Zoeken

Geen blad voor de mond

Wees blij dat je Eva Vandenbos niet kent. Ze is afkomstig uit het Antwerpse. Een wondermooie dame, maar als ze gedronken heeft ... Wel, dan wordt ze heel brutaal en soms ongepast in haar communicatie. Achteraf heeft ze nooit spijt, wel een houten kop. Ach, eigenlijk is het gewoon een takkewijf uit Boom met een groot blad. Je kan haar overigens niet kennen. Om de simpele reden dat ze alleen in mijn hoofd bestaat. Echtgenotes vinden het meestal niet erg dat hun mannen over andere vrouwen fantaseren, zolang het niet te concreet wordt en vooral abstract en aldus onbereikbaar blijft.  Zo beschreef ik Eva als een ongelooflijk knappe vrouw met een voor mij ideaal lichaam. Ik nam daarbij geen blad voor de mond en terwijl ik haar belangrijkste lichaamsdelen minutieus en nog net niet likkebaardend beschreef, zag ik de blik van mijn wederhelft verwilderen. Opgejaagde agressiviteit, trillende neusvleugels, gebalde vuisten, kokend bloed, dat soort dingen. Tot ze doorhad dat het (weer maar eens) een excuus was om woordspelig te zijn, het de schuld van mijn verbeelding was en ik het ideaalbeeld eigenhandig aan diggelen sloeg door Eva's kwalijke eigenschappen onverbloemd te omschrijven.  Geen blad voor de mond nemen. Door intimi word ik er weleens van beticht. Ik doe het niet met opzet en vind het ook geen ernstig vergrijp, zeggen wat je denkt. Soms grof en kort door de bocht, dan weer complimenteus en 'lief', soms helder, dan chaotisch, soms plezierig, dan weer zwart. Maar wel eerlijk. Vrijuit zeggen wat je vindt hoeft lang niet altijd synoniem te zijn met iemand zonder omwegen vertellen wat hij allemaal fout heeft gedaan. De uitdrukking zelf heeft ook die dubbele connotatie. Is geen blad voor de mond nemen nu bot en tactloos, of net moedig, betrouwbaar en bijgevolg een toe te juichen eigenschap? En welk blad moet je niet voor de mond nemen, of net wel? Dat intrigeerde me, dus ging ik op onderzoek uit.  Volgens verschillende bronnen kan het zowel over een boomblad als over een blad papier gaan en bijna allemaal sleuren ze er de theaterwereld bij. Lang geleden, voor er maskers werden gebruikt, verscholen toneelspelers zich achter vijgenbladeren om stoute dingen te zeggen, bijvoorbeeld als ze onaangename waarheden benoemden of als ze de spot dreven met anderen. Zo konden ze niet herkend worden en bleven hun uitspraken zonder gevolgen. Wie geen blad voor de mond nam was niet bang voor kritiek. Een lefbek, geen lafbek.  Anderen gaan ervan uit dat de bladeren als afdekking dienden om bepaalde dingen niet te hoeven zeggen of om geluiden te dempen. Vreemd, maar niet onmogelijk. Weer anderen gooien de hele boombladtheorie aan de kant en hebben het over een blad papier. Als je opmerkingen van een blad papier afleest en dus 'een blad voor de mond neemt', heb je tijdens het schrijven van tevoren nagedacht over wat je wilde zeggen en hoe dat zou overkomen, waardoor je dus diplomatischer bent. Wie uit zijn hoofd spreekt, zal minder voorzichtig zijn.  Interessant allemaal, maar wat mij frappeert is vooral dat vijgenblad. Steeds weer dat vijgenblad. Het doet me eerlijk gezegd opnieuw denken aan Eva. Niet die van Boom of Aartselaar, maar die van het Aards Paradijs. Samen met Adam gebruikte ze vijgenbladeren om hun geslachtsdelen te bedekken. Maar stel nu dat Adam op een gegeven moment wel héél erg oprecht was, als je begrijpt wat ik bedoel, en Eva op dat moment geen blad voor de mond nam ...  Dat plaatst alles toch wel even in een andere context. Best wel leerzaam, dat etymologische gedoe. Hoe dieper je graaft, hoe dichter je bij de waarheid komt. 'De pijp aan Maarten geven', waar zou dat eigenlijk vandaan komen? 

Danny Vandenberk
0 0

Lijstje

Ik vind het belangrijk om tijdens het winkelen een boodschappenlijstje bij me te hebben. Het biedt me de zekerheid niets te vergeten voor onze provisiekast. Zeker in tijden van COVID19, waar hamsteren soms nog de norm is, hou ik me graag vast aan de strohalm van het boodschappenlijstje. Vroeger lukte het me aardig een resem aan artikelen te memoriseren maar sinds de gezinsuitbreidingen - elk met hun specifieke noden en eisen - past mijn hippocampus voor de taak. Het arme onderdeel heeft al meer dan een dagtaak aan het onthouden van onze verjaardagen, de dag dat mijn vrouw en mezelf elkaar ontmoetten (owee als het die dag pleegt te vergeten…) en onze huwelijksverjaardag. Maar kom, het vlezige ding kwijt zich nog aardig van deze taken. Bij de extra opdracht boodschappen te leiden houdt hij zich liever op de achtergrond. De zekerheid van het boodschappenlijstje biedt ons rust. Een boodschappenlijstje vertelt veel over de persoon die het bij zich heeft. Met voorkennis van een winkel zorgt een gestructureerde aanpak voor een gemak bij het uitpikken van elke order. Bij het opstellen van mijn lijstje hou ik steevast rekening met de infrastructuur van mijn favoriete winkel. Mijn verleden als magazijnier zal dit alleen maar versterken. Niets meer frustrerend dan te gaan windowshoppen in de lokale versmarkt. Iedereen kent ze wel, de windowshoppers die her en der opduiken in de rayon waar nu net jij aanwezig moet zijn. Het onvoorspelbare gedrag van winkelkarren draaien, het snuisteren in de vele artikelen niet wetend wat ze eigenlijk nodig hebben. Ik proef hun vraagtekens als gepekelde citroenen in mijn mond. Maar ik ben welopgevoed en wacht dus mijn beurt af. “Nee Bart, dit hebben we niet nodig! We hebben er nog.” Een vrouw wijst haar man terecht als hij haar dartel vier pakken fettucini aanbiedt; o ja, ik vind het ook belangrijk om pasta niet zomaar pasta te noemen. Ik respecteer de herkomst, de eenvoud en de vorm van het product zodanig dat een onderscheid bij mij de norm is geworden. “Maar we hebben enkel nog spaghetti in huis, geen fettucini meer.” De mannelijke windowshopper slaat nagels met koppen. Spaghetti is inderdaad geen fettucini, mevrouw. Fettucini is heerlijk met kip of vis. Spaghetti vindt dan weer zijn harmonie in het huwelijk tussen een fruitige tomatensaus en parmezaanse kaas. Ik wil me mengen in het gesprek als een volleerd pastakenner maar een proces van inhibitie zet zich in gang. Een combinatie van opvoeding en moedeloosheid maakt zich van mij meester. De ratio neemt het over en stuurt me richting lijstje waar we rust vinden. Ik voel me superieur terwijl ik het koppel goeiedag knik en een nieuwe rayon aansnijd. Ik wil hier vlug weg. Naar huis. Naar ware rust. Appel Banaan Blauwe bes Kiwi (Ik gebruik alleen maar het enkelvoud als ik het lijstje opmaak. Op die manier maak ik mijn lijst erg snel. Ik heb zelfs ooit eens geprobeerd enkel de eerste twee letters van een item te gebruiken maar mijn hippocampus begon weer te sputteren. Het enkelvoud biedt ons het meeste rust.) Tandpasta (zonder fluor) Reinigingsmelk Talkpoeder Luiers (Ja, luiers is het enige woord dat ik in het meervoud schrijf. Het zijn dan ook meervouden die bij ons thuis worden verwerkt.) Ik keer terug naar de rayon van het overleggende koppel. Ze zijn weg. Vier pakken fettucini bleven verweesd achter tussen de spaghetti. Ik neem nog snel twee pakken rigatoni, één pak fusilli, één pak farfale en twee pakken macaroni. Met veel pathos schrap ik de laatste woorden van mijn lijstje. Het aanschuiven aan de kassa is een noodzakelijk kwaad maar het vooruitzicht op de goudblonde kassierster geeft me de verdiende afleiding. Het verfrommelde lijstje is al verdwenen tussen de vier pakken fettucini. Rust.

Titus
0 0

Brievenpost van Dinges | Aan dhr. Nicolas Sarkozy

Geachte heer Sarkozy Bonjour monsieur le président. Nu u in de gevangenis zit, vindt u het wellicht boeiend om brieven te ontvangen.  Toch was ik licht verbouwereerd door enkele nieuwsfeiten aangaande uw gevangenschap in de Parijse La Santé-gevangenis. Volgens mijn buurman Gust hebt u al bedreigingen ontvangen van elke medegedetineerden. Dat heeft hij in de online versie van Le Monde gelezen. Tja, u zal er wellicht niet met iedereen vriendjes worden.  Ook in ons land zijn er wel eens politici met justitie in aanraking gekomen. Ik ga ze niet allemaal opsommen, want dan zou deze brief veel te lang worden. Maar ik denk bijvoorbeeld aan oud-premier Paul Vanden Boeynants die in 1986 een driejarige voorwaardelijke gevangenisstraf en een geldboete kreeg wegens belastingontduiking. Van hem zijn ook de onsterfelijke woorden "Te veel is trop, of trop is te veel, hè." Later werd hij nog ontvoerd, dus ik zou maar voorzichtig zijn als ik u was.  Maar ik was lichtjes geschokt over iets anders. Wat zeg ik, er kwamen zelf jaloerse gevoelens van mijnentwege bij kijken. Onder meer over het feit dat u twee boeken meenam naar uw stulpje in de gevangenis. Meer bepaald ‘De graaf van Montecristo’ van Alexandre Dumas en ‘Jésus’ van Jean-Christian Petitfils. Boeken van respectievelijk 1446 bladzijden en 888 bladzijden. Ik heb thuis ook stapels dikke boeken liggen, maar ik kom amper aan lezen toe. Ik moet werken, mijn sociale contacten onderhouden, met Gust en Ömer een kaartje leggen in café De Kiezel en met mijn vrouw af en toe naar de tv kijken. Naar de Verhulstjes bijvoorbeeld. Daar kunnen we van genieten. Ook mensen met geld, maar die centen komen niet uit Libië. U kreeg immers een boete van 100.000 euro omdat u campagnegeld had ontvangen van dhr. al-Khaddafi. “Ook een schurk”, volgens mijn buurman Gust. “Och, een mens kiest zijn vrienden zelf”, zei Gust daarover.  “Die Sarkozy heeft miljoenen ontvangen. Wedden dat hij binnenkort vrij komt, want hij is al zeventig jaar.” Gust is zo slim als menig advocaat. Hij moet niet onderdoen voor die advocaat met zijn grijs haar dat altijd voor zijn ogen hangt, dinges, Walter Van Steenbrugge. Maar dan nog iets. Uw cel in de VIP-afdeling van de gevangenis is ongeveer 9 vierkante meter groot en heeft een bed - geen matras op de grond zoals in veel cellen -, een eigen douche en een toilet. Voor 7,50 euro per week kan u ook een koelkast huren en voor 14,50 euro zelfs een televisietoestel. Dat geld zal wel geen probleem zijn. Ik wil maar zeggen. Een gemiddeld studentenkot in Leuven is kleiner. En die hebben vaak alleen een gemeenschappelijke douche op de gang. En men betaalt voor een kot al snel 550 euro per maand. U mag er trouwens ook zelf koken, maar u moet daarvoor niet zelf naar de winkel. Sjansaar. Daarom durf ik zeggen dat het een beetje vakantie is voor u, want u mag ook een paar keer per dag gaan wandelen, uw Carla mag regelmatig op bezoek komen en er zijn nog van die dinges. Maar nog even over die boeken. U hebt ze naar verluidt symbolisch gekozen, omdat het verhaal of de personages iets zeggen over de toestand waarin u zich bevindt. Mag ik dan nog enkele titels meegeven? ‘Misdaad en straf’ van Dostojevski bijvoorbeeld. Of ‘De goddelijke komedie’ van Dante Alighieri. En niet dat ik het u toewens, maar toch ook ‘Honderd jaar eenzaamheid’ van Marquez. Tenslotte nog ‘De man zonder eigenschappen’ van Robert Musil. Dat is echt iets voor u. Alvast veel leesplezier. Ondertussen verblijf ik, met de meeste hoogachting Désiré Dinges

Désiré Dinges
0 0

Ongeïnspireerd

Ongewassen. Ongekamd. Ongeïnspireerd. (Vandaag) Laat aan de koffie. Laat aan het ontbijt. Laat me ook maar eens gewoon met rust.    Gefrustreerd. Gedegouteerd. Gedemotiveerd. (Vanmorgen) Want de wereld bloedt. Want de ivoren toren doet niks. Wand beschadigd vanwege een futiliteit.    Huis gekocht. Huis geschilderd. Huis beschadigd. (Vanaf nu altijd?) Volgorde moet kloppen. Volgorde huisje - tuintje - boompje - kindje. Volg-de-(pik)orde in je omgeving.   Verenigd. Verdeeld. Verkeerd. (Al een tijdje) Eerst werk en geld. Eerst verbouwd. Heerst spanning en ongeduld en miscommunicatie.    Geforceerd. In een vorm geramd. Onnatuurlijk binnen de lijntjes kleuren.   Mijn gedachten horen niet in deze hokjesmentaliteit.  Mijn gedichten laten zich niet kneden in jouw ritme.    Ze bestaan niet louter om melodisch te klinken.    Ze razen rond door mijn hoofd en zoeken een uitgang die mijn stembanden niet belast. (Of betrekt, want we weten dat het daar mis zou kunnen lopen).  Die me niet in de spotlight zet, tussen mensen die hun meningen op hun gezicht uitdragen.   In het tweede middelbaar vertelde een leerkracht dat we vanaf 2001 spreken van het terroristische tijdperk.  En deze week loopt die zin rondjes door mijn hersenpan.    En nog een. En nog een. En nog een. Stop.   Stop met verdelen. Stop met de hokjes. Stop met het zoeken naar vijanden in plaats van bondgenoten. Stop met het normaliseren van het radicaliseren. Stop met het collectief vergeten van de geschiedenis, alsof we niet al tot over onze knieën in een nieuwe censuurgolf zitten.    Stop met slimme telefoons en domme mensen kweken. Stop met het niet luisteren naar kinderen, alsof zij niet degene zijn die met alle gevolgen opgezadeld zullen zitten.   Stop sokken, stop je kinderen onder na een hoopvol voorleesverhaal. Stop op de fles van Pandora, die nu ook geen hoop meer bevat, me dunkt?    Wring me in het knusse hoekje tussen je kin en schouder.  Wring me uit tot de bittere nasmaak van het wereldnieuws wegvloeit.    Wrik me los van het scherm. Wrijf me weer warm. Geef me weer vlam. 

annakdotes
3 0
Tip

Mens(elijk)heid

Het is maandag 15 september, 3 voor 6, en ik ben mijn vertrouwen in de mensheid een beetje verloren.    Ik heb het laatst gezien ergens tussen de plooien van de moord op de jonge Lisa op haar elektrische fiets.    Soms, tijdens het wandelen, overvalt me even de geur, alsof ik door een wolk heen loop en net dat stukje lucht had beslist om nostalgischer te ruiken dan de rest. Een geur die zoveel gevoelens terug naar de oppervlakte kan brengen, die soms sterker lijkt dan het menselijke brein of foto’s en filmpjes, dan gelijk welke andere zintuiglijke herinnering. Het ruikt naar betere tijden, solidariteit, luistervaardigheden en vertrouwen.    Ik vind het in de resterende kruimeltjes, reacties onder het zoveelste slechte nieuws van de week. Mensen die hun nek nog durven uitsteken, en dat niet enkel doen als er een groen kadertje rond hun profielfoto komt te staan, zoals ik, die enkel virtueel roept tegen goede vrienden, die allemaal sowieso al aan hetzelfde zeel trekken als ik.    Onlangs dacht ik het teruggevonden te hebben. Zoals ik vroeger kledingstukken kwijt kon spelen op mijn slaapkamervloer, en die dan herkende aan hun kleur, dat ene hoekje dat buiten de rest uit kwam, naar adem snakkend, en zo z’n positie verraadde - waardoor ik dan vond dat ik tegen mijn moeder mocht zeggen dat ik orde in de chaos zag.   Het was van korte duur, want naast de genocide in Gaza die intussen al zo lang onbestraft door kan gaan - word ik nu ook bestookt met beelden uit Soedan, die we al zo lang negeren. En ik denk even terug aan hoe snel mensen hun deuren openden voor de vluchtelingen uit Oekraïne, en ik aan die sterke, Afrikaanse vrouwen die ik al 2 jaar begeleidde in Brussel, moest uitleggen dat dat niet voor hen was, dat zij goed zaten in hun asielcentrum in Jette.    Er komt nog een zwarte bladzijde bij in mijn mentale krant - burn-outcijfers lagen nog nooit zo hoog, iets dat mijn generatie treft, in eigen land deze keer. Zou het misschien iets te maken hebben met het kleine schermpje dat ik vasthoud en waarop ik dit bericht lees? Het feit dat er geen uitknop meer is voor de miserie van de wereld - waar altijd iemand wakker is om een mes te trekken in de bus, in te rijden op een massa mensen, de loop van z’n geweer te richten op een (vriend van een) president, of een school vol kinderen?    Zouden we pepperspray legaliseren - lost dat niet alles op? Op ‘t moment dat ik die vraag kan lezen op datzelfde schermpje, verblijft de zoekopdracht “pepperspray kopen België” al enkele dagen in mijn zoekgeschiedenis. In de woorden van die ene vrouw in de comments: “Liever illegaal bezig dan dood, niet waar?!”.    We kochten dit jaar een huis, een mooie fietsroute verwijderd van het station. Ideaal! Geen al te drukke baan, in ‘t groen fietsen, tof, toch? De eerste goedbedoelde opmerking kwam al enkele dagen na de verhuis: “Ga je daar nooit fietsen als het donker is?”, het is dan beter om langs de drukke baan te komen, waar vrachtwagens rakelings langs het fietspad voorbij razen. Het was pas enkele dagen later dat ik mijn tegenvraag gevonden had: “Hebt gij voor uzelf ook schrik op dat pad, of is dat enkel voor mij dat dat geldt?” (en je mag van mij nu zelf eens raden wat het antwoord was).    Het is maandagavond, 12 na 6, en ik ben mijn vertrouwen in de mensheid een beetje verloren. De laatste keer dat ik het gezien had, was het volgens mij in ‘t rood gekleed. Op weg naar Brussel, met de Palestijnse vlag vast, omringd door een rode zee, deinend op de golven van hun gemeenschappelijke empathie.   Is ‘t niet vermoeiend om altijd voor alles en iedereen empathie te hebben? En hoe ver zou die empathie moeten reiken? Gaat het dan over afstand (dus ik geef wel om Europese problemen, maar that’s it!) of is het eerder leeftijdsgebonden (ah, het slachtoffer was geen kind, tant pis!), of gaat het over andere getallen (‘t was gelukkig maar 1 slachtoffer, morgen zijn we dat alweer vergeten). Is ‘t politiek gekleurd (‘t was een Republikein, pro-life, hij zei zelf letterlijk dat er soms slachtoffers zullen moeten vallen om het Second Amendment in stand te kunnen houden, but that’s the price we pay). Is ‘t dan goed te praten omdat het zo ironisch is, of toch niet?     Het is maandagavond, 15 september. Er zit een baksteen in mijn maag.    Ik leef snel mee met mensen, heb graag diepgaandere gesprekken met mensen.  Ik heb intussen al een paar dagen schrik om gesprekken de politieke toer op te laten gaan. Ik ben van mijn instagram verslaving af aan het geraken, en de reden is gewoon de wereld zelf. Mag ik alstublieft nog eens een kattenfilmpje zien? Of een recept opslaan dat ik nooit klaar ga maken? Een koppel dat een bus ombouwt tot een huis op wielen, terwijl ik niet eens een rijbewijs heb. Een filmpje met tips om speelgoed voor baby’s zelf te maken - ook al heb ik geen kinderen?    Hoe komt het dat ik mij nu al druk moet maken over het feit dat als ik er ooit een zou hebben, die ongevraagd filmpjes zullen zien van steekpartijen, shootings en verkrachtingen? (om nog maar te zwijgen van de optie dat ze één van de sterren van het filmpje zijn!)  Waarom heb ik mijn hypothetische kinderen nu al het recht op een smartphone moeten ontzeggen, zonder ze ooit de kans te geven er verantwoord mee om te springen? Of zijn smartphones tegen dan zó 2025 en keren ze terug naar de eenvoud? Zouden ze mij vragen om hier samen een moestuin te beginnen en zelf alles van scratch te maken (ik heb daar al heel wat filmpjes voor opgeslagen, dus ik ben er wel klaar voor!)?   

annakdotes
78 2

Kintsugi

Ik las in de nieuwjaarsbrief van een Facebookvriend over Kintsugi, een Japanse techniek om scherven aan elkaar te lijmen, met een zichtbare gouden rand. Hij schreef over halfvolle glazen, en halflege, en hoe een gebroken en gelijmd glas groter is dan een glas dat nooit kapotgegaan is, en hoe mooi hij dat vindt. Wat een idee, inderdaad, om onze barsten te vieren en tentoon te stellen in plaats van zo krampachtig te blijven beweren dat er niets aan de hand is. En zou een gebroken hart groter zijn dan een waar nooit iets mee gebeurd is? Het is misschien wel voorzichtiger, het laat je minder gemakkelijk toe, maar als je door die barsten heen je weg naar binnen kan vinden is het des te waardevoller.  Ik denk aan de slag om het hart van mijn lief. Dat was nog niet helemaal gelijmd, en al helemaal niet in een zichtbaar goud. Ergens logisch dan dat ik mij zo bezeerde aan de randen van die verschillende brokstukken. Ik bleef zoeken naar kiertjes en mocht soms wel dichterbij komen en dan ineens helemaal niet meer (x3 zoals Usher zou zeggen).  Waar die barsten mij toen parten speelden, ben ik een jaar later dankbaar dat ze er zijn. (We zijn intussen tenslotte allemaal tweedehands, maar daardoor zoveel zekerder van wat we wel en niet willen of aankunnen). Want nu weet ik waar ik aan toe ben, ik ben niet zo naïef als toen ik mijn eigen hart voor het eerst in stukken uiteen zag vallen, hij verwacht geen wonderen van mij en ik ben al onder de indruk van het feit dat hij een ei kan bakken (al gebruikt hij daarvoor wel te veel kruiden), (de lat ligt na vorige situaties een pak minder hoog).  Dus ik pak mijn gouden pot en verf over al die lijmranden. Ze zijn de reden dat we zijn wie we vandaag zijn, dat we elkaar vinden en begrijpen en soms ook totaal niet maar dat dat ook oké is. De gaten die er nog in zitten, de missende brokjes, daarvan geloof ik graag dat ze in een ander hart de boel helpen samenhouden. Van iemand die ons nauw aan het hart ligt, of in het verleden woont, en daar mag nestelen. Ik denk aan mijn brokjes die aan verschillende kanten van de Gentse stadsmuren en oceaan verder leven. Zo ver van huis en tegelijk ook thuis. Lang leve de breekbaarheid en veerkracht van de mens.  En die halflege (al dan niet gebarsten) glazen, zoals die van mezelf, die plaats ik strategisch onder mijn gedachten-regen. Zo kunnen ze binnenkort overlopen en de grond eronder en ernaast helpen bloeien. 

annakdotes
3 0

Boomerfietstocht.

Op zonnige dagen kan het zomaar zo zijn dat je ze spot: een sliert fluorescerend geel beweegt gestaag voort door het landschap. Het is een keurige rij verkeersveilige hesjes, zittend op elektrische fietsen, voorzien van het volledige assortiment accessoires van de rijwielspeciaalzaak. Er zijn fietstassen, kaarthouders, ergonomische zadels, slipvrije pedalen en verstelbare zijspiegels. De hele checklist van de cursus valpreventie is afgevinkt. Er fietst één iemand voorop die duidelijk wijzend en roepend de route bepaalt. Dat is altijd een witte man. Achter hem aan fietsen een aantal koppels die zich opzichtig aan de verkeersregels houden en daarmee passief agressief een boodschap communiceren aan de andere weggebruikers. De meest assertieve dames uit de groep manen een aantal auto’s tot stilstand door hevig gebarend richting aan te geven. Zij passeren deze dan zeer nadrukkelijk op hun eìgen tempo. Ongeduld van omstanders wordt bestraft met een afkeurende blik. Boomers aan de fietstocht. Na de koffie met appeltaart hebben zij zich vanmorgen allen zo reflecterend mogelijk uitgedost waarbij “praktisch” toch echt superieur bleek aan “stijlvol” en dus heeft de hele stoet dezelfde beige fietshelm van de Decathlon. Die past dan wel weer mooi bij de afritsbroek met zakken aan de zijkant en de sandalen van Ineke. Volledig in tenue bestegen zij met een lichte kriebel in de buik het stalen ros. De een met enthousiasme, de ander omdat hij moet van zijn vrouw. “Kom op Herman, bewegen is van levensbelang op onze leeftijd”. Waarop Herman schoorvoetend zijn gele hesje over zijn windjack aantrekt en zich overgeeft aan de sportiviteit van deze ochtend. De lichte kriebel in de buik ontwikkelt zich gaandeweg tot een constante staat van paniek omdat de elektrische fiets eigenlijk harder gaat dan de Boomer beheersen kan. Daarmee verkeert deze in een continue staat van ontreddering over dreigend controleverlies. En dat is te zien. Angst gemaskeerd door woede straalt uit iedere porie van het gezicht. Wat een ontspannen fietstocht zou moeten zijn is een achtbaan van emoties geworden waarin de Boomer bij iedere bocht, wegversmalling en kruispunt vreest dat de andere weggebruiker net als zijzelf moeite heeft met het juist inschatten van de afstand. Tel daar een rap teruglopende reactiesnelheid bij op en je begrijpt: de stress zit hoog. En stress is een emotie en die moet weg. Het reflecteren gebeurt daarbij voornamelijk aan de buitenkant zullen we maar zeggen. Het is dus aan de overige weggebruikers om de Boomer een prettige fietstocht te bezorgen door deze liefst ruim van tevoren uit de weg te gaan, niet te reageren op diens kritiek en de dodelijke blikken van zich af te laten glijden. Ook dient men de Boomer ten allen tijden een ten minste 2 meter brede doorgang te verlenen en direct te reageren op de geluidssignalen die deze afgeeft. Daarbij is begrip en geduld zeer gewenst, reactie niet. Als we ons dáár nou allemáál aan houden is er weinig aan de hand. Ondanks dat gaan ze toch maar weer die Boomers. Hup, niet zeiken maar fietsen.  

Marleenvandecamp
24 1

Godin en Heks

Postmenopauze. Een woord dat klinkt als een aftandse, stoffige treinwagon die ergens op een vergeten zijspoor is weggeroest. Ik heb er een hekel aan. Een gruwelijke afkeer. Alsof je leven wordt gereduceerd tot een medisch stationnetje waar je nooit wilde uitstappen. De grillige heks en de wispelturige godin die zich in mijn lijf hebben genesteld, kwamen onuitgenodigd binnenwaaien. Ze hebben hun koffers uitgepakt in de leegstaande vertrekken die ooit door mijn eierstokken  werden bewoond.  De ene dag zet de heks de boel op stelten, de andere dag laat de godin me stralen alsof ik de wereld aankan. Ik heb ze niet uitgenodigd. Dit is geen bewuste spirituele upgrade, dit is hormonale diefstal. Na de rollercoaster met het PMS-monster, dat me trouw elke maand kwam kwellen, dacht ik: ooit, ooit is het klaar. Ooit is er rust. En toen… dit. Dit is de achtbaan waar de uitgang van is verdwenen. De attractie is gesloten, maar jij zit nog vastgegespt in het karretje, terwijl iedereen al lang naar huis is. Je leert ermee leven, zoals je leert leven met een luidruchtige, onvoorspelbare bovenbuurman. Soms dans je op de energiepieken alsof je de vloer in brand kunt zetten. Je bent een gloeiende kool, vol vuur. Op andere dagen klamp je je vast aan de randen van een glibberige afgrond, een ijspegel die vanbinnen kraakt. En af en toe, in een verwarrende, magische seconde, ben je allebei. Een kosmische grap. “Het gaat voorbij,” zei de dokter. Zijn blik vol medelijden gleed over zijn leesbril heen, een mengeling van cliché en waarheid. “We weten alleen niet wanneer…” Een tijdelijke staat met een onbekende einddatum. Mijn nieuwe normaal. Onvoorspelbaar. Vermoeiend. Maar, moet ik stiekem toegeven, nooit, nooit saai.

Heidi Schoefs
7 0

Brieven schrijven

"Schrijf jij nog brieven?", vraagt hij. We hebben net in het theater het stuk 'Groenten uit Balen' van Walter van den Broeck gezien.  "Nee", zeg ik. "Of wel. In gedachten. En toch ook wel op papier. Maar versturen doe ik ze nooit." "Hoezo? In gedachten?" "De brieven van Jan Debruyker aan wereldleiders zoals Nixon en Brezjnev, of aan Koning Boudewijn, zoals we net in 'Groenten uit Balen' hebben gezien, die werden door zijn vrouw en zijn dochter telkens in de stoof gestoken. Maar dat die brieven nooit aankwamen, daar gaat het eigenlijk niet om. Een brief is een manier om je gedachten te ordenen. Als je een bepaalde persoon rechtstreeks aanspreekt, is het net alsof die dicht bij je staat." "Jij doet dus hetzelfde als Jan? Aan wie schrijf jij dan brieven?" "Bwa, dat is niet zo belangrijk. Aan heel wat mensen. Soms ook aan jou." "Serieus? Kan ik die lezen?" "Nee, dat kan niet", zeg ik. "Die brieven zijn voor mij." Hij kijkt me niet-begrijpend aan. "Dat is toch anders dan ons vader", zegt hij. "Schreef hij ook brieven?" "Ja, wat ik me goed herinner zijn de brieven die hij naar me schreef toen ik op kamp was. We waren allebei geïnteresseerd in sport. De koers, tennis, noem maar op. Maar op kamp konden we natuurlijk geen sport volgen. Hij schreef me dan aan het begin van de vakantie een brief, met het vervolg van de Tour of Wimbledon, terwijl het nog niet gedaan was. Hij verzon complete ritten en wedstrijden. Maar dat wist ik natuurlijk niet." "Schreef je dan ook terug?" "Ja, een kort briefje. Maar toen hij gestorven is, heb ik hem wel een lange brief geschreven." Nog voor ik kan vragen of ik die eens mag lezen geeft hij al antwoord. "Nee", zegt hij, "die is voor mij."

Rudi Lavreysen
11 1

Windeieren

Zondagavond. Het moment waarop de stress omtrent de nakende school- en werkweek begint aan te wakkeren. En wat gaan we dan in godsnaam weer eten? Een zware verantwoordelijkheid die week in week uit op mijn frêle schoudertjes rust. Aha! Jeroen Meus op de televisie. Daar krijg ik altijd honger en inspiratie van. Vooral dat laatste is nu even van belang, temeer omdat ik daarstraks frieten gegeten heb. Met een spiegeleitje eroverheen gepleurd. Nog nooit gedaan? Beslist eens proberen dan. Bijzonder lekker én het houdt een hele tijd tegen.  Kijk, Jeroen haalt ook weer eitjes uit zijn koelkast. Even het geluid wat harder zetten, want het blijft altijd bijzonder grappig om horen als hij luidop zegt dat hij de dooier van het eiwit scheidt.  Niet dus. Is ook niet nodig, want hij scheidt het niet. Het gaat integraal, zij het zonder de schaal, in de broccolipuree. Perfect. Morgen broccolipuree dus. Met een eitje erbij, voor de smeuïgheid.  Hopla, daar gaat m'n aandachtscurve weer. Helemaal naar beneden op de x-as en de y-as. Of de ei-as. Voor ik het weet zit ik op m'n smartphone, broedend op ideeën. Eens hij opgewarmd is, surf ik wat rond, op zoek naar weetjes over eieren.  O jeetje, beste lezer, weet jij wat 'ova venti' zijn? In mijn luie, voortdurend naar gemakkelijkheidsoplossingen zoekende brein denk ik onmiddellijk aan 'oude mannen', maar in werkelijkheid zijn het 'windeieren' in het Latijn.  Windeieren dus. Instinctief leg ik de link met het financiële. Met een uitdrukking over mensen die, de vruchten plukkend van hun inspanningen, rijkdom vergaren. Zoals in: de verkoop van zijn bedrijf Omega Pharma heeft Marc Coucke geen windeieren gelegd. Of: het praten met een pluchen windhond - excuseer: bobtail - heeft Gert Verhulst geen windeieren gelegd. Op die manier.  Pas daarna ga ik me afvragen vanwaar die term eigenlijk komt. Zoek ik even op. Uit de natuur dus. Lijkt me logisch. Als kippen (of andere vogels) te weinig calcium binnenkrijgen, leggen ze niet levensvatbare eieren. Eieren met inhoud, maar met een veel te dunne schaal of zelfs helemaal geen schaal. Waardeloze eieren in feite.  Ach, ik kan het maar beter toegeven: toen ik erachter kwam dat 'ova venti' windeieren zijn, dacht ik meteen terug aan oude mannen met flatulentie in een te losse onderbroek. Heeft u last van uw prostaat, meneer? Nee, eerder van protjes. En bijgevolg ook van windeieren. Smakelijk.

Danny Vandenberk
3 1

De genade van één noot

Er zijn dagen waarop de lucht zingt nog voor ik ademhaal.Een trage toon, bijna onhoorbaar, trilt ergens tussen mijn ribbenkast en de tijd.Zo begint Amazing Grace voor mij — niet als een lied,maar als een herinnering aan hoe stilte zich ontvouwt tot klank. In de living ruikt het naar koffie en matatabi.Het ochtendlicht strijkt over de pianotoetsenalsof het zelf wil meespelen.De wereld lijkt even te wachten, de adem ingehouden. Ik weet niet wie eerst bewoog: het lied of ik.De eerste noot raakt me niet via het oor maar via de huid,alsof iemand zachtjes tegen de randen van mijn bestaan tikt.Er is iets onverbloemd eerlijks aan die toon,iets dat weigert te doen alsof troost vanzelfsprekend is.Het zegt: hier is pijn, maar ook adem. Wanneer de melodie zich opent, dansen stofdeeltjes in het licht.Alles wat ooit te scherp, te veel of te snel was, valt even stil.Ik herken mezelf in de breekbaarheid van de cadans —niet in de woorden over genade,maar in het ruisen ertussen. In die schemerzone tussen wanhoop en helderheidwaar iets besluit om tóch te blijven bestaan,vind ik een soort vrede.Amazing Grace is voor mij geen gebed,maar een harmonie van menselijke overgave.De stem die het zingt hoeft geen God te kennen,alleen de diepte van de eigen valen de onverwachte zachtheid van het landen. Soms speel ik het zelf, traag,alsof ik de tijd wil overhalen om niet verder te gaan.De klanken wiegen de ruimte open;ze spiegelen alles wat niet gezegd wordt.En daar, in dat tussenstuk van adem en echo,besef ik: misschien is genade niets andersdan de moed om nog één noot te laten klinken,zelfs nadat alles gezwegen heeft.   Mephis aka Evelyn Mérida

Mephis
16 1

De toekomst voorspellen

"Kan u me zeggen wat een brik is?", vraag ik aan de uitbater van de Antwerpse koffiezaak, terwijl ik naar het bord wijs. "Het is ibrik", antwoordt hij. Ik heb de i niet gezien. Die zit min of meer vast aan het beentje van de b.  “Het is Turkse koffie", zegt hij. Ik begrijp dat het nogal straffe koffie is. Hij legt uit dat het in zijn thuisland een hele koffieprocedure is, maar dat ze het proces hier versnellen. “Voor mij dan een ibrik graag”, zeg ik. “En een groene thee.” We zetten ons buiten. Hij brengt ons de drankjes en hij serveert er twee glazen water bij. Iets later ziet hij me in de koffie roeren. “Dat mag je niet doen”, zegt hij. “De koffiedrab moet naar beneden zakken. Als je de koffie op hebt, moet je de tas omdraaien op het schoteltje. In de resterende koffiedrab kan je je toekomst lezen.” “Ik vind het maar niks”, zeg ik. “Allemaal goed en wel in Turkije, daar is het de normaalste zaak van de wereld. Maar ik zie me hier de koffieresten niet op dat schoteltje kappen. Laat staan dat ik er iets in kan zien.” “Misschien zegt dat wel iets over jou, dat je het niet doet”, knipoogt mijn vrouw. Ietwat in de war van die laatste boodschap, ga ik binnen afrekenen. “Heb je je toekomst gezien?” vraagt de man achter de bar. “Ik denk het niet”, zeg ik. “Pas op, het is niet gemakkelijk. Je moet er lang voor gestudeerd hebben”, zegt hij met een vreemde lach op zijn gezicht. “Maar als het niet werkt, heb ik achteraan nog een glazen bol staan”, lacht hij nu duidelijk. “We komen hier nog ooit terug voor een ibrik”, zeg ik bij het buitenkomen. “Dat is meer dan genoeg qua toekomst.”

Rudi Lavreysen
14 0