons altijd bijblijven, als een les in nederigheid en de kracht van vriendschap. En zo, terwijl de zon onderging achter de heuvels van het Mojave Desert, wisten we dat dit avontuur slechts een van de vele zou zijn die ons nog te wachten stonden. We zouden ons verhaal delen met anderen, niet alleen als een waarschuwing, maar ook als een viering van het leven en de onvergetelijke momenten die het met zich meebrengt.  

Guy Van Damme
10 1

Fijn gluren in Amiens

Het Musée de Picardie was maar lijstduwer op mijn wishlist ‘weekendje Amiens’. Bovenaan stond een bezoek aan de binnenstad en haar kanalen, de wijk Saint-Leu en het huis van Jules Verne. Maar omdat het wat miezelde, waaiden we tegen elven aan in de binnentuin van het museum. Peter zette zijn schouder tegen de houten poort, om dan vast te stellen dat de ingang zich aan de zijkant van het gebouw bevond. Een automatische schuifdeur. Ik verwachtte een vrij klassiek museum. Denk: heldendaden op groot formaat en personages die amper doorbloed zijn, zo bleek en wit dat je begrijpt dat sommige mensen er het woord blank niet voor willen gebruiken. De eerste zaal na de kleurrijke ingang leek die verwachtingen te bevestigen. Toch vestigde Peter mijn aandacht op de legendarische Lady Godiva, die in Coventry naakt op een paard zou hebben gereden, enkel opdat haar man de belastingen zou verlagen. Die Leofric liet zijn vrouw begaan op voorwaarde dat niemand naar haar zou kijken. Alleen ‘peeping Tom’ gluurde en werd daarmee de beroemdste voyeur. Schilder Jules Lefebvre haalde zijn ladder boven om de legende zo monumentaal mogelijk vast te leggen. De Tsjechische Tereza Lochman (1990) persifleerde dat verhaal schitterend met haar mixed media van hout en pigment. Ze verwijst naar het verzet van Femen en naar de invloed van pesticiden op het lichaam. Godiva kreeg het hoofd van Tilda Swinton. Lochmans bevreemdende werken zijn de perfecte remedie tegen museale dufheid. Ze triggeren en passen wonderwel bij de draken, engelen en volkse gezichten op de retabels even verderop. Ik was minutenlang vastgekluisterd aan een klein werk in ivoor uit 880. Ongelooflijk hoe fijn Saint-Remi en zijn volgelingen afgebeeld zijn. Die drommen mensen op de retabels lijken dooreen geschud door een klimaatgestoorde orkaan, ze wringen en ze duwen, maar blijven tegen wil en dank bij elkaar. Zo druk als het is op die sculpturen, zo kalm was het in de gangen van het museum. En dat is doodjammer. Al opgetogen door het fijne werk op het gelijkvloers, schoot ik haast vol op de eerste verdieping. De Francissen, Bacon en Picabia, tekenden present en er hing warempel een Picasso. Maar de ware ontroering schuilde in de selectie van werk dat beklijft, zoals het portret van de eigenzinnige kleuter Maurice Lefebvre, de zoon van de monumentale schilder. En zelfs secties waar ik normaal haastig doorloop, zoals de archeologie, bleven me boeien. De januskop tegen een spiegeltje, het zwarte varkentje uit de eerste eeuw na Christus, identieke postuurtjes van farao’s. Seriewerk uit het Oude Egypte. Kortom, dit museum verdient meer bezoekers. Het revitaliseert uw verbeelding. Konden marketeers en influencers dat maar even goed aan de man brengen als een potje yakult.Na een Indische maaltijd in een restaurant dat met een beoordeling van 3,5 opgescheept zit op Tripadvisor, voornamelijk door klanten die er niet naar het toilet mochten twee dagen nadat ze er hadden gegeten, of hun ene hoofdgerecht niet mochten delen onder hun drieën, trokken we naar het huis van Jules Verne. Die vond in Amiens de vrouw van zijn leven na een hele reeks blauwtjes te hebben gelopen. Met drie succesvolle boeken op zijn palmares sloeg hij een jonge weduwe aan de haak, en vestigde zich in een prachtig hoekpand. Hoewel het huis vier verdiepingen aan ruime kamers telt, schreef Jules Verne onwerkelijke reizen uit in een krap bureautje. Alsof die grote binnenwereld het meeste gebaat was bij een kleine ruimte. Achter zijn schrijftafel staat een bed waar hij misschien indommelde tussen het schrijven door. ‘De reis om de wereld in tachtig dagen’ werd een hit, alleen al van de merchandising kon Verne rentenieren. Thomas Cook organiseerde in de nasleep van de roman toeristische reizen om de wereld, terwijl Verne tot gemeeenteraadslid werd verkozen in Amiens. Een stad op een steenworp van Parijs maar met minder kabaal, zo schreef hij. Zijn personage Phileas Fogg vraagt zich af wat het reizen hem nu heeft opgeleverd. Zijn liefhebbende vrouw, besluit hij, je zou voor minder de wereld afschuimen. Alsof Verne daarmee de reislust wou temperen die hij bij zijn lezers had aangewakkerd. Oost west, thuis best. Al is Amiens ook niet slecht. 

Pons
0 0

Heel apart

Het is begin oktober en herfstachtig. Al weken staat er veel wind en regen valt soms met bakken uit de lucht. Saar en ik zijn al veertig jaar onafscheidelijk en delen lief en leed. We willen nog even met de caravan weg maar het Hollandse slechte weer houdt ons tegen. Op internet kiezen we voor een last-minute vakantie met het vliegtuig. De volgende dag moeten we al om vijf uur op de luchthaven zijn. We slapen nauwelijks en letten op de tijd om zeker niet te laat te komen. De vroege ochtend is aangebroken. Snel eten we nog iets en de koffers heb ik gisteren al in de auto geladen. Gelukkig is het om deze tijd niet druk op de weg en ik kan lekker doorrijden. Even snel een plekje in de parkeergarage zoeken is geen makkie. We kijken elkaar aan, wat een drukte. Het lijkt of iedereen een last-minute vakantie heeft geboekt. We laden de koffers uit en lopen richting de luchthaven. Er staat een lange rij voor de balie waar wij ons moeten melden. Bij de paspoortcontrole staat een tevens een lange rij. We sluiten achter aan en komen makkelijk door de douane. De douane wenst ons een fijne vakantie toe. Onze vakantie van veertien dagen naar Spanje gaat nu echt beginnen. Niemand houdt ons tegen. Voor de rest verloopt alles vlotjes. We melden ons bij de gate voor de zonnige vakantie. Er wordt geduwd en getrokken bij de gate voor een plek. Alle stoelen bij de gate zijn ook al bezet. Ik kijk om me heen. Wat blijkt de vliegreis is overboekt. De rijdende koffiebar staat op een veilige plek bij onze gate en de geur van koffie komt ons tegemoet. We worden niet opgewacht door de stewardessen bij de vliegtuigslurf. De slurf gaat open en de piloot komt als eerste de gate binnenlopen. Hij wordt gevolgd door twee stewardessen die de supergrote wadjan elk aan een handgreep vasthouden. De briefjes liggen gevouwen in de wadjan. Iedereen weet wat dit betekent, lootjes trekken. Veel gespannen gezichten bij onze gate. Mag ik mee of moet ik achterblijven. De wadjan gaat rond. Om mij heen slaan vreugdekreten van andere passagiers veelal om in huilbuien en onbegrip. Blije gezichten worden afgelost met gezichten die op onweer staan. Mijn vrouw trekt eerst een lootje. Ze krijgt een knipoog van de vriendelijke stewardess. Nu is het mijn beurt. Met een gespannen blik graai ik een lot helemaal onderop uit de wadjan. Ik hoop dat hier het geluk ligt. De stewardess kijkt mijn dringend aan. Ze wil dat ik opschiet want er moeten nog meer mensen een lootje trekken. Mijn vrouw en ik durven niet op het lootje te kijken. Langzaam vouwt mijn vrouw haar lot open. Triomfantelijk springt ze een gat in de lucht en krijst het uit. Saar heeft het geluk altijd aan haar kont hangen, ook dit keer. Ze heeft een stoel in de businessclass te pakken. Ik durf zelf niet te kijken en laat mijn vrouw mijn lot openvouwen. Ze springt een gat in de lucht maar haar houding verandert snel in teleurstelling, einde oefening. Langzaam draait ze het briefje mijn kant op. Op het briefje staat een groot kruis met de woorden ‘no good’ eronder geschreven. Mijn vrouw pakt met een big smile de handbagage uit mijn handen, ook dat nog. Ik blijf beteuterd achter. Weemoedig zwaai ik mijn vrouw uit. Met een hello, goodbye groet neem ik veertien dagen afscheid van haar. Ze kijkt niet eens. Mijn vakantie naar Spanje valt in het water. Gelukkig ben ik niet de enige die wanhopig achterblijft. Ik drink met de achtergebleven lotgenoten gezamenlijk een bakkie troost aan de rijdende koffiebar. Het vliegtuig vertrekt.

Jan Sluimer
18 0

Een Nacht in de Steengroeve: Onze Avontuurlijke Reis naar de Provence

Dit waargebeurde reisverhaal speelt zich af in de jaren '70, toen disco de dansvloeren overnam en wij nog geloofden dat het mogelijk was om alles zelf te repareren met een schroevendraaier en wat plakband, besloten mijn vrouw en ik met onze Ford Granada en onze trouwe Wawa-caravan richting het zonnige Zuiden van Frankrijk te trekken. De bestemming: de Provence. Het was dé zomer om die lavendelvelden en pittoreske dorpjes te ontdekken. En voor wat extra avontuur namen we onze goede vriend Chris mee. Chris was een man die altijd in was voor een spontane actie en dat zou ons die zomer zeker niet ontgaan. We hadden besloten om de reis niet in één keer te maken, maar lekker in etappes. Dit hield ons flexibel en gaf ons de mogelijkheid om onderweg steeds op zoek te gaan naar een charmant plekje om de nacht door te brengen. Dat was tenminste het plan. Hoe moeilijk kan het zijn, dachten we nog, om ergens een rustige plek te vinden waar je de caravan kunt neerzetten, een paar uur slaap kunt pakken en de volgende ochtend vol energie verder te trekken? Na een lange dag rijden, waarbij Chris achterin de auto voornamelijk bezig was met het geven van ongevraagde rij-instructies ("Je moet echt sneller die bocht ingaan, hoor!") en het lezen van een halve Michelingids, vonden we ergens laat in de avond een plek die er best goed uitzag. In het donker zag het er rustig uit en de vlakke ondergrond leek ideaal voor de caravan. Hier zouden we het wel redden voor de nacht, dachten we. Chris gaf zijn goedkeuring: "Dit is perfect! Geen auto's, geen lawaai, en zelfs een mooi uitzicht als je daar kijkt." We keken. Niks te zien, want het was pikdonker. Maar ach, we waren moe en wilden gewoon slapen. De Ford Granada werd geparkeerd, de Wawa-caravan netjes op z’n plekje gezet en we installeerden ons voor de nacht. Terwijl de stilte ons omringde en de sterren langzaam aan de hemel verschenen, vielen we alledrie in een diepe slaap. Die ochtend was het zonlicht onze wekker. Het was een van die ochtenden die je in de Provence verwacht: helderblauwe lucht, een zacht briesje, en... het oorverdovende geluid van zware machines? We schoten wakker, compleet in de war. Wat was dat lawaai? Waarom voelde de grond alsof een kudde olifanten er overheen aan het denderen was? Chris was als eerste buiten. Hij opende de caravan deur, en wat hij toen zag, zal ik nooit vergeten. We stonden niet op een rustiek veldje zoals we hadden gehoopt, maar midden in een steengroeve! Om ons heen reden vrachtwagens af en aan. Grote kranen takelden enorme rotsblokken omhoog en mannen in fluorescerende werkkleding keken ons aan alsof we een attractie waren in hun werkschema van de dag. Mijn vrouw stond inmiddels naast Chris en staarde ongelovig naar het tafereel. "We zijn in een steengroeve beland," zei ze, met een mengeling van ongeloof en ontzag. Alsof we per ongeluk op een filmset terecht waren gekomen, waar het scenario nu volledig uit de hand liep. Chris, die normaal gesproken altijd wel een kwinkslag klaar had, stond daar met zijn mond open. "Hoe... hoe hebben we dit niet gezien?" vroeg hij uiteindelijk. Het antwoord was simpel: het was donker, we waren moe, en we hadden geen idee waar we naar keken. We probeerden het nog even te relativeren. "Misschien denken ze dat we toeristen zijn, op zoek naar een industriële kampeervakantie," grapte ik halfslachtig, terwijl we snel begonnen met het inpakken van de caravan. Maar elke keer dat we naar boven keken, zagen we weer een nieuwe vrachtwagenchauffeur of bouwvakker hoofdschuddend naar ons kijken. Het was alsof we een natuurdocumentaire waren, maar dan met ons in de hoofdrol: "De onwetende toeristen in hun natuurlijke habitat, vastgelopen in een steengroeve." Het ongemak nam snel toe toen een van de werklui ons vriendelijk doch dringend vroeg om "als de wiedeweerga" te vertrekken omdat ze "die grote rotsblokken écht nú moeten verplaatsen." Oh, en of we voortaan misschien "iets beter wilden kijken waar we ons neerzetten." In een recordtijd pakten we de caravan in, verbonden hem aan de Granada en maakten dat we wegkwamen. Het was geen moment te vroeg, want net toen we de bocht omreden, zagen we dat de plek waar we net nog sliepen nu werd overspoeld door bulldozers en enorme trucks. Nog even en we waren zelf tot steengruis vermalen! De rit naar de Provence verliep verder redelijk vlekkeloos, op een paar verloren landkaarten en onbedoelde omwegen na – waar Chris uiteraard zijn rij-instructies nog even verder aanscherpte. Maar die eerste ochtend in de steengroeve bleef het gespreksonderwerp van de reis. "Kun je je voorstellen wat die kerels dachten toen ze ons daar zagen?" lachte Chris telkens weer. "Die dachten vast dat we gek waren!" Bij aankomst in de Provence, waar de lavendelvelden inderdaad net zo prachtig waren als beloofd, hadden we het steengroeve-incident nog steeds niet helemaal verwerkt. Elke keer dat we een vrachtwagen zagen, moesten we weer gniffelen. Chris, die het altijd wel goed zag in situaties, besloot zelfs dat we onze volgende vakantie “industriële toeristen” moesten spelen en doelbewust op zoek moesten gaan naar bouwterreinen om te overnachten. Maar dat idee werd door ons snel afgeschoten. Het bleef niet bij die ene vakantie, en jaren later, zelfs vandaag de dag, lachen we nog steeds om dat ene moment. We hebben talloze vakanties gehad, prachtige plekken gezien, en de wereld ontdekt op onze eigen manier, maar die ene ochtend midden in een steengroeve is de herinnering die ons steeds weer weet te verrassen. Als we tegenwoordig langs een steengroeve rijden, halen we altijd even diep adem en kijken we elkaar aan. "Niet hier stoppen, hè," zegt mijn vrouw dan met een knipoog. En ik weet dat ze gelijk heeft. Eén keer een bezienswaardigheid tussen vrachtwagens en bulldozers is meer dan genoeg voor een heel leven. En Chris? Die heeft het er nog steeds over op verjaardagen. Hij heeft het verhaal inmiddels zo vaak verteld dat het bijna een legende is geworden in onze vriendenkring. "Wist je dat ze een keer in een steengroeve sliepen?" hoor ik hem dan zeggen, terwijl hij zijn ogen groot opzet en de toehoorders vol spanning naar hem luisteren. Ja, dat was de zomer waarin we onszelf per ongeluk midden in een Franse steengroeve terugvonden. Maar het was ook de zomer waarin we leerden dat zelfs de meest gênante momenten vaak de mooiste herinneringen opleveren – al duurt het soms even voordat je erom kunt lachen. Dus als je ooit op zoek bent naar een plek om te overnachten tijdens een roadtrip door Frankrijk: kijk alsjeblieft goed waar je neerstrijkt. En als het eruitziet als een stille, verlaten plek... controleer dan even of er niet ergens een bord staat dat waarschuwt voor "zwaar materieel in gebruik." Je weet maar nooit waar je de volgende ochtend wakker wordt.

Guy Van Damme
27 0

Spreeuwennummer 229: De Geheime Ontmoeting in het Bos

Dit is een waargebeurd verhaal. De lente van de jaren '60 bracht voor ons, de zesdejaars van De Spreeuwen uit Battel bij Mechelen, een belofte van avontuur. De jaarlijkse trektocht naar toen Herbeumont, diep in de Ardennen, was een van de hoogtepunten waar we reikhalzend naar uitkeken. Dit jaar zouden we opnieuw onder leiding van Gaston Van den Bossche, onze onderwijzer in de derde graadklas en de initiator van deze trektochten, op pad gaan. Hij was niet zomaar een leraar, hij was een man met een passie voor de natuur en een diep geloof in het belang van buitenactiviteiten. Voor hem draaiden deze tochten niet alleen om fysieke inspanning, maar om het scherpen van ons karakter, het versterken van ons doorzettingsvermogen, en het leren waarderen van de natuur. Onze bestemming, de jeugdherberg in Herbeumont, was een ideale locatie voor ons jaarlijkse bosspel. Herbeumont ligt in het hart van de Ardennen, een gebied met ruige bossen, steile heuvels en kronkelende riviertjes. Het voelde alsof we naar een andere wereld vertrokken, weg van de vlakke polders van Battel en de drukte van de stad. Iedereen was opgewonden en vol verwachting. Voor velen van ons was dit het hoogtepunt van het schooljaar. Onze uitrusting bestond uit alles wat je als jonge avonturier zou nodig hebben: stevige wandelschoenen, een warme trui voor de koele avonden, een regenjas voor het onvoorspelbare weer, en een rugzak vol met proviand. Gaston Van den Bossche had ons vooraf uitgebreid geïnformeerd over de tocht en de uitdagingen die we konden verwachten. "Blijf samen," zei hij steeds, "en houd elkaar in de gaten." Maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan wanneer de spanning van het bosspel begon. We werden verdeeld in patrouilles: de Bruine, de Oranje, de Groene en de Rode patrouille. Ik had de eer om, met mijn Spreeuwennummer 229, de leiding over de Bruine patrouille te nemen. Mijn patrouille en ik waren vastberaden om de overwinning te behalen door de vaandels van de Rode en Oranje patrouilles te bemachtigen, die ergens diep in het bos verstopt waren. De uitdaging was niet alleen om die vaandels te vinden, maar ook om ze te verdedigen tegen de tegenstanders die hetzelfde van ons probeerden. Ons bosspel begon vol enthousiasme. Het was fris, de lucht was zuiver, en overal om ons heen ontwaakte de natuur. De vogels floten uitbundig hun voorjaarsliederen en het bladerdek boven ons was frisgroen. De bodem onder onze voeten was vochtig van de lenteachtige regens van de afgelopen dagen, waardoor de hellingen nog glibberiger waren dan normaal. De paden door het bos waren steil en soms moeilijk begaanbaar, maar dat maakte het avontuur alleen maar groter. De patrouilles hadden elk hun eigen strategie, maar onze tactiek was eenvoudig. De Bruine patrouille zou samenwerken met de Groene patrouille. Het plan was dat de Groenen de tegenstanders af zouden leiden, zodat wij, de Bruinen, via een grote omweg het bos in konden trekken en de vaandels ongezien konden bemachtigen. Het was een gewaagde zet, maar als het werkte, zouden we zonder problemen winnen. Ik besloot om persoonlijk de omweg te nemen, in de hoop dat ik, als ik alleen ging, minder op zou vallen. Met de geur van natte aarde in mijn neus sloop ik door het bos, terwijl ik de geluiden van mijn patrouille achter me liet. Het voelde bijna magisch, zo alleen tussen de bomen, omgeven door de stilte van de natuur. Het enige wat ik hoorde was het gekraak van de takken onder mijn voeten en het gefluit van vogels in de verte. Maar terwijl ik dieper het bos in trok, veranderde de sfeer plotseling. De stilte werd doorbroken door stemmen die ik niet herkende. Ze klonken niet als die van mijn klasgenoten, en mijn hart begon sneller te kloppen. Voorzichtig sloop ik dichterbij en verborg me achter een dikke boom. Wat ik zag, deed mijn bloed koud worden. Voor me, niet ver van waar ik stond, zag ik drie mannen. Ze waren gewapend met geweren en spraken met gedempte stemmen. Ze zagen er ruw uit, alsof ze niet voor een onschuldig spel in het bos waren. Mijn gedachten begonnen te racen. Waren het stropers? Wat deden ze hier, zo diep in het bos, op een plek waar normaal niemand kwam? Ik probeerde ze in de gaten te houden zonder opgemerkt te worden. Hun gesprekken waren moeilijk te verstaan, maar hun lichaamstaal sprak boekdelen: ze waren gespannen, op hun hoede. Er hing een dreigende sfeer om hen heen die me nerveus maakte. Mijn nieuwsgierigheid dreef me ertoe om dichterbij te komen, maar ik maakte een fout. Een takje brak onder mijn voet, en het geluid leek oorverdovend in de stilte van het bos. De mannen verstijfden en draaiden zich direct mijn kant op. Hun ogen speurden het bos af, zoekend naar de bron van het geluid. Ik voelde mijn hart in mijn keel bonzen en mijn adem stokte. Dit was fout, ik moest hier weg. Voor ik het wist, draaiden ze zich naar elkaar om, alsof ze een plan smeedden, en kwamen langzaam mijn kant op. Toen zag ik tot mijn schrik dat een van de drie zijn geweer in de richting richtte van waar het geluid vandaan kwam: mijn kant op. Een ijzige rilling trok door mijn lijf. Dit was veel serieuzer dan ik eerst dacht. Mijn hart bonkte nog sneller en adrenaline overspoelde mijn lichaam. De man met het geweer leek elke beweging in de omgeving nauwlettend in de gaten te houden. Dit was niet zomaar een verdwaalde groep mannen in het bos. Ze deden iets verdachts, en ze wisten dat ze niet gezien mochten worden. Ik draaide me om en begon te rennen. Mijn voeten raasden over de modderige grond, mijn hart bonkte in mijn borst en adrenaline stroomde door mijn lijf. Ik kon hun voetstappen achter me horen, ze kwamen steeds dichterbij. De steile hellingen van het bos werkten tegen me; ik gleed meerdere keren uit en viel bijna. Maar ik bleef rennen, voortgedreven door pure angst. Wat als hij schoot? Na wat een eeuwigheid leek, bereikte ik een open plek in het bos. Ik stopte om op adem te komen, mijn longen brandden van de inspanning en mijn benen voelden zwaar aan. Tot mijn opluchting hoorde ik de voetstappen niet meer. De mannen hadden de achtervolging opgegeven. Misschien hadden ze gedacht dat ik geen bedreiging vormde, slechts een verdwaalde jongen op avontuur. Maar de gedachte dat ik aan iets ernstigs ontsnapt was, bleef me achtervolgen. Ik maakte mijn weg terug naar de jeugdherberg, nog steeds vol adrenaline en in shock van wat ik net had meegemaakt. Mijn kleren waren vuil van de modder en mijn knieën deden pijn van het struikelen, maar dat was niets vergeleken met de opluchting dat ik veilig was. Toen ik daar aankwam, zocht ik meteen Gaston Van den Bossche op en vertelde hem wat ik had gezien. Hij luisterde aandachtig, zijn gezicht werd ernstig toen ik de geweren noemde. Zonder aarzeling besloot hij de autoriteiten te waarschuwen. Het spel werd onmiddellijk stopgezet. Die avond, bij het kampvuur, waren de andere jongens druk bezig met hun verhalen over het bosspel. Ze spraken opgewonden over hoe dicht ze bij de vaandels waren gekomen, maar mijn gedachten dwaalden af naar de ontmoeting in het bos. Het avontuur was plotseling veel groter geworden dan een simpel spel. De donkere kant van het bos had zich laten zien, en wat begon als een onschuldig avontuur, had heel anders kunnen aflopen. In die lente, tijdens onze trektocht naar Herbeumont, leerde ik een waardevolle les. Het bos, dat eerst zo onschuldig en vredig leek, kon onverwachte gevaren herbergen. Dankzij de trektochten van Gaston Van den Bossche leerde ik niet alleen de schoonheid van de natuur waarderen, maar ook hoe belangrijk het was om alert te blijven, zelfs tijdens het spelen. Dat avontuur in het bos zal me altijd bijblijven, als een herinnering aan zowel moed als voorzichtigheid.  

Guy Van Damme
15 0

De Hummus Verwarring bij Zouzou

Het was een warme, zonnige middag in Dubai toen we besloten te lunchen bij Zouzou, een populair Libanees-Turks restaurant in de Dubai Mall. De geur van versgebakken brood en kruidige gerechten vulde de lucht en we wisten meteen dat dit de perfecte plek was om even aan de hitte van de stad te ontsnappen. Het interieur van Zouzou had een uitnodigende sfeer met kleurrijke tegels en flikkerende lantaarns, een ideaal decor voor een ontspannen lunch. Patrick, mijn altijd vrolijke vriend, zat tegenover me met een brede glimlach op zijn gezicht. Hij was iemand die altijd in was voor een culinaire ervaring, vooral op vakantie. “Dit gaat fantastisch worden,” zei hij enthousiast terwijl hij door het menu bladerde. Zijn ogen dwaalden over de verschillende gerechten, duidelijk onder de indruk van de vele opties. De serveerder, een vriendelijke man met een professionele uitstraling, kwam naar onze tafel om de bestelling op te nemen. Patrick koos voor een uitgebreide mezze-schotel, een bord vol kleine gerechtjes om te delen. Ik ging voor eenvoud en bestelde hummus als hoofdgerecht, vergezeld van vers gebakken brood. De serveerder noteerde onze keuzes snel en verdween richting de keuken. We hervatten ons gesprek over de vele avonturen die we al hadden beleefd in Dubai. Terwijl de stad vol zat met moderne wonderen, kwamen de oude souks en de Arabische sfeer telkens terug in onze verhalen. En natuurlijk hadden we het over eten. Patrick begon enthousiast te vertellen over de hummus die hij eerder op onze reis had geprobeerd. Zijn passie voor eten werkte aanstekelijk en mijn trek naar mijn hummus nam alleen maar toe. Al snel kwam de serveerder terug met Patrick’s mezze-schotel. Verschillende gerechten werden op tafel gezet, waaronder een prachtig opgemaakt bord hummus. Zonder aarzeling pakte Patrick een stuk brood en doopte het in de hummus. “Dit is geweldig!” riep hij uit met een grote glimlach, terwijl hij opnieuw een stuk brood afscheurde en verder at. Patrick genoot zichtbaar van het eten en zijn enthousiasme werkte aanstekelijk. Ik, aan de andere kant, zat nog steeds te wachten op mijn hummus. Terwijl de minuten voorbijgingen, begon ik me af te vragen waar mijn hoofdgerecht bleef. De serveerder leek druk bezig met andere tafels, en hoewel Patrick vrolijk doorat, begon er iets te knagen. Het duurde niet lang voordat ik me realiseerde wat er gebeurd was. Met een lach die ik nauwelijks kon onderdrukken, keek ik naar Patrick. “Zeg, Patrick,” begon ik voorzichtig, “weet je zeker dat je hummus had besteld?” Hij stopte abrupt met eten en keek me verbaasd aan. "Eh, ik dacht van niet..." mompelde hij, terwijl hij naar het bijna lege bord voor zich keek. Zijn frons werd dieper toen hij zich leek te realiseren wat er aan de hand was. “Patrick,” zei ik lachend, “dat is mijn hummus die je aan het eten bent!” Patrick’s ogen werden groot van schrik. “Oh nee!” riep hij uit, duidelijk geschrokken door de ontdekking. “Dit is jouw gerecht?!” De rest van de tafel begon stilletjes te gniffelen, en al snel barstte iedereen in lachen uit. Patrick zat daar, met een half opgegeten stuk brood in zijn hand, terwijl de realiteit langzaam tot hem doordrong. "Het spijt me zo," zei hij met een verontschuldigende glimlach. "Maar het was zo lekker! Geen wonder dat het zo goed smaakte... het was niet eens van mij!" Ondanks de hilariteit van de situatie bleef ik op mijn honger zitten. De serveerder, die onze tafel passeerde en hoorde wat er gebeurd was, glimlachte vriendelijk maar bood geen vervanging aan voor mijn hoofdgerecht. Terwijl iedereen aan tafel lachte om de “gestolen” hummus, zat ik zonder eten. De serveerder leek in de war of wellicht dacht hij dat alles al opgelost was door de sfeer aan tafel, maar het resultaat was dat ik uiteindelijk nooit mijn hummus kreeg. De lunch ging verder met nog meer grappen en plagerijen richting Patrick. Elke keer als de serveerder iets kwam brengen, zei iemand wel iets als: "Zeker weten dat dit van jou is, Patrick?" De humor aan tafel bleef, maar mijn maag bleef ook knorren. Patrick, die normaal nooit iets zou "stelen," had per ongeluk mijn hoofdgerecht opgegeten zonder het door te hebben, en hoewel het een grappig verhaal werd, was ik teleurgesteld dat mijn bestelling nooit werd vervangen. Zelfs maanden later halen we die herinnering nog steeds op tijdens etentjes. Bij elk hummusgerecht dat we bestellen, kunnen we het niet laten om Patrick eraan te herinneren hoe hij mijn hummus bij Zouzou opat. “Weet je nog die keer dat je mijn hummus stal?” zeg ik dan, waarop iedereen opnieuw in lachen uitbarst. Ondanks de humor blijft het een beetje wrang dat ik die dag hongerig de lunch beëindigde. De hummus bij Zouzou is nu legendarisch binnen onze vriendengroep, maar niet om de redenen die ik oorspronkelijk in gedachten had. Het is het verhaal van een culinaire vergissing die we nooit zullen vergeten, een maaltijd vol gelach — en voor mij, helaas, een lege maag.

Guy Van Damme
15 0

Afscheid van een Oude Vriend: Het Verhaal van mijn Cameratas

Ik had het moment lang uitgesteld, het afscheid dat ik wist dat ooit zou komen. Mijn oude, trouwe cameratas stond op de grond, zoals hij dat altijd had gedaan, klaar voor een volgend avontuur. Maar deze keer was er iets anders. Er zou geen avontuur meer komen. Niet met hem. Deze tas had me door de jaren heen overal gevolgd. Van de levendige straten van metropolen als New York en Buenos Aires tot de wilde, ongetemde natuur van Patagonië en de glinsterende woestijn van Dubai. Hij was er altijd, als een onmisbare bondgenoot, stil maar betrouwbaar. Zijn ruige uiterlijk vertelde het verhaal van die reizen, elk krasje en scheurtje een herinnering aan een bepaald moment of een bijzondere plek. Ik stond in mijn kleine studio, die vol lag met reisuitrusting en herinneringen aan een leven vol avontuur. Mijn blik gleed over de tas en ik voelde een steek van weemoed. Zijn once-strakke vorm was verzakt, zijn gespen roestten langzaam, en zijn ritsen, eens zo soepel als een vers geslepen mes, hadden de tand des tijds gevoeld. Hoe vaak had ik mijn camera’s en lenzen erin geschoven, wetende dat ze veilig waren in zijn bescherming? Ik draaide me om naar mijn bureau, waar een glanzende, nieuwe cameratas lag. Hij was perfect; moderne materialen, lichte constructie, meer ruimte en vakken dan ik ooit nodig zou hebben. Maar hij voelde koud aan, afstandelijk. Er was geen geschiedenis, geen verhaal dat met hem verbonden was. Hij was een tool, niets meer. De oude tas daarentegen... Ik kon me mijn eerste avontuur met hem nog goed herinneren. Het was jaren geleden, toen ik net begon met het vastleggen van de wereld door de lens van mijn camera. Mijn allereerste grote reis was naar Amerika. Het avontuur begon in New York, de stad die nooit slaapt. Ik herinner me nog goed hoe overweldigend het was; de reusachtige wolkenkrabbers, de mensenmassa’s die altijd in beweging waren. Mijn tas, toen nog fris en nieuw, had ik stevig op mijn rug terwijl ik door Central Park slenterde, de drukte van Times Square vastlegde en in stilte de zonsondergang bewonderde vanaf de Brooklyn Bridge. Hij hield mijn camera veilig tijdens de metrotochten en wandelingen door de stad. Daarna volgde Buenos Aires, een stad vol passie en leven. Ik herinner me hoe ik door de kleurrijke straten van La Boca liep, mijn camera in de aanslag om de dansende mensen vast te leggen, en mijn tas hobbelde mee met elke beweging. De avonden aan de waterkant, de geur van de grillende asado in de lucht, en mijn cameratas die daar zat, trouw en stil, wachtend tot ik weer zou inpakken. Van daaruit begon mijn echte ontdekkingsreis door Amerika. Door de woeste landschappen van de Grand Canyon, langs de stomende rivieren van de Amazone, was hij mijn trouwe metgezel. In de vochtige hitte van de jungle, waar de lucht zo zwaar was dat elke ademhaling moeite kostte, bleef hij stabiel, zonder een klacht. Mijn tas was meer dan een gebruiksvoorwerp; hij was een deel van mijn reizen, een deel van mezelf. We dwaalden door de bruisende straten van Bangkok, waar de geur van street food de lucht vulde en de kleurrijke markten een explosie van leven vormden. Mijn tas werd volgeladen met extra batterijen, geheugenkaarten, filters en lenzen, die ik keer op keer verwisselde om het perfecte shot te krijgen. En hij klaagde nooit, hield alles keurig op zijn plek, ondanks het voortdurende geklots van de mensenmassa om ons heen. Het was op een warme zomeravond in Kaapstad dat hij voor het eerst een deuk opliep. We hadden de hele dag door de stad gezworven, de kleurrijke huizen van Bo-Kaap vastgelegd, de uitzichten vanaf Tafelberg bewonderd, en toen ik naar de kust ging voor een opname van de zonsondergang boven de Atlantische Oceaan, gebeurde het. Mijn tas schuurde langs een ruwe rots aan het strand. De eerste kras. Ik herinner me dat ik me omdraaide en even naar hem keek, alsof ik me afvroeg of hij pijn had. Maar hij ging gewoon door, alsof het niets was. Die kras werd later de eerste van vele, elk een symbool van een reis, een avontuur, een moment dat ons bond. Mijn cameratas en ik overleefden zelfs een bijna-ramp op zee. Tijdens een boottocht in Vietnam, terwijl ik de schitterende kalkstenen karstbergen van Halong Bay probeerde vast te leggen, sloeg een plotselinge golf over de boeg. Alles was nat, inclusief mijn tas. Terwijl ik haastig mijn camera’s probeerde te redden, hield hij alles droog. Het was alsof hij me wilde zeggen: “Maak je geen zorgen, ik heb dit.” En dat had hij, keer op keer. Door woestijnen, regenwouden, en stedelijke jungles was hij altijd aan mijn zijde. Soms op mijn rug, soms aan mijn schouder, maar altijd dichtbij. En nu, na zoveel jaren, stond hij daar, vermoeid maar vol verhalen. De scheuren in het leer vertelden hun eigen geschiedenis, net als de afgesleten naden en gescheurde voering. Elk vlekje en elke beschadiging was een herinnering aan een moment dat we samen hadden gedeeld. Maar niets duurde eeuwig. De laatste reis die we samen maakten, was naar Patagonië. De ruige landschappen daar, met de koude wind die over de bergen scheerde, had zijn tol geëist. De ritsen begonnen vast te lopen, de schouderriem brak bijna onder het gewicht van mijn apparatuur, en ik wist diep vanbinnen dat het einde naderde. Het voelde alsof de tas zelf me zachtjes liet weten dat hij zijn werk had gedaan, dat hij zijn rust had verdiend. Toen we daarna in Dubai waren, werd het duidelijk dat mijn tas het niet langer kon volhouden. De zandduinen waren prachtig, en ik probeerde de uitgestrekte woestijn vast te leggen terwijl de zon op de horizon zakte. Maar de tas, die me ooit door zulke situaties had geholpen, voelde zwaarder dan ooit. De hitte had zijn ritsen nog stroever gemaakt, en de slijtplekken aan de onderkant waren erger geworden. Toch hield hij nog stand, zoals hij altijd had gedaan. Dus hier stond ik nu, klaar om afscheid te nemen van deze trouwe metgezel. Terwijl ik naar hem keek, voelde ik een mengeling van dankbaarheid en verdriet. Hoe kon een object zoveel betekenis krijgen? Het was meer dan een tas; het was een symbool van mijn reizen, van de momenten die ik had vastgelegd, de plaatsen die ik had gezien en de mensen die ik had ontmoet. Met een zucht boog ik me voorover en tilde hem voorzichtig op. Hij voelde lichter dan ooit, alsof hij al wist dat zijn tijd voorbij was. Ik opende de versleten rits voor de laatste keer, en zelfs dat eenvoudige gebaar bracht een golf van nostalgie met zich mee. Binnenin vond ik een paar oude geheugenkaarten, een lenskap die ik allang kwijt dacht te zijn, en een kleine notitieboekje waarin ik tijdens een lange vlucht mijn gedachten had gekrabbeld. Het was alsof de tas zelf afscheid van mij nam door deze kleine herinneringen aan het oppervlak te brengen. Ik legde de tas voorzichtig neer en liep naar de kast waar ik zijn opvolger had klaargezet. Het voelde als verraad, alsof ik een oude vriend inruilde voor een jongere, sterkere versie. Maar zo was het leven. Alles heeft zijn tijd. Met de nieuwe tas in mijn handen keek ik nog één keer naar mijn oude bondgenoot. Het was tijd om verder te gaan. Maar terwijl ik de nieuwe tas op mijn schouder hing en me voorbereidde op mijn volgende avontuur, wist ik dat ik de oude nooit echt zou vergeten. Hij had me gevormd, me begeleid door enkele van de mooiste momenten van mijn leven. En met dat besef wist ik dat dit afscheid niet het einde was. Het was slechts een nieuw hoofdstuk. De oude tas zou zijn rust krijgen, en ik zou doorgaan, met nieuwe verhalen om te vertellen, maar altijd met de herinnering aan degene die me door zoveel avonturen had geleid. Vaarwel, mijn trouwe cameratas. Je hebt je werk meer dan gedaan.  

Guy Van Damme
23 0

ARM.

Een paar jaar geleden was er een radio nieuws uitzending waar een socialistische hoogwaardigheids bekleder uit Brugge zei: in Deurne staat een propvol vliegtuig met zaken mensen die naar het eiland MAN vliegt. Op het eiland MAN is er niks te zien aleen VEEL, HEEL VEEL BANKEN.  Een andere socialistische hoogwaardiger uit leuven zorgde er voor dat iedere politie ambtenaar zocht naar iedereen, die een joint prefererder, in de plaats van de godendrank alcohol.  Die toevalig in zijn universiteits dorp werd gebrouwen.  Waar het dorp zeer veel geld bij opstrijkt. Het radio gesprek van de sosialist uit Brugge werd des avonds niet meer herhaald. Censuur.  De witte boord criminelen kusten hun poletjes. De resultaten van de sosialist uit leuven was dat de gevangenissen vol zitten met armen, bruin, en alternatievelingen.  Die een joint liever haden dan alcohol. Het bloed van Christus en het pensioen van de socialistische hoogwaardige uit leuven.  ************************************************************************* Een deel van de marxisten van de jaren 60tig werd mede aandeelhouder van papa's firma, een ander deel werd zeer goed betaald hogere ambtenaar.  In beide gevallen kon armoede hen geen bal meer schelen. Religieuze organisaties lijken weer meer en meer  in de voorhoede te staan bij de aandacht en het bestrijden van armoede. De anti kapitalisten slagen erin om in China een kapitalistische dictatuur te vestigen. Wie gelooft die gasten nog? *************************************************************************** Ik ben arm. ik ben altijd arm geweest. Mijn ouders waren arm mijn grootouders waren arm. Mijn omgeving was arm. Het enige verschil met andere armen ik schrijf er over, ik heb mijzelf nooit arm gevoeld. Nu weet ik dat ik in mijn jeugd enorm veel geluk heb gehad. Ik ben opgegroeid op de grens tussen twee dorpen. Iedereen was even arm. Al de buren haden samen de tweede wereldoorlog door geploegd. Er was een gemeenschappelijk gevoel. De deuren gingen nooit op slot. Het was de tijd voor de sosiale media zelfs voor de televisie, niemant wist hoe het er uit zag binnen de muren van  andere huizen. Tegenwoordig is dat niet meer waar. Mijn marokaanse vrienden in marroko denken dat in Europa iedereen in een chique huis woont want dat zien ze op de sosiale media. RECLAMEFOLDER EUROPA. Tijdens mijn jeugd In de jaren 50tig, 60tig kenden we alleen ons eigen huis. Tussen de grenzen van twee dorpen was ieder huis, wat we nu armoedig zouden noemen. Maar dat wisten we niet.  Een rij arbeidershuizen omringd door boeren. In de zomer werkten we bij de boer, erwten plukken was onze vakantie. Anders dan de kinderen die in het centrum van dat dorp woonden, die gingen op reis naar de zee.  Als kind speelden we op straat, bij de boeren stiekem in het hooi. We bouwden bij de boer op de hooizolder kamers zodanig dat de boer die de kamers ontdekte dat hij toch niet zoveel hooi had als hij wel dacht. Zijn ergernis werd onder het hooi bedolven.  De voertuigen in de straat waren meestal de boer die door de straat schokte met zijn paard en kar. De enige die een zeldzame auto hadden waren sommige landbouwers en de dokter.  Toen ik de wijde wereld introk was dat met een gevoel van vertrouwen in de mens. Dat vertrouwen heb ik nog altijd. Dat is naïef, ik weet het en velen heben die naïviteit misbruikt in hun voordeel. Ik heb ervaren hoe vlaams nationalistische ouders met steun van de kerk hun kinderen vlot hogere studies konden laten doen. Ik heb gezien hoe die vlaams nationalisten gesubsidieerd, met beurzen van ons belasting geld, de eeuwige student uithangen. Tussendoor een bruin jongen vermoorden. Onder leiding van, en bescherming van de vlaams-nationalistische minister-president.  Toen ze dan na jaren belasting steun, toch aan het werk gingen,trokken ze met hun winsten naar het buitenland. Vroeger zaten ze met hun zwart geld in luxemburg daarna op het eiland MAN tegenwoordig zitten de zoontje van corrupte slagers in Zuid-Afrika. Iedereen weet het maar niemand doet er iets aan. Al die belastingen gaan toch naar de ongelovige walen zeggen ze. Die gepamperden beschuldigen arme mensen dat ze gepampeerd worden. Ge moet het maar doen.  45% stemt er voor.  De triomf van  reclame. Toen ik dat op facebook postte vloog ik er uit, haatteksten was de reden. Hi hi. Ik heb ervaren hoe een ambtenaar zijn broer zodanig ophitste dat hij mij in café  PALLIETER probeerde in elkaar te slaan. Werkend als ambtenaar.Met een pluchen hond rijk en beroemd worden alles  betaald met onze belastingen. Ik heb nooit een pluchen hond gekregen maar ik heb wel die pluchen hond mee  betaald. Ik heb gezien hoe Vlaams-nationalisten zonder schroom de Belgische staatskas plunderen. Zonder veel problemen lijkt mij. Met medewerking van velen. De gewone mens die betaald.  Enigszins verbijsterend masochistisch. De gewone mens stemt voor diegene die hem plunderen. Zorgen voor de laagste pensioenen, dure ziekenhuisrekeningen, en lage uitkeringen. En een leven van werken, van de geboorte tot de dood. Zoals in ARBEIT MACHT FREI. Het  protestants  ideaal. In het zweet uwer aanschijn zult ge, voor uw meesters, uw brood verdienen. Vlaams-nationalisten zijn ondertussen eerste klasse Huisjesmelkers geworden. Sosiaal woningen in Vlaanderen 4% Nederland 20%.  Alhoewel dat alles ben ik nog steeds de eeuwige optimist. Ik heb mij soms afgevraagd waar komt dat optimisme vandaan. Wel mischien is het wel een vorm van zelf verdediging geweest tegen al de diefstallen die op mij gepleed zijn. Er is, meen ik, nog een reden. Ik lees veel ik kon al lezen voordat ik als kind moet leren lezen op school. Mijn grootvader zet mij op zijn knieën en toond mijn met zijn vinger de tekstbalon van een stripverhaal.  HET KAPOENTJE, ZONDER HANDEN,  ZONDER TANDEN. Ik vond dat zo boeiend dat ik alles probeerde te lezen wat ik in mijn handen kreeg. Het drama was ik mocht niet lezen kinderen van arbeiders hoorden niet te lezen. Nadat ik de vrije wereld was ingetrokken heb ik mij leesdrift ingehaald. Een van de redenen van mijn optimisme, denk ik, in de meeste boeken die ik lees komt het altijd goed. Ieder boek is een andere wereld, een ander leven, en het komt meestal goed. Dat doet iets men een mens. Als het eens over armageddon gaat. Wel het is maar een boek. Niettegenstaande mijn armoede heb ik  een boeiend leven gehad / heb.  DANK U.   Er wordt ook veel ingezet op sporten. Want van sporten wordt men    'gezond'. Gezonde mensen kunnen veel werken. Die brengen veel op voor de aandeelhouders. Een ploeg artsen verwittigen voor een epidemie van artrose, artritis, reuma.  Bij de leuze gezonde geest in een gezond lichaam wordt meestal het lichaam gezond gehouden een gezonde geest brengt alleen problemen mee. Zeker niet te veel nadenken want dat leid af van het denken over god. Het is al zover: een knieoperatie wordt al niet meer uitgevoerd wanneer men boven de 65 jaar is, er zijn er te veel. De vele langdurige gehandicapten fysiek en geestelijk door sporten   het lijkt wel  collateral damage ter eer en glorie van de aandeelhouders De manier waarop de groene op een sociaal-darwinistische wijze de arme  misbruiken om hun doelstellingen te behalen is ronduit schandalige. De L.E.Z. wordt misbruikt om de arme mens een onbetaalbaar nieuw vervoerstoestel aan te praten. De aandeelhouders met hun 4x4 diegene die iedere jaar een city trip doen en een maand door Europa reizen met de elektrische auto worden niks in de weg gelegd. Diegene die het meest vervuilen wordt in de watte gelegd. Want iedereen moet aan de elektriek. De schandalige manier waar zeldzame metalen worden gedolven kan hun niks schelen. Het lijkt wel terug het meest schandalige koloniaal avontuur. Het is een ver van hun bed  show. Wanneer na de bloeddiamanten de bloedbaterij? Het geromantiseerd van de plukboerderijen waar massaal stedelingen gemotoriseerd een zakje patatten halen met wat tomaatjes wordt ecologische voorgesteld, naar het schijnt smaken die patatjes en tomaatjes beter. Volgens mij zit dat tussen de oren. Het meest schandalige de supermarkt om de hoek wordt net geen vergif genoemd. Spijtig voor die arme die daar zijn inkopen moet doen. De geestelijke gezondheidszorg bij armen trekt op niets. Aandeelhouders hebben hun eigen privé geestelijke gezondheidszorg, aftrekbaar bij de belastingen. Ouders die de ellende van hun kinderen zien, openen hun medicijnkastje  voor hun kinderen. Ter glorie van de aandeelhouders in de farma-industrie. Het is toch ongelofelijk dat nu in deze tijd waarbij voornamelijk onze hersenen schade oplopen. De geestelijke gezondheidszorg zo primitief is. In de industriële cultuur wordt onze fysieke problemen zo goed als mogelijk genezen.  Het is een absolute schande, voor de politieke verantwoordelijken, dat velen met geestelijke problemen op straat te vinden zijn. Het is een absolute schande dat er geen vooruitzien is. Het was makelijk te voorspellen.  Maar waneer enige tijd geleden een sosialist, een krokodil van de industriële cultuur, het volgende zei: internet zal voorbij gaan en ik weet niet wat email betekent. De man wordt nog altijd toegejuicht. Zou het kunnen dat veel maatschappelijke onrust wordt veroorzaakt door een falende geestelijke gezondheidszorg. Dat de slachtoffers en hun omgeving geen enkele begrip meer heben voor de falende overheid.  Die niet in de plaats is gekomen van diegenen die in het verleden de opvang deden.  Armen die klein behuisd zijn, die hun joint op straat oproken, worden lachend door aandeelhouders, met hun joint, door het venster van hun villa bekeken wanneer ze richting vergeetputten worden gestuurd.. In Oostende rijden, zeer welkom, 4x4 stinkende aandeelhouders monsters ongehinderd door de straten maar o wee wanneer een onverlaat een sigarettenpeuk op de grond gooit: 350 gas boete. De natte droom van de Vlaams-nationalisten is een Monaco aan de Noordzee, we hebben geen prinsen op overschot maar wel veel politiekers en ambtenaren. Volgens een studie gepubliceerd in de morgen en de tijd werken 18% van de Belgen rechtstreeks of onrechtstreeks voor de overheid.   Ik las in een tijdschrift, die niet bekend staat om zijn onwaarheden, het bijna onwaarschijnlijke verhaal dat er families zijn op deze aardkloot die zoveel kapitaal en waardes heben dat moest ze hun kapitaal schenken aan de mensheid iedere mens op deze aardkloot een paar miljoen zou ontvangen. Dat betekent dat dit kapitaal niet beschikbaar is voor de mens. Dat dit kapitaal vernietigd is. Dat alles ter verdediging van de protestantse ARBEIT MACHT FREI levenswijze. Die als een monsterlijke vreet en graafmachine onze gehele planeet aan het vernietigen is.   P.S. Let wel, ik heb niks tegen rijke mensen, ze kopen mijn werk. Maar ik ben tegen mensen in armoede laten. De laagste pensioenen, in Nederland 1000 euro, Frankrijk 400 euro, Duitsland 300 euro meer dan in In het rijke maar o zo corrupte vlonderen.  De gevolgen van het  mattheuseffect verminderen, wordt in de vuilbak gegooid. Het mattheuseffect is de sociologische vakterm voor het rijker worden van de rijken en het armer worden van de armen. Hij is gebaseerd op een vers in de parabel van de talenten in het evangelie volgens Matteüs, 25:29.[1] ********************************************************************** Tekeningen die ik maakte na 1 maand verblijf in het  Penitentiair complex van Brugge. De reden vindt u in het verhaal JEF. Veel leesgenot. https://www.2dehands.be/seller/view/m2091030173

verf ed: Contemporary ArtTIST
128 0