Zoeken

De hoeren van vroeger

De hoeren van vroeger bestaan niet meer. Ik heb me dit laten vertellen door een ervaringsdeskundige. Hij vertelt: ‘Vroeger, toen internet nog niet bestond en wij nog tiener waren, gingen we af toe met ons fietskes naar de Chaussée d’amour. Vensters kijken. Meiskes kijken. Dat was een spektakel. Ze waren niet alleen héél sexy, maar ze deden moeite, om gapende en geile voorbijgangers op te draaien. Konten schudden, borsten zwieren en oogjes pinken. Er werd gewerkt voor de kost.Dat was pas plezant. Zeker voor onervaren mennekes zoals wij. Op een keer probeerde mijn beste maat naar binnen te gaan. Eer hij goed en wel de kans kreeg om te vragen wat een rondje kostte, lag hij al met zijn klikken en klakken terug op straat. Als hazewinden fietsten we weg. In de verte hoorden we een zware stem ons nog naschreeuwen. Dat we onze koppen nooit meer mochten laten zien of hij zou de politie bellen. Die zouden onze ouders inlichten.Met kloppend hart, totaal buiten adem fietsten we door de velden terug naar de bekende straten van ons dorp. We zijn daarna nooit meer terug durven gaan. Als ik met m’n ouders wel eens langsreed, bleef altijd die prangende vraag: wat gebeurde daar allemaal? Wie waren die meisjes? Waarom deden ze dit werk? Zou het duur zijn…?Het waren de dromen van een jongen van dertien. Mijn vragen zijn nooit helemaal beantwoord. Voornamelijk omdat ik er later achter kwam dat hoeren niet echt mijn ding zijn. Het past niet bij wie ik ben.Toen ik een tijdje geleden toevallig nog eens voorbij de Chaussée d’amour reed, viel me op dat de hoeren van toen niet meer dezelfde waren. Niet dat ze er niet pikant uitzagen. Nee, dat was het niet. Het had meer met hun houding te maken. Ze stonden niet meer te draaien en te zwaaien. Ze stonden stuk voor stuk, venster na venster heel ordinair op hun smartphones te staren. Volgens mij stonden ze te swipen. Erg he…’

Heidi Schoefs
20 1

Draagbaarder

“We gaan te voet, toch?”, vraag ik in de week tussen kerst en nieuw aan mijn vrouw. Ik stel de vraag semi-bevestigend om aan te geven dat het draagbaar is, hetgeen we van de supermarkt nodig hebben. Het is niet veel. Het papiertje is maar aan één zijde beschreven. Wat zou het zijn? Een A6-formaat ofzo. Maximaal 10 producten. Enkel het hoogstnodige. Maar dat is buiten de supermarkt en de winkelrekken gerekend. Tijdens de eindejaarsfeesten zijn ze met meer dan ooit, de koopjes en de hapjes waar je niet aan kan weerstaan. Het lijkt wel alsof ze zich ter plaatse vermenigvuldigen. Ze zijn zoals de sterren aan de hemel. Als je er eentje hebt gespot, zie je ze plots allemaal. “Hier, die wijn is ideaal voor oudejaarsavond. Twee voor de prijs van één.” En zo gaat het verder. “Deze toastjes zijn hartelijk als aperitief.” En dit. En dat. Het is vermoeiend en achteraf vervloek je jezelf. Met minder had ook gekund. Bij het afrekenen heb ik het al in de smiezen. Het gaat amper in onze tas. We hebben nota bene onze grote winkeltas bij. Alsof we het ergens aanvoelden. We moeten net geen extra tasje kopen. Het moet niet luidop worden gezegd, maar we voelen ons zoals een ezel die het spreekwoord met de steen niet goed heeft begrepen. Het is zeker niet voor het eerst dat we dit meemaken. Als we naar huis wandelen moeten we telkens afwisselen. De tas is best zwaar. Tot we een ander koppel tegenkomen. Ze dragen elk een hengel en lopen gezwind door de winkelstraat. Ze zijn duidelijk ervaringsdeskundig in deze winkelmaterie. ”Kijk, zo kan het ook”, zegt mijn vrouw. We proberen het. Ik loop rechts, want links ben ik sterker. Denk ik. Het is inderdaad draagbaarder zo. Maar het loopt voor geen meter.

Rudi Lavreysen
10 0

De Krant lezen en bellen tijdens de werkuren.

Mijn zesenzeventigjarige moeder belt me op zaterdag ochtend met de mededeling dat, voor de derde maal dit jaar, er een onvolledige krant in haar brievenbus zat. Vervelend. Ik moet dit weekend werken, dus ik vloek en vervloek de zogenaamde kwaliteitskrant en hun onnozele service. De wereld binnen handbereik? Vergeet het maar! Ik geef mijn moeder de goede raad naar de klantendienst te bellen en dit voorval te melden. “Maak u maar druk, maar blijf beleefd.” Plots besef ik dat ik dus geen Krant zal hebben om te lezen in het Stadsmuseum. Ik heb de gewoonte tijdens de werkuren -uiteraard- die dwaze gazet, of een deel ervan, te lezen. “Ik zal ook wel een boos mailtje sturen,” beloof ik haar.             ’s Namiddags zit ik in het museum. Er dagen geen bezoekers op. Dik tegen mijn zin -ik heb de voorkeur voor de papieren versie- lees ik op mijn Macbook pro de idiote recensies van mijnheer Depets. Het is zeer vermakelijk om zoveel onzin in één artikel te ontdekken. Om me toch nuttig bezig te houden, schrijf ik het beloofde mailtje. Mijn licht ontvlambare fantasie zorgt ervoor dat ik me geleidelijk opwind.  In. Uit. Rustig blijven Felix! Calm down. In. Uit. Voor de lol doe ik een kort maar krachtig Headspace meditatie oefeningetje. Daarna typ ik op mijn laptop de volgende e-mail:                           Geachte mevrouw, mijnheer,                         Beste Klantendienst,                  Dit weekend is het weer zover. Mijn achtenzeventigjarige moeder kreeg slechts een onvolledige krant bezorgd! (het weekblad, het magazine en alle andere bijlagen ontbreken!) Vervelend! Het is de vijfde keer dit jaar! Jullie ontvangen de euro’s en steken de schuld op een ander, de bezorger of Bpost. Dat is gemakkelijk én kinderachtig! Is hier niet een eenvoudig handelsprincipe van kracht? Ik bedoel het volgende: We spreken af welke goederen U zult leveren en wat dat mag kosten. U levert slecht een deel van de afgesproken goederen! Ik ondervind schade. Wat is de schadeloosstelling? Mijn moeder (al vijftig jaar klant!) en ik zijn dus de pineut. Graag Uw advies.                                                  Hartelijke groeten                                                  Felix Dekeizer   p.s. 1. Wij zijn allang geen Katholieke mensen meer en geloven ook niet in Toeval. p.s. 2. Het abonnement staat op naam van Tineke van Heul. Het adres is Ernest Claeslei 47 bus 2 in 9160 Lokeren.                 Een week later zit ik opnieuw in het Stadsmuseum en speel wat met m’n Huawei P20, want ook vandaag geen bezoekers. Ik stel vast dat de klantendienst van de Krant een voicemail heeft ingesproken met het verzoek terug te bellen. Ik weet niet waarom, maar eensklaps moet ik aan het sympathieke bevel ‘Hou u in stilte en zinvol bezig!’ uit de middelbare school denken. Ik bel dus tijdens de werkuren naar de klantendienst op het nummer 02/790 21 10.               “ Welkom bij De Krant. Heeft U een vraag over de digitale krant: druk 1. Om uw vakantieaanvraag door te geven: druk 2. Om uw abonnement op te zeggen: druk 3.” Onthoud dat Felix, optie drie!  “Heeft U andere vragen: druk 4. Om onze dienstverlening te verbeteren,” Welke dienstverlening? “wordt dit gesprek opgenomen.”  … tuut … tuut  … Onze medewerkers zijn allemaal in gesprek … Plots speelt er muziek. “I can see it in your eyes … and you know just what to do … Potverdikke, wie zingt dat ook alweer? Leuk nummer.  Out of the blue hoor ik een vrouwenstem.   “Goedemiddag, klantendienst van De Krant. U spreekt met Nathalie de Clercq” (gehaast én op automatische piloot) “Goedemiddag. U spreekt met Felix Dekeizer. Jullie spelen leuke nummers. Lionel Richie. Mooi zo!  Tof! De klantendienst van De Krant heeft me daarstraks gebeld.” (enthousiast) “Op welk nummer?” (nog steeds gehaast) “Dit.” (duidelijk) “Even kijken.” Het blijft een poosje stil en ik hoor getokkel op een toetsenbord. Na nog een poosje vervolgt Nathalie met “Waarom heeft men u gecontacteerd?” (vertwijfeld)  “Ik zal het even uitleggen Nathalie. Mijn negenenzeventigjarige moeder ontvangt regelmatig een onvolledige krant.” (vriendelijk) “Dus het abonnement staat op naam van uw moeder?” (verbaasd en geïrriteerd)   “Ja.” (kort en krachtig) “Even kijken.” Het blijft een poosje stil en ik hoor getokkel op een toetsenbord. “En wat is het adres?” (zenuwachtig) “Ernest Claeslei 47 bus 2 in 9160 Lokeren.” (helder) “We gaan is gaan kijken. Ja! Ik zie het hier. We gaan is gaan overlopen.” (opgelucht, gehaast en in slecht Nederlands) “Zeker.” (kordaat) “Op maandag dertien september heeft u een e-mail gestuurd naar de klantendienst.” (ongeïnteresseerd) “Neen Nathalie, op zaterdag elf september heb ik een e-mail gestuurd.” (corrigerend)   Maar jullie werken in het weekend niet, Ik wel. denk ik bij mezelf.  “Uw moeder heeft dat weekend een onvolledige krant ontvangen.” (verveeld) “Inderdaad.” (hulpvaardig) “U moet ons daarvan telkens op de hoogte brengen.” (zelfingenomen)   “Ik moet niks Nathalie.” (vriendelijk en kordaat) “Ik ga even de vakantieregeling nakijken.” (onverschillig) “Wat heeft die er mee te maken?” (geïnteresseerd) “In de periode van zesentwintig juni tot vier september was er geen bijlage.” (betweterig en onverstoorbaar)   “Weet ik. Het gaat over het weekend van elf en twaalf september.” (informatief en vriendelijk) “We zullen de bedeling opvolgen. Als u ons op de hoogte brengt dat de krant onvolledig is, zal De Krant contact nemen met de bedeler. Kent u ons gratis nummer?” (op automatische piloot) “Gratis? Dat hoor ik graag Nathalie. Mijn moeder ontvangt liever een volledige krant.” (laconiek) “0800/500 91” (onvriendelijk) “0800/500 91” (minzaam) “We verlengen het abonnement met één week indien u ons meldt dat de krant onvolledig was.” (als een kleuterjuffrouw)   “Mooi zo!” (super vriendelijk én dankbaar) “Heeft u nog vragen?” (routineus) “Ja.” (nadenkend) Er valt een korte stilte. “Zeg maar mijnheer.” (ongeduldig) “Mijn moeder vindt het vervelend dat ze al weken op voorhand e-mails aankrijgt met de vraag haar abonnement te vernieuwen.” (informatief) “Ik snap het.” (dom) “Dat doet zelfs Telenet niet.” (onverstoorbaar) “Dat is marketing.” (nog dommer) “Ik snap het. Irritante marketing, Nathalie. Dat werkt op haar gemoed.” (nog steeds informatief)   “We kunnen haar e-mail verwijderen uit de mailinglist. Laat het ons gewoon weten.” (professioneel) “Maar dan betaalt ze misschien te laat en is er helemaal niks. Helemaal geen krant.” (bezorgd) “Ik snap het.” (onbekommerd) Terwijl ik zit te bellen arriveert de locatieverantwoordelijke van het Stadsmuseum. Kortom, mijn leidinggevende voor vandaag. Hij kijkt een beetje sip, maar knikt vriendelijk. Ik knik terug. “Laat het ons gewoon weten als we haar e-mailadres moeten verwijderen.” (herhalend) “Zeker en vast.” (doortastend) “Heeft u nog verdere vragen?” (chagrijnig) “Neen, maar mag ik u een korte anekdote vertellen?” (verwachtingsvol) “Tuurlijk mijnheer.” (schijnheilig) “Zoals reeds gemeld zijn wij al meer dan vijftig jaar klant. Het eerste wat mijn vader ’s ochtends deed, na het inschenken van een tripel in une boule, was de krant lezen. Hij had dan altijd een kort potloodje en een dikke sigaar bij de hand. Hij verbeterde de taalfouten en maakte aantekeningen in de marge. Sommige delen van de tekst werden onderstreept, andere delen werden omcirkeld. Mocht ik als eerste de krant lezen? Neen, dat was het voorrecht van mijn vader. Hij is zes jaar geleden overleden aan de gevolgen van keelkanker. Zat er geen krant in de brievenbus, dan was het kot te klein, om het zachtjes uit te drukken.” (ontroerd) Lange stilte. “Ik snap het” (idioot) “Dat wilde ik u nog graag even meegeven Nathalie.” (even kinderachtig als Nathalie zelf) “Nog vragen?” (brutaal)  “Ja. Ik heb onlangs reclame gezien in de krant voor een cruise naar de Baltische Staten, Rusland en Scandinavië. Die boottocht was best pittig van prijs. Vanaf  tweeduizenddriehonderdnegenennegentig. Er stond ook bij ‘inclusief ‘Easy’ drankenpakket.’ Wat heeft dat te betekenen? of beter;  Wat moet ik me daar bij voorstellen? ‘Easy’?” (nieuwsgierig) Het blijft een poosje stil en ik hoor geen getokkel op een toetsenbord. “Euhm … euhm … met de publiciteit hebben wij niks te maken. Ik wens u …” (vertwijfeld) Ik onderbreek Nathalie. “Nog één ding Nathalie. Het allerlaatste. Echt. De wereld binnen handbereik? Vergeet het maar! Tot kijk Nathalie. Merci. Hartelijk dank.” (voor het eerst onvriendelijk) “Nog een fijne …” (de wanhoop nabij)   Beste lezer, Tot slot nog enkele krantenkoppen van de afgelopen dagen:   -     ‘Edelhert Hubertus wordt geserveerd in restaurant Hoge Veluwe.’ -     ‘Rwanda mag WK wielrennen in 2025 organiseren.’ -     ‘Johnson tijdens VN-speech: ‘Kermit de kikker was fout, het is wél makkelijk groen te zijn.’ -     ‘Antwerp-trainer Brian Priske verschijnt halfnaakt op de persconferentie na kwalificatie.’ -     ‘Abonnee zoo krijgt contactverbod met chimpansee.’ -     ‘Verbod op pet, hoofddoek of keppeltje in rechtbank verdwijnt.’ -     ‘Minder broeikasgas? Leer koeien naar het toilet gaan.’ -     ‘Twee wijnkastelen uit Saint-Emilion hoeven hun Grand Cru-classificatie niet meer.’   Wie wordt daar nu wijzer van?   Geef uw mening en maak kans op een e-bike!

Hubert Grimmelt
14 0

Stoorzender

Op de kalender is het 6 januari. Op de overgebleven oliebollen staat een laag schimmel in de keuken. Op het gourmetstel op de aanrecht liggen nog koude stukjes vlees op het schaaltje die doordrenkt is met boter. Het restant van het natte vuurwerk staat bij de open haard te drogen. Abel Variabel zit in zijn luie stoel in de linkerhoek van de woonkamer naast de open haard. Hij is op zoek naar een andere radiozender op zijn transitstroradio. Een transitstroradio kom je niet vaak meer tegen maar Abel maakt vaak genoeg gebruik van de radio. Hij houdt van alle soorten muziek en zoekt graag naar een andere zender. De ene keer is het hiphop en de andere keer muziek uit de jaren 80. Klassieke muziek kan hij tegenwoordig ook vaak waarderen. Hij gaat er voor zitten en ploft neer in zijn relaxstoel. Abel kan totaal niet genieten van lange discussies en draait snel door. De waarheid ligt toch altijd in de midden. Een zender met non-stop muziek heeft vaak zijn voorkeur. Radiostations waar tussen de plaatjes wordt gepraat is Abel snel op afgekapt. De dj’s praten met elkaar maar het gaat helemaal nergens over. Om het half uur nieuws met elke keer dezelfde onderwerpen gaat hem ook snel vervelen. Sommige dj’s slaat Abel Variabel over want die denken dat ze grappig zijn en lachen om hun eigen grappen. Een regionale zender vind hij soms ook wel eens vermakelijk. De laatste tijd is hij weer op zoek naar een andere zender die mij kan bekoren. Hij zoekt wat af en soms is de radiozender slecht te bereiken en zoekt hij rustig verder. Soms raden mensen Abel Variabel aan om naar hun favoriete zender te luisteren. Na vijf minuten hoort hij al of het wat is of helemaal niks. Abel luistert ook vaak naar de stem en als deze hem niet bevalt gaat hij weer op zoek naar een andere radiozender. Duitse zenders met schlagers vind hij ook wel aardig maar niet te vaak. Sportzenders zijn de favorieten van Abel vooral als het over voetbalwedstrijden en de Toer de Frans gaat. Vaak voelt hij de spanning door de radio heen. Vroeger zat Abel aan de transitstroradio gekluisterd en luistert naar de Europa cup 1, 2, en 3 (voor bekerwinnaars). Live verslag op de radio en later pas een hele korte samenvatting op tv. Legendarische voetbalwedstrijden en het commentaar was veelal mooier dan de wedstrijd. De schaatswedstrijden die buiten werden georganiseerd tussen de toppers Ard en Keesie. Sfeer creëren over de radio is voor sommige radiomakers weggelegd. Ook Fritz Spits met de Avondspits trok veel luisteraars verzekert Abel. Vandaag is Abel Variabel weer eens op zoek naar een andere zender. Na dagen zoeken komt hij op een onbekende zender uit. Het radiostation zal wel niet veel luisteraars hebben. Hij denkt wat vrienden en wat familieleden van de dj. Abel vraagt zich wel af wie de plaatjes uitzoekt. Het radiostation moet niet overdrijven. De radiozender brengt vijf kerstnummers achter elkaar ten gehore in januari.

Jan Sluimer
1 0

Stilstaan leidt tot beweging

Ik wou mijn groot verdriet woorden geven, maar geraakte er niet toe. Het stripte alles van me af: adjectieven, neologismen, gedeelde hobby's, zoals houtskooltekenen of joggen 's avonds laat. Ik stond zelfs op het punt om te schrijven: mijn persoonlijkheid. Maar, neen, die bleef op de valreep overeind. Gelukkig maar. Zo kwam ik een meisje tegen, ze leek te zwieren maar het was over-niet-zo-duidelijk dat ook zij een stilstand had. Eentje die ik met haar deelde en voor altijd bewaren wou. Een stilstand waarvan ik dacht dat jij hem beheerste, maar die je nu bent kwijtgespeeld. Nu moet je met baby pinguïnstapjes leren hoe je jezelf moet verzorgen. Hoewel jullie me zo veel erover hebben geleerd, willen jullie nog steeds ervan weglopen.  Jullie stilstand is wankel, de mijne kent stevigheid. Want, mijn lieveling: ze deed me inzien dat de stilstand in ons allen onmogelijk tot niet-bewegen leidt. De stilstand werkt motiverend. Onjuist- hoewel juist voor mij: inertie zorgt voor menselijke wervelwind.  En dus begon ik me te verplaatsen, te schiften, glippen, kruipen, dansen en draaien. Ik leerde mezelf te leggen in andermans omarming. Zo met je hoofd scheef op iemands schouder. Een beetje ongemakkelijk, maar dankbaar. Dat vooral. Mede dankzij haar - maar in feite dankzij al mijn lievelingen - leerde ik liefde opmerken, van alle kanten, tot in het kleinste detail. Alsof ik niet meer als natuurliefhebber, maar als bioloog een donkergroen bos afdroop. Alsof ik nu voor eeuwig kan schuimen in vriendschap, vol plezier in de bruine kroeg tot 's avonds laat. Alsof ik mijn eenzaamheid nu niet meer weg moet boenen met bruine zeep, omdat ze vanzelf aftakelt en vergaat. Als anti-muze, doe jij me mezelf verdommen en verdekken dat ik enkel schrijven kan als ik schenk. Als een glas dat troebel overloopt naar alle kanten, de tafel af en over mijn schoot. Hoe dan ook: zoals met alle anti-anti-muzen, schrijf ik vooral voor en door haar en al mijn lievelingen, voor mezelf en de wereld tegelijk. Ook nog steeds voor jou.  Zij doet me bewegen en heeft de stilstand vastgezet. Hij trilt al een tijd niet meer en dat is goed zo. Nu jullie nog. Niet weglopen, maar schroeven, verbouwen en ademen. Laten we samen vasthouden door te houden van en niet meer.

Ynys Convents
2 1

De kat van de hertogin

We hebben een logee. De huiskat van onze jongste blijft slapen. Terwijl wij voor de buis zitten, speelt hij verstoppertje. Het liefst doet hij dat in of onder kasten, want er valt hier veel te ontdekken. Ook aan de boekenkast kan hij niet weerstaan. Het is een allerbest dier.  Bij de jeugdboeken ziet hij een gaatje. Even trippelen, springen en daar zit hij. Net naast het exemplaar van Alice in Wonderland. "Ben je op zoek naar Dina?", zeg ik tegen de kat. "Of naar de kat van de hertogin?" Mijn vrouw kijkt me aan alsof ik net tien kilo boeken op mijn hoofd heb gekregen.  "Gaat het?", vraagt ze. "In Alice in Wonderland wemelt het van de maffe dieren", zeg ik. "Ook een paar katten. Dina is de kat van Alice, maar er is ook de kat van de hertogin. Op een gegeven ontstaat er een wonderlijk gesprek tussen die kat en Alice. Bijna filosofisch. Zal ik het voorlezen?" Geen antwoord. De kat snuffelt aan het boek. Het fragment is snel gevonden. Ik zal het maar voorlezen.  "Zou je me alsjeblieft kunnen vertellen welke kant ik nu op moet?""Dat hangt er voor een groot deel vanaf waar je naartoe wilt", zei de kat."Het kan me niet zoveel schelen", zei Alice.“Dan doet het er niet toe welke kant je opgaat", zei de kat."Als ik maar ergens uitkom", voegde Alice er ter verduidelijking aan toe."O, je komt beslist ergens uit", zei de kat, "als je maar lang genoeg doorloopt." Ik sluit het boek. "Geweldig toch", zeg ik. "Als je maar lang genoeg doorloopt of werkt, kom je vanzelf op het pad dat voor jou is bestemd." De kat kijkt me aan en springt uit de boekenkast. "Waar ga je naartoe?", zeg ik. "Niet te ver weg hè."

Rudi Lavreysen
14 1