Zoeken

Randprofiel

Vrijdag de 13e, juni om specifiek te zijn, werd ik door de krant en zijn inhoud getriggerd om iets op papier te zetten. Vooral het artikel over de inburgeringscursus was een bron van inspiratie.                                                                       *** Ik ben geen goede Vlaming. Tot die conclusie kom ik na het lezen van de vrijdagkrant. Laat mij het inburgeringsexamen van de overheid afnemen en de kans is klein dat deze burger de beoogde 80% haalt. Mijn referentiekader komt niet overeen. Het enige herkenningspunt zijn de boterhammen die ik twee maal per dag consumeer. Ik ben maatschappelijk gedesoriënteerd. De werkcultuur werkt niet voor mij en ik niet voor hem. Mijn denkwijze is niet relevant, mijn vaardigheden niet economisch rendabel. De hoeveelheid koffiepauzes die ik dagelijks neem worden bij verbetering van het examen met een rode dikke stift doorstreept. Mijn pogingen om ecologisch te leven vragen om meer, maar het openbaar vervoer werkt niet mee en het wiel van mijn fiets is blijven steken in de barsten van het fietspad. Ik beklaag degene die moet proeven van de hespenrolletjes met kaassaus, klaargemaakt door mezelf. Als het gaat over de Vlaamse normen en waarden vraag ik me af of deze eerder aanleunen bij de mijne of dat het gaat over de meningen die mijn nonkel tijdens het familiefeest overtuigd in de groep gooit. Ik ben er zeker van dat hij zich meer Vlaming voelt dan ik. Mijn verleden als emigrant creëert een andere kijk op de zaken. Ik beschik over vergelijkingsmateriaal. Zonder verplichting burger ik me in. De warmte van de mensen zorgt ervoor dat de taal en de gewoontes heel snel een deel van mezelf zijn. Ik oriënteer me in de samenleving en voel me verbonden met het geheel van structuren en gedragingen. In plaats van videe en stoofvlees proef ik van een gevoel van vrijheid. Wij verstikken onszelf. Elk risico gieten we in wetten en regels. In één efficiënte beweging evolueren we naar een samenleving waar het ieder voor zich is. Het concept van zorgen voor elkaar verdwijnt samen met de stationsloketten uit het landschap. Ons gemeenschappelijk verhaal valt uiteen in zinnen en woorden die betekenisloos op zichzelf staan. Vanaf de rand van de maatschappij kijk ik ernaar. Mijn ecologische voetafdruk schiet omhoog bij het kopen van een vliegticket naar de andere kant van de wereld. Bij aankomst neem ik de omhelzingen gretig in ontvangst. Een gedachte gaat door mijn hoofd. Stel je voor dat er in de toekomst bij iedereen die Vlaanderen binnenkomt een echografie wordt genomen om te kijken of er al dan niet een baksteen aanwezig is in de maag. Zo ja, mag je blijven. Bij een nee mag je samen met mij op cursus.

Vera Eef
22 2

Het onrijpe pompelmoezenvolk

Ze schieten uit de baarmoeder en kwakken tegen de grond maar wenen doen ze niet. Ze klagen omdat het mottig weer is buiten en dan pas weten de vroedvrouwen dat het kind zal leven. Hoera! Het heeft een kop zo rond als een pompelmoes en een even bitter gemoed. Het groeit op als een futloze zucht in de wind en klaagt want te veel wind is niet ideaal om terrasjes in te doen. Wanneer het begint te werken vergadert het rond de koffiemachine met de andere pompelmoezen om te klagen over de buitenlanders die hun jobs komen stelen. Dan klagen ze over hun lonen want die zijn te laag om elke buitenlander een vliegticket te kunnen schenken. De koffie wordt koud en hun Oosterse collega heeft alle paletten al deftig gestapeld dus keren de pompelmoezen huiswaarts om te klagen over de rust op het werk. De pompelmoezen zetten collectief hun smartphones aan en speuren HLN af om de reacties te vullen met hun doelloze onvrede. Opgekropte woede is zoals een vastlopende scheet, je krijgt er krampen van. Dus zetten ze hun rectum open om een gesprek te voeren en blazen je omver. Je schenkt je liefde aan een wonderschoon mens maar die zal je toch laten zitten en met de wens om een huisje te kopen zou je misschien drie bakstenen kunnen betalen. De profeten van het onheil hebben hun bloed vervangen door pompelmoes sap. Ze laten je leeg en verbitterd achter, jij komt thuis en klaagt over je dag want alle mensen zijn zo pessimistisch geworden. Er is ook niks op tv vanavond.

Delphinus
23 2

Het dekentje

Het verschil tussen een ‘boulanger’ en een ‘boucher’, of de vertaling ervan, daar heb ik altijd mee geworsteld. Wie is de bakker en wie is de slager? Ik had voor mezelf een ezelsbruggetje gemaakt. ‘Bij de boulanger koop je geen boulette.’ Dus de boulanger is de bakker. Maar dat is te ingewikkeld, want als je die ‘geen’ vervangt door ‘een’, klopt het natuurlijk niet.  Daarom twijfelde ik in Parijs opnieuw, toen we aan de overkant van het kruispunt op de Rue La Fayette een winkeltje zagen met ‘Boulanger’ op het uitstalraam. “We wachten tot er iemand buiten komt”, zei ik. “Als die een stokbrood bij zich heeft is het een bakker. In Frankrijk eten ze niets dan stokbrood.”  Maar je zal dat altijd zien. Iedereen die buitenkwam had een klein zakje vast. Daar paste geen stokbrood in. Voor hetzelfde geld zaten er een paar bouletten in.  “Laat ons gewoon tot daar gaan”, zei mijn vrouw. Even later zaten we op het terras met een koffie en twee voortreffelijke chaussons aux pommes. Appelflappen op zijn Frans.  We keken naar het Parijse straatleven. Aan het kruispunt sprak een man stilstaande chauffeurs aan. We zagen dat hij vuur vroeg voor zijn sigaret. Na vier auto’s had hij een roker getroffen.  Vlakbij hem lag een jongeman op het trottoir te slapen. Hij had zich gelukkig al eens omgedraaid. Hij kon ook vuur gebruiken.  Wat verschilt het leven toch op elke vierkante kilometer. In de grootstad is dat zelfs een vierkante meter. Iets verder was het een en al glamour bij de Olympische Spelen.  Een buurvrouw bracht samen met haar zoon een dekentje naar de jongeman. Samen legden ze het dekentje over de jongeman. We zagen dat hij naar de mevrouw en haar zoon keek. Hij trok het dekentje nog wat verder over zich.

Rudi Lavreysen
17 1

Koningen van de droefheid

De kranten staan er vol van: de muziekwereld nam deze week afscheid van legende Brian Wilson, de leider van The Beach Boys. Die Brian was me eerlijk gezegd onbekend — ik kende alleen zijn naam. Mijn beeld van zijn groep was eveneens vrij beperkt: een stel brave jongens (nog braver dan The Beatles) dat jolige deuntjes speelde en zich vooral liet kenmerken door hun alomtegenwoordige meerstemmigheid. Gelukkig heb ik mijn nieuwsgierigheid, of eerder mijn buikgevoel laten spreken wanneer ik de grootorde van het verdriet en respect voor dit popicoon in de media niet voor lief nam. Ik kende natuurlijk het hemelse God only knows van een van mijn favoriete romcoms Love actually, maar tot daar ging mijn kennis. Wel een prachtig lied, maar ik wist niet dat Brian Wilson veel meer was dan dat. Hoe komt het toch altijd dat ik het oeuvre van sommige droevige diamanten pas ontdek nadat ze dit leven hebben verlaten? Luc De Vos, wiens muziek ik uiteraard goed kende, heb ik pas écht leren appreciëren toen hij plots van ons werd afgenomen. Ik weet nog hoe heel Gent rouwde. Hoewel ik ooit het podium had gedeeld met de man en hij zich in de backstage toen als een omhooggevallen stuk stront had gedragen, zette ik die gedachte opzij toen ik die mensenmassa zag jammeren. Ik dook diep in zijn liederen en teksten, las zijn boeken en leerde een zielsgenoot kennen. Hetzelfde gebeurde met Mark Linkous. Hem kende ik niet voor 2010, ik had gehoord van Sparklehorse, zijn band, maar verder kon ik niet bevroeden wat een enigmatische man die Linkous was en wat een prachtige en persoonlijke liederen hij componeerde. Ook de sfeer die door zijn albums waaide — bijvoorbeeld het ironisch getitelde album It’s a wonderful life — deed me enerzijds denken aan mijn grote held (zowel muzikaal als tekstueel) Mark Everett (Eels) en anderzijds aan alweer een (bijna)-Gentenaar: de prins van de dood Jotie T’Hooft. In 2019 overleed de excentrieke Daniel Johnston aan een hartstilstand. Hem leerde ik kennen omdat Mark Oliver Everett een cover van hem opnam op zijn Useless Trinkets – een album met B-kanten waartussen enkele parels zitten. Die cover is Living life. Nergens stond expliciet te lezen dat dit geen lied van Everett zelf was, en omdat ik de tekst zo mooi vond zocht ik hem op. Het was dus de kracht van de tekst, de magie van de woorden die me de weg toonden naar deze voor mij totaal onbekende Daniel Johnston, een bipolaire man die muziek speelde en onbeschroomd zijn eigen platenhoezen tekende, allemaal op het kinderlijke af, maar waaruit ook steeds de ontwapenende eerlijkheid sprak van een kinderstem.  En deze week ben ik helemaal uit mijn lood geslagen door Brian Wilson en zijn getormenteerde ziel. Mijn idee van The Beach Boys moest ik 180 graden bijstellen. Al drie of vier dagen klinken de melancholische klanken van Wilson en de zijnen in mijn oren. Vooral hun meesterwerk Pet sounds dan. Op repeat. Onder het banale avondritueel van de afwas luisterde ik naar The best of The Beach Boys. Plots werden mijn ogen vochtig en vielen mijn tranen tussen de kopjes en borden in het sop. Een krop in mijn keel. Ik stond er zelf van te kijken, want het nummer dat uit de bluetoothspeaker kwam was Wouldn’t it be nice, een ogenschijnlijk uitermate positief nummer waar in de verste verte geen spoor van melancholie in te bekennen valt. Integendeel: het barst van de joie de vivre. Er spreekt een zorgeloosheid uit die we meer dan ooit nodig hebben. En toch. Waarom greep mij dat zo aan? Wel, in al zijn optimisme is dit ook een enorm warm en troostend lied, en wie troost zoekt, is droevig. Dat was de eerste keer dat ik in Brian Wilson een soulmate zag. Omgekeerd evenredig aan de woorden, die net een blik vooruit werpen, werd ik getroffen door nostalgie. Brian uit hier een onversneden kinderlijk verlangen naar ‘groot zijn’, maar tegelijkertijd voel je de omgekeerde beweging. Een schreeuw naar wat was. Wouldn’t it be nice if we were older?Then we wouldn’t have to wait so longAnd wouldn’t it be nice to live togetherIn the kind of world where we belong? En toen dat gevoel zich van mij meester maakte, begon de echte afdaling naar zijn teksten pas. Ik ontdekte het hoofd van Brian Wilson, een wereld die me bekend is en me telkens weer aantrekt: de tegenstelling tussen pure levensvreugde, jeugdige impulsiviteit enerzijds en aan de andere kant een weemoedigheid, een onuitgesproken wens naar een onbestemde ruimte en tijd die door velen wordt opgezocht, en ondanks te weinig woorden telkens wordt begrepen door de lotgenoten. Ik kan het niet beter verwoorden dan Wilson zelf: I keep lookin’ for a place to fit inWhere I can speak my mindAnd I’ve been tryin’ hard to find the peopleThat I won’t leave behind They say I got brainsBut they ain’t doin’ me no goodI wish they could Each time things start to happen againI think I got somethin’ good goin’ for myselfBut what goes wrong Sometimes I feel very sadSometimes I feel very sad(Ain’t found the right thing I can put my heart and soul into)

Lennart Vanstaen
8 2

Willy heeft gelijk

'Ik negeer je straal!' roep ik naar de zon. Ze lacht. Natuurlijk doet ze dat. Alsof zo'n zon het zich aantrekt dat ik haar negeer. Het lijkt alsof ze plots nog wat feller begint te schijnen. Ze heeft macht, zeker vandaag, want volgens de voorspellingen wordt het drieëndertig graden. Of meer. Meestal is het meer. Trouwens, als je iemand aanspreekt, zeggende dat je hem of haar negeert, maak je jezelf belachelijk. Het hele punt van het negeren is namelijk ontkennen dat iemand bestaat of aanwezig is, net doen alsof hij of zij er niet is.  Wist je dat je ook iemand kan négeren (iemand slecht behandelen of kwellen als een negerslaaf), met de klemtoon op de eerste lettergreep? Ik vond het tijdens een slapeloze nacht in een of ander oud woordenboek, toen blijkbaar niemand al woke of awake was. Ik verzin het niet, of beter: ik verzon het niet. De zon. Iedereen houdt van haar. Ze heeft haar eigen dag en wordt bezongen door The Beatles, The Doors, The Stranglers, Katrina & The Waves, Rammstein, George Michael, Elton John en Willy Sommers. We kunnen niet om haar heen. Of jawel, maar daar hebben we dan met z'n allen 365 dagen voor nodig. Een volledig jaar uit ons miezerige mensenleven en dan nog dankzij de aarde, die er eigenlijk met een rotvaart omheen cirkelt, al merken we daar niks van, ignorant als we zijn. Voor de rest weet ik niet zo gek veel over de zon. Ah ja, ik kan je ook nog vertellen dat ze is opgebouwd uit zeer heet plasma. Haha! Sorry. Binnenpretje. Ik houd het beter voor mezelf. Ach, te laat zeker? Het is allemaal de schuld van dat plasma. Er schoot me een raadseltje te binnen. Wat zegt iemand die ongeïnteresseerde plasseks heeft? Antwoord: ik negeer je straal.  Weet je wat? Ik ga naar binnen. Daar is het lekker fris, beeld ik me in. Lang gaat die binnenshuise koelte overigens niet duren, want ik ga broccolipuree maken. Lekker koken in de tropische hitte. Ik had als inspiratieloze huiskok maar niet zo stom moeten zijn om het weekmenu door mijn vijf huisgenoten te laten bepalen. Elke dag iets anders. Gevarieerd en gezond genoeg, dat was de voorwaarde. Spaghetti op zaterdag en frietjes op zondag zijn vaste waarden. Daaraan mocht niet worden getornd. Jongste zoon schreef bij donderdag: broccolipuree met spekburgers. Zijn lievelingskost. Altijd en overal. Zomer en winter. Eergisteren, toen het amper vijftien graden was, vraten we verdomme nog koude schotel. Met veel liefde, zout, peper en een vleugje satékruiden bereid ik het bestelde gerecht. Net voor ze van school komen, serveer ik de gevraagde prak op hun borden. Als extraatje pleur ik er nog een spiegelei overheen. Sunny side up. Ik word er helemaal vrolijk van, zeker als ik die lachende gezichtjes zie en ongeveer zes en een halve minuut later, na wat geboer en goedkeurend geknik, een half dozijn keurig afgelikte borden in de vaatwasser kan opbergen.  De thermometer duidt ondertussen 30,6 °C aan. Dat valt nog mee. Zo zie je maar, de soep (en de broccolipuree) wordt nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Alles valt altijd mee.  Laat de zon in je hart. Geniet van het leven. Willy heeft gelijk.   

Danny Vandenberk
13 1

Luxuria (Shortlist ThisIsHowWeRead 2021)

Stelt u eens voor, ge hebt net uw examens gedaan en tot uw groot verschot hebt ge geen enkele buis. Ge snapt er eigenlijk niet echt iets van, maar kijk ‘t wonder is geschied. ‘t Is zelfs zo’n mirakel dat ge u begint af te vragen of ge toch niet zou beginnen geloven in God, maar dan ziet ge al uw zonden voor uw ogen verschijnen en beseft ge dat ge al van de Stairway to Heaven gedonderd zijt en gewoon wat zit te cruisen op de Highway to Hell. Voor ge het van uw eigen doorhebt zijt ge uzelf aan het bekijken in de schaduw van de zeven hoofdzonden en ge hebt ze allemaal, buiten degene die ge wel zou willen: Luxuria. Wat ge niet zou geven om een keer te mogen proeven van de verboden vrucht. Ge vraagt u af hoe het zelf zover gekomen is. Ge hebt u altijd wel wat kunnen afleiden met extravagante fuiven en andere conformerende oppervlakkigheden die zo rijkelijk vloeien in dit farmacopornografische tijdperk. Tot ook dat in elkaar zakte en de leegte dat het leven is overbleef. Ge zijt een zondig mens en in die leegte vergrijpt ge u dus maar aan de wondere wereld van online pornografie en terwijl ge naar een of ander quasi-incestueus filmpje aan het staren zijt, kijkt ge naar uw lid, maar ge zit daar nog steeds met een bloedtekort. ’t Is dan dat het besef binnen sijpelt. Ge mist iemand.Ge mist een contact om mee te knuffelen, ge mist een tong om van te proeven, ge mist een relatie waar ge uw tanden in kunt zetten. Ge mist een sensatie die ge nog nooit gevoeld hebt, ge mist een liefde zoals ge die enkel nog maar zijt tegengekomen op het witte doek, ge mist een overheersende drang om iemand te bespringen, maar ge zou godverdomme niet weten wie. Plotseling hoort ge terloops iemand tegen u zeggen: “Waarom gaat ge niet een keer op Tinder?” Hoewel ge een vermoeden hebt dat zoiets niet voor u is weggelegd, weet ge niet wat anders aan te vangen. Ge start dan maar een zoektocht naar een paar kiekjes die volgens u het vrouwelijk geslacht wel bekoren kan, al lijkt die zoektocht meer op een schattenjacht naar imaginair goud. Ergens vind ge toch een paar pics die er wel door kunnen, nu nog een halfgebakken bio en hup ge zijt onderweg. Voor ge het weet zijt ge zelf ook al een fervente swiper. En plotseling zorgt de man van hierboven voor een nieuw mirakel: ge hebt een match, maar na drie berichten hebt ge het al volledig gehad. En uw interesses, samen met uw 100 dagelijkse swipes, zijn op. ’t Is dan op de derde dag, dat ge er een eind aan maakt en terwijl de app aan het verwijderen is, kijkt ge door uw raam, naar de wereld waar iedereen op non-actief is gezet. Ge krijgt een sprankeltje hoop, want ge weet dat er ergens in deze afgeplatte, non-actieve wereld een profiel voor jou rondloopt. Maar God: “Verdomme, ik weet niet hoe ik ze moet tegenkomen.”

Ybe Terryn
10 1

De Wedstrijd

Uw ogen gaan traag open. Uw maag is nog aan ’t draaien en uw rug voelt aan alsof ze al uw wervels eruit hebben gehaald en verkeerd terug ingestoken. Het is de ochtend na uw doop. Want ja, ge zijt nu eenmaal student en als student is het uw plicht om foute keuzes te maken. Ge stamelt de trap af, voetje voor voetje, zoals ge dat als kind ooit geleerd hebt. Ge gebruikt uw bilspieren als sluis voor uw endeldarm, want ge moet ongelooflijk schijten en ge voelt al welke soort het zal worden. Als ge eenmaal op de gemeenschappelijk kotpot terechtgekomen zijt, komt er meer vocht uit uw achterste dan uit uw pisbuis, en ge weet dat dit tegen het oorspronkelijke ontwerp van de schepper in gaat. Het lucht toch op, al die vuiligheid uit uw lichaam persen, detoxen, om het met een 21ste eeuws neologisme te zeggen. Plotseling ziet ge uw zwaar-verdiend lintje nog rond u hangen. Een van de kringleden vertelde u dat de eerste nacht slapen met uw lintje geluk bracht en wie zijt gij om het lot uit te dagen. Geluk dat ge nodig zult hebben, want om twintig uur wordt ge in Leuven verwacht voor een literaire prijsuitreiking, die zo lang op zich liet wachten dat ge zelf niet hoeft te kampen met Alzheimer om uw eigen column vergeten te zijn. Met een darmkanaal waar de stroomsterkte al wat afgenomen is en een vriend aanwezig door een cocktail van sociale ondersteuning en amicale verplichtingen, waggelt ge met uw overbelaste rug de trein op. Aangekomen in Leuven, wat als lichtpuntje in dit donkerzwart universum één van ’s werelds mooiste steden is, wandelt ge voorbij de kookstudio van Jeroen Meus en komt aan in een pretentieuze boekhandel, die vijfentwintig percent meer vraagt omdat ze zichzelf niet ‘Standaard’ vinden. Na wat schaamteloze reclame voor een quasi-literaire scheurkalender en een ellenlang interview waarbij tot ongenoegen van de schrijfster en het dertigkoppig publiek het hele boek verklapt werd, gaan ze eindelijk over naar de uitreiking, de enigste reden waarom ge überhaupt aanwezig zijt. Eerst betekenisloze formaliteiten -Iedereen proficiat en blijf zeker schrijven- en dan komt het. Ge zou het nooit van uzelf toegeven, maar ge zijt gespannen. Ge krijgt wat klamme handen en die oncomfortabele stoel wordt zowaar ondraaglijk. En dan hoort ge uw naam en alles zakt ineen, als een mislukte pudding. Uw naam, Ybe (Y-B-E) valt als eerste. Hoewel ze de valse woorden van willekeurige volgorde hebben uitgesproken, zit ge daar toch maar gewoon te zitten en wanneer ze later het begin van de top drie aankondigen, voelt het alsof iemand die slappe pudding (gij dus) op de grond kegelt. Dan mag de winnaar zijn column voorlezen en er wordt op die uitgesmeerde pudding nog eens gestampt. Zo ver voor het lintjesgeluk dus. Ge beseft ’t dan, ge zijt weer bedrogen. Bedrogen door iets waar ge zelfs al meerdere malen door bedrogen zijt en waarschijnlijk ook nog veel aan zult mispakken. Ge laat nog een foto van uzelf nemen, waarop uw groene glimlach bijna voor te veel tegenlicht zorgt. Ook neemt ge nog een gratis glaasje cava mee, om toch het gevoel te creëren iets uit de avond gehaald te hebben, dan maakt ge u zo snel mogelijk uit de voeten. Uiteindelijk gaat hier maar om een derderangs blogsiteje dat zichzelf content stelt met de achterkamer van een boekenwinkel voor haar ‘grote’ literaire avond en wat simpele boeken uitdeelt als hoofdprijs. Even serieus: Wie leest er nu een biografie over fucking Beyoncé wanneer grootse schrijvers zoals Louis Paul Boon en Gabriel Garcia Marquez op u liggen te wachten? Dit hele voorval zegt waarschijnlijk meer over de huidige toestand van de schrijfwereld dan de blog zelf. Ge wandelt terug naar ‘t station en uwe maat doet zijn uiterste best om over alles behalve de wedstrijd te spreken, en ge doet gewoon mee. Simpele conversaties, over Jeroen Meus (opnieuw) en zijn restaurant Würst, over het feit dat kroketten uit de muur halen niet meer exclusief Hollands is en de afgezwakte kaartjescontrole op de trein. Ondanks maalt uw hoofd toch voort en later als ge aan uw moeder het spijtige nieuws meedeelt dringt het helemaal tot u door. Ge zijt opgelicht omdat ge terug geloof had, straffer nog dan geloof, ge had weer eens hoop. Na een iet wat te formeel dankwoord aan uwe maat, die tenslotte zijn avond voor u heeft opgeofferd, neemt ge de tram. Na tien uur rijden ze bij De Lijn niet meer tot aan uw kot en moest ge nog twintig minuten stappen. Plots kwam een snoeiharde regenvlaag uit de lucht vallen. Ge kan wel beginnen wenen, maar ge zou ’t niet eens voelen, want ge zijt toch al kletsnat. Ge komt terug uw kot binnen en een lieftallige kotgenoot heeft een koffiekoek voor u meegebracht. Het is middernacht, toch steekt ge die suisse maar al te graag in uw mond (omdat het kan). Ge laat uw rug weer even rusten op uw zachte bureaustoel. Ge zet uw laptop aan en opent Word. Ge kijkt naar uw lintje en ge voelt even plots als de regenbui geluk over u stromen. Het boeit u niet meer. Met uw vingers in de aanslag begint ge te schrijven in exact dezelfde stijl waarmee ge juist verloren zijt (omdat het kan). Al fluisterend stuur ik een quote van de grote Frank Zappa mijn lege kamer in: “My texts are dumb, so what?”

Ybe Terryn
5 0

Over de verloren wijs van het lijdend onderwerp

Een moord. Bloedspetters in het rond, een kogel door de kop of een mes in de rug. Kortom Hollywoodtaferelen, dingen die we als simpele Vlaming daar ook liever houden. Hier verliest een veertienjarig meisje, verkracht en tot zelfmoord gedreven, het in populariteitscijfers van een zielige oude rokkenjager die zijn hoogste koekentroef eigenlijk al lang had gespeeld. Moord en misdaad, we doen liever alsof ze er niet zijn. We wijzen daarvoor naar Amerika, waar alles dubbel zo erg is, daar vermoorden ze zelfs moordenaars. Zolang Dutroux en ander Waals gespuis achter tralies blijven is de Vlaming content. Laten we ons dus niet verder bezighouden met zo’n futiliteiten als geweld en agressie. Wij, als West-Europeanen, hollen de pretentie achterna en hebben het over abstracte moorden, zoals de moord op God met Nietzsche als kroongetuige. Ikzelf zal nu de pretentie gewoon voorbijsteken en het hebben over ‘De moord op de Nederlandse taal’. Van alle aanslagen op het Europese vasteland zijn die van de Engelsen het zwaarst. Zelfs de Fransen verzinnen geen nieuw woord meer voor ‘chat’ en als zelf de Fransen het opgeven dan kunnen we het echt wel schudden, zo leert de Tweede Wereldoorlog. De taalpurist voelt het mes dieper snijden wanneer zelf het vernieuwingscongres van de christendemocraten opnieuw een Engelse titel draagt, een hopeloze poging van een stervende partij om hip te zijn. Dat is het natuurlijk, het Nederlands is niet hip meer. Het woord hip is zelfs niet hip meer. Dingen zijn cool tegenwoordig. Koud, zoals die taalpurist die na een week met een mes in de rug zal teruggevonden worden. We zijn de voeling kwijt. Begin 14de eeuw antwoordden we op de Franse avances met een goeiendag, nu proberen we de Walen hopeloos salut te zeggen. Toen Gerard Vermeersch vorige editie stikte in de taalfouten kon ik mijn lach niet onderdrukken. De ironie werd me te veel, want als men er even over nadenkt, is het Vlaams op zich een taalfout. Maar Gerard ligt daar nu wel effectief te stikken en het doet me toch pijn. Ik wil dat zootje ongeregeld uit zijn keel verwijderen. Wat hij nodig heeft, is wat vloeiend, verhelderend Nederlands, maar ik heb alleen Verkavelingsvlaams te bieden. Dus vlucht ik naar Nederland, waar de mensen nog klappen met hun handen en niet met hun bek. Ik vlucht weg van de inquisitie en probeer te ontsnappen aan mijn vervlaamst Nederlands en op zijn beurt weer verengelst Vlaams. Eenmaal aangekomen merk ik dat zelfs Nederland zwicht onder het strenge Engelse regime. Het achterhuis van Anne Frank noemen ze tegenwoordig  een tiny house. En uit pure wanhoop doe ik het ondenkbare. Ik collaboreer met een Duitse Amerikaan genaamd Henry Heimlich. In zijn greep krijg ik die onregelmatigheden er eindelijk uit. En dan plots zorgt een volta voor spanning. Gerard neemt me mee naar zijn wereld. We wandelen samen door het taalparadijs. Achter mij sprint een luipaard, naast Gerard rust een lui paard. Er vliegen tien vogels in de lucht en we hebben er elk nog één achter de hand. Ik construeer het pad voor me, tot ik plots merk dat hij niet meer mee is. Ik kijk om en dan weet ik het, dit is het afscheid. Achter hem staat zijn huis waar hij negen maanden aan gewerkt heeft, maar ik moet verder, mijn eigen eigenaardig huis construeren, waar een Engelse airco en een Franse fauteuil ook deel uitmaken van het interieur. Een vreedzame ontsnappingspoging aan de wrede realiteit. Een afgewerkte toren van Babel. Een droom.

Ybe Terryn
3 0

Gelukkig zijn: goed kunnen kakken en slapen.

De yoga die ik ken, ontdekte ik in de jaren zestig. Desclee de Brouwer was de uitgever van een boekje over yoga. De twee trucs die ik nog altijd bewust gebruik en die ik de lezer van dit verhaal wil meegeven, hebben mijn leven een heel stuk fleuriger gemaakt, en zullen dat ongetwijfeld ook met uw leven kunnen doen. Die twee trucs gaan over: kakken en concentratie.KakkenWel, iemand die niet kan kakken heeft de neiging om een zeer stevige druk te gaan uitoefenen. De darm die moet worden leeggemaakt heeft dan de neiging om uit het lichaam te gulpen. Aambeien, zo worden die uitstulpingen ook wel genoemd. Bij de yoga truk met betrekking tot kakken wordt gebruik gemaakt van de geest om tot een ontlasting te komen. Het gaat als volgt: als je op de pot zit ontspan je je, en oefen je geen enkele fysieke druk uit op het onderlichaam. In plaats daarvan denk je aan meterslange darmen waarin de troep zich bevindt en waar hij doorheen moet. Je wacht. Dat kan een tijdje duren, maar het genot als je de spoeling ondergaat, is niet te omschrijven.ConcentratieDit sluit aan bij het voorgaande, namelijk het denken aan de troep in ons lichaam hoort geconcentreerd te gebeuren. De nodige concentratie kan men bereiken door bv voor een kaars te gaan zitten. De bedoeling is dan dat je het vuur van die brandende kaars met je geest probeert te omvatten. Dit moet geleidelijk gebeuren. De eerste dag 1 seconde, de tweede dag 2 seconden, de derde 3 enzovoort. Op die manier duw ja alle andere gedachten van je weg. Je behoudt alleen dat beeld van de brandende kaars. 1 seconde, 2 seconden, 3 seconden, 4 seconden, enz…Na een tijd oefenen wordt de concentratie beduidend beter. Deze oefening kan gebruikt worden bij slaapmoeilijkheden. Wie niet kan slapen en de concentratiemethode gebruikt, zal merken dat men zonder veel moeite in slaap geraakt. Als je dus ligt te woelen in bed, concentreer je dan op bv een kaarsvlam. Duw dan alle andere gedachten weg en slaap……….slaap……….slaap………. **************************************************************** Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
13 1

Het is nog warm

Je moet doen zoals je helden doen, dacht ik tijdens het luisteren naar het journaal op tv. Kijken deed ik niet. Mijn blik was naar buiten gericht. Zoals Simon of Remco? Die schreven over veel, zo niet over alles. Ook over poezen. Ik moet bijvoorbeeld dringend nog eens luisteren naar 'Dagboek van een poes' van Remco, dat hij zelf inlas met die prachtige stem van hem. Thuis kwam wel eens een poes op bezoek. Nee, niet aan de deur bellend, ze kwam met iemand mee. Soms bleef ze overnachten, als de baasjes met vakantie waren. We moesten op haar passen. Maar eigenlijk paste zij op ons. Dat is het mooie aan katten. “Je moet er niets mee. Je mag blij zijn als de kat iets met jou wil”, schreef Remco. Als we thuiskwamen lag ze steevast op de loer. Boven op de trap, alles overschouwend. "Waar is ie dan?", vroeg ik met mijn kattenstemmetje. "Ge ziet ze toch liggen hè pa. Daarboven." Misschien moeten we onze kat, die we nog niet hebben, Simon of Remco noemen. Als het een mannetje is. Of op zich? Soms lag ze op bed, als we de deur niet hadden dichtgedaan. Dan kreeg ik zin om erbij te gaan liggen. Maar als je dat deed, kreeg ze het in haar kop om te vertrekken. "Wat denk jij wel? Zo overdag in bed gaan liggen", leek ze te zeggen. 's Nachts dwaalde ze rond. Ze sprong graag op het fornuis. Misschien wel voor het piepgeluid, een ingebouwd alarmsignaal van het fornuis. Dat gepiep maakte ons wakker. Beneden kwam mijn kattenstemmetje weer tevoorschijn. "Gaat ge koken?”, vroeg ik. Dan legde ik haar over mijn schouder, nam haar bakje met korrels en schudde daarmee, alsof het net van het fornuis kwam. "Oppassen, het is nog warm", zei ik dan.

Rudi Lavreysen
26 1

GAZA.

Hamas blijkt in zijn opdracht geslaagd. Israël,  de joodse gemeenschap heeft zichzelf wereldwijd tot een onbetrouwbare leugenachtige bende gebombardeerd.Onmenselijke Israëlische gangsters hebben de joodse samenleving overgenomen. Hoe Palestijnse burgers en kinderen door Israël  worden verpletterend. Het einde van Israël.  Schande schande. Het einde van ieder moreel gezag. Israël misbruikt de holocaust om hun moorden te plegen. De gehele wereld ziet het iedere dag.  Extremistische joden en moslims zijn in Israël elkaar aan het uitmoorden.  In Rusland stuurt Patriarch Kirill van Moskou jonge mannen de dood in. Hoe gek kan men worden. Geloof kan blijkbaar dodelijk zijn. Gehersenspoeld.********************************************************************************** foto VERF ED HUMEN war BODY teror AFTER agressie TEROR: oud grieks voor territorium : stad Teror   http://www.anamorfose.be/index/manufacturers_id/58?sort=20a&page=3 http://www.anamorfose.be/verf/human-war-body-terror/verf-human-war-body-terror-after-aggression-4 http://www.anamorfose.be/verf/human-war-body-terror/verf-human-war-body-terror-after-aggression-3 https://www.2dehands.be/q/verf+ed+humen+war+body+teror+after+agressie/ ********************************************************************* Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
15 0

Fastfood voor filosofen

Ik deed het. Schreeuwend. Nog geen uur geleden, toen ik een lepel had genomen en de keukenlade een iets te fanatieke zwier gaf, waardoor mijn rechterpink een fractie van een seconde klem kwam te zitten. Ik deed het gisteren, binnensmonds weliswaar, toen ik op een terrasje zat en een passerende schaarsgeklede blondine me een knipoog leek te geven, al was de oorzaak waarschijnlijk een incompetent navigerend vliegje. Enkele seconden later deed ik het opnieuw, met de glimlach, vanwege de combinatie schaarsgekleed-knipoog. Scharen knippen. Je was natuurlijk mee. Ik doe het opnieuw. Vorige week was een hoogtepunt. Hoogst uitzonderlijk was ook de situatie: we gingen kienen, je weet wel, de buur van bingo. Op het moment dat ik vijfhonderd euro won (ik win anders nooit wat met kansspelen!), deed ik het luidop, net voor ik keihard, zij het bibberend, voor een bomvolle zaal 'Kien!' riep en met twee gretige kansarmen en een allesbehalve uitgestreken gezicht mijn winst opstreek. Juist, een strijkijzer. Dat heb ik ook eens ooit gewonnen, heel lang geleden.  Vloeken. We doen het allemaal. Soms uit frustratie, dan uit verwondering, wat later om meer pijn te kunnen verdragen. Vooral in dat laatste geval kan vloeken heel nuttig zijn. Iets met het aanmaken van adrenaline en endorfine, waardoor het een natuurlijke pijnbestrijder wordt. Hou maar eens een ijsblokje vast en maak een vuist. Je zal merken dat je het al vloekend langer kan vasthouden. Krachttermen zijn het, in de ware betekenis van het woord.  Ik ben een geboren vloeker. In de eerste plaats omdat ik, vooral ten gevolge van onhandigheid en concentratieverlies, meermaals per dag te maken krijg met kleine en middelgrote pijntjes, die ik dan wegvloek. Anderzijds ben ik nogal talig aangelegd, waardoor ik desgevallend in het Nederlands, Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans, Lommels dialect of een zelf verzonnen taal mezelf, de situatie of iemand anders uitscheld. In het laatste geval liefst vanop een afstandje of onhoorbaar, want de meeste mensen zijn niet zo tuk op een scheldpartij, zelfs al is het een originele. Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is taboe. We vloeken, bijna instinctmatig, het liefst met woorden die aanvallend zijn of die anderen ongepast vinden. Heel lang waren dat bijna uitsluitend religieuze dingetjes, omdat veel mensen beledigd werden als de naam van God of Jezus werd misbruikt. Nu is dat veel minder het geval. 'Godverdomme' is nog steeds een topper, maar tegenwoordig is er een verschuiving in de richting van andere taboesferen, zoals de dood (val dood!), seks (fuck!), ziektes (kanker!) en seksuele geaardheid (homo!).  Vooral Nederlanders vloeken graag met ziektes, lijkt me. Dat was vroeger ook al zo, toen vloeken voor Vlamingen nog bijna uitsluitend godslastering was. Naast kanker zijn ook tyfus, cholera (kolere) en tering pijnlijk populair. Misschien is dat te verklaren door de calvinistische aard van de Nederlanders. Zij waren diep vanbinnen meer godvrezend dan de katholieke Vlamingen. Een katholiek had immers een vangnetje. Hij kon gaan biechten, waardoor zijn zonden werden kwijtgescholden (Pardon my French). In het calvinistische Nederland is dat niet zo. En wat vrees je dan het meest? Wellicht een dodelijke ziekte. Wij Vlamingen schelden, op een bedroevend niveau, liever met geslachtsdelen (lul!) en uitwerpselen (kak!). Wat we ook graag doen is woorden opstapelen om te vloeken of te schelden, alsof de vloek krachtiger wordt naarmate hij langer wordt. Bij die 'lul' van daarnet is dat misschien ook wel het geval.  Kinderachtig vind ik de bastaardvloek, die door klankverandering alle kracht en ongepastheid verdoezelt. 'Potverdomme' of 'potvolblomme' zijn dan misschien minder aanstootgevend dan 'godverdomme', net als 'chips' ter vervanging van 'shit', maar toch heeft het een zweem van vreemde voorbedachtheid en iets gekunsteld pietepeuterigs. Ach, ik hou wel van een potje vloeken. Ook als toehoorder. Het is emotie, een creatief stukje van onze taal en het geeft inzicht in ons als mens. Krachtvoer voor discussie, fastfood voor filosofen.  

Danny Vandenberk
15 1

the housewives of antwerp

Het was gisteren weer zover. Ik parkeerde mijn twintig jaar oude auto tussen andere auto's en opende de autodeur. Ik stapte uit met mijn ongeschoren en enigszins vervuilde lichaam toen ik van veraf iets hoorde: "Pas op, pas op, PAS OP PAS OP!!!!! Pas toch op man!." Het was een vrouw, het type dat vaker bij de kapper te vinden is dan bij haar eigen familie. "U hebt met uw deur tegen mijn auto gestoten," zei ze tegen me. "Dat heb ik niet, MEVROUW," antwoordde ik. "DAT HEBT U WEL," zei ze terwijl ze over een deuk op haar auto wreef. Ik opende mijn autodeur om haar te laten zien dat de deuk op een andere plaats zat dan waar mijn deur haar auto zou kunnen hebben geraakt. "Wat is er met u aan de hand, mevrouw? Hallucineert u? Bent u onder invloed van drugs? Is de waterstofperoxide naar uw hersenen gestegen?" Ze keek me aan en stapte vervolgens in haar auto, waarna ze weg scheurde met haar geschonden en verminkte lichaam. ************************************************** Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
13 1

the real WINNERS of antwerp

  "En waarom loop je met al die blinkende dingen rond ?" vroeg Jo aan Alex. "Wel," zei Alex, "als ik gekleed zou zijn zoals jij en een bedrijf binnen zou lopen, dan zouden ze eens flink lachen. Maar nu," zei Alex, die een pak droeg dat gemiddeld drie salarissen waard was, een ketting en een uurwerk waar de gemiddelde burger minstens een jaar voor moest werken. "Als ik zo gekleed met mijn blinkende auto een bedrijf binnenstap, dan staan ze aan de ramen te kijken wie ik ben. Ik word met de rode loper binnengehaald. Belangrijk: als ik mijn contracten op tafel leg, dan staat er binnen no-time een handtekening onder. Iedereen wil een stukje meepikken van mijn succes," grijnsde Alex. "A ha," zei Jo, hij dacht eraan dat hij zijn kaart, die recht gaf op zijn uitkering, nog niet had ingeleverd. Ze kwamen als geroepen, hun stemmen klonken als nachtegaal gezang voor de bistro-eigenaar. Ze waren er net en de sfeer in de bistro werd onmiddellijk vrolijker. Ze werden de Dallas grieten genoemd, een voorbeeld van de acteurs die toen in de gelijknamige soap speelden. "En heb je nog geen advertentie in ons blad?" giechelde de dame tegen de eigenaar. "Welk blad?" stamelde de verbouwereerde eigenaar. "Wel, in ons blad staan alleen mensen zoals wij. Als jij ook in ons blad komt te staan, dan komt iedereen naar hier." Het leek wel een sekte, dacht de eigenaar, maar hij kocht snel een advertentiepagina in het blad. Iedereen kwam regelmatig terug. Op een dag kwam zelfs de eigenaar van het blad op bezoek. Hij droeg een pak dat gemiddeld drie salarissen waard was, een ketting en een uurwerk waar de gemiddelde burger minstens een jaar voor moest werken. Op een dag bezocht zelfs een adellijke dame zijn restaurant. Het kostte hem wel een kleurenpagina in het blad, maar dat had hij ervoor over. Toen de dame hem aankeek, voelde hij zich nietig. Ze stak haar hand uit en hij legde het geld erin. Toen sloot ze haar hand en haar ogen volgden een koers waarin hij niet meer voorkwam. Hij had het dubbele betaald voor wat anders, maar was al blij dat de adellijke dame zijn nederige etablissement met haar bezoek vereerde. Grimlachend liep hij zijn keuken in en bekeek zijn personeel keurend. Wat als de adel niet inging op zijn avances? Ondertussen waren de meisjes en de adellijke dame de bistro uitgelopen en de volgende tent binnengekomen. Ze deden er een tiental op een namiddag, als hedendaagse zwervers die overal hun nachtegalenzang lieten horen en goudstukken lieten neerdalen over hen en hun beschermelingen. *************************************************** Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
18 1

LONGKANKER leugens of waarheid.

Passief roken veroorzaakt maar zelden longkanker Mensen met longkanker zijn niet altijd rokers. Sterker, soms hebben ze nooit een sigaret aangeraakt. Hun ziekte is veelal het gevolg van toevallige mutaties. Elk jaar krijgen wereldwijd zo’n twee miljoen mensen te horen dat ze longkanker hebben. Doorgaans is dat een hard verdict, want deze vorm van kanker is verantwoordelijk voor de meeste overlijdens ten gevolge van kanker. De meeste longkankerpatiënten roken tabak, of hebben dat ooit gedaan. Toch is er een aanzienlijke groep van longkankerpatiënten – naar schatting 10 tot 20 procent – die nooit een tabaksproduct hebben aangeraakt. Onder die ‘nooit-rokers’ met longkanker zijn vrouwen meer vertegenwoordigd dan mannen, en over het algemeen duikt de ziekte ook op jongere leeftijd op dan bij rokers. Wat is dan de (hoofd)oorzaak van longkanker bij nooit-rokers? Is het misschien passief roken, het regelmatig inademen van tabaksrook op horecaterrassen of thuis, bijvoorbeeld in het geval van rokende huisgenoten? Neen, concluderen Amerikaanse oncologen uit een groot epidemiologisch onderzoek waarbij ze bij ruim tweehonderd nooit-rokers met longkanker de genetica van de tumoren in detail onder de loep namen. Daarbij gingen de vorsers op zoek naar specifieke mutaties die konden verraden welk proces aan de basis lag van de desastreuze celwoekering. Dat kan genetische schade zijn door blootstelling aan kankerverwekkende stoffen, maar evengoed toevallige kopieerfouten in het DNA tijdens de celdeling. De resultaten van het onderzoek werden deze week gepubliceerd in het vakblad Nature Genetics. Brute pech Opvallend genoeg vonden de onderzoekers geen sporen terug van rechtstreekse blootstelling aan tabaksrook. Ook niet bij de ruim zestig patiënten die hadden aangegeven dat ze regelmatig passief rookten. Hoewel de invloed van passief roken eigenlijk nog apart in een afzonderlijke studie moet worden onderzocht, suggereert dit onderzoek alvast dat passief roken niet tot hetzelfde type longkanker leidt dan ‘echt’ roken. Het overgrote deel van de gescreende tumoren bij de nooit-rokers bleek simpelweg het gevolg te zijn van toeval, of beter: brute pech. Ze waren ontstaan als een opeenstapeling van ‘natuurlijke’ – lees: niet veroorzaakt door een externe blootstelling – mutaties in het longweefsel. En dus niet als een reactie op veelvuldige inademing van tabaksrook, van luchtvervuiling of van andere kankerverwekkende stoffen zoals asbestvezels of radongas. Wel konden de onderzoekers de longtumoren bij de nooit-rokers opdelen in drie subtypes, op basis van de mutaties die ze erin aantroffen. De subtypes verschillen van elkaar in groeitempo, en daarom loont het de moeite er behandelingen op maat voor te ontwikkelen, als een vorm van gepersonaliseerde therapie. De diagnose van het subtype kan gebeuren met een simpele biopsie. https://www.eoswetenschap.eu/gezondheid/passief-roken-veroorzaakt-maar-zelden-longkanker  ******************************************************************* Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e      

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
20 1