Zoeken

Tip

De bierkaartjes

"Goedemiddag. Wat mag het voor jullie zijn?" Het koppel, ik schat jonge zestigers, zit amper en de ober staat al aan hun tafel. Alsof het een wedstrijd is met de andere ober, die iets verder staat. Hij heeft een verwilderde haarbos en draagt een T-shirt van een rockband van voor zijn tijd."Een koffie, een pintje en een spie", zegt de man. "Een koffie, een pintje en een ....", herhaalt de ober en hij kijkt afwachtend naar de man, in de hoop dat hij het derde item nu wel begrijpt. "Een spie", zegt de man. "Ja, dat kennen jullie niet meer." De ober kijkt naar zijn collega. Help, lijkt hij te denken. Een spie? Is dat iets om te eten"Dat is een stukje hout, om onder de tafelpoot te steken. Ze staat wiebelachtig", zegt de man, waarna hij met de tafel schudt. "Oh, wij gebruiken gewoon bierkaartjes", zegt de ober. Hij is zichtbaar blij met zijn oplossing. Hij vist er meteen enkele uit zijn achterzak, plooit ze dubbel en steekt ze onder een tafelpoot. "Een spie, dat kent de jeugd niet meer", zegt de man terwijl hij gepast geld zoekt voor de drankjes.  Iets later, aan een andere tafel, staat een jongeman recht. Op de parking voor de zaak stopt een auto en daar komt langzaam een oudere dame uitgestapt. Ze kijkt naar de bakker aan de overzijde. De jongeman staat al naast haar. "Dag Rozette", zegt hij. Hij neemt haar bij de arm en voetje voor voetje stappen ze naar de bakker. Daarna gaat de jongeman terug bij zijn vriendin zitten. Enkele minuten later herhaalt het tafereel zich in omgekeerde richting.  Het andere koppel is ondertussen vertrokken. Het stapeltje met bierkaartjes ligt verweesd naast de tafelpoot op de grond. Op de tafel ligt nog wat kleingeld. Even verweesd.

Rudi Lavreysen
72 1

Uitgezonderd nostalgisch verkeer

Ik wou dat er meer dagen in mijn leven waren zoals gisteren. Dagen die me volledig omarmen, verzwelgen, laten voelen dat ik besta uit reeds vele dagen, aan elkaar geregen door wonderlijke momenten en prachtige herinneringen, kleine gelukjes en innige vriendschappen. Dagen van knutselen terwijl de regen tegen het raam klettert. Dagen van sleutelen aan het beste lied of theaterstuk aller tijden. Dagen van piratenkleren aantrekken en een uitvalsbasis maken in een holle boom in het park. Dagen van elkaars zinnen afmaken en lachen tot de buikkrampen erop volgen. En dagen van in het speeltuintje hangen en je voor het eerst groot voelen.  Hoewel ik me maar al te graag wentel in de zoete pijn van nostalgie, zijn er wellicht ook dagen waarop ik daar geen zin in heb, dagen waarop ik mezelf een medicijn zou willen toedienen om niet ten prooi te vallen aan dat weke gevoel, alsof de tijd me in zijn greep heeft en me tot een vorm kneed die nergens meer in past. Gisteren was zo'n dag. Ik had me schrap gezet met alles wat ik had, maar ik ben vrijwel zeker dat er geen middel tegen nostalgie bestaat.  Eerst zette ik mijn dochter af aan het Boekenbergpark voor een yogakampje. Na een kusje en een zwaai reed ik door naar een van mijn beste vrienden, die in Kontich-Kazerne woont. Na lange tijd in Gent te hebben gewoond, vervolgens in een joert in Zwalm, dan in het Vredegerecht van Herentals dat tot antikraakpand was omgevormd én in een afgelegen woning in Langdorp, kon hij in zijn ouderlijk huis terecht — zijn ouders verhuisden naar een cohousingproject. In dat huis heb ik samen met hem enorm veel geschreven, gelachen, gemusiceerd en genoten van de reis van een jongvolwassene. Het was meer dan wat anders een plek waar de zon scheen, waar ik mijn melancholie kon omzetten in positieve energie. Zodra ik vertrok uit het park, shuffelde mijn Spotify naar Explosions in the Sky, meer bepaald naar het album met toepasselijke titel All of a sudden I miss everyone.  Omdat het meer dan tien jaar geleden was dat ik Kontich-Kazerne had bezocht, en door mijn absoluut gebrek aan oriëntatie, zette ik mijn gps aan. Hij leidde me langs het vliegveld van Antwerpen, waar ik bijna twintig jaar geleden mijn eerste appartementje huurde. Ik dacht aan mijn huisbaas, een warme eeuwige veertiger voor wie het leven uiteindelijk te zwaar werd. Ook avondjes weerwolven doken op in mijn herinneringen, en enkele relaties van vrienden die in dat appartement hun voorzichtige begin hadden meegemaakt. En natuurlijk de zetel waarin ik haar, tussen de soep en de patatten, ten huwelijk vroeg. De gps zat duidelijk mee in het complot, want hij stuurde me vervolgens langs de Spar waar ik mijn eerste verdiende centen spendeerde aan verantwoorde producten zoals waspoeder en huishoudfolie.  Zonder een zucht wind biggelden er al tranen over mijn wangen. Het universum had schijnbaar de controle overgenomen van al mijn apparaten, want Spotify selecteerde achtereenvolgens Keep the Car Running van Arcade Fire, All I Need van Radiohead en Society van Eddie Vedder, stuk voor stuk uit die periode.  Ik merkte tijdens het fietsen dat ik mijn gps niet nodig had, ik kende de weg nog — ik gebruik dit anglicisme bewust— uit het hart. Alsof het gisteren was, sloeg ik het kleine parkweggetje in, een binnenweg 'uitgezonderd nostalgisch verkeer'.  Toen hij de deur opendeed, omhelsden we elkaar. Ik zei hem dat hij nu niet meer mocht verhuizen, want zowel hij als ik waren eindelijk thuis. https://lennartvanstaen.be/uitgezonderd-nostalgisch-verkeer/

Lennart Vanstaen
12 2

Brievenpost van Dinges | Aan de mevrouw in de toiletten van het KMSKA

Geachte mevrouw Ik hoop dat u deze brief ergens oppikt, want ik wil onze onenigheid graag uit de wereld helpen. U bezocht net als ik het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. We hebben in de toiletten van het KMSKA niet de kans gehad om beleefdheden uit te wisselen. Trouwens, van beleefdheid was van uwentwege niet veel sprake. Het eerste wat ik moet verduidelijken is een advies van mijn dokter. Hij zegt me dat ik voor een kleine boodschap best ga zitten op het toilet. Gezien mijn leeftijd is dat beter voor mijn prostaat, aldus mijn dokter. Nu ben ik al een paar keer op bezoek geweest in het KMSKA en de toiletten zijn er genderneutraal. Zo staat het ook op hun website. Maar toegegeven, duidelijk is het niet. Zo staan er nog urinoirs en die kan je bezwaarlijk genderneutraal noemen. Afijn, daar moet ik geen tekening bij maken.  Ook de symbolen boven de deuren zijn ietwat verwarrend. Er staat weliswaar geen mannetje of vrouwtje, wat dus betekent dat ze genderneutraal zijn. Mijn advies aan het museum: zorg voor enkel zittende toiletten, zoals bij jullie collega's van het fotomuseum iets verderop.  Ik begaf me voor alle zekerheid naar het lokaal waar de urinoirs staan. Daar is ook een zittend toilet, maar dat bleef de hele tijd bezet. Omdat ik een dringende boodschap had, ging ik naar de toiletten ernaast. Die zijn allemaal zittend.  Daar bevonden zich heel wat vrouwen, waarbij dus ook u. De hele groep keek me aan alsof ik de duivel in persoon was die bij Sint-Pieter komt vragen of hij welkom is. Toen sprak u me aan. "Gij moogt hier niet binnen meneer", zei u. U zei dat redelijk luid, waardoor de vrouwen nog meer naar me keken. Ik kreeg er zelfs een beetje schrik van.  "Daar moet u zijn", zei u opnieuw vrij fors. U nam me letterlijk terug mee naar de toiletten ernaast en u wees naar de urinoirs. "Kijk, die zijn voor u." Ik voelde me een beetje zoals een kleine die door de kleuterjuf naar zijn potje wordt gebracht. Ik zei nog iets over de genderneutrale symbolen boven de deur en murmelde nog wat over zitten, maar dat was water naar de zee brengen. Het had geen enkele zin, u luisterde al niet meer.  Ik besloot dan maar om mijn kleine boodschap al staande te doen. Het advies van mijn dokter sloeg ik noodgedwongen in de wind. Want de deur van het zittend toilet bleef gesloten.  Ik begrijp mevrouw, dat het tegenwoordig allemaal wat verwarrend is. Ik heb bijvoorbeeld nog meegemaakt dat er aan de gevel van café De Kiezel een urinoir stond, waarbij je tijdens het plassen met één hand naar de voorbijgangers kon zwaaien. En er zijn nog zo van die dinges. Het zijn andere tijden.  In de buurt hebben we er ook over gebabbeld. "Ik dacht altijd dat ze het over gember hadden", zei mijn buurman Gust. "Maar het is dus gender. Ze vinden toch wat uit." Mijn andere buurman Omer ("Het is Ömer", verbeterde hij me onlangs) heeft Turkse roots, maar hij heeft nog lang in West-Vlaanderen gewoond. Hij haalde er een beroemde quote uit een tv-serie bij: "Désiré, aje moe kakkn, moe je kakkn!". Och, ge moet hem kennen, Ömer. Maar het is wel een schone wijsheid dat hij zegt.  Ik wil niet langer rond de pot draaien mevrouw. Wat ik vooral wil zeggen is dit: ik had gelijk. Ik had daar naar het toilet gemogen, in tegenstelling tot wat u beweerde. Het is zeker niet mijn bedoeling om de azijnpisser uit te hangen, maar 'zjust is zjust'.  Ondertussen verblijf ik  Met de meeste hoogachting  Désiré Dinges

Désiré Dinges
9 0

Animale wereld

Ik sta er nog altijd van versteld in wat voor een animale wereld we leven. Het is ondertussen 2025, het derde millennium, en ik bemerk dat vele van mijn soortgenoten hun animale stadium nog niet zijn ontgroeid. Vele boeken hebben het over persoonlijke ontwikkeling en zelfontplooiing maar ik denk soms of de lezers deze boodschappen ook wel echt begrijpen. Kijk hé, ik wil mensen echt niet schofferen en beweren dat ze compleet achterlijk zijn.  We hebben allemaal een brein hopelijk. Leer het dan ook te gebruiken.  En ik wil dan ook een lans breken voor de mensen die echt begrijpen wat ik wil zeggen: ik bemerk dat de meeste vrouwen ( net iets) beschaafder zijn dan mannen. Er zijn sekseverschillen, dat is een feit. Dat is ook een wetenschappelijk feit. En mensen die dit niet begrijpen hebben niet gestudeerd of hebben niet kunnen studeren, dus het is aan beschaafde mensen - zij die tot de intellectuele elite behoren ( hoewel, dit is ook niet altijd zo) - om de kwetsbare groepen uit de ellende en miserie te helpen. De zogenaamde intellectuele elite heeft een zeer belangrijke rol te spelen in deze samenleving. Zij zijn geëduceerd . Zij hebben kennis. Zij kunnen toch bijvoorbeeld in ontwikkelingslanden zorgen voor zuiver water en proper sanitair? Zij kunnen de algemene bevolking toch sensibiliseren en educeren dat bijvoorbeeld handhygiëne zeer belangrijk is? Marc Van Ranst heeft er onder andere zo op gehamerd niet zo lang geleden, weet u nog? En Semmelweiss wist het al in de 18e eeuw. Maar wat vergeten we toch zo snel.  Educatie zorgt er effectief voor dat jongens en meisjes sterker staan later in hun leven en dat ze kritische mondige burgers worden die hopelijk een eigen mening mogen verkondigen en niet monddood worden gemaakt door dictatoriale regimes.  Beschaafde mannen en vrouwen gaan niet met elkaar op de vuist. Ze praten het uit. Mijn vader heeft mij ten oren uit herhaaldelijk gezegd dat je een mond hebt om te praten. Dat ik mijn mond dan ook moet gebruiken. Op een goeie manier, en niet om mensen verbaal te kwetsen. Positieve sociale cognitie heet dat.  En nu wil ik even iets kwijt: Leuven is  een studentenstad, met een jaarlijks terugkerende (tijdelijke) jonge populatie. Maar het zijn niet alleen studenten: ik heb al verscheidene keren meegemaakt dat vooral mannen - jong en oud - ruzie willen uitlokken, of een gevecht willen uitlokken. Ik ga er niet op in. Ik ben slimmer dan dat. Is het nu een gevoel of effectief: zijn mensen echt agressiever geworden dan vroeger? Spelen alcohol en drugs een rol? Ik kan er geen objectief antwoord op geven, maar mijn gevoel liegt niet. Ik ben een intuïtief man. Gasten of kerels die erop kloppen zijn inderdaad apen en animaal. Gespierde patsertjes en dan meestal ook nog lege holle vaten. Begrijpt u nu wat ik bedoel met 'animaal'? Soms is het echt inderdaad in overlevingsmodus gaan en hopen dat je geen bull hebt. En dat is gewoon niet tof en plezant: dat je bull en shit kan krijgen, ook al wil je het in de verste verte niet. Door nitwits, onverlaten en nozems. Laat mensen gewoon met rust en behandel ze met respect. Is dat zo moeilijk!? Homohaat, xenofobie. Twee mannen of vrouwen die hand in hand over straat lopen en volledig verliefd zijn. Vreemdelingen die gevlucht zijn voor oorlog en volledig zijn getraumatiseerd. Die een nieuw bestaan willen opbouwen en veilig en in vrede willen leven. Verdienen zij het om in elkaar te worden geslagen? Ik denk het niet. Moeten we dit als samenleving beschouwen als normaal!? Ik alleszins niet. Op internationaal niveau zijn ze volle bak oorlog aan het voeren, precies geen haan die erom kraait. En wij als burgers in België, van ons wordt verwacht dat we respect en begrip hebben voor elkaar en vreedzaam kunnen samenleven? Voor sommigen is dat zelfs te moeilijk. Ik vind dat gewoon hypocriet van de overheid. Maar ja, die hoge piefen zijn de leiders. Zij komen er ongestraft mee weg. Ze hebben bloed aan hun handen kleven van honderduizenden of miljoenen onschuldige slachtoffers. Is dat normaal!? Nee, dit mogen we als samenleving, internationaal als lokaal, niet beschouwen als normaal. En ik hoop dat die schurken zwaar worden gestraft voor het Internationale Strafhof in Den Haag. Als alle oorlogen in de wereld zouden stoppen en de mondiale brandhaarden gedoofd zou de weg naar echte beschaving en ontwikkeling van de mensheid, collectief als soort, een fameus stapje dichterbij komen denk ik... Ik vraag me echt af: wat zouden Melania Trump en de vrouwen van Poetin, Netanyahu en de hele bende nu écht denken van de 'fratsen' van hun echtgenoten? En ik druk me nog heel zacht uit. Hebben zij eigenlijk kinderen? Wat zouden zij denken wanneer Netanyahu genadeloos en hardvochtig Gazanen uitmoordt en kil en wreed de hongerdood laat sterven terwijl de internationale gemeenschap gewoon toekijkt en niet ingrijpt? We zijn gewoon collectief medeplichtig aan een criminele genocide. Echt, we mogen trots en fier zijn op onszelf. Ik begrijp best waarom veel mensen schrik hebben gekregen voor hun soortgenoten. En de media werken dit gewoon in de hand met hun berichtgeving.  Ik wil gewoon nog echt geloven dat de meeste mensen deugen en het goed met je voor hebben. En mij niet laten verblinden door al dat negatieve nieuws. Continu. Leven en laten leven.  Als ik de straat op ga, het meeste van de tijd heb ik positieve ervaringen met mensen. Heel positief zelfs. Maar tja, de negatieve blijven sterker hangen. Dan is het de kunst om deze zo snel mogelijk los te laten. Dat is mijn gedacht.    P. Claes  20/8/2025©  

Canniball
14 0

Brievenpost van Dinges | Aan de verkeersredactie van VRT NWS

Beste redactie Ik dacht eerlijk gezegd dat het niet meer bestond, maar na even zoeken kwam ik het programma op jullie digitaal platform tegen. Blijkbaar wordt ‘Kijk Uit’ nog altijd uitgezonden, maar niet meer zoals vroeger, meteen na het journaal. Misschien moet u die uitzending in prime time toch heroverwegen, want in de maatschappij, met dat alsmaar drukker wordende verkeer, rijzen er heel wat mobiliteitsvragen.  In de kleedkamers van de VRT hangt wellicht nog een kostuum van oud-rijkswachter Gommar Vervust dat een jonge presenator kan aantrekken. In mijn jonge jaren zag ik hem steevast na het journaal van kwart voor acht een nieuwe verkeersregel verduidelijken.  Geen kwaad woord over de nieuwe presentatoren, maar u kan het ook Hajo Beeckman laten presenteren. Hij is toch jullie mobiliteitsdeskundige. Ik zag hem onlangs bij ‘VRT NWS Laat’ uitleggen waarom het voorstel om overdag maximaal 100 km per uur toe te laten op de autostrade toch geen slecht idee was, terwijl drie vierde van de parlementsleden het tegendeel beweerden. Hij kent er iets van.  Maar kijk, nu ‘Kijk Uit’ enkel nog op zaterdag pal op etenstijd wordt uitgezonden, namelijk om vijf voor zes op ‘VRT 1’, en ergens op ‘VRT MAX’, mis ik telkens de uitzending.  Wellicht daarom heb ik niet meegekregen dat er een nieuwe regel is voor wielertoeristen. Mijn vrouw en ik waren rechtstreeks getuige van de nieuwe maatregel, maar die kwam bij ons, als gewone fietsers, redelijk ingewikkeld over.  Blijkbaar moeten wielertoeristen niet meer bellen als ze in aantocht zijn. Of fluiten. Of 'hallo' en ‘dank u’ zeggen, zodat we braaf en beleefd opzij kunnen gaan. Nee, ze moeten nu roepen waar de andere mensen op rijbaan zich naartoe moeten begeven.  Wat is er gebeurd? Op het verhard en rustiek bospad waar we fietsten, en waar ook wel eens wandelaars te bespeuren zijn, riep een aankomende coureur plots heel luid 'RECHTS!', waarna hij ons meteen passeerde. Ik sprong van het verschieten recht omhoog van mijn zadel. Het kwam me ook ietwat verwarrend over. Moesten wij nu naar rechts? Of ging hij van rechts komen, wat geheel niet logisch zou zijn, want hij kwam natuurlijk van links.  Ik kon hem ook niet vragen wat hij bedoelde, want hij was al snel een paar honderd meter verder. Ik keek achterom of er nog andere coureurs in aantocht waren, want hij reed een pak sneller dan Wout van Aert. Voor hetzelfde geld zaten we in het midden van een wielerwedstrijd.  Nu weet ik niet of hij de nieuwe maatregel correct toepaste, want dat ‘RECHTS!” kwam er bij hem vrij agressief of manu militari uit. Afijn, we waren redelijk van ons melk. Iets verder zagen we twee oudere fietsers aan de kant staan. De fiets van de vrouw lag in de berm. Ik zag de man met zijn zakdoek over zijn voorhoofd wrijven, waarbij hij 'hoezo rechts' mompelde.  U ziet, beste redactie, dat er nog mensen zijn met vragen over deze nieuwe fietsmaatregel. En er zijn nog van die dinges.  Daarom zou ik het zeker appreciëren mocht u een uitzending van ‘Kijk Uit’ in prime time overwegen. Of u laat de nieuwe maatregel door mobiliteitsdeskundige Hajo Beeckman verduidelijken op het journaal, dat mag natuurlijk ook.  Ondertussen verblijf ik, met de meeste hoogachting,  Désiré Dinges

Désiré Dinges
3 0

Brievenpost van Dinges | Aan mijn krantenbezorger

Geachte krantenbezorger Laat me beginnen met een bekentenis. Deze brief voelt een beetje vreemd aan, want ik ken u niet persoonlijk. Noch van naam, noch van gezicht. U bent zo'n beetje als de onbekende soldaat in Brussel. Maar u leeft godzijdank nog en ik wens u vooral een lang en gelukkig leven.  Onze samenwerking is vanaf het begin stroef verlopen. Zeer stroef zelfs. Het begon allemaal begin dit jaar, toen het krantencontract naar een nieuwe speler op de markt ging. De krantenbezorging draaide vanaf toen vierkant.  Het was telkens het onderwerp van gesprek in de buurt. Ook mijn buurman Gust verscheen elke ochtend aan zijn brievenbus. "Heb jij de gazet gehad Gust?" "Nee, alleen de sport." Daarna kwam mijn andere buurman Omer naar buiten en die vertelde dat hij mijn krant had ontvangen. Waar zijn krant naartoe was, wist niemand.  Het zorgde wel voor gezellige babbels, dat moet ik toegeven. Zo kom je in de buurt nog eens bij elkaar. Maar ondanks al die gezelligheid kwam er voor de krantenbezorging geen oplossing uit de bus. In het weekend kreeg ik de bijlage niet en een andere keer ontving ik een Hollandse gazet. De ellende bleef duren.  Maar zoiets mag natuurlijk niet. We betalen er tenslotte voor. Wat heb ik liggen bellen met de abonnementendiensten van mijn kranten. Kranten, inderdaad, want in het weekend heb ik er twee. Afijn, als ze arriveren natuurlijk.  Telkens waren er heel wat wachtenden voor mij aan de telefoon. Waarbij wellicht Gust en Omer, want die zaten ook nog volop in de krantenellende.  "Weet je wat?", zei ik tegen mijn vrouw. "Ik ga de bezorger 's morgens opwachten. Dan is het zo geregeld." "Niks van", zei mijn vrouw. "Ik zie u daar al staan of zitten." Ik had inderdaad een klapstoeletje van zolder gehaald. Ook had ik een oude thermoskan gevonden, voor de koffie, want ik had mijn plannetje met Gust en Omer besproken. Zij deden mee. "Wat moeten de mensen wel niet denken, als gij daar om zes uur 's morgens bij de brievenbus zit. Ze gaan denken dat ge zot zijt."  Dat werd dus niks. Maar kijk, de aanhouder wint. Ik kreeg, al zeg ik het zelf, een geniaal idee. Mijn oog viel plots op de post-its die we wel eens op de koelkast plakken, als we iets niet mogen vergeten in de winkel.  Ik verklapte deze keer mijn plannetje niet, maar ik ging 's avonds, terwijl ik met onze Bobby nog wat ging wandelen, eerst naar de brievenbus. Daar kleefde ik een post-it op de brievenbus met de naam van de krant die in mijn brievenbus moest belanden. En op vrijdagavond schreef ik er twee titels op. Met telkens een 'bij voorbaat dank' erbij. Ik deed er nog wat plakband over, want je weet hier nooit met die wind.  De volgende ochtend ging ik blij als een kind in mijn pyjamabroek en met een verfrommeld T-shirt naar de brievenbus. Zo stilletjes mogelijk. Wat bleek? Het had gewerkt. Ik had de juiste en een volledige gazet in mijn brievenbus. Sindsdien is het niet meer fout gelopen. Onze samenwerking verloopt nu perfect. Post-its plakken is zelfs niet meer nodig.  Al snel namen Gust en Omer mijn tactiek over en sindsdien heeft iedereen terug zijn eigen gazet. Als ik ’s morgens aan de brievenbus sta, hoor ik Gust al vloeken op de president van Amerika, terwijl hij in de keuken over zijn krant gebogen zit. En Omer foetert op zijn voetbalploeg als ze weer eens hebben verloren. De tijden veranderen natuurlijk. Vroeger kende je de postbode persoonlijk. Bij mijn ouders kreeg hij met nieuwjaar nog een borrel. En er zijn nog van die dinges. Niets blijft hetzelfde.  Als ik tegenwoordig mijn krant lees, zie ik dat er in de wereld veel fout loopt. Dan is het goed dat er tenminste nog iets goed loopt, zoals de krantenbezorging.  Daarvoor wil ik u bedanken. Ook al ken ik u niet persoonlijk. Merci.  Ondertussen verblijf ik, met de meeste hoogachting,  Désiré Dinges  PS: ook een dikke merci van Gust en Omer.

Désiré Dinges
1 0

Au café de la paix (11) -Waarborg

‘Je suis un client, pas un danger’, denk ik als ik inhaak. Is het iemand die naar vrede streeft toegelaten om eens goed te ranten? Te zagen, aan te klagen? Ach, rechts wil de vrede garanderen met orde en veiligheid, links met activisme en verzet. Er is blijkbaar altijd wat strijd nodig om de harmonie te bewaren. Dus, hier gaan we!  Kortetermijnverhuur van appartementen zwengelt de wooncrisis aan. Daar ben ik heel erg mee begaan. Het is akelig dat sommige mensen geen thuis meer vinden, omdat anderen per se thuis willen zijn op reis. Niet zo’n duf hotel, maar je eigen stulp in een onbekende stad. Even doen alsof je een echte Parisien of Londenaar bent. Misschien is de illusie van die vele levens de aantrekkingskracht van Airbnb.  En toch boek ik heel soms een studio of appartement. Via Booking, deze zomer de koning van de oplichterij. Maar ik heb er Genius-korting! En vroeger hield Booking malafide eigenaars net wat onder controle, zo werd gezegd. Mijn eerste reservatie haalt al wat Airbnb- trauma’s naar boven. Ik dacht bij de term ‘aparthotel’ aan een receptie met een persoon van vlees en bloed, maar krijg twee toegangscodes opgestuurd, van de deur en de voordeur, en een lijst gedragsregels. Geen feestjes houden, niet roken, niet onderverhuren, je niet prostitueren. De ochtend van mijn vertrek valt er nog een bericht in mijn chatbox. Of ik de lakens van mijn bed wil trekken en samen met de gebruikte handdoeken aan de voet van het bed wil deponeren. En het afval in de vuilnisbakken in een zakje in de keuken wil zetten. En de ramen wil sluiten. Ik doe al het gevraagde, maar het zakje voor mijn afval vind ik niet, en ik moet nog ontbijten en naar het station. Ik stuur een bericht, de reactie is begripvol: het is al top dat ik de vuile was heb gesorteerd. Oef. In tijden van hongersnood en genocide is het uiteraard een kleine moeite om de lakens van je bed te halen. Toch vreet het aan mijn vakantiegevoel. Ik wil gewoon een beetje welkom geheten worden, niet alleen maar liefdeloze instructies krijgen. Ik ga op vakantie, niet op internaat. Naast de anonimiteit stoort het me dat de eigenaar weinig werklust toont. Ik doe als vakantieganger haast meer inspanningen dan de persoon die hier zijn geld mee verdient. Vaak zijn bedrijven het mikpunt van beschuldigingen, maar soms bakken particulieren het nog bruiner.  Nu zag ik de ‘belangrijke info’ over het hoofd, onderaan in mijn boekingsgegevens. Ik heb in Orléans een appartement met twee slaapkamers gereserveerd, voor mezelf en mijn reisgenoot die uit België komt afgezakt. Er dient een waarborg van duizend euro overgemaakt te worden, die ik de week na ons vertrek terugbetaald krijg. Als er niks kapot is, tenminste. Duizend euro, terwijl de prijs voor ons verblijf iets meer dan vijfhonderd euro bedraagt. Via de chat van Booking krijg ik een bericht van de conciërgerie waar de accommodatie mee samenwerkt. Ik moet mijn VISA- nummer invullen via een link naar het mij onbekende platform ‘Superhote’. De angst slaat mij om het hart. Is dit niet net de fraude waar ze op tv en in de krant voor waarschuwen? Kan mijn hele rekening zo geplunderd worden?  Ik kopieer het verdachte bericht in de Whatsapp-groep van mijn collega’s. ‘Da’s een scam, sowieso!’ en ‘duidelijk oplichterij!’ reageren ze. Ik bel de fraudelijn van mijn bank maar kom op zondag terecht bij een medewerker die amper iets weet. Ze zal mijn vraag doorspelen aan de bank. Ik bel de politie van Orléans om te weten of er zich wel een appartement op dat adres bevindt. De agent relativeert: de verhuurder blijkt een keten te zijn met accommodaties in verschillende Franse steden, de advertentie staat op meerdere sites, en het is in Frankrijk niet abnormaal dat je waarborg hoger is dan de prijs voor je verblijf. Inderdaad, bij het Café Vélo in Agen vroegen ze ook een waarborg van 1500€ voor de huur van een elektrische fiets.  Ik wacht dus nog even voor ik het leger erop af stuur. Ik deel mijn twijfels via de chat van Booking met de conciërgerie, bel de contactpersoon op. Ze benadrukt de angst van de opbrengsteigenaars dat hun appartement vernield wordt. Het is prachtig gerenoveerd, helemaal nieuw. Baldadige toeristen hebben eens een stoel aan diggelen geslagen in andere accommodaties. Verhuurders moeten zichzelf toch beschermen?  Ik begrijp het, maar wil de borg liever op haar bureau in Orléans regelen. Met een echte persoon voor me. Dat gaat niet, ze is niet ter plekke. Ze verstaat niet wat ik zo riskant vind aan die online waarborg. Ik begrijp niet waarom je niet naar kantoor gaat als je geld wil verdienen. Aan het zwembad herkauw ik mijn frustraties.  Hoe vaak moest ik de laatste tijd online uit mijn doppen kijken? De elektricien met goede reviews stelde me een bedrag van 165 euro voor om een lamp op te hangen. Fake interieurwinkels verkopen lampen van Alibaba door.  Vaak zijn het niet eens grote fraudeurs, maar gewone mensen die net iets te snel veel geld willen verdienen. Het online handeltje maakt ze overmoedig. Ze hoeven geen directe confrontatie aan te gaan. Zo groeit ons wantrouwen tegenover elkaar.  Als we die online bullshit eens achter ons lieten, als we allemaal op een eerlijke manier ons geld verdienden, dan zouden alle mensen misschien weer broeders worden. De volgende keer ga ik op hotel, zweer ik, net zoals ik mijn lamp in de goeie ouwe winkel kocht. Maar nu waag ik de sprong en voer mijn VISA in op Superhotes. Meteen krijg ik de toegangscodes voor het appartement in mijn mail. Ik baal alweer. Sleutel ophalen in een kluisje in de ene straat, dan naar het appartement dat op een kwartier lopen ligt.  Het mooie stadscentrum van Orléans is een troost, maar wanneer ik met de vier sleutels van het appartement eindelijk binnen geraak, valt de stress helemaal weg. Het is prachtig! Helemaal vintage gedecoreerd. Ik kan mijn kleren eens in de was steken! Na een zware bevalling de baby zien, doet je alles vergeten, zeggen ze.   

Pons
4 0