Zoeken

Dit is een verhaal over de verhalen van deze wereld.

De realiteit waarin ik mij lijk te bevinden, hangt aan elkaar van de verhalen. De meeste verhalen vertellen hetzelfde, maar gebruiken andere woorden. We zijn allemaal personages in een verhaal, verzonnen door onszelf en onze omgeving. Mensen vinden het een reden om zich op te winden wanneer hun een verhaal ter ore komt waar ze niet achter staan. Het zijn verhalen die oorlogen motiveren. Er heerst veel gehechtheid aan verhalen, alsof verhalen drijfhout zijn in de oneindige lege uitgestrektheid van het bestaan.Om te kunnen bestaan als mens, lijken we verhalen nodig te hebben. We bevinden ons immers altijd in een context die kan benoemd en verklaard worden, wat automatisch een verhaal vormt. Zelfreflectie is een proces van zich bewust worden van wat voor verhaal er wordt gespeeld en nog belangrijker: wie de ‘ik’ is die het verhaal interpreteert. Diepgaande contemplatie over het ‘zelf’ dat verhalen verzint, mondt uit in de conclusie dat het verhaal ondergeschikt is aan de bewustzijnstoestand van de verteller of interpretator. En wie nog een stap verder gaat, kan besluiten dat ook het hoofdpersonage in ons eigen levensverhaal een illusie is.Internet en sociale media zijn op niets anders gestoeld dan het uitwisselen en exploreren van verhalen. We schenken ons bewustzijn aan de oneindige verhalenstroom die op een scherm verschijnt. Via onze ogen, de zogenoemde spiegels van de ziel, glijdt aandacht en vrije wil in deze bodemloze verhalenput.Soms liggen we wakker van verhalen over mensen die we niet kennen. We vormen een standpunt en mening over verhalen die zich letterlijk mijlenver van ons bed bevinden. We zouden voor ongevoelig kunnen doorgaan als we dat niet deden. Met voorgekauwde signalen van empathie, bijvoorbeeld in de vorm van een aangepaste profielfoto met slogan, wordt het leed van andermans verhalen erkend en moreel ondersteund. Er is ons geleerd om te huilen en juichen voor elkaars verhalen. Kortstondig echter, want er staat altijd een ander verhaal dat aandacht ‘verdient’ klaar in de rij.Het inzicht dat het zinloos en uitputtend is om externe of collectieve verhalen te proberen te veranderen en dat het in de eerste plaats constructiever is om zich te richten op een verrijkende transformatie van het individuele verhaal, is ook een mijlpaal in het proces van zelfontwikkeling en -reflectie. Dit gaat vaak samen met het besef dat de externe verhalen die we opvangen en interpreteren ons eigen verhaal op één of andere manier reflecteren. Want wat een verhaal met ons doet, vertelt uiteraard iets over onszelf. Aan de hand van hoe we reageren op verhalen krijgen we een inkijk in onze mechanismen. Weinig mensen lijken echter bereid om hier dieper op in te gaan. In onze samenleving ligt er een veel grotere focus op de inhoud van verhalen dan op de inhoud of aard van het bewustzijn dat die verhalen interpreteert. Er heerst een hardnekkige afleiding die ons collectief in z’n greep houdt. Althans volgens mijn verhaal.Omdat mijn personage in dit levensverhaal zoekend blijkt te zijn, gaat mijn interesse uit naar het Verhaal achter alle verhalen, ook wel de waarheid genoemd. Het definiëren en ontmantelen van wat waarheid is, of zou kunnen zijn, is een queeste die een aanzienlijk deel van mijn verhaal beschrijft. Ik speel de grotendeels onzichtbare rol van een realiteitsonderzoeker; iemand die niet omheen de leemtes van het niet-weten kan leven.Het is voornamelijk ongemak, in diverse vormen, kleuren en maten, dat een mens uiteindelijk motiveert om achter de sluiers van gewoonte en veronderstelling te kijken. Afhankelijk van de aard van het interpreterende bewustzijn, kan het duister een brenger van helderheid zijn. Het verwerven van inzichten en het daaropvolgende gevoel van een iets meer verruimd bewustzijn, kan enthousiasme en zelfs euforie opwekken. Er worden bijeenkomsten georganiseerd voor mensen die dit ervaren, waar dan een veld met een ‘hoge frequentie’ wordt gecreëerd. Ze hopen hiermee niet alleen zichzelf maar ook hun omgeving te ‘helen’.En ja, ik spreek uit ervaring, het voelt goed om omringd te zijn door gelijkgestemden en samen te vieren wat we met vallen en opstaan weer hebben kunnen (mogen?) herinneren. Het voelt als een opluchting om anderen te ontmoeten die vanuit een herkenbare helderheid communiceren, of alleszins die intentie hebben. Maar het neemt niet weg dat ik mezelf nog steeds identificeer met een verhaal. Een verhaal dat nu veel beter lijkt te passen bij wat voor mij als authentiek voelt, maar uiteindelijk toch ook weer zijn beperkingen prijsgeeft.Kan ik niet ‘gewoon tevreden’ zijn met wat zich voordoet? Is het dan nooit ‘goed genoeg’? Ik voel een onrust die uit verhalen wil breken, maar geen idee heeft wat het alternatief (of origineel) dan juist inhoudt. Vanuit dit beperkt menselijke perspectief kan ik mij niet voorstellen hoe een bestaan zonder verhalen eruitziet. Er zou dan ook niets te zien of ervaren zijn. Het absolute niets kennen we enkel als concept. Een iets minder extreem idee dan een bestaan zonder verhalen is het zich onthechten van verhalen, of zonder weerstand of oordeel het verhaal ‘spelen’. Ervaren zonder de ervaring toe te eigenen. Een personage spelen zonder het personage te ‘zijn’. Ik heb een bibliotheekkast vol boeken die vertellen hoe je zo’n meditatieve bewustzijnstoestand kan bereiken. Ik heb glimpen mogen opvangen van zo’n toestand, maar op momenten dat ik er het meest nood aan heb, blijft het eveneens bij een concept.Ik zou kunnen stellen dat ik gewoon wat meer mijn best moet doen als ik mezelf wil verlossen van mezelf. Beter worden in mediteren en observeren zonder te reageren. Nog meer de ‘stilte in mezelf’ opzoeken. Oefenen, leren, bijsturen and repeat. Tot ik bij een vredige versie van mezelf uitkom? Tot er een verhaal gecreëerd is met een van het verhaal onthecht personage? Wel, ik heb het gevoel dat ik het gehad heb met het nastreven van zulk verhaal. De vraag is dan weer: welk verhaal komt ervoor in de plaats? De focus op het doorzien van verhalen is ook niet meer dan een verhaal dat mij afleidt van iets essentieels. Wat die essentie dan juist is, is het onderwerp van vele verschillende spirituele verhalen. Zo blijven we ter plaatse trappelen.Ik voel vaak weerstand tegen de vorm en toestand waarin ik mij schijnbaar bevind. Ik zeg bewust ‘schijnbaar’ omdat niets zeker is, zelfs niet mijn eigen bestaan. Vanuit die fundamentele bestaansonzekerheid zijn we als mens genoodzaakt om verhalen te verzinnen. En zolang iets een verhaal is, is het geen waarheid. Absolute waarheid vindt geen bodem noch zuurstof in een duale realiteit. Van het moment dat iets bestaat, is het niet langer absoluut waar. In de dualiteit kan bewustzijn enkel onwaarheden beleven en belichamen.Het enige constante en waarachtige in de immer transformerende verhalenstroom is het bewustzijn zelf dat dit alles verzint en ervaart. Ik zou mijn leven tot nog toe kunnen omschrijven als een exploratie van bewustzijn in een werkomgeving die niet stabiel of betrouwbaar is. Het is een vorm van zelfonderzoek zonder dat ‘zelf’ te kunnen zien of aanraken. De ware Zelf ligt bedolven onder geconstrueerde illusies. Het bevrijden van die Zelf vraagt geen actie, noch een verhaal. Maar om een specifieke perceptie.Hier sprekend vanuit deze menselijke vorm kom ik niet verder dan mentale cirkeltjes en verstrik ik mezelf in paradoxen. Een onmiskenbare paradox die deze tekst belichaamt, is dat mijn pleidooi voor het loslaten van verhalen enkel verpakt als een verhaal kan verschijnen. Dat waarover ik wil spreken laat zich niet vatten als één absoluut geheel, enkel als een mogelijkheid die zich te grabbel gooit voor oordeel. Alles wat groots is, wordt door de artificiële wetten van deze wereld klein en onzichtbaar gemaakt. En wat niet van essentieel belang is, wordt als afleiding in het gezicht geduwd.Wie aan diepgaand Zelfonderzoek doet, botst gegarandeerd op muren. En wanneer de ene muur gesloopt is, verschijnt er daarna een andere. Misschien bestaat het doorbreken van dit patroon van eindeloos opdoemende muren uit de absolute overtuiging dat er in feite geen muur is? En in afwachting van die verlichte bewustzijnstoestand zou ik het slopen kunnen staken en overgaan tot het bewust observeren en ervaren van de beperking, waarvan ik weet dat die er niet is. Ik ‘wacht’ dan als het ware op de inzichten en perceptie (verworven uit ervaring) die ik nodig acht om doorheen barrières te kijken en mijn bestaan te verruimen.Met ‘wachten’ refereer ik niet aan een passieve toestand, maar aan het integer spelen van een levensverhaal terwijl ik oefen in liefdevolle onthechting. Anderzijds wil ik dit leven natuurlijk liever niet tot ‘oefen-‘ of ‘wachttijd’ reduceren. Het wachten op ‘iets beters’, wat veel religies prediken, is al lang achterhaald. Dus dan toch maar terug aan het slopen gaan, in de hoop dat de muur waar ik druk op zet de laatste is die naar ‘buiten’ leidt. Het ‘buiten’ dat in deze omgekeerde wereld ook het ware ‘binnen’ kan genoemd worden.Het is een gok of ik mij het slopen van zoveel muren niet ga beklagen. Net als iedereen heb ik nergens zekerheid over, ik kan alleen iets enten op de dingen die ik besluit te geloven. Ik heb voor mezelf besloten dat ik niets weet en aan alles dat los zit zal rammelen. Mijn geest vindt geen berusting in de versluierde of ommuurde wereld en kan zich niet ontdoen van de nieuwsgierigheid naar wat erachter zit.Het idee herkenning te vinden bij een minderheid ‘murenslopers’ motiveerde me om deze, en andere teksten van mij, openbaar te delen. Ik hoef deze (h)erkenning zelfs niet bevestigd te zien, alleen al het ‘weten’ dat de processen waarover ik spreek deel uitmaken van iets dat mijn persoonlijke ervaringsveld overstijgt, is voldoende. Ik voel zelf wat voor een impact de zorgvuldig neergepende woorden van andere auteurs op mijn onderzoeksproces hebben. Hoe herkenning vinden in de existentiële bevindingen van anderen tot meer zelfvertrouwen en focus kan leiden. Het stabiliseert enigszins het eigen fundament dat zich aan weinig betrouwbaar kan toetsen. Maar de moraal van dit verhaal is en blijft wel: of je nu herkenning vindt in deze woorden of niet, het blijft ‘slechts’ een verhaal dat zich nooit zal kunnen loskoppelen van de duale driedimensionale wereld die als slijk over de onuitspreekbare waarheid ligt.Karolien Deman(Foto door Lieven Herreman)

KarolienDeman
7 0

Open Brief *2

Ik begrijp het niet meer. Wat verwachten jullie eigenlijk van ons?  Het héle land HAAT ons. En neen, dat is niet overdreven. Ik zet de tv aan en politici zijn mijn naam aan het zwart maken via veralgemeningen.  Ik open een krant, of roddelblad, en alweer zijn ze de zwaksten van het land aan het aanvallen. Ik open social media en daar word ik met de dood bedreigd omdat ik werkloos ben, en dus een profiteur in hun ogen.  Maar zeg ik een fout woord over een politicus, dan krijg ik een klacht vanwege “laster en eerroof” tegenover mij. Weet u dat ik naar de politie ben gegaan om zélf klacht neer te leggen tegen onze politici? Dozijn+ jaren aan bewijsmateriaal had ik mee. Ik was het speciaal allemaal gaan printen in een copy shop.  Weet u wat hun reactie was?  Ik werd uitgelachen. Men maakte mij belachelijk. “Waarom ga je ni gewoon gaan werken ipv over zoiets belachelijks te blijten?” werd mij gezegd.  Zoals ik in mijn vorige open brief al vermelde:  Ik heb 8 novels geschreven, ik klokte 14 uur per dag gedurende 9 maanden. Onbetaald, op mijn uitkering na.  Wie van u kan dat zeggen?  En u weet ook het resultaat.  Ik werd van fraude beschuldigd.  Ik verloor een maand mijn uitkering, maar werd niet geschorst.  Omdat ik niet geschorst was, had ik geen recht op een leefloon.  Ik zat een hele maand zonder eten, of inkomen. Ik schreef een boek, ik deed moeite om vooruit te geraken, en het kostte me bijna mijn hele leven.  En waarom?  Omdat politici de wet zodanig gemaakt hebben dat werklozen, laaggeschoolden, allochtonen, schoolverlaters en immigranten geen enkele kansen krijgen. Vervolgens gaat men net die groepen aanvallen via media.  Neemt de bevolking het over op social media. En krijg je plots doodsbedreigingen via privéberichten, en zelfs e-mail.  Neem nu het schrijven van een boek.  Je schrijft een boek, je doet er niemand pijn mee, je werkt aan een talent, je hebt een optie op een mogelijke carrière en zelfs als het niet zo succesvol is kan je er nog altijd wat extra zakgeld mee verdienen. Lijkt onschuldig, toch?  Tot de regering er zich mee gaat bemoeien.  Je bent bv verboden, letterlijk, om hoegenaamd iets te doen dat met kunst te maken heeft als je werkloos, of laaggeschoold bent. Maar dat is nog niet alles.  Zelfs al ga je vervolgens inzetten op een job, en vind je een job. Dan mag je NOG steeds niet publiceren. Waarom? Wel, je hebt ten eerste minstens een vast contract nodig waarmee je al minstens 6 maanden aan het werk bent. En als er nog niet genoeg kettingen rond je vrijheid hangen gaat men dit er ook nog eens bij doen: Je mag nog steeds niet publiceren zonder dat je op z’n minst 300 euro hebt verdiend met je kunst, of minstens 5 professionele activiteiten hebt uitgevoerd met je kunst. Wat het dus nagenoeg onmogelijk maakt voor, bv, auteurs. Want 1 volledig novel, hoeveel woorden er ook gebruikt worden, hoe lang u er ook aan hebt gewerkt, geldt slechts als 1 activiteit. Hoe gek is dat? Je kan maanden aan het schrijven en editen zijn, dagen klokken van 14 uur voor maanden aan een stuk en dan wordt het beschreven als zijnde “1 activiteit”. Moet je dat nog eens 4 keer herhalen éér je in aanmerking kan komen voor het attest waarmee je dan eindelijk de toestemming hebt in dit land om in de kunst te gaan werken.  “Ga dan toch gewoon werken en stop met schrijven”, hoor ik menig van jullie dan denken.  Dus, omdat de wet specifiek tegen mij discrimineert, en mij geen kansen geeft, en mij vervolgens wil straffen omdat ik kansen benut; moet ik maar gewoon alles opgeven en “werk gaan vinden”?  Laat mij u eens vertellen wat “werk vinden” écht is.  Zaken als VDAB helpen u niet.  Wat zij aanbieden is een gesprek. Niks meer.  Het zoeken, solliciteren, contacten leggen, etc. Dat doe jij nog altijd helemaal zelf.  Interims zijn nog nooit zo nutteloos geweest als men nu is.  En dat zeg ik niet zomaar, en het is eigenlijk ook niet hun schuld. Zij zijn zowat de enigen die jou effectief zouden helpen om een job te vinden (als je héél véél geluk hebt met de persoon die voor jou zit, en of deze jou graag heeft, BELANGRIJK detail).  Maar de contracten die interims in aanbieding hebben tellen, dankzij De Wever zijn nieuwe wet, niet meer mee als “werk”.  Hulpverlening is al helemaal nutteloos. Ook daar is het enige wat men jou kan aanbieden een gesprek. Intensieve hulp is nagenoeg onmogelijk omwille van 2 hoofdredenen.  De wet bindt letterlijk hun handen. Hulpverlening wordt vaak weerhouden om echte hulp te bieden omdat de wet het niet toestaat.Te weinig mensen werken in hulpverlening om intensieve en gepersonaliseerde hulp mogelijk te maken.   De arbeidsmarkt gediscrimineerd volgens de toon van de politiek.  Bv; toen woke populair was hadden mensen als ik meer kansen. Omdat ik deel uitmaak van een minderheidsgroep (meer dan 1) en het als negatief kon beschouwd worden wanneer men jou geen kansen zou geven. In die periode had ik dan ook meermaals langdurig werk.  Maar momenteel zitten we in de anti-woke periode. En dat komt mensen als ik duur te staan. Politici’s discriminatie, wat ik werkelijkheid ‘laster en eerroof’ is; sluit 97% van alle deuren. Die laatste 3%? Daar moet de héle minderbedeelde klasse voor strijden. En als die 3% is opgevuld, is het nagenoeg nutteloos om te blijven proberen.  Je mag nog 8 novels schrijven om jezelf en je leven een boost te geven. Men gaat jou altijd blijven beschrijven als een profiteur. En de maatschappij zal jou ook altijd zo blijven zien. Diezelfde maatschappij die jou geen kans wil geven op een job. Diezelfde maatschappij dat, nadat je eindelijk een job hebt, vervolgens van jou verwacht dat jij je hele leven, tijd en geld opoffert aan de maatschappij om het te helpen verder te evolueren. Diezelfde maatschappij die jou net nog dood wilde. Het is een verschrikkelijke manier om te leven. Het geeft je een gigantisch minderwaardigheidscomplex. Het geeft je de wens om niet langer in leven te blijven.  Elke dag overleven wordt een uitdaging, een probleem.  En omdat 98% van jullie werkende mensen zo beïnvloedbaar zijn door de leugens van politici, leven wij in telkens escalerende armoede.  Neem nu, bv; de mythe dat uitkeringsgerechtigden geen belastingen zouden betalen.  Ik betaal ieder jaar bijna 170 euro aan gemeentebelastingen.  Daarbovenop ben ik verplicht per jaar meer dan 20 onbetaalde verlofdagen op te nemen. Dat is quasi een volledige maand aan inkomen dat wij verliezen. Dat wil zeggen dat wij slechts 11 keer worden uitbetaald over 12 maanden, en wij dus die verlofdagen moeten spreiden over het jaar zodat we alsnog 12 maanden een inkomen hebben.  Dat is een totaal van bijna 1600 euro dat jaarlijks naar de regering gaat.  Wij krijgen ook geen extra's. Bovendien worden wij niet betaald voor officiële vakantiedagen zoals bijvoorbeeld de feestdagen. Noch krijgen wij een 13e maand (we hebben niet eens een 12e).  Je mag noch je stinkende best doen en iedere dag bezig zijn om een job te vinden, of een alternatieve manier om een carrière te maken.  Je bent en blijft een profiteur in de ogen van de maatschappij, omdat de maatschappij ons bekijkt door de ogen van politici.  “Als je wil, dan lukt het”. Zegt men.  Eenieder die dat zegt verdient een natte klets in hun gezicht.  Ik probeer al intensief bezig sinds ik 17 was en als dakloze op straat leefde.  Sindsdien ben ik quasi dagelijks bezig geweest om mijn leven te verbeteren en een weg naar voren te vinden.  Ik ben ondertussen 36 en als het aan de regering afhing, en de samenleving, ben ik binnen x aantal maanden opnieuw dakloos. En volgens hen zou ik het verdienen. “Je doet het u zelf aan”, zegt men dan.  Neen. JULLIE doen het mij aan. JULLIE discriminatie en JULLIE weigering om mensen als ik te helpen, of vertrouwen. En waarom? Vanwege vooroordelen die al bestaan sinds voor het jaar Chr. Dat is duizenden jaren. Duizenden mensen. En jullie hebben nog niet het verstand ontvangen om voor jullie zelf te denken.  Maar dan ben ik degene die geen job vindt?  Ik schreef 8 novels, terwijl de meesten van jullie met moeite 1 zin kunnen schrijven. Maar dan ben ik degene die geen kansen krijgt?  Ik overleefde armoede, dakloosheid, discriminatie en véél erger. Terwijl jullie fluitend door het leven kunnen gaan.    Maar IK word dan bezien als “iemand die niet vooruit wil”??    Het zijn jullie discriminerende posities die open deuren gesloten houden voor mensen zoals ik. En dan gaan jullie ons straffen omdat we niet door een gesloten deur wandelen?  Gaan jullie ons uitjouwen, ons verwijten, ons dakloosheid en de dood injagen.    Maar WIJ zijn dan de “ongeleerde” “onbeschaafde” niksnutten?    Ik heb dit jaar meer uren gedraaid en meer producten afgeleverd dan jullie werkende mensen. Maar omdat ik minder bedeeld ben opgegroeid, en momenteel werkloos ben, maakte dat van mij een crimineel.  Dat is het land waarin jullie leven.  Hitler had hier zijn paradijs gevonden.  Een fascistische smet op de wereldkaart, dat is waar België in veranderd is. Ik heb geen respect meer voor jullie.    Jullie willen professionele doppers? Jullie willen vijanden van de maatschappij?  Proficiat.  Jullie discriminatie en haat heeft er nu 1 gemaakt. Ik solliciteer al 20 jaar. 20 jaar wil ik een beter leven. 20 jaar doe ik al moeite. 20 jaar leef ik al met deze schuld en druk. 20 jaar word ik al uitgejouwd en gehaat. 20 jaar krijg ik geen enkele kans, laat staan geloofwaardigheid. 20 jaar.  En dan wordt mij alles afgenomen omdat mijn leven niet lijkt op dat van jullie. Omdat IK niet lijk op jullie.  Ik doe meer in 1 jaar werkloosheid, dan jullie doen in een heel leven met een job. Maar ik ben dan de profiteur. De niksnut. De professionele dopper. De leugenaar. Want 200 euro onder de armoedegrens leven is blijkbaar een luxe leven.  Leven zonder respect en vertrouwen van je eigen landgenoten is blijkbaar de hemel. En slechts 1 maaltijd per dag kunnen betalen is naar hun zeggen “leven als God in Frankrijk”.   Ik verlies mijn leven omdat de meeste van jullie ongelooflijke imbecielen zijn.  Sta daar maar eens bij stil.   Ik heb geen wil meer om te leven, om te blijven vechten. Want waar tf vecht ik voor? Om nog erger behandeld te worden? Om nog minder kansen te krijgen? Om nog meer beledigd te worden? Ik verlang naar het einde van mijn leven, op 36 jarige leeftijd. Omdat ik nooit de toestemming gehad heb van deze samenleving om een leven te mogen bouwen voor mezelf.   Sta daar maar eens bij stil, discriminerend volk. Jullie haat gaat er nu voor zorgen dat duizenden mensen wiens levens al onmogelijk waren, nu nog moeilijker, zwaarder en belastender gaan worden.  Omdat jullie liever de leugens van politici geloven dan jullie zelf te informeren naar de waarheid. Lafaards en idioten. Alsof ik in Amerika woon. Ik schaam me rot om dezelfde nationaliteit als jullie te dragen. Dat meen ik écht. En ik hoop vanuit de grond van mijn hart dat ieder van jullie zelf eens mag meemaken hoe het er nu écht aan toe gaat op de arbeidsmarkt. Dat jullie slachtoffer kunnen worden van de discriminatie en stereotypes die jullie zelf gebouwd hebben.    Mijn leven, en dat van duizenden anderen, wordt binnenkort een halt toe geroepen. Er zullen honderden daklozen bij komen. En laat nu net deze regering ook alle hulp aan daklozen geannuleerd hebben… Weet u wat dat betekent? Doden. Honderden, duizenden, erbarmelijke omstandigheden in 1 van de rijkste landen ter wereld.  Omdat jullie geen moeite kunnen steken in jullie zelf correct te informeren en werkelijk geloven dat politici jullie vrienden zijn. De enige vriend van een politieker is het geld dat ze zichzelf betalen.   Jullie haat voor minderbedeelden zal binnenkort duizenden levens verwoesten.  Ik wil dat jullie deze zin meenemen naar jullie bed vanavond en daar eens goed over nadenken. De levens die in gevaar zullen komen, en degenen die zullen eindigen, dat wordt allemaal bloed aan jullie handen. Omdat jullie politici hebben aangespoord en opgehyped om dit te doen. Men kan méér besparen en méér geld halen bij andere zaken. Maar zoals gewoonlijk wordt alles weer gehaald bij de minderbedeelden.  Eerst liegt men dat wij niks betalen van belastingen Dan liegt men dat wij “ruim voldoende hebben om mee te leven”, maar nemen ze wel een volledige maand aan inkomen weg.  En daarna gaat men nog eens gaan besparen in iedere vorm van hulp die er bestaat.  Maar nooit bij de rijken. Nooit bij zichzelf. Nooit bij jullie.  ALTIJD bij de minderbedeelden.  Maar wij zouden dan geen bijdragen leveren, he?  Niet alleen wordt ons geld ontnomen, we betalen ook nog eens met ons leven en onze reputatie.  Het enige dat jullie moeten betalen is belastingen 1 keer per jaar. En het hangt dan nog eens volledig af van jouw EIGEN spendeergedrag, en NIET van hoeveel minder bedeelden er zouden zijn. Wat jullie moeten betalen ligt over het algemeen veel lager dan wat men van ons automatisch weg neemt.  Maar daar weten jullie uiteraard niks van. Want niemand van jullie begrijpt hoe het allemaal in elkaar zit. Jullie geloven gewoon de bullshit die je hoort van politici en gaan daar maar al jullie meningen en geloofsovertuigingen op bouwen.  Maar ik, en anderen als ik, die het wel begrijpen. Die wel mee zijn met hoe het allemaal in zijn werk gaat, wij zijn dan degenen die worden bezien als “ongeschikt” door aanwervers? Wij worden niet aangenomen, maar jullie gullible fools krijgen dan wél een toekomst.  En dat is dan maar “jullie eigen fout”, toch? Want volgens 95% van jullie hebben mensen in armoede het enkel maar aan zichzelf te danken, toch?  Ik vind het écht wansmakelijk om toe te zien hoe ongeleerde mensen gaan lopen met de kansen en opportuniteiten die voor ons zouden moeten zijn.  Ik heb geen diploma, want ik werd dakloos toen ik 17 was en leefde in een bos tot ik 19 was. Maar ik ben nooit gestopt met leren.  Dat kan ik niet van deze maatschappij, of haar politici, zeggen.

K.L. Runaya
10 2

Trompetgeschal

Haar stem klonk als een gebroken trompet, waarin de lucht haar eigen weg zocht, rauw en ongetemd. Misschien was het een erfenis van haar Vlaamse thuis, haar Marokkaanse roots, haar Hollandse jeugd. Wie zal het zeggen? Het was een stem die een verhaal vertelde nog voor er een woord gesproken werd.Met diezelfde stem waste ze mijn moeder van zesennegentig. De thuiszorg stuurt telkens een nieuw gezicht; men wil waarschijnlijk voorkomen dat de band te hecht wordt. Voor mijn moeder is het een zegen. Elk nieuw gezicht is een nieuw podium, elke verzorgster een te redden ziel. Ze ontvangt hen telkens met dezelfde missiedrang die haar al zeventig jaar lang drijft. Ze is en blijft een evangeliste in hart en nieren. Geen herfst van haar leven zal haar tegenhouden. Meestal vlucht ik naar boven als de wasbeurt begint. Ik heb niet altijd de moed om aan te zien hoe mijn moeder, in haar broze, witte vel, haar overtuigingen uitdeelt als warme broodjes aan de verpleegkundigen. Alsof God elk moment kan binnenkomen om de zeep aan te reiken. Plots verstomde de gebroken trompet. Beneden was het stil, op het zachte, aanhoudende gemompel van mama na. Ik ging kijken, niet uit nieuwsgierigheid, maar een beetje ongerust. Doet ze lastig? Wordt ze genegeerd? Maar nee, er heerste een vreemde, tedere vrede. De verzorgster luisterde, haar handen in de washand, haar blik afwezig maar geduldig. Misschien zijn ze het gewoon, dacht ik, die stortvloed aan verhalen die niets met wondzorg of wasbeurten te maken heeft. Misschien laten ze het gewoon over zich heen komen... En zo besefte ik: soms is zwijgen de grootste daad van zorg. Mijn moeder preekte, maar de ander bood stilte aan. Een heiligdom van even niks moeten zeggen.

Heidi Schoefs
9 0

Dilemma

Wat als je hoofd en je hart iets anders willen? Word ik bespeeld? Gemanipuleerd en gepaaid met loze beloftes? Ik cijfer mezelf weg. Alles waar ik voor sta, mijn emoties en gevoelens worden naar de achtergrond geduwd, om niet te zeggen dat ze worden opgeborgen in een vergeten hoekje op zolder. Ik voel me niet gehoord, laat staan gesteund. “Een relatie is werken,” hoor ik hem zeggen. Waarom heb ik dan het gevoel dat ik werk en hij profiteert van een werkloosheidsuitkering? Het voelt plots allemaal zo anders. Alsof de liefde wordt overschaduwd door ergernis en teleurstelling. De open en eerlijke communicatie die ooit zo cruciaal was, verstoort nu de vrolijkheid. Misschien zelfs de liefde. Een luttele seconde vraag ik me af waar dat overweldigende, alles consumerende gevoel heen is. Maar dan is daar die lach op zijn gezicht, zijn warme stem die me de woorden ‘ik hou van je’ toefluistert en dan vergeet ik weer al mijn twijfels. Vlinders fladderen in mijn buik, het wordt ijl in mijn hoofd, mijn hart maakt sprongetjes als hij me kust. Voor even is het weer wij. De wereld rondom ons verdwijnt. Een simpele vraag legt een bom onder onze relatie. De omhelzing verzwakt, het licht in onze ogen dooft, alle passie smelt weg als sneeuw voor de zon. Twijfels steken de kop op en drukken vlinders de kop in. Twijfel. Ik twijfel aan zijn oprechtheid, zijn liefde voor mij.Ik vraag me af waar we elkaar verloren zijn, waar op onze reis onze wegen zijn gescheiden. Een fantastische reis mijns inziens. Uitgestippeld, beïnvloed, bepaald en vervormd door hem volgens anderen. Het raakt me en komt hard binnen om te horen dat ik al die jaren werd voorgelogen en bedrogen. Dat alles wat ik dacht lief te hebben, gebaseerd is op de passie van een ander. Was ik echt zo naïef dat ik me hobby's liet aanpraten, maar het zelf helemaal niet wou? Zijn mijn passies eigenlijk de zijne die hij me in mijn hoofd heeft geprent, gemanipuleerd als zijnde de mijne? Weggetrokken van familie en vrienden, geïsoleerd. Plots gaan mijn ogen open en valt het me op dat ik alleen hem nog heb. Nog nooit in mijn leven was ik ergens zo zeker van als van mijn partner. In een gesprek van amper tien minuten wordt heel die zekerheid van de afgelopen zeven jaar bruut onderuitgehaald.  We staan op een breekpunt in onze relatie. Het gevoel dat we binnenkort elk onze eigen weg gaan overspoelt me. Ik stroom over. Tranen banen zich een weg over mijn wangen. Radeloos en gebroken. Wat kan ik doen? Hoe los ik dit op? Radeloos op zoek naar de laatste strohalmen. Ik kan hem niet verliezen. Niet nu, nooit. Alles glipt door mijn vingers. Maar hoe harder ik knijp, hoe sneller alles verdwijnt. Bijna hopeloos doe ik pogingen om opnieuw vast te grijpen aan de fantastische relatie die het misschien wel was. Ben ik hem aan het verliezen? Zijn we elkaar aan het verliezen? Vechtlust komt naar boven, maar heeft het nog zin? Hij is de man die kleur aan mijn leven geeft, zin aan mijn bestaan. De man die me gelukkig maakt.  Wat als je hoofd schreeuwt: “Het is genoeg, ik vertrek!” Maar je hart huilt en steeds meer breekt? Wat als je hart smeekt: “Ik hou van hem, blijf alsjeblief”?

Joni Motmans
7 0