I am the walrus (of verliefde mijmeringen)
'Love is where you find it.'
Profetische woorden van James Baldwin, eenvoudig, niet moeilijk te begrijpen, voor een stuk trappen ze ook gewoon een open deur in. Want het is één van de clichés die het mysterie liefde omringen.
'Ge moet erop vallen.'
Als je het zoekt, vind je het niet. Liefde is ook een woord dat alleen lading krijgt, betekenis, als je het kan uitpakken zoals een kado, of pellen als een vrucht.
'Show, don't tell.'
Liefde is - misschien spijtig - vooral ook chemisch. De gekte, lentekolder (!), van de verliefdheid is wellicht een cocktail van dopamine en oxytocine. Wie herinnert zich nog de gloed van die eerste kus, de lippen die first contact maken? Er is een rechtstreekse lijn dan, die de zwaartekracht volgt, van je mond, naar je hart, naar je geslacht. Maar die echte verliefdheid is in de eerste plaats vooral teder, je wil seks eigenlijk uitstellen, je wil mekaar opeten, dat wel, in mekaars lijf kruipen, versmelten. En vooral, ook weer volgens James Baldwin, je maakt het maar een paar keer mee in je leven. Hopelijk kan je het op één hand tellen, want anders glijd je wellicht af naar de nymfomanie. Ben je eerder bezig met verliefd zijn op de verliefdheid zelf, of ben je eerder behaagziek, onzeker, niet in het reine met jezelf. Wat uiteraard niet onlogisch is, want we zijn sociale dieren, en die relaties zijn altijd onderhevig aan wat competitie, of zo lijkt het toch sinds Darwin.
Ik geloof dat liefde wel degelijk kan genezen, dat je onvolledig bent zonder de ander, de Ander, het Andere, ik denk dat het weer zo één van die kapitalistische illusies is, dat je je geluk zelf moet maken. We zijn meer dan productie-eenheden of 'menselijke grondstoffen'. Je hebt voor zover ik wetenschappelijk op de hoogte ben, nog altijd een eicel en een zaadcel nodig om een nieuw leven te maken. Als mens. Een soort heilige tweevuldigheid.
'Only love can break your heart.'
Nog zo'n boutade, van Neil Young deze keer. Hoe onvolledig we ons soms ook voelen alleen, het risico op een gebroken hart, als we het erop wagen te duiken in die onbekende duistere, maar prachtige poel van de crush, de mysterieuze coup de foudre, zorgt er soms voor dat we eieren voor ons geld kiezen. Want de diepte (of ondiepte) van die gruwelijk aanlokkelijke poel is onpeilbaar. Het is totaal controleverlies, overgave, en daardoor bijna een religieuze, sacrale ervaring. En wie is daar nog goed in, in het profane Westen? Ik stel me er in ieder geval vragen bij, bij die eenzaamheid, die besmettelijk zou zijn naar 't schijnt. Zoveel vrijgezellen, zoveel mensen die alleen wonen, alsof we bezig zijn met een metamorfose om insectenzwermen te worden. Je hebt de queen bees, worker bees, soldier bees, ...
Het verschil is dat we nog niet steriel zijn. Zowel de superrijken als de armen kunnen zich nog steeds voortplanten, al dan niet met gevoelens van elkaar graag zien, maar waar die kinderen zullen terechtkomen is koffiedik kijken. Je kan met een voorsprong beginnen aan het leven, een minderheid heeft hallucinante priviliges, maar evengoed kan het gigantisch mislopen. De dood als grote gelijkmaker betekent uiteraard niet dat we de sociale strijd voor een rechtvaardigere organisatie van onze maatschappijen moeten verwaarlozen. Ook dit is een kwestie van liefde. Elk leven is heilig en ieder kind verdient het graag gezien te worden, zoniet betaal je toch de prijs. Mens zijn betekent passie hebben, en één van die vreselijke expressies van gevoelens is wraakzucht.
Ik denk dat het liedje van The Eurythmics wel klopt: 'The miracle of love, will take away the pain.' De woordkeuze is ook geslaagd, liefde is een mirakel, en een mirakel is onverklaarbaar. Wat zorgt ervoor dat iets 'marcheert'? Laten we nog eens smijten met een soort spreuk. Er is een Arabisch spreekwoord dat zegt dat het huwelijk is zoals een belegerde burcht. Zij die zich er binnenin bevinden, willen eruit. Zij die erbuiten zitten, willen erin. Gelukkig is er de roes voor de sleur, de routine, die allesomvattende, knetter makende fase van vlinders in de buik, geen honger hebben, balorig zijn, niet kunnen eten. Een moment dat je de tijd wou bevriezen omdat alles zich in een gloed bevindt. Een periode van opperste sensualiteit, je maakt je lippen nat met je eigen tong vooraleer je die lippen van de Ander beroert, en dan ga je nog een stapje verder in die intimiteit als de beide tongen een soort dans met mekaar aangaan. Een kort maar krachtig walsje, een trage, langzame bolero, een onbeheerste, atletische lindy-hop, of een aan elkaar spiegelende tango.
En dan de ogen, het naar mekaar kijken met die kitscherigste metafoor aller tijden, de spiegels van de ziel, de pupillen die zich verwijden of verkleinen, de kleur van het iris die wel nooit zomaar banaal blauw, bruin, groen of grijs is. Daar vind je onze enorme uniciteit als mens, nog poëtischer dan onze unieke vingerafdrukken. Geen mensenoog is gelijk! Mijn zwartharige vader had de donkerste ogen, bijna zwart in plaats van bruin, als steenkoolbriketten, angstaanjagend en onvoorspelbaar, mijn moeder had dan weer als blond meisje prachtige appelblauwzeegroene ogen, mysterieus en diep als de Atlantische Oceaan ter hoogte van de Golf van Biskaje, duizenden meters voor je de bodem bereikt.
Laten we dit vertoog over de liefde en verliefdheid dan ook eindigen met een drievuldigheid. De liefde die uitmondt in nageslacht. Wat ik voel voor mijn dochter overstijgt 'zelfbehoud'. Al blijft het natuurlijk behoud van de 'genenpoel'. Voor een kind offer je jezelf op, op het altaar van het leven dat onmiskenbaar mysterieus is, en gespleten. Er is barmhartigheid omdat het leven meedogenloos is. Ik herinner mij de lichamen van mijn ouders na hun overlijden, de lege ogen, de omhulsels die verkillen. Ik geloof eerder dat ons bewustzijn een product is van onze hersenen. Met andere woorden, tot zover onze onsterfelijke ziel.
En, toch ... Die lichamen zo zien liggen, bewegingloos, hun eigenheid was weg, hoe ze ooit bewogen, de zenuwachtigheid van mijn vader, het koppige doorzettingsvermogen van mijn moeder, de ziel was weg. Elders? Ergens hoop je er toch op. Dat het niet allemaal tevergeefs is.
Een banaal, absurd einde dan maar, weer van een liedje: 'Life is what happens to you while you're busy making other plans.' Leefde die ook nog maar, John Lennon, desnoods alleen maar zijn ziel.
P.S.: Hopelijk is liefde vooral ook niet dit: 'The reason you haven't felt it is because it doesn't exist. What you call love was invented by guys like me, to sell nylons. You're born alone and you die alone and this world just drops a bunch of rules on top of you to make you forget those facts. But I never forget. I'm living like there's no tomorrow, because there isn't one.' Een quote van Mad Man Don Draper. Gelukkig vloekt de zalige gloed van de verliefdheid en de onbaatzuchtige liefde voor een kind of een huisdier met zoveel cynisme. Nee, dan toch maar Baldwin! Dit is de volledige quote van het begin:
'Nobody - no man or no woman - is precisely what they think they are ... love is where you find it. And it is a terrifying thing, love. It's the only human possibility but it's terrifying. What happens when you can't love anybody, you're dangerous. You have no way of learning humility. No way of learning other people suffer. And no way of learning how to use your suffering, and theirs, to get from one place to another.'
The Beatles "I Am The Walrus" (1967)