Zoeken

Tip

Duivenpaleizen ten val

Als ge geluk hebt, wordt ge geboren in een tijd die bij u past. Een tijd als een soepel extra velletje, eentje zonder plaats te veel. Een tijd die u in uw waarde laat, u u laat zijn.   //   Gij, gij paste perfect in uwen tijd. Gewoon doen wat opgedragen, volgen, geen existentiële vragen of roekeloos gedrag, geen verre reizen of ontdekken van nieuwigheden.  Gij, uw constante huppelen achter de bazen, zoals uw kefferke thuis.  Geen ambitie, 45 jaar en hoogstens 5 dagen ziek, achter de band versleten. Moeder de vrouw had het eten ’s avonds gereed. Uw kinderen, noodzakelijk kwaad door God bepaald. Eén passie: uw duiven. Voor hen week alles. Uw grote geluk, uw goeroeloze meditatie, yoga, saunabeurt, enzomeer.   Gij, vervuld van liefde voor uw gevleugelde vrienden.   Uw vrouw, de kinderen, zij moesten het met elkaar beredderen. Zij hebben u nooit gekend, ge kende uzelf niet. Uw duiven, de enigen. De enigen die u steeds weer met groots enthousiasme verwelkomden.   Ge werd te oud, uw duiven moest ge laten gaan. Wat later waard gij zelf eraan.     //   In onze tuin kijken we recht op de ruïne, de stenen versie van uw stijlloos luxueus tuinhuis, de duivenrange, uw stille paleis, uw enige thuis. Het ligt er triestig bij. En toch, telkens we uw kleine paleis kruisen, komt er een warme gloed ons tegemoet.  Uw ziel bleef daar, uw liefde bleef steken. Onze kinderen bewonderen dat megalomane kasteel, plek van dierenverafgoding, zouden graag deelgenomen hebben aan de sport.  Te jong om te beseffen. Het vallen van de duiven.    De tijden zijn veranderd. Duiven in verval. Uw beste duif vloog zich te pletter tegen onze ruit. Het moet een voorteken geweest zijn. De blik in uw ogen toen ik ze verward terugbracht, was hartverscheurend. Ge wist het toen al, ik wist het, wij wisten dit toen al.   Duiven in verval. Niet alleen in onze achtertuin.   Kent gij nog jonge viriele mannen aan huis gekluisterd?   Mannen die het mountainbiken, skiën, snowboarden, hitchhiken, raften enzomeer laten staan voor hun tweevoetige vrienden thuis? Mannen die genieten van het stille oppervlakkige duivenleven, van het stront schrapen, de blauwe stofjas?  Mannen die de stilte claimen als hun duiven vallen, omdat zij zelf verlangen naar dat prikkelloze bestaan? Mannen die het gezinsleven zonder schaamte aan hun vrouw of man overlaten, wiens thuis een klein hok groot is, wiens grootste liefde minstens 10-koppig en 20-potig is?   Ik ken er geen een.   //   Wat doen dan al die mannen, voor het duivenmelken bestemd, vandaag?  

M A R T H E
86 8

Schrijvers & tovenaars

Er waren eens… krachtige tovenaars die koninkrijken konden sturen met hun gave. Waarom toverden zij zo graag? Omdat het hun ding was.   Toverkracht is aangeboren, ziet u. Niet alle tovenaars weten dat ze het in zich hebben. Ze komen er vaak ‘per ongeluk’ bij uit. Verlangen ze als kind met elke vezel van hun wezen ergens naar, dan gebeurt het als bij toverslag. De meesten denken de eerste keer natuurlijk dat het toeval is. Dus bij wijze van test, proberen ze het nog eens. En dan lukt het weer. Zo ontdekken ze dat ze de macht hebben om hun leven en dat van de mensen rondom hen aangenamer te maken.   Met enkele attributen, zoals een boek, nemen ze ons mee naar werelden waar de prachtigste verhalen zich afspelen. Daar blijft het niet bij. Wie gelooft in de krachten van een tovenaar, kan hem vragen om dromen uit te doen komen. Nog lang en gelukkig leven met die ene droomprins(es), het wordt gefikst in een vingerknip.   Tovenaars en schrijvers zijn trouwens van dezelfde magische afkomst. De eerste tovenaar en de eerste schrijver werden in dezelfde familie geboren. Ze hebben elkaar nodig om te overleven. Want wat zouden tovenaars zijn zonder schrijvers?   Zonder schrijvers zouden we Merlijn noch Harry Potter kennen. Op hun beurt schenken zij schrijvers inspiratie. Het is de magie die hun vingers doet jeuken. De werelden van woorden die in hun hoofden ontstaan, smeken om sierlijk op papier vereeuwigd te worden. En stiekem hopen de schrijvers dat ze daarmee ook zichzelf onsterfelijk kunnen maken.

S. Gielis
13 0

Advocaat van Sprookjesslechteriken

 “En ze leven nog lang en gelukkig…” Een slotzin waarmee u allen bekend bent. Het einde van het sprookje, het einde van de slag, het einde van slechte tijden…  Tenminste dat is wat u wenst te geloven. Mijn cliënten, u allen bekend als een jaloerse, boze stiefmoeder, een klein behulpzaam duiveltje of een boosaardige tweeling weigeren om nog langer in de schaduw van hun verlies te vertoeven. Het wordt tijd dat hun kant van het verhaal ook wordt verteld. Ook zij hebben recht op een definitieve en een eerlijke slotzin.   Mij eerste cliënt: de boze stiefmoeder van prinses Sneeuwwitje. U bent allemaal vertrouwd met het overbekende sprookje. Een jaloerse feeks vergiftigt de prachtige prinses, Sneeuwwitje, maar zij wordt gered door een echte liefdeskus. De boze stiefmoeder vindt haar einde in een gruwelijke storm waarbij ze per ongeluk van een klif valt.    Helaas moet ik u melden dat u bent voorgelogen. Het echte sprookje verliep heel anders.   Op de bruiloft van Sneeuwwitje en Charming werd de verslagen stiefmoeder op gruwelijke wijze gestraft. Zij moest dansen voor de bruid en bruidegom met roodgloeiende, ijzeren schoenen aan haar voeten tot ze er dood en verminkt bij neerviel.   Mijn vraag is: waren de intenties van de stiefmoeder wel zo vals als wij willen geloven? In het originele sprookje was Sneeuwwitje slechts veertien - in sommige versies slechts zeven! – jaar oud toen ze in de giftige appel beet. Een jong meisje dat bij zeven oude, vrijgezelle mannen verbleef! Is het dan niet beter om in een diepe slaap te vallen, in de wetenschap dat je enkel terug je ogen zal openen na een kus van je ware liefde.   Hierbij zou ik graag prinses Sneeuwwitje en prins Charming willen beschuldigen van vervalsing, kinderhuwelijk, martelpraktijken en moord.     Mijn tweede cliënt wordt vaak beschreven als een duivel, maar hij wenst aangesproken te worden met zijn naam: Repelsteeltje. Het verhaal is u waarschijnlijk bekend. Een beeldschone molenaarsdochter moet voor de koning hooi tot goud spinnen. Repelsteeltje schiet haar tegen betaling gedurende drie nachten ter hulp, maar op de derde nacht heeft de arme molenaarsdochter niets meer te bieden. De oplossing? Haar eerstgeboren kind zou van Repelsteeltje zijn, maar eenmaal de molenaarsdochter is getrouwd en haar eerste kind op de wereld zet, is ze niet meer bereid om het af te staan. Repelsteeltje geeft haar nog een kans: drie dagen om zijn naam te raden.   We weten allemaal hoe dit sprookje eindigt en, laat ons eerlijk zijn, dit is geen terechte afloop! Vindt u het maar normaal dat de nu koninklijke molenaarsdochter weigert om een afspraak na te komen terwijl Repelsteeltje in feite verantwoordelijk is voor haar rijkdom?   Hierbij beschuldig ik de molenaarsdochter van bedrog en discriminatie naar dwergen toe.     Mijn twee laatste cliënten zijn de stiefzusters van de wondermooie Assepoester. Eerst en vooral wil ik uw aandacht vestigen op de eeuwige discriminatie van aangetrouwde familie. Eenmaal het woord stiefmoeder of stiefzuster valt, worden zij afgeschreven als gewetenloze valse feeksen, maar is dat wel zo? Mag ik er u ook op wijzen dat deze ooit aristocratische familie leefde in tijden waar rijkdom en status de enige houvast bleken en waar trouwen met welgestelde families vaak de enige oplossing was om jouw familie van de ondergang te redden. Dit is precies waar de stiefmoeder naar streefde toen ze hertrouwde met  Assepoesters welgestelde vader. Dat deze wanhopige moeder alle hoop verliest na het overlijden van haar tweede echtgenoot en daarmee opnieuw in armoede terecht komt, is niet zo onbegrijpelijk.   Haar nu twee jongvolwassen dochters nemen echter het roer over. Wanneer de koning een bal aankondigt met als bedoeling een vrouw te vinden voor zijn zoon, grijpen zij hun kans om hun moeder alsnog een mooie toekomst te bieden.   Helaas wordt deze goedhartigheid vaak vergeten bij het aanzien van Assepoesters glanzende jurk en glazen schoentjes, maar als u een kritische blik werpt op het originele verhaal dan zal u hopelijk andere conclusies trekken. In hun wanhoop besloten de twee dochters hun eigen tenen en hielen af te snijden om toch in het glazen schoentje te passen.   Uiteindelijk was het toch Assepoester die wegreed met haar prins op het witte paard en de verminkte tweeling eenzaam achterliet. Bij wijze van straf om hun verraad pikten witte duiven de ogen van de zussen uit. De ooit beeldschone zussen eindigden als blinde, verminkte bedelaars op straat.   Alhoewel prinses Assepoester en haar prins Charming hier simpelweg de dans ontspringen, wil ik u toch wijzen op de onrechtvaardigheid in deze verhalen. Sprookjes zouden bestaan om ons moraal bij te brengen, maar bewegen zich soepel tussen de mazen van het net van goed en kwaad. Daarom smeek ik u als kritische moderne mens om voorbij deze zwart-witte sluier te kijken. Werp eens een blik op het verhaal van de slechterik. De bezorgde stiefmoeder die haar enige dochter wou beschermen, het behulpzame dwergje met toverkracht dat zomaar aan de deur wordt gezet en de wanhopige tweeling die er alles voor over heeft om hun familie een goed leven te schenken. Willen wij de wereld echt moraal bijbrengen, dan bekijkt u beter beide kanten van het verhaal, beide kanten van de medaille, want beide kanten glinsteren net zo hard in het licht van de waarheid.       Bedankt voor uw aandacht.   AN: Dit was orgineel mijn mondeling Nederlands examen 2015, de opdracht: een speech. Bij deze zou ik mij willen excuseren als ik uw kindertijd nu volledig naar de knoppen heb gewerkt! 

Rumpelstiltskin
21 0

'War on Drugs'

De benadering en behandeling van de drugsproblematiek is één van de moeilijkste vraagstukken die een kandidaat-politicus zich kan stellen. Ook ik heb er lang mee geworsteld maar na jaren van toegewijde studie en opvolging van het debat ben ik tot bevindingen gekomen die mij een radicaal nieuw inzicht bijbrachten. Mijn eindconclusie is dat de 'War on drugs' een uitputtingsslag is die bij voorbaat is verloren. Het gebruik van verdovende middelen kan immers nooit volledig worden uitgebannen, net zomin als het nuttigen van alcohol, tabak of allerlei vormen van prostitutie, inclusief pornografie. Excessief verbruik van narcotica heeft al sedert mensenheugenis onnoemelijk veel schade en overlast veroorzaakt in onze maatschappij, het richt mensen ten gronde, tast hun psyche en functioneren aan, plukt hen financieel kaal, zet aan tot crimineel gedrag en belast iedereen in hun omgeving met de gevolgen die zwaar kunnen doorwegen. In een vorig leven ben ik dan ook altijd voorstander geweest van de harde, repressieve aanpak, het bekende en populaire lik-op-stuk beleid, zowel ten aanzien van producenten als van dealers en gebruikers. Het is de aanpak die de VS al tientallen jaren voorstaat, met een intensief vervolgingsbeleid, peperdure opsporingstechnieken, aanhoudende razzia's, hoge gevangenisstraffen voor alle betrokkenen en het op de been houden van een speciale task force die zelfs tot diep in de regenwouden van Centraal- en Zuid-Amerika militaire operaties uitvoert die er moeten voor zorgen dat cocaplantages worden opgedoekt en platgebrand. Het kostenplaatje van heel dit politie- en justitiële apparaat dat tot doel heeft de handel in en het gebruik van drugs aan banden te leggen is echter niet te overzien, het vergt miljarden overheidsgeld terwijl het nooit de gewenste resultaten heeft opgeleverd. Het aantal gebruikers lijkt er niet door te zijn afgenomen en voor iedere productieplaats die buiten werking wordt gesteld verschijnt er een andere voor in de plaats, nauwelijks enkele kilometers verderop. Het is een kat-en-muis spel dat eeuwig aan de gang blijft. Het strikte verbod lijkt er bovendien zelfs voor te zorgen dat deze taboesfeer het product extra aantrekkingskracht oplevert bij jongeren want wat verboden is moet wel fantastisch zijn en werkt dus prikkelend, uitnodigend. Een tweede gebruik van drugs aan banden te leggen is echter niet te overzien, het vergt miljarden overheidsgeld terwijl het nooit de gewenste resultaten heeft opgeleverd. Het aantal gebruikers lijkt er niet door te zijn afgenomen en voor iedere productieplaats die buiten werking wordt gesteld verschijnt er een andere voor in de plaats, nauwelijks enkele kilometers verderop. Het is een kat-en-muis spel dat eeuwig aan de gang blijft. Het strikte verbod lijkt er bovendien zelfs voor te zorgen dat deze taboesfeer het product extra aantrekkingskracht oplevert bij jongeren want wat verboden is moet wel fantastisch zijn en werkt dus prikkelend, uitnodigend. Een tweede argument die tegen deze aanpak pleit is dat de voortdurende jacht die de autoriteiten maken op producenten en gebruikers er voor zorgt dat zo de handelswaarde van het product kunstmatig wordt opgevoerd en hoog gehouden. Hoe moeilijker en gevaarlijker het is om het product bij de eindgebruiker te laten bezorgen, hoe meer de dealers zullen vragen, wat dus extra geld in het laatje brengt voor de drugskartels en hun tussenpersonen die zich met deze schimmige handel inlaten. Het maakt de producenten zo rijk en machtig dat ze in sommige landen (zoals met name Colombia, Mexico en Ecuador) een staat in de staat dreigen te vormen die zichzelf bij politieke partijen kunnen inkopen en er eigen politieke stromannen op uitsturen om, als ze verkozen raken, hun belangen te behartigen. Ook onderbetaalde politiemensen staan in zulke landen vaak op de loonlijst van de drugskartels en knijpen in ruil voor steekpenningen een oogje dicht bij het passeren van drugstransporten. Politiewagens worden op die manier zelfs ingeschakeld om vrachtladingen drugs veilig te escorteren naar de plaatsen van bestemming. Anno 2014 moeten we vaststellen dat de harde aanpak van de drugskartels niet werkt, nooit heeft gewerkt en nooit zal werken. Critici van deze strategie wijzen er op dat hij vergelijkbaar is met de drooglegging in de VS in de jaren '20 van de vorige eeuw. De slechte invloed van alcohol op de bevolking werd toen zo hoog ingeschat door de autoriteiten dat zij een totaalverbod invoerden die de vele verslaafden wanhopig maakte. Gangsterbaas Al Capone zag meteen het gat in de markt en stortte zich op de zwarte handel in flessen sterke drank die zijn mannetjes verkochten in achterkamertjes en verdoken saloons: dit zwarte circuit zorgde voor de grote doorbraak van de Amerikaanse maffia die zich over de gehele wereld zou gaan vertakken. De vele drugs die Amerika en Europa overspoelen blijven de maffia rijker en rijker maken en zolang het beleid niet wordt omgegooid zal daar geen verandering in komen. De meeste Europese landen lijken het strenge Amerikaanse beleid na te bootsen en leggen nog steeds gevangenisstraffen op aan gebruikers die betrapt worden op het bezit van illegale drugs. Vrijwel de enige uitzondering op die regel is het Koninkrijk der Nederlanden dat het meest tolerante drugsbeleid ter wereld lijkt te hebben. Softdrugs is er gelegaliseerd en vrij verkrijgbaar in zogenaamde 'coffeeshops', tal van drugsvariëteiten worden er aangewend voor medicinaal gebruik en zelfs terugbetaald door ziekenfondsen. Het mag dan ook op z'n minst vreemd heten dat er in buurland België, dat net als Nederland volwaardig lid is van de Europese Unie, een geheel ander beleid van kracht is dat nog steeds gericht is op bestraffing en stigmatisering van de gebruikers. In de havenstad Antwerpen bijvoorbeeld, die een draaischijf schijnt te zijn in de Europese import van drugs uit Zuidelijk Amerika, is de nieuwe burgemeester Bart De Wever er op gebrand om extra manschappen in te zetten ten einde de strijd tegen de drugshandel op te voeren, met meer inbeslagnames en meer arrestaties. Verslaafden zullen vaker tegen de lamp lopen en zwaar worden beboet; een jongere die wordt betrapt op het roken van een jointje mag zich verwachten aan een boete van minstens 150 Euro. Deze aanpak zal de marktwaarde van het spul ongetwijfeld weer de hoogte in jagen en er voor zorgen dat de gebruiker twee keer extra financieel wordt uitgemolken, een eerste keer door de dealer en een tweede keer door de arm der wet als hij op heterdaad wordt betrapt. Het is bizar en surrealistisch te noemen dat in een eengemaakt Europa op nauwelijks een paar tientallen kilometers van elkaar verwijderd twee verschillende wetten op het bezit en gebruik van drugs toegepast worden die hemelsbreed van elkaar verschillen, de ene vrij tolerant en de andere strikt intolerant, die de gebruikers aan de schandpaal nagelt als moderne paria's. We moeten, in navolging van Nederland, dringend afstappen van het oude idee dat gebruikers nodig moeten worden gecriminaliseerd terwijl ze in feite drie maal slachtoffer zijn: ten eerste slachtoffer van hun eigen verslaving, ten tweede slachtoffer van hun dealers die overdreven veel geld vragen voor hun handelswaar en ten derde slachtoffer van het vervolgingsbeleid dat hen demoniseert en er tevens voor zorgt dat de macht der kartels in stand wordt gehouden. Als men er zo over gaat nadenken kan men zich de vraag stellen of sommige bewindvoerders niet door de kartels zelf met omkoopgeld worden aangemoedigd om dergelijk streng vervolgingsbeleid in stand te houden om te bereiken dat de handelswaar haar hoge prijs kan aanhouden. Immers, iedere vorm van legalisering zou er voor zorgen dat de prijzen kelderen, hetgeen voor de kartels een groot verlies aan inkomsten zou betekenen. De autoriteiten van deze landen die een streng beleid vooropstellen lijken bovendien blind te zijn voor het slachtofferschap van verslaafden en stellen hen steevast op één lijn met zware criminelen, ook al begaan zij geen enkel misdrijf, afgezien van hun gebruik van drugs. Schrijnend voorbeeld van dit enggeestige denken in stereotypen is het geval van de Belg Jonathan Jacob, een jonge gebruiker die in verwarde toestand op de openbare weg liep en toen hij werd opgemerkt door een politiepatrouille de agenten smeekte om te worden opgenomen. De agenten gingen in op zijn verzoek en namen hem mee naar hun bureau en stelden vast dat hij zwaar onder invloed was en concludeerden dat de beste oplossing voor hem was om te worden opgenomen in een instelling voor geesteszieken, al dan niet tijdelijk. Tot daar kweten de agenten zich goed van hun taak maar wat er vervolgens gebeurde tart alle verbeelding. De agenten krijgen van een magistraat de opdracht om de man af te leveren bij een psychiatrische instelling maar daar wordt hij tot tweemaal toe geweigerd door de directie, zogezegd omdat hij onhandelbaar gedrag vertoonde. De gedachte om hem in een dwangbuis te stoppen en vervolgens te laten uitrazen in een isoleercel tot hij weer rust gevonden had leek uit den boze. De zorginstelling verklaarde zich onbevoegd om dergelijk iemand op te vangen terwijl van haar toch redelijkerwijs mag worden verwacht dat dit juist haar plicht is? In de plaats daarvan gaven ze de agenten geen andere keuze dan de man terug in de politiecel te stoppen, waar hij nu eenmaal niet thuishoorde omdat hij niets anders had misdaan behalve te zijn gezwicht voor zijn verslaving. De agenten kleedden hem volledig uit en sloten hem daar op, zonder artsen de nodige nazorg te laten verlenen waar hij als patiënt recht op had, of zelfs maar zijn lichamelijke conditie te laten checken. Volgens de aanwezige agenten werd de arrestant toen hij moederziel alleen aan zijn lot werd overgelaten, naakt en eenzaam in zijn cel, razend, en volgens hun getuigenis begon hij zijn cel te 'slopen', wat moeilijk kon gezien het interieur: enkel een brits, een wc die in de grond zat verankerd en verder slechts betonnen muren en een metalen deur die stevig op slot zat. Hij begon te brullen en te tieren en op de deur te bonzen. So what? Is dat niet het normale gedrag dan van arrestanten die zwaar onder invloed zijn van drugs? Het stoorde echter de dienstdoende agenten buitenmatig veel en hoewel zijn woede-uitbarsting geen enkele bedreiging vormde voor hun functioneren besloot het diensthoofd telefonisch contact op te nemen met het parket met de vraag hoe hij dit gedrag kon beteugelen. De Substituut van de Procureur des Konings die de telefoon opnam beval, zonder de betrokkene gezien te hebben, om hem met behulp van een arts te laten platspuiten. Het valt  geheel buiten de bevoegdheid van een magistraat om zelf een medische maatregel op te leggen, dat zou de betrokken arts uit zichzelf moeten doen, maar het voorstel van de magistraat vond wel gehoor bij de politie die echter van oordeel was dat het te gevaarlijk was om op eigen houtje de cel te betreden. 'Dan moet hij maar eerst in bedwang worden gehouden door een Bijzonder Bijstandsteam van de politie' sommeerde de substituut. En zo geschiedde. Het 'Bijzonder Bijstandsteam' is een team van speciaal opgeleide agenten die permanent -in ploegendienst- beschikbaar zijn en worden opgetrommeld bij gijzelingsacties, gevallen van terrorisme en andere speciale gelegenheden. De vijf (of zes) agenten arriveerden in volle uitrusting, met zware laarzen, arm- en beenbeschermers, borstkurassen en matrakken, zelf onherkenbaar gemaskerd met balaclava's. Alvorens ze gezamelijk zijn piepkleine cel binnendrongen gooiden ze eerst een rookgranaat naar binnen om de arrestant te verrassen en te desoriënteren. Nadat de rook was opgetrokken bestormden de agenten in zware bepantsering de arrestant die niet wist wat hem overkwam en in een reflex wild om zich heen begon te slaan, in een poging tot zelfverdediging. Maar wat baat de zelfverdediging van een weerloze, geheel naakte man tegenover een overmacht van wel vijf getrainde gevechtsmachines die het gewoonlijk moesten opnemen tegen topcriminelen en terroristen? De agent die voorop liep werkte meneer Jacob met een lange, aan het uiteinde gevorkte steel tegen de muur. Het middeleeuws ogende instrument leek wel bedoeld om een wild dier in het nauw te drijven en moet op geweldig pijnlijke wijze in aanraking zijn gekomen met het naakte torso van de gevangene die  zich in een reflex begon te verweren en daarmee nog meer weerstand en agressie bij de agenten opriep. Er ontstond een worsteling in regel waarbij zijn hoofd meermaals tegen de muren werd gestoten en uiteindelijk werd hij tegen de grond gewerkt waarna de agenten met hun knieën die met zware kniebeschermers waren afgedekt op de in ademnood verkerende arrestant gingen zitten, minutenlang, tot ze alle tekenen van leven uit zijn lichaam hadden geperst, letterlijk en figuurlijk. Pas toen de agenten merkten dat de gevangene niet meer bewoog werd de arts er bij geroepen. En die kon alleen maar de dood vaststellen...! De hele operatie werd dankzij de in de cel aanwezige bewakingscamera's op film vastgelegd en nadien in prime-time op televisie vertoond, wat in België een schokgolf van verontwaardiging veroorzaakte. Maar de nieuwe burgemeester Bart De Wever besloot na het bekijken van deze oude beelden dat hij -als hoofd van de politie en dus verantwoordelijk voor hun optreden- geen reden zag om de betrokken agenten aan sancties te onderwerpen. Sterker nog, de betrokken agenten waren toen nog steeds in functie, in dezelfde eenheid, maar de burgervader zag geen aanleiding om hen te ontslaan of op non-actief te zetten. Liever besloot hij naar eigen zeggen om het resultaat van het gerechtelijk onderzoek af te wachten en daar niet op vooruit te willen lopen. Het signaal dat hij daarmee bij de bevolking afgaf kon als volgt worden begrepen: 'Als je je schuldig maakt aan drugsgebruik ben je vogelvrij verklaard en riskeer je te sterven in een politiecel door politiegeweld! Ook al heb je verder geen vlieg kwaad gedaan. Eigen schuld, dikke bult!'     De hardvochtige burgemeester toonde zich hier nogmaals van zijn meest gevoelloze kant en walste hier luchtig over een zeer tragisch voorval dat de televisiekijkers zich eerder enkel in een derdewereldland konden voorstellen. Het toegepaste beleid toonde hier overduidelijk aan dat de leidinggevende politici totaal geen benul hadden van de hele drugsproblematiek en dat ze de slachtoffers die tegelijk slachtoffer waren van hun eigen verslaving en hun dealers die het spul leverden verwarden met daders, ongeacht de specifieke achtergrond van de verslaafden. Zolang de mensheid bestaat zullen er verslaafden bestaan en drugsproducenten. Het eeuwige patroon van vraag en aanbod valt niet te doorbreken. Staat de overheid dan geheel machteloos in de strijd tegen de drugs? Nee, want wie wel buitenspel kunnen worden gezet zijn de drugskartels, degenen die de grootste winst opstrijken en daarmee de misdaad levendig houden en bovendien kwalitatief slechte producten afleveren die neveneffecten teweegbrengen die uiteindelijk meer sterfgevallen onder de gebruikers veroorzaken dan de drugs zelf. Zolang de overheid de drugs niet zelf begint te verstrekken tegen een fatsoenlijke prijs en de producten niet onder een streng medisch toezicht plaats dat moet waken over de gezondheidsrisico's blijven de ongelukkige gebruikers ronddolen in een illegale schermerzone waar ze ten prooi vallen aan wanhoop en wetteloosheid en waar hun gezondheid voortdurend gevaar loopt. Als gebruikers zich binnenkort bij een overheidsloket kunnen gaan aanmelden om onder bepaalde voorwaarden drugs te krijgen verstrekt en dus niet meer afhankelijk zullen zijn van dealers en hun criminele bendes dan zou dat een hele opluchting zijn voor  zowel gebruikers, de politie en het huidige gevangeniswezen. De voordelen zijn legio: 1) De gebruikers hoeven niet meer bevreesd te zijn voor vervolging en opsluiting, enkel omdat zij gebruiken. De politie krijgt de handen vrij om zich toe te spitsen op belangrijkere taken dan het opsporen van gebruikers en tussenhandelaren nu de overheid zelf zorgt draagt voor de distributie. 2) De 'patiënten' kunnen beter worden opgevolgd door sociale werkers en het verkrijgen van drugs kan worden gekoppeld aan een verplicht afkickprogramma. 3) Het sterftecijfer ten gevolge van slecht bereide drugs zal worden terug gedrongen. 4) De huidige gevangenissen die nu nog volgepakt zitten met gebruikers die betrapt werden op bezit maar verder niets op hun kerfstok hebben zullen de gevangenis -waar zij eigenlijk niet thuishoren- mogen verlaten om plaats te bieden aan de echte criminelen -dieven, verkrachters en plegers van fysiek of mentaal geweld- die nu nog vaak te lang op straat rondlopen omdat de gevangenissen te vol zitten. 5) Door alle gebruikers te kunnen registreren krijgt de overheid een realistische kijk op de werkelijke omvang van het drugsprobleem en kan zij adequaat werken aan een oplossing en beter inspelen op de psychische noden van degenen die zich nu nog te veel verschuilen in de illegaliteit en daarom nooit in contact komen met mogelijke hulpverleners.   6) De schatkist wordt door de verkoop van drugs van overheidswege gespijsd met miljoenen extra inkomsten die de overheid nu misloopt. Bovendien krijgen ze er nog eens vele miljoenen extra bovenop als de politionele strijd tegen de drugshandel kan worden ontlast. Een welkome financiële meevaller die kan tellen in tijden van grote crisis. 7) De arme Zuid-Amerikaanse cocaboeren die voordien ten onrechte op één hoop werden geveegd met de drugsmaffia maar in feite geen andere keuze hebben dan cocaplanten te verbouwen om in hun schamel levensonderhoud te voorzien omdat hun landbouwgebieden door de eeuwenoude aanwezigheid van giftige cocaplanten geen andere 'gezonde' gewassen meer kan opleveren, hoeven niet meer bang te zijn voor vervolging en genieten voortaan van een fair-trade prijs voor hun product dat de drugskartels nu tegen een bodemprijs van hen afnemen, als uitbuiters. 8) Door de eerlijke prijs waartegen de overheid de drugs zal verkopen aan de verslaafden zullen die minder geneigd zijn om misdaden te plegen om met de opbrengst daarvan de dure drugs te kopen die de trafikanten hen nu aanbieden. De misdaadcijfers zullen fors teruglopen. Minder bejaarden zullen op straat worden overvallen voor de inhoud van hun handtas. 9) Kinderen en andere minderjarigen die zich aanmelden om aan drugs te komen kunnen uit voorzorg meteen in jeugdinstellingen worden opgenomen omdat in die categorie van gebruikers de overheid corrigerend moet optreden om totale afhankelijkheid te voorkomen. Bij zwaar verslaafde volwassenen die zich aanmelden kan worden nagegaan of deze inwonende minderjarige kinderen hebben. Deze kunnen dan desgevallend preventief uit huis worden geplaatst om hen te beschermen tegen het milieu waarin ze opgroeien. 10) Met de opbrengst van de drugsverkoop kan de overheid meer geld besteden aan het bestrijden van armoede, één van de voornaamste oorzaken voor vele mensen om te beginnen met drugsgebruik: omdat ze door armoede in een uitzichtloze situatie verzeild zijn geraakt trachten ze met de inname van drugs zichzelf te troosten.   Ik ben er heilig van overtuigd dat politici wereldwijd mettertijd de talrijke voordelen van dit verregaande voorstel zullen gaan inzien en dat daardoor de huidige 'War on drugs', die nu nog de boventoon voert, op haar laatste benen loopt. In Zuid-Amerika is men hard op weg om dit pad te gaan bewandelen. Zo is Uruguay vanaf april 2014 het eerste land ter wereld waar het volledig legaal zal zijn om cannabis te bezitten, tot een maximum van 40 gram per maand en per persoon, verstrekt door apotheken die van de overheid daarvoor een vergunning krijgen. De strijd tegen drugsgebruik mag evenwel nooit worden opgegeven, zij zal alleen worden voortgezet op een drastisch andere -intelligente- manier die uiteindelijk meer vruchten zal afwerpen dan de louter repressieve aanpak. Ook hier geldt: het doel heiligt de middelen.          

Olli Salvatore
0 0