Zoeken

GOESTING

'Ik heb goesting.'  Dat was exact wat ze zei toen ze binnenkwam. Haar jas gooide ze gezwind over een van de krukken aan ons keukentoogje.  De omstandigheden waren ernaar. Ik had net de verwarming een graadje hoger gezet, de kinderen waren allemaal naar school, de hond zat buiten in de tuin te ravotten en zowel de keukentafel als de hoeksalon waren mooi opgeruimd en uitnodigend beschikbaar. Net als het traditionele bed natuurlijk, en ik uiteraard. Een en ander kon ze waarschijnlijk afleiden uit mijn gelaatsuitdrukking. Daar hoef je beslist geen professor in de non-verbale communicatie voor te zijn: mijn ogen waren ineens dubbel zo groot geworden, mijn tong had plots behoefte aan buitenlucht en ik piepte een lachje van opwinding.  'In een Amerikaanse hamburger met cocktailsaus, vetzak.' Alweer te mooi om waar te zijn. Of te onwaar om mooi te zijn. Hoe dan ook, haar vervolgzin op 'ik heb goesting' was een flinke tegenvaller, ondanks de aanwezigheid van een waarheidsgetrouw oordeel en een woorddeel dat in het Engels volledig in de context van haar openingszin paste. Enkele minuten later stond ik dus bij onze plaatselijke frietchinees bovenstaande snack te bestellen, alsmede een hot dog met gebakken ajuin voor mezelf, want ik had natuurlijk ook zin, zelfs in de vorm van een hongertje.  Luttele seconden nadat ik mijn bestelling geplaatst had, werd ik onverwachts geflankeerd door twee lachende appetijtelijke en vermoedelijk hongerige dames die ik meteen herkende als uiterst sympathieke ex-schooljuffen van onze jongste dochter. Ze profiteerden, naar eigen zeggen, van de middagpauze om samen gezellig een vettige hap naar binnen te werken. 'Jij ook hier?' was nochtans het eerste wat ze zeiden. Mijn antwoord kwam er met wat vertraging.  'Mijn vrouw had goesting. En dan komt die bij mij ook automatisch,' zei ik glimlachend. Quasi ogenblikkelijk besefte ik dat ik iets min of meer dubbelzinnigs had gezegd. Dan heb je natuurlijk de moeilijke keuze: of je laat het zo en dan word je achteraf uitgelachen, of je begint te verduidelijken en te vergoelijken en dan word je eveneens uitgelachen én verdacht van een zieke of verdorven geest, zeker als je 't, zoals bij mij maar al te vaak gebeurde in het verleden, door nieuwe dubbelzinnigheden nog veel erger maakt. Ik koos dus voor het eerste. Koel gebleven, al voelde ik mijn gezicht rood worden. Zeker toen ik hun glimlachjes opmerkte. In stilte wisselden ze blikken. Blikjes frisdrank die een van de twee net uit de ijskast had geplukt, en een blik van onderlinge verstandhouding, nog net niet knipogend naar elkaar. Hoe het ondertussen met onze dochter ging, nu ze al aan een tweede jaar in de grote school begonnen was, vroegen ze dan maar, de ietwat ongemakkelijke stilte verbrekend. En dat het zo'n goedlachse, leergierige en vooral lieve meid was. 'Dat is ze nog steeds,' vulde ik vol vaderlijke trots aan. Na nog wat vijven en zessen over hoe onze dochter meestal negenen en tienen scoorde, gingen ze buiten mijn gezichtsveld aan een tafeltje zitten.  Een paar tellen later hoorde ik ze om het hoekje giechelen en na een uitbundiger lachsalvo meende ik duidelijk het woord 'goesting' te horen, al kan het ook mijn innerlijke stem geweest zijn. 

Danny Vandenberk
7 0

Jip en Janneke

In een radioprogramma is een taalexpert te gast en hij legt uit hoe populisme ontstaat. Het komt ongeveer hier op neer: Men neme een goedbedoelend, politiek geëngageerd mens. Hij wil graag dat iedereen zijn standpunten begrijpt, ook de mensen die niet gestudeerd hebben. Dus wat doet hij? Juist, hij vereenvoudigt zijn taal. ‘Parlementair beschouwd is het volstrekt abject om nog meer mensen van buitenlandse raciale origine toe te staan dit land te abstraheren tot een mengcultuur’, wordt dan: ‘Het is niet in het belang van Nederland om nog meer mensen van buiten de grenzen toe te laten.’ De boodschap is nog steeds wat wollig, zo beseft de goede man. Belang en grenzen zijn best wel abstracte (niet zichtbare) dingen. Dus doet hij een derde poging: ‘Mensen die hier niets te zoeken hebben, moeten hier niet komen.’ Maar ja, welke mensen precies? Dus komt hij met een geniale oplossing: laat het ongeletterd gepeupel het lekker zelf zeggen. Meer of Minder asielzoekers? Kijk, dat wordt begrepen. Duidelijker kan hij het niet maken. De moraal hiervan is dat versimpeling van de taal, ook wel Jip en Janneke taal genoemd, leidt tot gepolariseerd denken, ook wel zwart-wit denken genoemd. Soms is dat nodig. Op de vraag van de trouwambtenaar ‘Wat is hierop uw antwoord? reageert niemand met ‘nou, misschien’. Het is ja of nee. Maar voor het merendeel heeft zwart-wit denken een domino-effect zonder winnaars. Van verdeeldheid tot onenigheid, van onenigheid tot ruzie en van ruzie tot oorlog. Hoe dol ik ook ben op Jip en Janneke, de tekeningen zijn in zwart-wit. Hoeveel ik ook van woorden houd, ze staan hier wel zwart op wit. Ik pleit voor genuanceerd denken en voor taal die verbindt. Simpel gezegd: Jip en Janneke in 50 tinten grijs.

Toestanden
8 0

Brievenpost van Dinges | Aan de technische dienst van de Verenigde Naties in New York

Beste medewerkers We hebben in België ook de beelden gezien. President Trump en zijn echtgenote Milania arriveerden bij het gebouw van de Verenigde Naties in New York. Bij het betreden van de roltrap viel die plots stil en werd het een gewone trap. Het koppel moest noodgedwongen de benen gebruiken. Verbaasde gezichten alom. Wat gebeurt er? Wie doet dat? Vooral de president was niet in zijn element. Hij verwees er zelfs in zijn speech naar. Die duurde trouwens bijna een uur. Daarmee zit hij nog niet aan het record van Fidel Castro, die op 26 september 1960 niet minder dan 4 uur en 29 minuten speechte voor de VN. Maar vertel het niet aan de president. Hij zou in staat zijn om dat record te willen breken. Zijn woordvoerster verklaarde dat er een onderzoek zou volgen naar de sabotage. De medewerker van de VN die hiervoor verantwoordelijk is, moet ontslagen worden, zo vertelde ze. Pas op, ze gooien daar elke dag een paar honderd man buiten. Hier hebben ze het op jullie gemunt. Maar het klopt niet. Ik ga dadelijk verder over de ware toedracht van het voorval, maar mag ik jullie eerst meenemen naar café De Kiezel in ons dorp? Daar is het ook elke dag van Trump hier en Trump daar. Mijn buurman Gust verklaarde onlangs dat het van Pasen is geleden dat hij een dag niet op het journaal verscheen. Gust houdt dat allemaal bij.  Hij heeft ook een nieuwe uitdrukking bedacht bij het kaarten. Kennen jullie dat kaartspel, wiezen? Als er iemand 'sleept' wil dat zeggen dat een speler een slag niet haalt om daarna met die kaart toe te slaan. Dus eigenlijk ook een vorm van liegen. Daarom zeggen we voortaan 'een trumpke doen' als er iemand sleept. Marcel van den Boks is een geboren sleper, maar in tegenstelling tot bij Trump, kan je het bij Marcel van zijn gezicht aflezen als hij liegt. Nu de ware toedracht. Wat bleek? Een videograaf - gewoon een medewerker met een telefoon - stapte zoals een spelend kind achterwaarts op de roltrap, om de grote entree van het koppel te filmen. Door zijn capriolen raakte hij de beveiligingsknop aan, waarna de roltrap stopte met rollen.  Het blijkt maar weer. De waarheid vertellen is soms moeilijker dan een leugen verzinnen. Laat staan toegeven dat het hun eigen schuld was. Daarom deze brief, om te laten zien dat we jullie steunen. Jullie staan niet alleen. Span ze desnoods een proces aan wegens smaad. Geef ze een koekje van eigen deeg. Ze dagen daar zelf elke dag iemand voor de rechter. En er zijn nog van die dinges.  Tot slot vertel ik jullie nog graag deze anekdote. Ik ging met mijn vrouw geheel vrijwillig mee shoppen in de provinciehoofdstad en op de roltrap van de parkeergarage waren we getuige van een spijtig voorval. Een meisje kwam met haar broek klem te zitten tussen de roltrap. Iemand drukte gelukkig meteen op de noodknop, maar het meisje raakte toch in paniek. Dat was buiten Désiré Dinges gerekend. Ik spurtte snel naar een vlakbij gelegen kledingzaak en vroeg voor een schaar. Ik had snel een stukje stof losgeknipt en het meisje was bevrijd. Maar de jongedame schoot vervolgens in een Franse colère omdat haar nieuwe broek stuk was. Je kan duidelijk niet voor iedereen goed doen in het leven. Maar we doen ons best, net zoals jullie. Stay strong! Ondertussen verblijf ik, met de meeste hoogachting Désiré Dinges      

Désiré Dinges
13 0

Take-away vis

Het is een Antwerpse visbar waar je de gekochte vis al wandelend kan oppeuzelen. Take-away vis dus. Je krijgt de vis geserveerd in een bakje dat je meeneemt, maar je kan het ookter plaatse eten op de oude visbakken die er staan. Op zich is dat de veiligste oplossing, want tegelijk stappen en eten is geen sinecure. Zekerniet met vis die in de olijfolie zwemt. Ik kan er moeilijk passeren zonder iets te bestellen. ‘Streetfood’ is vaak onweerstaanbaar. Inhet Nederlands zou je ‘straatvoedsel’ kunnen zeggen, maar dat smaakt niet hetzelfde als jehet zo zegt.  Het is er altijd kiezen. Zo zijn de mosselen er voortreffelijk, maar met dat kastrolletje kan jemoeilijk rondstappen. Dat kan je wel met de smakelijke kibbelingen of garnaalkroketten. Ikbestel er graag sardines. Je krijgt er altijd een knapperig stukje stokbrood bij. Terwijl ik op mijn sardines wachtte, sprak een Duitse man me aan. Of ik de Vlaaikesgangwist liggen. Omdat mijn sardines bijna klaar waren, kon ik niet meegaan naar het vlakbijgelegen steegje. Ik wees hem de weg. Willem Elsschot ging er ook graag wandelen, zoherinnerde ik me plots. Al was het toen nog geen trekpleister. Ik stapte met mijn heerlijk geurende sardines richting stadhuis. Ik weet niet hoeveel sardineser nog in het bakje lagen, maar de voorraad was aardig geslonken. Net toen ik een stukjestokbrood wilde soppen, kwam er vanuit de Schelde een enorme windvlaag opzetten. Hetbakje met de resterende sardines vloog de lucht in. Ik meende ze nog te grijpen, maar de viswas al gaan vliegen. Beschouw het maar als een waarschuwing. Wat goed is, moet je altijd goed vasthouden. Datis trouwens met alles zo in het leven.  Want voor je het weet is het geen take-away vis, maar fly-away vis.

Rudi Lavreysen
13 0

De foute vrouw

Als ik naar haar kijk, gaat mijn hart sneller slaan. Haar onbedoeld sensuele bewegingen, vooral als ze aan het roken is, winden me op. Ze weet wat ze wil en dat laat ze graag merken. Haar sterke wil schrikt mannen af, vooral omdat ze niet weten hoe ze ermee om moeten gaan. Anderzijds maakt net dat haar nog aantrekkelijker.  Waar ze gaat, doet ze hoofden draaien. Mannen kijken haar na en worden in hun arm gepord door de jaloerse vrouw aan hun zijde. Het geeft haar vleugels, maar ze blijft met haar voeten op de grond. Mannen gaan gretig op haar avances in, maar voor haar zijn ze niet meer dan marionetten die ze bespeelt om aan haar eigen verlangens te voldoen.  Ik zal nooit vergeten hoeveel moeite het me heeft gekost om haar voor mij te winnen. Bloed, zweet, tranen en een kus met een knappe blondine om haar jaloers te maken, al was dat laatste geen straf. Eerst ongelofelijk hard to get, nu kan ik haar al zeven jaar de mijne noemen. Het fladderen is ze nooit verleerd en haar drang naar aandacht van andere mannen blijft. Hoe ze wulps door het leven danst, brengt kleur in onze relatie. Al zijn sommige dagen grauw en somber als ze weer eens in overdrive gaat en het gevoel heeft dat ze tekortschiet. Plots is ze niet meer zo zelfzeker als enkele dagen geleden en zou ze liefst met haar dekentje versmelten met de bank.  Complimentjes en knuffels ontdooien haar beetje bij beetje en geven haar opnieuw zelfvertrouwen. Daar staat ze weer. Zelfbewust, knap, sexy en uitdagend, klaar om haar volgende prooi te verslinden. 

Joni Motmans
4 0

Tram- en busverhalen (om ieder er het zijne/hare van te denken) – de Vijftien

Op een energieke dag tel ik veel stappen. Onderweg naar terug vind ik het welletjes, daal ik af in de ondergrondse en neem de Vijftien. Er reist veel volk mee in die richting. Een Joodse vrouw blijft bij de deuren staan met haar rug ertegenaan. Ik kan haar zien vanop mijn zijstoel die niet klapt maar dat wel kan. Haar doordringende blik verstart de mijne. Is ze nu boos? Rechts van mij, op een andere zijstoel die ook niet klapt maar dat wel kan, zit een mevrouw die heel erg van mijn-stoel-voor-even weg buigt wanneer ik me daar zet. Intussen trekt ze haar foulard over haar mond en neus en houdt aldaar die neus stevig vast alsof die eraf zal vallen.   Bij elke halte stappen mensen en kinderen in en uit, met of zonder buggy, trolley, bagage,  rollator, krukken … De foulardmevrouw blijkt echt heel buigzaam te zijn bij elke passagier die voorbijkomt en in balans probeert te blijven in de voortglijdende tram. De Joodse vrouw staart niet meer. Haar blik doordringt nu de massa. Althans dat denk ik. Tegenover mij schuin rechts – ik rijd nog steeds zijwaarts vooruit mee – bij de andere tramdeur staat een meisje te kijken naar mijn pols. Haar blik verplaatst zich naar de mijne en ik vraag me af of de hare nu echt verzacht? Maar ze kijkt al snel naar het scherm van haar mobieltje. Zou de Joodse mevrouw daarom boos zijn? Is ze wel bóós? Ik draag sinds de zomer een polsbandje ‘Free Palestine’ met de Palestijnse vlag ernaast. De reden lijkt me wel bekend. Ik zeg het er nog eens bij: Ik haat geen Joodse mensen. Misschien is ze enkel een beetje op haar ongemak omwille van redenen die niemand hoeft te weten. Tegenover mij, ook zijwaarts aan het reizen, komen twee jonge dames zitten met een – volgens mij – heel modieuze hoofddoek aan. Het is de sticker op de achterkant van het mobieltje dat van een van de twee dames haar hand een verlengde lijkt te zijn, die mijn aandacht trekt; een sticker ‘Free Palestine’ met de Palestijnse vlag erbij. De Vijftien komt weer bovengronds en bij de volgende halte stapt de Joodse mevrouw af. Ik denk dat ze nu weer geruster is. Ik hoop het voor haar. Nog twee haltes zitten blijven, niet te veel omkijken van links naar rechts en omgekeerd. Ik wil de foulardmevrouw niet overbelasten. Dan zijn de Driekoningen er weer en veer ik recht. Mijn stoel zonder handen klapt nu wel. De dames met modieuze hoofddoeken en enkele andere passagiers stappen ook af. Er staan geen wachtenden. De tram loopt stilaan leeg. De foulardmevrouw heeft weer plaats. AMK

Anemos
7 1

Zjeroen

Als we om iets na zes uur samen naar de tv keken, zei ze wel eens dat ik op de tv-kok leek, als ze hem bezig zag. Die uit Leuven. "Misschien moet je voortaan toch een bril opzetten om naar tv te kijken", lachte ik dan.  Wat wel is: het pottenroeren heb ik van haar geleerd. Met nieuwjaar of met de kermis stond er zo veel op het vuur te pruttelen dat het wel een symfonie leek. Elke pot, pan en kastrol had een andere geur en geluid. Stoofvlees klinkt anders dan bloemkool. Pruttelende kroketten, dat is muziek. Met al die potten tegelijk in volle gang, moesten we soms een handje helpen met roeren. Voor het overige was het stelen met mijn ogen. Gewone middag, dagelijkse kost. ‘Middag’, thuis is het nog altijd een begrip. Niet het tijdstip, maar wel het eten. Zo kan je ook 's avonds perfect 'middag' eten. Zeker ben ik natuurlijk niet, maar het lijkt me in een andere taal ongebruikelijk. Zoals de meest gestelde vraag van de mannen ’s morgens als ze naar school vertrokken. Stel je dat voor in het Engels. "What are we eating tonight?" "Noon".  In het woonzorgcentrum stapten we soms naar het grote bord op het gelijkvloers, waarop het  weekmenu stond. Als er op vrijdag vis op tafel kwam, verzon ik iets anders. “Vrijdag zijn het blinde vinken.” Want op vis was ze niet zozeer gesteld. Maar als het op tafel kwam at ze het wel op. Ik wilde niet dat ze de hele dag op die vis van vrijdag ging zitten peinzen. Op tv had de kok zijn schotel klaar. Ik moest al lachen, want ik wist wat ze ging zeggen. “Smakelijk”, zei hij aan zijn fornuis in Leuven. “Ha. Smakelijk zegt hij. Maar we kunnen niet proeven hè Zjeroen.”

Rudi Lavreysen
6 1

Brievenpost van Dinges | Aan dhr. Gert Verhulst

Geachte heer VerhulstBeste Gert Ik weet niet of u nog vaak brieven krijgt. Vroeger wel natuurlijk, toen u samen met uw hond dat programma presenteerde. Toen schreven de mensen nog brieven en verstuurden ze gele briefkaarten. Maar ik moet eerlijk zijn, ik had deze brief ook naar iemand anders kunnen sturen. Naar een presentator van het journaal bijvoorbeeld. Gezien het onderwerp van deze brief moest het een BV zijn, maar u geniet duidelijk mijn voorkeur. U wordt immers overal herkend. Tot in Holland toe. Zelfs uw kinderen zijn BV’s geworden. De mensen spreken u massaal aan op de straat. Het is van ‘Gertje’ hier en ‘Gertje’ daar, terwijl u toch een grote mens bent. Of ze roepen: “Is de chocolade nog altijd op?”  Van dat liedje natuurlijk. Hoe u daarmee omgaat verdient alle respect. Precies daar wil ik het met u over hebben. Sinds ik met mijn hoofd in de gazet sta, herkennen de mensen me. Soms roepen ze iets. Zoals in café De Kiezel. Roger van den Boks is de ergste van allemaal. Van den Boks is trouwens zijn bijnaam, omdat hij zijn broekspijpen altijd omhoog rolt als hij er eentje teveel uit heeft.  En een ‘boks’ is in onze contreien dialect voor een broek. Hij is wellicht jaloers. “Hier sè, d’n dinges, van de gazet. Hoe noemt hij toch alweer? Dinges. Hahahaha”. Ik durfde niet zeggen dat “Hoe heet hij toch alweer” moest zijn, want hij zal denken dat ik streek begin te verkopen. Er is nog iemand. Ik ken zijn naam niet, maar hij zit elke middag voor de supermarkt te wachten. Ik denk op zijn fietsmakker. Hij draagt een opvallend geel hesje en een grote helm. Ik moet hem passeren als ik van het werk kom. Toch vrees ik dat zijn helm een beetje knelt, want wat hij allemaal zegt hou je niet voor mogelijk. “Voor een bekende mens zijt gij eigenlijk geen vriendelijke mens. Gij zegt niks.” Dat zei hij terwijl ik hem passeerde. Ik stond perplex, dat zal u begrijpen. De volgende dag sprak hij me opnieuw aan. “Awel, gij zegt nog altijd niks.” “Maar ik kan toch moeilijk tegen iedereen beginnen te praten”, antwoordde ik. “Er staan nog meer mensen in de gazet. Ze gaan denken dat ik van lotje ben getikt. Ik ken u toch niet.” De volgende keer stond er een vrouw bij hem. “Ziet hem daar”, zei hij tegen de dame. “Onze BV is nog te goed om iets te zeggen. Een kwistenbiebel, dat is hij.” Ik ben maar snel doorgewandeld. Ik ga nu voortaan een blokje om, zodat ik hem niet meer tegenkom. Met als resultaat dat ik elke dag te laat thuis ben. Mijn vrouw denkt dat ik op het middaguur al in de Kiezel heb gezeten. Toen ik haar over het voorval vertelde, zei ze dat ik wat meer omhoog moet kijken. Daar zit misschien iets in. Soms ben ik in gepeins verzonken. Er is immers van alles gaande in de wereld. Eerlijkheid is ver te zoeken. Als we vroeger in de tweede kleuterklas bij juffrouw Marie-Louise een leugen vertelden, bond ze ons vast op een stoel. Ik weet nog dat Driek Devleugel er een hele voormiddag heeft gezeten omdat over iets hij had gelogen en hij wou het niet toegeven. Hij mocht pas los toen hij dringend naar het toilet moest. Oké, dat zijn ook geen praktijken, maar ik ben het nooit vergeten. Driekske wellicht ook niet. Naar het schijnt liegt de president van Amerika gemiddeld vijftien keer per dag. Ze zouden hem ook moeten vastbinden. En er zijn nog van die dinges. Maar we wijken af, beste Gert. Deze brief is eigenlijk een vraag voor tips, als bekende mensen onder elkaar. Hoe gaat u hiermee om? Wat zijn uw trucs? Laat het me uw antwoord zeker via de redactie geworden. Ik stuur u met plezier een stuk chocolade op. Ondertussen verblijf ik, met de meeste hoogachting, Désiré Dinges  

Désiré Dinges
2 0
Tip

Familiezaken

Daar ben je dan, zo klein en weerloos, voorzien van tien vingertjes en teentjes. Mama heeft me voorbereid op jouw komst, mijn kleine broer. Nog doelloos, niet wetend welk pad het lot voor ons heeft klaarliggen. Vier handen op één buik, vertrouwelingen die elkaar van tijd tot tijd in de haren zouden vliegen. Beschermend, luisterend oor, maar niet in staat om antwoorden te bieden op de gezamenlijke dillema’s die worden voorgeschoteld. Ambitie die de overhand neemt, kleinerende blikken, grote afstand die alles wat ooit was doet vervagen. Verwijtend onbegrip, afkeuring, volgens jou foute keuzes, beoordelend, veroordelend. Fysieke afstand die symbool staat voor onze relatie, of wat er nog van overblijft. Troost zoekend, geborgen en geliefd op moeders schoot. Jullie tegen de wereld. Voorbereid op het grote zus worden, maar toch gefaald.Jouw geplaveide pad zonder zware obstakels is niet begaanbaar voor mij. Of misschien draag ik niet het juiste schoeisel, heb ik onvoldoende kennis. Ik mag je hand niet vasthouden. Onze ontmoetingen op gedeelde kruispunten met troostende woorden vol machteloosheid brengen ons nooit op dezelfde weg. Onze wegen scheiden zich keer op keer.Het rechte pad dat je bewandelt en deelt met diegenen die nooit duisternis zien, is niet de weg die naar mijn bestemming leidt.De diepste dalen en grootste duisternis waar ik doorheen reis, brengen me naar de hoogste pieken van mijn kunnen en de mooiste uitzichten op mijn zijn.Verschillend van elkaar, onbegrip en minachting. Ongeschikt om de taak van broer en zus te volbrengen.  Gefaald, tot grote teleurstelling van diegenen die ons met liefde samenbrachten.

Joni Motmans
67 1
Tip

De bierkaartjes

"Goedemiddag. Wat mag het voor jullie zijn?" Het koppel, ik schat jonge zestigers, zit amper en de ober staat al aan hun tafel. Alsof het een wedstrijd is met de andere ober, die iets verder staat. Hij heeft een verwilderde haarbos en draagt een T-shirt van een rockband van voor zijn tijd."Een koffie, een pintje en een spie", zegt de man. "Een koffie, een pintje en een ....", herhaalt de ober en hij kijkt afwachtend naar de man, in de hoop dat hij het derde item nu wel begrijpt. "Een spie", zegt de man. "Ja, dat kennen jullie niet meer." De ober kijkt naar zijn collega. Help, lijkt hij te denken. Een spie? Is dat iets om te eten"Dat is een stukje hout, om onder de tafelpoot te steken. Ze staat wiebelachtig", zegt de man, waarna hij met de tafel schudt. "Oh, wij gebruiken gewoon bierkaartjes", zegt de ober. Hij is zichtbaar blij met zijn oplossing. Hij vist er meteen enkele uit zijn achterzak, plooit ze dubbel en steekt ze onder een tafelpoot. "Een spie, dat kent de jeugd niet meer", zegt de man terwijl hij gepast geld zoekt voor de drankjes.  Iets later, aan een andere tafel, staat een jongeman recht. Op de parking voor de zaak stopt een auto en daar komt langzaam een oudere dame uitgestapt. Ze kijkt naar de bakker aan de overzijde. De jongeman staat al naast haar. "Dag Rozette", zegt hij. Hij neemt haar bij de arm en voetje voor voetje stappen ze naar de bakker. Daarna gaat de jongeman terug bij zijn vriendin zitten. Enkele minuten later herhaalt het tafereel zich in omgekeerde richting.  Het andere koppel is ondertussen vertrokken. Het stapeltje met bierkaartjes ligt verweesd naast de tafelpoot op de grond. Op de tafel ligt nog wat kleingeld. Even verweesd.

Rudi Lavreysen
72 1