Zoeken

HET BEGIN VAN MIJN VRIJHEID.

Net voor ik van de trein stapte in Gent besefte ik dat wat ik nu zou doen mijn leven een geheel andere richting zou geven de spanning voor het nieuwe en de angst wisselden af.Maar toen de trein snerpend tot stilstand kwam stapte ik eruit.Veel opties om in Gent te logeren had ik niet een optie was vrienden uit mijn geboortedorp.Die er als student op kot zaten.Hun kot was gelegen in het patershol de Corduwanierstraat daar kon ik een tijdje logeren.Een andere mogelijkheid was relies een organisatie opgericht door Marianne Faithfull. In Engeland was er een vloed jongeren die het huis verlieten en door de conservatieve overheden in de steek werden gelaten. De Gentse afdeling werd gerund door een overwerkt sociaal voelend koppel.Het werd me al rap duidelijk dat daar geen plaats was, een andere mogelijkheid was de commune van Martens-Latem maar daar paste mijn sociaal profiel niet zo goed de meeste die daar terecht konden kwamen uit kapitaalkrachtige milieus. In hun zuiverheid denken paste geen plebs.Dan maar naar infojeugd, een stedelijke organisatie die opgezet was om de toenemende vloed van thuis weggelopen jongeren enige informatie te bezorgen. Wat ik daar meemaakte zou een constante worden. De organisatie werd gerund door jongeren die daar om politieke redenen werden gedumpt. Hun enige doel was zichzelf in stand houden. Enige interesse voor de problemen van jongeren was er niet. Toen ik de deur van hun pand op de kortrijksesteenweg opende was de balie leeg. Toen na enige tijd iemand uit de kamer ernaast, waaruit gelach de geur van koffie de balie binnen waaide, dik tegen zijn goesting mij te woord stond kreeg ik rap rap enkele krantenknipsels in mijn handen gestopt. Waar net dezelfde informatie stond die ik in de morgenkrant zelf al had gelezen. Dat was het.Want er moest vergadert worden.Dan maar terug naar het patershol het was zomer, bijna vakantie, net verlost van de dwang van een jaar legerdienst. Voelde ik me in die dagen vrij, zo vrij als ik me toe voelde zou ik me zelden nog voelen.In die tijd reed er een auto door de kleine straatjes van de oude stad met een geluidsinstallatie.Die studenten opriepen om ergens te gaan werken.Een lichtjes corpulente heer Creyfs, begon zo zijn interim-bureau. Een keer werkte ik in een plastiekfabriek en een andere keer aan de werken aan de snelweg Brussels Oostende Op een dag toen we zeer vroeg op de werken aanwezig waren en de mist ieder uitzicht belemmerde hoorden we opeens een enorm gerinkel van gebroken glas. We snelden er naar toe zagen een bierbestelwagen die aangereden was door een andere wagen. Opeens voelde ik een luchtverplaatsing, een wagen was met hoge snelheid rakelings langs mij gereden.Rap maakten we ons uit de voeten, een onbehoorlijke tijd lang hoorden we hoe de ene snelheidsduivel na de andere in de dichte mist de ravage groter maakten. Signalisatie was er niet. Berichten erover in de media waren door de machtige automobielsector verboden.De grootte slachting was bezig. Ik vond een studente job in Brussel. Om vier uur moest ik langs de snelweg Oostende Brussels staan in Gent opgepikt middags werd ik terug daar afgezet. Door de eigenaars die in Oostende woonden, en in Brussel een import bedrijf van sinaasappelen haden. Tour & Taxis. waar toen duizenden treinwagons geladen met toenmalig exotisch fruit brussel binnen treinden voor op de vroeg markt. De eerste Gentse feesten stonden op stapel, al bekend in het trefpunt, het toenmalige restaurant van Walter De Buck, plaseerde ik me op de eerste rij. Toen ik terugkwam uit Brussel. Begonnen de feesten en waren nog bezig toen ik terug naar de autosnelweg moest.Op de feesten ontmoete ik mijn zigeunervrienden de piotos die mij in mijn geboortedorp enkele gitaarlessen hadden gegeven. Tijdens hun optreden speelde hun vader die ooit samen met Django Reinhardt en Stéphane Grappelli was opgetreden zijn laatste set, geveld door reuma en de mishandelingen hem aangedaan door diegenen die zichzelf de normalen noemen.Zijn viool krijste vals on ritmisch de set door, niemand gaf een krimp want hier stond een van werelds beste violisten omringd door zijn zonen en vrienden die zonder een spier te vertrekken hun deel perfect speelden. Na de set barste minuten durende applaus los dat iedereen kipvel bezorgde.Diezelfde nacht werd ik uitgenodigd om met hen mee op café te gaan spelen.De piotos gingen ergens een burgerlijk café binnen al rap vroeg iemand een bepaald liedje te spelen, zing eens de melodie vroegen ze, toen ze de slecht gezongen melodie hoorden namen hun instrumenten het over. Ze breiden met die enkele noten een muziekstuk waar niemand het verschil met de echte hoorde.Nog niet zo lang geleden werd dit soort mensen in werkkampen gestopt omdat ze niet op een door de toenmalige machtshebbers controleerbare academische manier muziek speelde. Hij, de vader was een van de overlevenden van toen.Na zijn concert, toen hij bij zijn caravan kwam werd hij en zijn familie geconfronteerd met de nog altijd achterlijke overheid die hem verplichte zijn woonplaats zijn caravan op een andere plaats te zetten. In de caravan lag zijn hoogzwangere kleindochter die in ieder katholiek en openbare ziekenhuis geweigerd werd, de kleinburgerij vind altijd wel beulen om hun vuile werkjes op te knappen. Op een van de nachten ontmoette ik de muzikanten van de groep kandagar. Mijn eerste optrekje dat ik vond was in het pand in het patershol. De vrouwebroerstraat.Wanneer men de grote poort opendeed kwam men in een lange gang. Op het einde van die gang was er links een grote trap, wanneer men die beklom en op het eerste verdiep terecht kwam moest ik naar rechts de hoek om. In het midden van die gang was mijn dubbele kamer, vijftig frank per kamer honderd frank dus. Een kolenkachel zorgde voor de verwarming. Twee vensters zagen uit op de binnenkoer. In die kamer had ik een verhoog gemonteerd zodat ik uitzicht had, vanuit mijn bed, op de binnenkoer. Op een ijskoude sneeuw grijze dag toen de sneeuwvlokken over de binnenkoer dwarrelden, de kolenkachel zijn wloed de kamer instraalde had ik de hobbit ontdekt 'In de ban van de ring'. In een ruk las ik de boekdelen. Twee dagen en een nacht deed ik erover toen ik het laatste blad omsloeg en ik mijn krakende gewrichten tot enige werkzaamheid node protesteerde ieder vezel van mijn lijf. Wie de brede trap nam naar het tweede verdiep stond een verrassing te wachten verboden terrein wegens de rotte planken vloer. Maar wie het lef had om die angsten te trotseren werd geconfronteerd met de restanten van de film malpartus. Een vervalen sofa in het tegenlicht, Samen met de spinnenwebben en het opdwarrelend stof een zeer romantisch beeld. Op die plaats zaten ooit Orson Welles samen met Jack Brel. Ik had mij opgegeven als helper bij de jazz optredens die doorgingen in het gravenkasteel.Opeens in contact met de groten uit de toenmalige, vooral in Parijs wonende, jazzlegendes.Ik kende er niemand maar door die naïviteit, en mijn jeugdig enthousiasme, werd ik door iedereen geliefd. Zelfs toen ik van het podium stotterde terwijl ik met een piano aan het sleuren was, de gewrichtsbanden van mijn voeten scheurde toen die voet op een dikke kabel terecht kwam. Ik werd vastgebonden op een brancard door twee mannen de stijlen trap afgedragen. Een zeer angstaanjagend moment Ik wil de Mokkabon niet vergeten.De Venisiana .De Aquarius op de kuiperskaai.Mijn stamcafé rechtover de Mokkabon waar ik liefmans kriek ontdekte, er prompt verslaaft aan werd. Een van de studenten, die uit mijn geboortestad kwamen, vroeg mij om samen een huis te huren in de stokerijstraat. De student werd nog verzorgd door zijn moeder die iedere week met veel bemoeizucht de kamers kwam inspecteren.Hij kwam uit een vlaamsch nationalistische familie zonder zwart randje. Over die families zou Hugo Schilts later zeggen "we stonden op een ander niveau dan het Vlaamse volk meer nog we kenden het vlaamsche volk, dat we pretenderen te vertegenwoordigen, niet."Uit zo een familie kwam die student. Er was ooit in hun familie een nationaal bekende Vlaamsche toondichter ontsproten en sinds dan dacht die gehele familie dat ze artistiek begaafd waren en werd dat moederskindje zwaar onder druk gezet om de artiest uit te hangen.Zo ging dat in die tijd. K'was de zoontjes van de corrupte achterlijke vlaamsche kleinburgerij met al hun misplaatste elitaire streken meer dan kotsbeu. Na een tijdje samenwonen werd ik verdreven naar de stikhete zolder, de keuken, de douche, no pasaran. Ik paste niet zo goed in hun kleinburgerlijk Vlaams nationalistische plaatje.In diezelfde jeugdclub waar ik dat soort volk leerde kennen was er nog een kunstenaar in wording. Zijn ouders baatten een huis, tuin, schilderwinkel uit. Voor dat type van volk was studiesubsidies vinden niet zo een probleem het zwarte geld lag veilig in lux. Zo konden ze met veel vriendendiensten hun zonen naast een riante studiesubsidie een behoorlijk extraatje bezorgen. Dat die prof werd had wel veel te maken met de diensten die de moeder verstrekte aan de rest van de mannelijke leraars want we waren in de 60er jaren. Maar lang hield ik er het niet meer uit.Leuven daar moest ik naar toe.Op zestienjarige leeftijd was ik in vervoering geraakt van Flamenco daar woonde de enige die niet alleen Flamenco speelde maar ook leefde.  Dirk Lambrechts. Mijn koffers stonden al gepakt. --------------------------------------------------

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
0 0

citytrip Griekenland.

Wie kent nog de Antwerpse stadskrant?DE NEUS.Ik heb er nog voor gewerkt.Rond die tijd moest ik mijn paske vernieuwen.Wie kent nog de dienst bevolking in de lange Nieuwstraat, de rij loketten, achter ieder loket een prompte dame.Voor vooroorlogse typemachines."En wat doet u nu voor werk?" vroeg die Dame.Even uit mijn lood geslagen mompelde ik: "he, he, ik werk voor een krant".Na een flink geratel kwam mijn paske tot mij terug, Journalist stond erop. De reactie van de toenmalige Rijkswacht ambtenaren op dat gegeven was verbijsterend.Daar ik altijd nogal bohemien gekleed rond liep, loop, (langharig werkschuw weet u nog) was ik een zeer gewild slachtoffer van het idee, dat vuil slecht, proper goed is, de dwangmatige zuiverheid gedachte die tot onze cultuur behoort.De mandarijnen van deze gedachten vonden in mij een ideaal slachtoffer om hun tijd door te komen.Honderden keren werd ik staande gehouden."PASKE" was de aanspreektitel.Tot op dat paske journalist verscheen! Als ik nu schrijf dat de mandarijnen opeens door het stof kropen/kruipen, ver zal ik er niet naast zitten. Ik dacht opeens aan de papiertjes waar de middeleeuwers mee zeulden. Het papiertje heeft me ooit in een zonnig vakantieoord gered.Net voor het vertrek uit dat zonnige vakantieoord constateerde ik dat mijn paske verdwenen was."U zult naar de hoofdstad moeten" zei de eerste de beste ambtenaar die ik aanklampte.De hoofdstad was 1500 km verder en met nog een 10 frank te gaan.De wereld stond eventjes stil.Ik begon iedere ambtenaar aan te klampen die er maar ambtenaar genoeg uitzag.Het vliegtuig vertrok 30 min later.Het werkte.Opeens werd ik doorverwezen.Ik eindigde in een kaal bureau.Na mijn naam en adres vroeg de ambtenaar mijn beroep."Journalist" zei ik.De man greep naar een grote zwarte voorhistorische telefoon. De dag tevoren hadden we een havencafeetje bezocht, een cafeetje in de stijl dat er niet veel toeristen komen.Tot ik opeens besefte dat de helft van de mede cafégasten Antwerps praten.En erger nog, verstonden. Toen de ambtenaar de telefoon greep dacht ik: als er een is die Antwerpen kent en vraagt welke krant?Want de stadskrant 'De neus' werd toen beschouwd als gezagsondermijnend (subversief).De man van het bureautje had iets te maken met kolonels. De man die binnen snelde had niks van dien aard in zich.Hij stelde vooral belang in wat ik vond van zijn zon overgoten land.Daarin kon ik hem gerust stellen: ik zou zeker terug komen.Van Antwerpen wist hij dat het een voorstad van Amsterdam was.Ik verzekerde hem dat het eerder Parijs was want met Amsterdam wou ik niet vergeleken worden: zonovergoten landen hebben meestal zonovergoten cellen en er is watertekort.Maar voor die man was het allemaal gelijk.En toen ik hem in herinnering bracht dat Antwerpen in België ligt dichtbij Brussel toen gingen zijn oogjes blinken.Brussel mompelde hij. Verschillende keren. En opeens realiseerde hij zich dat een van de bewoners van dat wonder Brussel bij hem stond.Hij had hem zelfs nog geen versnapering aangeboden, hij had de grondregels van zijn gastvrijheid geschonden en dat stond nu al vast daar zou hij voor boeten. Maar opeens verscheen een grijns op zijn gezicht.Niet hij zou pijn lijden maar zijn honden van ondergeschikten dat ze zo een belangrijke bezoeker van hun schone landje zo slecht behandelden.Maar nu moest hij zelf de bezoeker op gepaste wijze behandelen - straks zou hij zelf de honden afstraffen met een zweep- en.....Ik onderbrak zijn gedachtegang en vroeg hem of het probleem opgelost kon worden."Probleem?" Opeens zag hij een manier om alles goed te maken. "Het probleem van de diefstallen op luchthavens is een Europees probleem dat alleen door Brussel kon opgelost worden" zei hij. Het eeuwenoude Zuid Europees fatalistisch gevoel kwam over ons heen gevallen als een deken.Een bestolen journalist in een zonovergoten toeristisch land is niet de beste reclame.Hij begeleidde me naar het vliegtuig.En wuifde me na.Als om uit te wissen, wat mij van negatieve gedachten zou overblijven.Van het landje waarvan hij houdt en om die bezoeker te laten terugkeren vanuit dat verre Brussel Zo ziet uWat een aantekeningKan veroorzakenDe middeleeuwen *************************************************** Foto gallery VERF ED FOTO: encyclopedische mens https://www.2dehands.be/q/verf+ed+encyclopedische+mens/

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
16 1

Midzomer

Midzomer   ‘Kling, klang!’ Reizigers stappen op en af de bus, met grote tassen en rugzakken.  ‘Een typisch Fins geluid,’ grap ik. Mari, die naast me zit, reageert nauwelijks. Ze vindt de drinkcultuur in haar land doodnormaal. Op de bank achter ons zit John. De man die er zich over verwondert dat hij overal in het Engels aangesproken wordt, zelfs wanneer hij gewoon ‘spaghetti bolognaise’ bestelt in zijn schattige Noord-Ierse accent. 21 juli is in Finland een speciale dag. Het is Juhannus, Midzomer, en dat wordt uitgebreid gevierd. Vaste ingrediënten van het midzomerfeest : kokko (kampvuur), sauna, makkara (worst die boven het vuur wordt gegrild, lees verbrand) en veel alcohol. Bij voorkeur kalja (bier) en koskenkorva (vodka). Liefst samen te nuttigen! Zodat je de volgende dag wakker wordt met een gigantische ‘krapula’, een kater. Wanneer je je zo krapuleus voelt dat je je ziel uit je lijf kotst, kan je het feest geslaagd noemen. Het is de zomer van 1993 en ik werk in Helsinki voor KVT, een internationale organisatie voor vrijwilligerswerk. Een van de projecten die vrijwilligers zoeken is  Suvikumpu, een gemeenschap van gelijkgezinden die wonen op een groot domein midden in de bossen, bij een van de duizenden Finse meren. De bewoners willen zelfvoorzienend zijn en streven een alternatieve levensstijl na, in harmonie met de natuur. Mijn vrienden noemen hen ‘huuh-haah-mensen’. Vrij vertaald : zweverige boomknuffelaars. Tuija, een van de oprichters, heeft ons, twee buitenlanders en een eenzame landgenoot,  uitgenodigd. De bus stopt, Tuija komt ons breed lachend tegemoet. ‘Tervetuloa! Welcome!’ Ze geeft ons een knuffel. We krijgen een rondleiding en helpen met hout sprokkelen voor het kampvuur. Ik ben hier al twee maanden en de Finse natuur is overal hetzelfde : bos, bos, meer, meer, nog een bos, nog een meer. Je kan het saai noemen maar ik vind het nog steeds fantastisch. Je hoort niets anders dan de takjes die onder onze voeten kraken, de vogels die fluiten...en de stem van Tuija die vertelt dat ze altijd de bomen bedankt die ons de takken geven. Achter haar rug zie ik Mari met haar ogen draaien. John knikt, hij is helemaal mee. Ik besluit te glimlachen. Saunatime! Eerst de vrouwen, dan de mannen. Een toegeving aan de preutse buitenlanders, vermoed ik. In een sauna moet het minstens tachtig graden zijn, negentig is beter. Het ruikt er naar berkentwijgjes. 'Ksssj!' van op haar plaats mikt Tuija water op de stenen, ze weet van geen ophouden, de hete stoom brandt in mijn neus. 'Lisää lyölyä! Meer stoom! De Finnen lachen hartelijk wanneer het saunagroentje naar buiten vlucht en een emmer water over haar hoofd kapt. Helemaal opgefrist schuiven we aan de feestdis. Geen vlees of alcohol te bespeuren. ‘Vind je het lekker?’ Ik knik met volle mond en heb zin in een pintje. De ‘living cake’ heeft een aparte smaak. De bewoners knopen gesprekjes met ons aan en vuren de gebruikelijke vragen op ons af. ‘Welke taal spreken jullie in België? Hollanti? Geen Flaami?’ Na een tijdje verliezen ze hun interesse in mij, ze beginnen onder mekaar te praten en de grote wereldproblemen te bespreken. Ik versta hier en daar woorden en stukjes van zinnen. Wie heeft deze taal verzonnen? Vijftien naamvallen, hoe komen ze erbij? Genderneutraal bovendien. Geen gedoe met hij en zij of die, iedereen is ‘hän’. Aan de overkant van de tafel is de voertaal Engels. John wordt uitgevraagd over ‘the troubles’ in Noord-Ierland. Zijn toehoorders hangen aan zijn lippen. Ik neem nog een hapje van de taart. Het vreugdevuur knettert. De suvikumpers vormen een kring en gebaren dat we moeten meedoen. Een man met lang, warrig haar en een baard neemt het woord. Uit zijn woordenbrij distilleer ik : dankbaar, moeder en aarde. Plots heft hij zijn handen boven zijn hoofd en schreeuwt : ‘Ala!’  De anderen volgen zijn voorbeeld, dan richten ze hun handen naar de grond en roepen in koor : 'Huuh!’ Ze buigen op een neer : ‘Alahuuh! Alahuuh!’ In de ogen van Mari lees ik paniek, John doet schoorvoetend mee. Ik weet heel zeker dat dit geen Fins is maar een oerkreet. ‘Alahuuh!’ Een man op blote voeten en in een harembroek trommelt op een djembé, iedereen begint uitzinnig te dansen. Ze verkeren in een roes, niet van de drank, maar van de feestvreugde, de vrede en de liefde. We zijn allemaal broeders en zusters. Voor we gaan slapen staan we  in een kring met kaarsen in onze handen, onze gastheren zingen een ingetogen liedje. ‘Hyvää yötä! Goodnight!’ Bij het afscheid de volgende morgen overladen onze nieuwe vrienden ons met knuffels. En dat we nog eens moeten terugkomen! Wat een hartelijke, gastvrije mensen! Mari kan alleen maar beamen. Maar één ding moeten we in onze oren knopen : dit was geen Fins midzomerfeest.      

Ilse Janssens
0 0

Vlaanderen in actie.

Op 5 mei de dag dat in de meeste beschaafde Europese steden de overwinning op het fachisme wordt gevierd. Onder de mom van gezonde sportbeleving. Werd Brussel overspoeld door vlomse knokploegen  die met matrakken hun idee van beschaving wilden opleggen in het door een man met oranje haarkleur hel hol genoemde internationale gedeelte van de vlomse hoofdstad. De West-Vlaamse boerkens bezochten de stad Brussel. De plaats waar een vlomse socialist zich niet thuis voelt.Terwijl in gedeelten van Brussel tonnen coca niet aan te slepen zijn worden voor het oog van de camera armen, bruin en alternatievelingen in vergeetputten gedropt omdat ze liever eventjes van de wereld weg zijn niet met alcohol, het bloed van Christus,  maar met een joint.Terwijl Knokke-Heist zichzelf bevredigend met de zoveelste zeefdruk van Panamarenko die hij achterliet in de kelders van zijn voormalige gallery. Beseft blijkbaar niemand in Knokke-heist dat er geen kat in de wereld een panamarenko wil hebben. De prijsberekening gebeurt door de verschillende omhooggevallen witteboordencriminelen levend in knokkel-heist.  ++++++++++++++++++++++++++++++++++++ FOTOGALLERY verf ed https://www.2dehands.be/q/verf+ed+poppy+2006/ https://www.2dehands.be/q/verf+ed/ +++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
32 1