Commotie in Hyde Park
Een uit de hand gelopen hobby, zo noemde hij het plastisch. Hij probeerde te minderen. Hoe harder hij dat deed, hoe meer hij overliep. Alle begin is moeilijk. Vreselijk.
Hoe was het zover kunnen komen? De scheiding, ja, die kutscheiding was de oorzaak. Daarna kwamen eenzaamheid, en verveling. Wie deed hij er trouwens kwaad mee? Niemand, toch? 't Is heus niet zo dat je er blind van wordt. Maar gelukkig evenmin. Hoe meer hij het deed, hoe mislukter hij zich begon te voelen.
Surfen. Urenlang. Plankzeilen naar porno. Een verslaving zoals een andere, had die hufter van een psychiater gezegd. Er bestaan pilletjes voor. Probleem opgelost. En daarna verslaafd worden aan die pillen? Niks van. Wilskracht is blijvender. Sterker. Het moest lukken. Omdat het moest. En omdat hij er stilaan gek van werd. Het sluimerde al lang niet meer. Domineren deed het.
Gelukkig waren er nog die weekendjes met Sam, zijn zoontje. Weg van de verleiding. Om de veertien dagen had het leven zin. En hij even niet. Of wel?
Moeilijk.
Gaan winkelen, naar Sams tennisclub voor een zaterdagse training of een zondagse wedstrijd, bioscoopje, McDonald's ... Waar het verzetten der gedachten aanvankelijk bijna als vanzelf ging, thuis, in de weekendroutine, verliep het tegenwoordig steeds stroever. De sleur doorbreken, dat had de hufter gezegd. Mentaal opladen en tegelijkertijd het hoofd vrijmaken van ... tja.
Zo was hij dit weekend samen met zoonlief op city trip in Londen. Om eens iets anders te doen dan gebruikelijk. Toen ze aan het wandelen waren in Hyde Park kwam er een vogel nogal dicht bij hen zitten.
‘Kijk, een zwaluw, die zie je hier niet al te vaak,’ fluisterde papa toen hij haar opmerkte. 'Zwaluwen zijn snelle vogels die veel kwetteren. Trekvogels zijn het, ze willen zijn waar het heet is. Ze nestelen zich graag in vochtige holtes. Ja. Ik weet alles over vogelen. Volgens veel mensen brengen zwaluwen geruk, geluk bedoel ik. Dat lijkt me een mietje. Mythe.'
‘Kom, zwaluw!’ zei Sam, die maar weinig begreep van wat zijn papa allemaal vertelde. 'Kom, zwaluw!' probeerde hij nog eens, maar de zwaluw kwam niet dichter.
‘Dat is een Engelse zwaluw, jongen. Die moet je in het Engels aanspreken. Ik zal het zelf eens proberen’, zei z'n papa opgewonden. ‘Cum swallower!’ hijgde hij enthousiast. 'Cum swallower!' Fluisteren werd zeggen werd roepen.
Die twee politiemannen moeten boos zijn op die koppige vogel, vond Sam. Niet op papa die zo zijn best doet.