ANTWERPEN DE JAREN 90tig samen met ANN, SISSSSEEEENN, EN THEO.
"Wil je met mij een galerie opstarten?"
'k Had al veel voorstellen gehoord aan vele tafels met veel pinten, maar dieman was iemand die zijn ideeën meestal ook realiseerde. Op dat ogenblik washij nog mede-eigenaar van het exclusiefste hotel van de lage landen, HOTEL ROSIER, datonder zijn dak de wereld als dorp had geïnstalleerd. Meer bepaald de wereldvan gekroonde en ongekroonde hoofden, van Betty Ford, de dynasty Ford, nazaaten van Henry Ford van de Motor Company, de familie Mars...,toenmalige prins en nu koning Filip, Ook uit de culture wereld waren de bezoekers emens, Marlene Dietrich....michael jackson is er niet geweest simpelweg omdat hij eiste dat de ingang van het hotel moest verbouwd worden zodanig dat hij met zijn limo het hotel kon binnen rijden. Dat vonden de eigenaars van het hotel er wat over.Toen de man de vraag stelde, had hij de avond tevoren samen met Sting eengedicht geschreven.
Het voorstel kwam zeer gelegen.
Het enige dat mij weerhield: ik wist dat samenwerken met die man zoubetekenen dat hij alles zelf zou willen organiseren. Mijn bijdrage zou zichbeperken tot het ophangen van kadertjes en het sleuren met wijn voor derecepties.
Dan was er mij een ander voorstel meer genegen.
Sissssen had mij het voorstel gedaan. Ik zou zijn café drie dagen per weekmogen beheren. Het was een café in een van de belangrijkste uitgangsbuurtenvan A'pen. Bij navraag naar de eventuele winsten, begreep ik demogelijkheden. Ik kreeg een derde van de omzet, maar alleen als de omzetmeer dan tienduizend bedroeg. In de buurt werden omzetten vanzeventigduizend gehaald. Dus reken zelf. 70.000 deel door 3 is 23.000 X 4weeken is 92.000 duizend. Als ik iedere week een dag meer haalde dan de helft, had ik al het driedubbele van mijn uitkering.
Dat voorstel was me meer genegen.
De sissssen had slechte huurders. Niet alleen hadden ze al maanden geen huurbetaald en waren ze met de noorderzon verdwenen, ze hadden ook een mesthoopachtergelaten. Het plan was dat ik gedurende een week, wat al rap drie wekenwerd, het café zou helpen proper maken. Daarna zou ik een week meedraaien.En vanaf dan mocht ik de zondag, maandag en dinsdag organiseren. De dinsdagviel er al rap af...
Op zondag had ik 's morgens een brunch, en 's avonds een Afrikaanse avond ennacht. Het idee was een plaats te creëren waar de Afrikanen zich thuisvoelen, waar de taal Afrikaans is, waar de niet-Afrikanen zeer welkom zijnals gast van een Afrikaanse familie. Niet een café waar de klanten zichthuis voelen omdat een Afrikaan een Belgisch café beheerd. Ik wilde eenplaats die de illusie gaf in Afrika te zijn. Met een fantastische diskjockeyen andere attributen ben ik daar een paar weken in geslaagd. Voor maandaghad ik een homoavond gepland, inclusief een strip act. Iedere week kwam ermeer volk.
Totdat de eigenaar opeens zijn café terug opvorderde. Hij gooide mij buitenmet de woorden dat hij geen jeanetten moest hebben. Er was voor hem eenbelangrijke voetbalmatch: Marokko - België. Met de woorden “tis nog altijd mijn café”. En wat erger was: de laatste weken dat ik het café runde, was ik net niet aan mijn tienduizend geraakt.
Negenduizendnegenhonderdtachtig was de laatste omzet.
Ik had dus geen inkomen tijdens die weken, mijn uitkering had ikstopgezet. Want stiekem had ik ervan gedroomd het maximum te halen. Danverdiende ik 30.000 oude Belgische frankskes per maand.Dat wilde ik niet in op het spel zetten voor een illegale uitkering. Ik hadmijn uitkering netjes stopgezet en het zelfstandigen statuut aangenomen. Dus:geen geld, geen eten. De gaarkeukens had ik toen nog niet ontdekt.
Het ergste was dat ik die klootzak een paar jaar eerder zijn eerste werk inmijn café had bezorgd. Toen was hij op een dag met de inkomsten van een weekgaan lopen. Naar Griekenland. Hij was opgegroeid in het kleinburgerlijkestadje waar de voornaamste fascistoïde blokmandatarissen hun eerstensuccessen behaalden. Wat konden hem in zijn gepamperde jeugdjaren mensenzoals wij, armoezaaiers, schelen. Hij was opeens verdwenen met debroodnodige inkomsten van mijn café C. Twee weken later had hij dan nog het lefom mij vanuit Griekenland op te bellen. Zijn geld was op. Ik ging er nietachter. Mijn geld was ook op. 'k Heb het zelfs nooit teruggezien. Zijn papakwam er al aan.
Een maand later. De zon scheen, het was een zwoele zomeravond in de stad.Het was een fantastisch dagje geweest. Ik kwam van een receptie in café 't Been en liep via de Kammenstraat richting Groenplaats. Een goede vriend, een gay queer, kruiste mijn pad. De dag kon niet meer stuk.Ach, de ssssiiissssen, dacht ik, waarom ruzie blijven maken. Dus inviteerdeik mijn vriend(in) voor een drankje bij de ssssiiiiisssssen. Want desssssiiiiissssseen had gezegd: als iemand een queer meeneemt naar mijncafé, dan krijgt die een fles champagne. Mijn vriend(in) vond het eenschitterend idee en we trokken zeer welgezind in de richting vanssssiiiiissssen zijn café. De sssssiiiisssen was er niet. 't Was de broer.Nee, hij wist niks van champagne. Tja. We schoffelden wat kleingeld bijelkaar en we hadden genoeg voor twee DUVELTJES."Ha nee," zei de broer."Wat?" zei ik.
Om een of andere duistere reden kregen we niks. Waarom? Intussen bereiktemijn bloed het KOOKPUNT. Ik nam een barkruk en mikte. Iedereen die dat cafékent, weet dat voor de spiegel op de glazen schappen een grote voorraadlekkere dure malt whisky stond, een honderdtal flessen. Ik mikte midden in demalt. De sound of breaking glass vulde de ruimte.
De broer ging daar duidelijk niet mee akkoord begon me fysiek aan te vallen.Ik had veel moeite gedaan om zeker geen mens te raken en die klootzak, hetzoontje van een corrupte brillenmaker wiens fortuin het enige was dat dieklootzak overeind hield, begon op mij te kloppen. Het anti materialistischediscours dat hij op de meest ongepaste plaatsen afstak, bleek opeens van nulen geen waarde. Gelukkig waren zijn linkse vriendjes niet aanwezig, want demate van kleinburgerlijkheid die hij op dat moment tentoon spreidde, had hemzeker voor jaren een vreselijke on cool stempel gegeven. Hij heeft hettrouwens goed kunnen verborgen houden, want laatst zag ik hem sleuren metlampen tijdens de film die BARMAN draaide, BLOWING WITH THE WIND. 'k Was erals figurant gevraagd, maar ik vrees dat ze me eruit hebben geknipt.
Het einde was nog niet in zicht. Voor mij en mijn vriend(in) was het welgenoeg geweest. We verlieten de puinhoop en gingen rechtover iets drinken.Maar… het broertje dat altijd op de flikken kakte, had opeens wel de flikkengebeld. Daar stonden ze voor mijn neus. Ik mocht een nachtje in de cel gaanslapen.
Het voorstel van de man leek me opeens interessant.
Tot ik op bezoek ging bij een vriendin. Niet zo'n vriendin waar ik alles vanwist, maar eerder een café vriendin. Ik wist wel dat ze voor iets ernstigswas opgenomen in het ziekenhuis, maar uit ziekenhuizen komen mensen diegenezen, dus betrad ik met een enorme levenshonger haar kamer. Ze groette mehartelijk en was blijkbaar zeer blij met mijn bezoek.Prompt werd ik meegetroond naar de cafetaria waar ik mijn verhaal met desissssen in geuren en kleuren moest vertellen. Ik vroeg of alles goed gingmet haar? Ik moest zeker terugkomen morgen. Toen ik haar 's anderdaagsterugzag, had ze een plannetje: of ik samen met haar meubeltjes wilde maken,meer bepaald 'paravanes'.
Ze wist me te vertellen dat de kerst- en Nieuwjaars periode best wel eengoede tijd kon worden. We hadden nog een paar maand om ons voor te bereiden.Ik vroeg haar een dag bedenktijd, om samen te werken met haar, de koningin.
Ik stemde toe.
Ze zei dat ik een kamer kon krijgen in haar appartementje als ik het kuiste.
Het idee was dat ze alleen kon gaan wonen als ze iemand vond die een oogjein het zeil kon houden. Ik trok in haar woning en kuiste op een bijnadwangmatige manier. 'k Had een speciale vernis gebruikt om de tegeltjes inhaar gang een Engels uitzicht te geven en verder was iedere vierkantemillimeter proper.
De dag dat ze zou komen kijken was maandag. Tijdens het weekend zou ik bijmijn familie verblijven. Maandag zou ze voor de eerste keer het gekuiste engeboende bezichtigen.
Toen ik haar de maandag kwam halen, was het te laat. In haar ogen zag ik eenwanhopige blik dat alles gedaan was, alles tevergeefs, of verbeeldde ik mijdat? Nee, want toen ging ze in een coma, en een week later stierf ze.
Wanhopig liep ik door de straten van de stad. Had ik het moeten zienaankomen? Misschien wel.
Slechts twee mensen hadden er mij op gewezen dat het iedere dag kongebeuren, maar misschien wilde ik het ook niet weten. Mijn vriendin was eenvan de creatiefste genieën van mijn generatie. Ik heb het voorrecht gehadtwee maanden met haar te communiceren.
Ze had een grondige afkeer van al die mensen die rond haar draaiden. Demeeste wilden nog rap een van haar laatste meesterwerken, die ze dan gretigen voor een veel te lage prijs kochten. Maar ze was er blij mee. Ze was ookniet zo gelukkig met al diegenen die haar constant vertelden over hun eigenellende. Ik was haar tegengif en daarom moest ik erin geloven dat het goedzou aflopen, met de paravanes, met mijn vriendin.
Een week is ze in coma geweest, toen we haar opeens vonden, ze lag dwars ophaar bed. Een aantal vriendinnen besloten om bij haar te blijven. Toen mijmidden in de nacht werd gemeld dat ze dood was, lag ik in haar bed in haaratelier, de enige plaats waar ik mijn kuiswoede niet mocht botvieren.
Onder de kamer die ik in haar appartement betrok, woonde namelijk eenReggae freak die vooral midden in de nacht keiharde muziek speelde. Mijn enigeuitweg was haar bed, en daar lag ik toen ze me haar dood meldden.
Als een soort wraak waarschuwde ik de tv-stations waar ze nooitterechtkunnen met haar creativiteit, maar die haar een poosje terug haddenherontdekt. Een belangstelling die haar goed deed, maar wel veel te laatkwam. Conservatief Vlaanderen had haar vernietigende werk verricht.
Toen ze een paar jaar tevoren als in een middeleeuws drama op straat werdgegooid met haar kinderen en haar man, ontbrak er alleen nog een schandewagendie haar de stad rond reed. Een van de grootste Vlaamse creatieve genieënwerd op de staatstenen gekeild. Er zal in de conservatieve salons wel watchampagne gevloeid hebben. Ze dwaalde nog enkele jaren door haar stad.
Op een dag heb ik haar opgeraapt uit de goot. Als een gekwetst vogeltje moestik haar naar haar kamer ondersteunen. Op een vieze oude matras.
En toen stierf ze.
Ik lag in haar bed en ik moest verhuizen. Ik moest haar laatste wileerbiedigen. Ik moest haar dood melden aan de kant van haar familie diegebroken had met haar man en kinderen.
En daarna de begrafenis.
Twee drinks.Ik meed ze, de familie, de vrienden.Ik stond terug op straat
Dan was de man er terug.En zijn inmiddels opgerichte galerie, samen met o.a. de kleindochter van willem elschot, alfons de ridder.De volgende jaren heb ik kadertjes opgehangen en met goedkope wijn gesleurdvoor de recepties.
Op een dag kwam ik flink aangeschoten en in driedelig pak van een receptiein de galerie.De Antwerpse culturele fine fleur was er aanwezig. Het was namiddag. Zo liepik de Groenplaats op.
Kunt u het zich voorstellen? Als in een arena zat de Antwerpsekleinburgerlijkheid uit te zien op het standbeeld van Rubens en wat zicher rond afspeelde. Ik kwam dus flink zat en in driedelig pak de groenplaatsop, een plaats waar een van mijn beste vrienden in die tijd woonde, zal ikmaar schrijven. Een van mijn andere vrienden, een punker in vol ornaat.
We begonnen met elkaar te dollen, iets wat de inboorlingen niet kenden. Eengolf van afschuw ging door de kleinburgerlijke massa. Ik was me daar totaalniet van bewust. Wat ik wel zag was een overrompeling van de Groenplaatsdoor een overweldigende massa politieambtenaren.
Een van de genieën van de Antwerpse kleinburgers had waarschijnlijk depolitie gebeld. In de ogen van die blijkbaar blinde massa, werd een van dehunnen aangevallen. Eentje in een driedelig pak. Ik dus.
Ze waren erop afgekomen in gevechtskledij. Een vreedzaam tafereeltje werdopeens in elkaar geknuppeld. Ik niet. Een man een kind bijna met eenebbenhouten huidskleur werd in elkaar geknuppeld door twee ambtenaren.Toen ik, flink geschrokken van de situatie maar nog toeterzat, tussenbeidewilde komen, werd ik met een zwaai in een politieauto gegooid. Bij hetuitstappen in de politieparking zag ik wie ze afgeranseld hadden.
Met zijn handen en voeten in de handboeien moest hij uit de politiecombispringen.
Meer zag ik er niet van. Ik werd in een cel gegooid en achtergelaten om mijnroes uit slapen. Toen ik enkele uren later hard op de celdeuren bonsde en omwater vroeg, kwamen drie dappere agenten mij in elkaar boksen.
's Anderdaags werd ik vrijgelaten.
verf ©
Lambermontplaats Ap'en 2004
De krant De Morgen berichtte een tijd later over het voorval op deGroenplaats.
Let op amokmakers !
Agent vrijuit na valse bekentenis
Een Antwerpse rechter heeft een politieagent vrijgesproken die bekende een allochtoon te hebben neergeslagen .De man bleek het te hebben opgenomen voor de werkelijke dader een jongere collega. Die kon echter niet worden veroordeeld omdat hij niet was gedagvaard.Zodoende ging iedereen vrijuit en onttrokken de agenten zich aan het gerecht door een valse bekentenis af te leggen.Toch zal het misschien nog anders aflopen :De feiten : Op 6 juni 1997 mengde een allochtoon zich in een arrestatie van amokmakers op de Groenplaats door twee agenten : Die waren daar niet mee gediend. Een van hen sloeg de man neer met een matrak. Het slachtoffer werd met inwendige bloedingen naar het ziekenhuis gebracht. De man diende nadien klacht in bij het Comité P .Tijdens de verhoren van de agenten bekende agent Julien S. te hebben gemept.Voor de rechtbank verklaarde S. Dat het zijn jongere collega was die de klappen uitdeelde en dat hij het voor hem had opgenomen.Desondanks bleef S. zijn collega tot de laatste snik verdedigen."Hij heeft niet echt geslagen, enkel in de lucht gemept" De rechtbank kon gezien de gevolgen bij het slachtoffer ,de uitleg maar matig appreciëren Toch volgde rechter G.D.P. de visie van openbaar aanklager E.C.Die had bij de behandeling van de zaak geen straf gevorderd en alleen gevraagd " naar wijsheid " te oordelen . De collega-agent voor wie S. het opnam, werd niet vervolgd en kon gisteren bijgevolg niet worden veroordeeld .Logisch , volgens strafrechtgeleerde K.V. :"De rechter kan zich niet uitspreken over personen die niet zijn gedagvaard. "Dat laatste kan volgens haar alsnog gebeuren "door het slachtoffer". Dat moet gebeuren voor het verstrijken van de verjaringstermijn. Doordat de verjaring is gestuit door dit vonnis , hebben parket en slachtoffer nog drie jaar de tijd om de echte agent-dader voor de rechter te slepen (CN)