Zoeken

Midzomer

Midzomer   ‘Kling, klang!’ Reizigers stappen op en af de bus, met grote tassen en rugzakken.  ‘Een typisch Fins geluid,’ grap ik. Mari, die naast me zit, reageert nauwelijks. Ze vindt de drinkcultuur in haar land doodnormaal. Op de bank achter ons zit John. De man die er zich over verwondert dat hij overal in het Engels aangesproken wordt, zelfs wanneer hij gewoon ‘spaghetti bolognaise’ bestelt in zijn schattige Noord-Ierse accent. 21 juli is in Finland een speciale dag. Het is Juhannus, Midzomer, en dat wordt uitgebreid gevierd. Vaste ingrediënten van het midzomerfeest : kokko (kampvuur), sauna, makkara (worst die boven het vuur wordt gegrild, lees verbrand) en veel alcohol. Bij voorkeur kalja (bier) en koskenkorva (vodka). Liefst samen te nuttigen! Zodat je de volgende dag wakker wordt met een gigantische ‘krapula’, een kater. Wanneer je je zo krapuleus voelt dat je je ziel uit je lijf kotst, kan je het feest geslaagd noemen. Het is de zomer van 1993 en ik werk in Helsinki voor KVT, een internationale organisatie voor vrijwilligerswerk. Een van de projecten die vrijwilligers zoeken is  Suvikumpu, een gemeenschap van gelijkgezinden die wonen op een groot domein midden in de bossen, bij een van de duizenden Finse meren. De bewoners willen zelfvoorzienend zijn en streven een alternatieve levensstijl na, in harmonie met de natuur. Mijn vrienden noemen hen ‘huuh-haah-mensen’. Vrij vertaald : zweverige boomknuffelaars. Tuija, een van de oprichters, heeft ons, twee buitenlanders en een eenzame landgenoot,  uitgenodigd. De bus stopt, Tuija komt ons breed lachend tegemoet. ‘Tervetuloa! Welcome!’ Ze geeft ons een knuffel. We krijgen een rondleiding en helpen met hout sprokkelen voor het kampvuur. Ik ben hier al twee maanden en de Finse natuur is overal hetzelfde : bos, bos, meer, meer, nog een bos, nog een meer. Je kan het saai noemen maar ik vind het nog steeds fantastisch. Je hoort niets anders dan de takjes die onder onze voeten kraken, de vogels die fluiten...en de stem van Tuija die vertelt dat ze altijd de bomen bedankt die ons de takken geven. Achter haar rug zie ik Mari met haar ogen draaien. John knikt, hij is helemaal mee. Ik besluit te glimlachen. Saunatime! Eerst de vrouwen, dan de mannen. Een toegeving aan de preutse buitenlanders, vermoed ik. In een sauna moet het minstens tachtig graden zijn, negentig is beter. Het ruikt er naar berkentwijgjes. 'Ksssj!' van op haar plaats mikt Tuija water op de stenen, ze weet van geen ophouden, de hete stoom brandt in mijn neus. 'Lisää lyölyä! Meer stoom! De Finnen lachen hartelijk wanneer het saunagroentje naar buiten vlucht en een emmer water over haar hoofd kapt. Helemaal opgefrist schuiven we aan de feestdis. Geen vlees of alcohol te bespeuren. ‘Vind je het lekker?’ Ik knik met volle mond en heb zin in een pintje. De ‘living cake’ heeft een aparte smaak. De bewoners knopen gesprekjes met ons aan en vuren de gebruikelijke vragen op ons af. ‘Welke taal spreken jullie in België? Hollanti? Geen Flaami?’ Na een tijdje verliezen ze hun interesse in mij, ze beginnen onder mekaar te praten en de grote wereldproblemen te bespreken. Ik versta hier en daar woorden en stukjes van zinnen. Wie heeft deze taal verzonnen? Vijftien naamvallen, hoe komen ze erbij? Genderneutraal bovendien. Geen gedoe met hij en zij of die, iedereen is ‘hän’. Aan de overkant van de tafel is de voertaal Engels. John wordt uitgevraagd over ‘the troubles’ in Noord-Ierland. Zijn toehoorders hangen aan zijn lippen. Ik neem nog een hapje van de taart. Het vreugdevuur knettert. De suvikumpers vormen een kring en gebaren dat we moeten meedoen. Een man met lang, warrig haar en een baard neemt het woord. Uit zijn woordenbrij distilleer ik : dankbaar, moeder en aarde. Plots heft hij zijn handen boven zijn hoofd en schreeuwt : ‘Ala!’  De anderen volgen zijn voorbeeld, dan richten ze hun handen naar de grond en roepen in koor : 'Huuh!’ Ze buigen op een neer : ‘Alahuuh! Alahuuh!’ In de ogen van Mari lees ik paniek, John doet schoorvoetend mee. Ik weet heel zeker dat dit geen Fins is maar een oerkreet. ‘Alahuuh!’ Een man op blote voeten en in een harembroek trommelt op een djembé, iedereen begint uitzinnig te dansen. Ze verkeren in een roes, niet van de drank, maar van de feestvreugde, de vrede en de liefde. We zijn allemaal broeders en zusters. Voor we gaan slapen staan we  in een kring met kaarsen in onze handen, onze gastheren zingen een ingetogen liedje. ‘Hyvää yötä! Goodnight!’ Bij het afscheid de volgende morgen overladen onze nieuwe vrienden ons met knuffels. En dat we nog eens moeten terugkomen! Wat een hartelijke, gastvrije mensen! Mari kan alleen maar beamen. Maar één ding moeten we in onze oren knopen : dit was geen Fins midzomerfeest.      

Ilse Janssens
0 0

Gelukkig zijn: goed kunnen kakken en slapen.

De yoga die ik ken, ontdekte ik in de jaren zestig. Desclee de Brouwer was de uitgever van een boekje over yoga. De twee trucs die ik nog altijd bewust gebruik en die ik de lezer van dit verhaal wil meegeven, hebben mijn leven een heel stuk fleuriger gemaakt, en zullen dat ongetwijfeld ook met uw leven kunnen doen. Die twee trucs gaan over: kakken en concentratie.KakkenWel, iemand die niet kan kakken heeft de neiging om een zeer stevige druk te gaan uitoefenen. De darm die moet worden leeggemaakt heeft dan de neiging om uit het lichaam te gulpen. Aambeien, zo worden die uitstulpingen ook wel genoemd. Bij de yoga truk met betrekking tot kakken wordt gebruik gemaakt van de geest om tot een ontlasting te komen. Het gaat als volgt: als je op de pot zit ontspan je je, en oefen je geen enkele fysieke druk uit op het onderlichaam. In plaats daarvan denk je aan meterslange darmen waarin de troep zich bevindt en waar hij doorheen moet. Je wacht. Dat kan een tijdje duren, maar het genot als je de spoeling ondergaat, is niet te omschrijven.ConcentratieDit sluit aan bij het voorgaande, namelijk het denken aan de troep in ons lichaam hoort geconcentreerd te gebeuren. De nodige concentratie kan men bereiken door bv voor een kaars te gaan zitten. De bedoeling is dan dat je het vuur van die brandende kaars met je geest probeert te omvatten. Dit moet geleidelijk gebeuren. De eerste dag 1 seconde, de tweede dag 2 seconden, de derde 3 enzovoort. Op die manier duw ja alle andere gedachten van je weg. Je behoudt alleen dat beeld van de brandende kaars. 1 seconde, 2 seconden, 3 seconden, 4 seconden, enz…Na een tijd oefenen wordt de concentratie beduidend beter. Deze oefening kan gebruikt worden bij slaapmoeilijkheden. Wie niet kan slapen en de concentratiemethode gebruikt, zal merken dat men zonder veel moeite in slaap geraakt. Als je dus ligt te woelen in bed, concentreer je dan op bv een kaarsvlam. Duw dan alle andere gedachten weg en slaap……….slaap……….slaap………. **************************************************************** Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
13 1

Raar

Veelal hoor ik -wanneer ik op straat loop- dat ik raar ben. Ze hebben gelijk verdomd! In deze tijden waarin iedereen mag en precies moet 'freaken' zijn mensen die nog gewoon doen en nuchter met beide voetjes op de grond staan een zeldzaamheid en unicum geworden. Ze worden haast als aberrant beschouwd zulke mensen waar mee ik mezelf identificeer.  Lang dacht ik: 'staat er op mijn hoofd zot, gek, ik heb drugs, seut, nerd,.... geschreven'? Mensen plakken anderen graag etiketjes op. Ik voel me totaal vrij van labels, bedankt. En als ik mezelf een label wil opplakken kan ik dat perfect zelf. Dat hoeven jullie niet in mijn plaats te doen.  Uit miserie en ellende bleef ik gewoon jaren lang aan die verdomde sigaretten en tabak hangen. Drugs en alcohol is voedsel voor de armen en schralen. Ik weet dat ik niet zo ben. Ik heb twee universitaire diploma's, mijn innerlijk gedachtengoed koester ik en ik ben perfect in staat om wetenschappelijk te redeneren. Door omstandigheden die ik totaal niet in de hand had heb ik pech gehad en word ik door anderen aanzien als nietsnut, profiteur, parasiet... Weer die vooroordelen en etiketjes opplakken. Waarom?  In deze tijden is gay zijn totaal ok, uitfreaken moet, en vooral niet voor jezelf nadenken. Je mag geen racist meer zijn, dat is totaal fout, en op iemand zijn gezicht kloppen mag ook niet. Telkens ik het radio journaal opzet hoor ik niets anders, hoeveel mensen met een kort lontje weer eens blijk hebben gegeven van het zoveelste geval van agressie. Tja de tijden zijn inderdaad onherroepelijk veranderd. Veel mensen kunnen of willen niet meer mee. Je zou voor minder uit pure ellende en miserie je toevlucht zoeken tot drugs en alcohol....

Canniball
16 1