Zoeken

In De Ban Van De Mist

‘Loop maar door!’ schreeuw ik naar een silhouet ergens in de verte dat mijn vader moet voorstellen. De twee andere vlekken zijn jonge Italiaanse kerels die al sinds deze ochtend niet meer van hem weg te slaan zijn.‘Ben je zeker?’‘Ja!’Ik zie ze zwaaien, hoor ze schaterlachen.‘Maar regel dan wel maar een mooie begrafenis voor mij.’Hij hoort me niet meer.   Ik wandel traag, tergend traag. Alles rond mij vervaagt, wordt onwerkelijkheid. Ik hoor niets meer. Geen schuifelende schoenen over het steengruis, geen krakende rugzakken of gedachtewisselingen in een vreemde taal. Hier ben ik alleen. Niets meer dan een (fluo)roze stip in de witte wolkenmassa. Misschien was die zwarte regenjas minder opvallend geweest. Wat meer filmisch ook, maar nu word ik tenminste opgemerkt door de dwalende schapen die hier en daar opduiken in de mist.Ik twijfel of ik wel de juiste keuze heb gemaakt.Er zijn namelijk twee routes die je naar Roncesvalles brengen: door de vallei of over de bergen. In mijn pelgrimsgids staat dat die laatste zonder enige twijfel de mooiste is, maar dat je bij slecht weer best de ander neemt.‘Het uitzicht is echt magnifiek, dat mag je voor geen geld van de wereld missen!’ beweerde de vrouw van het pelgrimsbureau in Saint-Jean-Pied-De-Port. Ik weet niet of ze bewust het tv-scherm dat achter haar hing, met de apocalyptische weervoorspelling op,  negeerde.‘Ah, als we dan toch moeten sterven kunnen we het evengoed op een berg doen,’ zei ik nog lachend tegen mijn medepelgrims.God, ik moet dringend leren om mijn mond te houden.   Zo zielig heb ik me in lange tijd niet gevoeld. Een hoopje zwakte. Verzwolgen door de Nevel Der Mislukkingen. Van dat prachtige uitzicht waar iedereen het over had is niets te zien. Hoewel ik weet/hoop dat ik ergens bovenop een berg wandel heb ik meer de indruk dat ik in een isolatiecel zit.Omsingeld door witte muren. Ik wil schreeuwen maar mijn ademhaling zit nog een paar stappen achter.Machtig en ontzagwekkend zou ik me moeten voelen hier, op de toppen van de wereld. In plaats daarvan ben ik meer als Frodo die Mount Doom op moet klimmen. Zonder Sam. In de kou.‘Ik haal dit niet,’ blijf ik in mezelf herhalen. Tot ik verstoord word door gemekker. Ik zie een schaap naast me staan. Dan een tweede en een derde. De laatste wolkenslierten drijven voorbij en onthullen een gigantische kudde op een grasgroene weide vlakbij.Met daarachter het mooiste uitzicht dat ik al ooit in mijn leven zag.‘Hey!’ roept iemand mijn kant uit.Drie afschuwelijk flashy regenjassen op enkele meters van mij. Eentje die ik herken.‘Wacht, ik dacht dat jullie al veel verder waren?’‘Je hebt blijkbaar serieus doorgestapt!’ zegt mijn vader even verbaasd. ‘Alles nog oké?’‘Ik voel me fantastisch,’ antwoord ik, de soundtrack van Lord Of The Rings galmend door mijn oortjes.

Woordenwandelaar
0 1

Another Brick In The Wall

‘Dus je gaat écht écht gaan?’Als ik een euro kreeg voor elke keer dat deze vraag me werd gesteld lag ik nu ergens op een wit strand in Ibiza veel te dure mojito’s te drinken terwijl modellen me met palmbladeren wat koelte toewuiven. Maar eerlijk? Ik heb het mezelf ook meer dan eens afgevraagd.Toen ik twee weken voor vertrek mijn treinticket boekte kwam het besef dat ik een eenrichtingsstraat was ingereden: ik weigerde terug te keren voor ik Santiago bereikt had, al was het maar om al die twijfelaars te bewijzen dat ik het wel degelijk kon.Desnoods zou ik me ernaar toe slepen. Voor elke verbaasde blik die ik kreeg hoorde ik ook een ‘Goh, dat zou ik nu ook nog wel eens willen doen’. Sommigen begonnen, net als mijzelf, stille plannen te maken die meestal al snel tot ‘onrealistisch’ of ‘zot’ werden bestempeld door tijdgebrek, een vaste job, een lastig lief, stijve spieren of kleine kinderen.Natuurlijk heb ik makkelijk spreken: ik ben net afgestudeerd, vrij als een vogeltje met een algemeen goeie gezondheid en zeeën van tijd. Er is niets of niemand om rekening mee te houden, behalve misschien die bankrekening, en zelfs dan nog was de kans dat ik uitgehongerd zou terugkeren uit Spanje nihil. Ik besef dat het pad voor mij wagenwijd openlag terwijl zoveel mensen op een torenhoge muur botsen waar alleen nog meer stenen bij komen.Maar toch.Tijdens mijn tocht ben ik mensen tegengekomen uit alle leeftijdscategorieën, landen en sociale statussen,… die er op deze aardbol rondlopen. Mensen die hun hele hebben en houden in een of andere garagebox hadden geslingerd en naar Spanje waren vertrokken. Mensen die hun jobs hadden opgezegd, relaties hadden verbroken. Mensen met alles, veel mensen met niets.Zij die de muur die hen belemmerde in enkele seconden hadden neergehaald met de sloopkogel.En ze wisten niet of hun gebroken harten ooit geheeld zouden worden, of ze ooit terug een job zouden vinden, laat staan een thuis, maar gedurende die vijf weken waarin ik tientallen mensen heb ontmoet zat er niet één tussen die er spijt van had.Nu voor je de scheiding aanvraagt en dat ‘Te Koop’ bordje aan je huis hangt moet ik ook zeggen dat naast die impulsieve groep mensen een grotere groep stond die dit al jaren gepland had. Een groep die mettertijd de muur steen per steen afgebroken had. Je hoeft dus niet direct een werf van je leven te maken. Eén steen. Eén stap. Daar komt het dus wel op neer. Die voetstap die ik zette als oververmoeide, stinkende pelgrim die nog 500 kilometer te gaan had was even belangrijk als die stap die me naar het midden van het plein voor de kathedraal van Santiago bracht. Ik moet er gemiddeld zo’n 40.000 per dag gezet hebben en allemaal waren ze even kostbaar en essentieel. Nu als werk- en levensdoelzoekende persoon sta ik vastgenageld aan de grond, wil ik de bestemming al kunnen zien voor ik begin te stappen, net als zo velen. Meer dan ooit voel ik me op dit moment diezelfde stervende pelgrim, ergens op een verlaten zandweg zonder eind en sta ik opnieuw voor de keuze: stilstaan of doorgaan. Maar ik weiger tegengehouden te worden, ook niet door mezelf.Dus laat ons die muur met de grond gelijk maken en vertrekken, wat de ongelovigen ook mogen zeggen of hoe ver ons bestemming ook nog mag zijn.   Ooit komen we aan.

Woordenwandelaar
1 0

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 15-einde)

Vrijdag, 23 maart 2012   Ik heb gemerkt dat mijn l.ptop (van Chinese makelij) het niet lang meer zal tr.kken, want tijdens het t.pen verdwijnen er soms l.tt.rtj.s. Hopelijk is dit een t..delijk probleem, en kan ik versl.gen blijven schrijv.n.   Mo.e .od mi. .enadi. z..n.   .oeri Prim.kov, kosmonau.   Zaterd.g, 24 maart 2012   Ik ben vanmorgen de atmosfeer van plan..t N°05 binnengedrongen en heb de Doerak (moeizaam maar veilig) op een tropisch strand geland. Toen ik daaropvolgend de streek verkende, botste ik vrijwel meteen op het Sirius Star Hotel, waar mij prompt de duurste kamer werd opgedrongen; in dat opzicht lijkt deze plaats alvast een beetje op de .arde. De zee is hier echter goudkleurig en kent geen golven of getijden, een beetje vergelijkbaar m.t een gigantische honingbrei! Ik ben van plan er straks een goeie duik in te nemen, want ik sta echt te p.pelen om mijn nieuwste KGB-zwembroekje eens uit te proberen!   In de verte, achter enkele reusachtige palmbomen, bekleden honderden witgekalkte huisjes een grillige rotswand. Dit bevreemdend geheel wor.t broederlijk beschenen door een duo van roze zonnen, waarbij de ene -haastig als een hitsige minnaar- de and.re onophoudelijk opjaagt. Uiteindelijk is het een aangename ver.assing om te constateren dat deze plek iets weg heeft van een exclusief vakantieoord, dat daarenboven enkel door jonge deernes bevolkt wor.t! Het is kennelijk mijn geluksdag, want het zijn alle-maal enorm g..le m..den en ze hebben drie ......!!! De drankpralines, die ik hen als welkomstgeschenk gaf, werden alvast enthousiast onthaald! Ze wisten me te vertellen dat de vier andere planeten door mannen bewoond worden, maar dat die zich nog op een primitief bes.havingsniveau bevinden. Ze zijn er tot op heden dan ook nog niet in geslaagd om een verbinding met deze vruchtbare vrouwenplaneet te realiseren.   Ik ben echt op een ongerept paradijs terecht gekomen, alleen is het hier niet goedkoop. Het Siriusspeenvarken en de Sirius Slash (een plaatselijke cocktail op basis van k.k.sn.t.n en rum) hebben me reeds een fortuin gekost, en zelfs voor de bijhorende borrelno.tjes moest betaald worden! Helaas leed ik daarnet ook nog zware verliezen in het casino, wat inhoudt dat mijn VISA-rekening al férm geslonken is; gelukkig is de coc.ïne hier wel gratis! Binnen een uurtje krijg ik trouwens een grondige gezichtsverzorging, want vana-vond ben ik als eregast op het jaarlijkse g.l.b.l uitgenodigd. Het is vandaag immers de feestdag van hun patroonheilige Sint-Sirius, een vleermuisa.htige figuur die in 1452 (na een bloedige veldslag tegen de katholieken), de onafhankelijkheid uitriep. Hopelijk ver-warren ze mij niet met hem, want ik vergat mijn Spock-or.n af te zetten toen ik landde!   Naar het schijnt heeft kosmonaut Flimout deze locatie ook bezocht, maar hebben ze hem verjaagd omdat hij tegen het standbeeld van Sint-Sirius stond te p.ssen. In tegenstelling tot hem, ben ik niet zinnens deze droomwereld onmid.el.ijk te verlaten; mijn Doerak is reeds voor een Siriusskoda 4X4 cabriolet ingeruild, en ik kreeg er nog een gratis Siriusswatch bovenop ook!   Zo'n service doet de geda.hte aan thuis natuurlijk zéér snel in het niets verdamp.n; eigenlijk kunnen ze daar allemaal eens f.rm mi.n .ak ..bl.z.n!   .od was mij genadig.   Joeri Prima..., .........     (vrij vertaald uit het Russisch door Vince, mei 2006)  

Vince
0 0

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 13)

Dinsdag, 20 maart 2012   Morgenochtend vertrek ik naar Sirius, dus dit is mijn laatste verslag vanuit ons zonne-stelsel. Ik weet absoluut niet of het leven zich daar reeds gemanifesteerd heeft, maar ik hoef me eigenlijk geen zorgen te maken; er zijn genoeg sterrenstelsels om te verkennen en de champagne is nog lang niet op!   Ik kan niet ontkennen dat een definitief afscheid van de aarde me toch vrij zwaar valt. Het blijft mijn natuurlijke habitat en mijn persoonlijke levensgeschiedenis is er onlos-makelijk mee verbonden. Alleen is het zinloos mezelf met melancholische mijmeringen te martelen, per slot van rekening ben ik nu een pionier van de mensheid, net zoals kosmonaut Flimout. Klaarblijkelijk gebruikte hij dit toestel om het hele Andromeda-stelsel te gaan platneuken, althans, dat heeft hij zélf in de marge van dat Chinese instructieboekje geschreven. Er zit zelfs een kaart bij, die expliciet aangeeft waar de beste bordelen zijn. Ik ben niet van plan die route te volgen, want mijn vertrouwen in hem werd al meermaals beschaamd en bovendien is mijn VISA-kaart daar niet meer geldig. Het is wel hoopgevend te weten dat er vele plaatsen in het universum bestaan, waar de mens nog van bil kan gaan.   Het organische materiaal, dat ik donderdag laatstlede neerknalde, werd door het lab geanalyseerd en de conclusie luidt dat de restanten afkomstig zijn van Laika, het Rus-sische ruimtehondje. Het arme beest zat blijkbaar nog altijd braafjes achter het stuur van zijn Spoetnik op hulp te wachten, en dat heeft het in zeker opzicht dan ook gekre-gen. Die mannen van Gaia zullen hier ongetwijfeld wel weer een vette kluif aan hebben; het schrikbeeld van een nieuwe dagvaarding, doemt me nu reeds voor de ogen op!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut     Woensdag, 21 maart 2012   Geen verslag wegens WARP.   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 0

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 12)

Zaterdag, 17 maart 2012               Feest aan boord van de Doerak, dus geen verslag vandaag!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut     Zondag, 18 maart 2012   Gisteren was ik ladderzat, en ben ik (bekleed met het Enterprise-kostuum en de Spock-oren) per ongeluk in het bubbelbad gesukkeld. Ik weet niet meer precies wat ik alle-maal uitgestoken heb, maar die CD van Laura Flynn valt best wel te pruimen als je ferm gezopen hebt! Volgens de gegevens op mijn boordcomputer loste ik enkele schoten met mijn laser-kanon en blijkbaar heb ik iets organisch geraakt, want er kleven kleine bloedklonters aan mijn koplampen. Gebruik makend van de mechanische grijparm nam ik er een staaltje van, dat ik voor verdere analyse aan het automatische lab van de Doerak gegeven heb; de resultaten volgen eerstdaags.   Uiteraard is het niet mijn bedoeling hier ter plaatse te blijven treuzelen en denk ik er sterk aan om binnenkort koers te zetten naar Sirius. De aarde is jammer genoeg geen optie, want daar word ik toch maar door een horde advocaten opgewacht en ik heb absoluut geen zin in een publieke vernedering! Het is jammer voor mijn moeder, maar het zij zo.   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut     Maandag, 19 maart 2012   Ik heb vanmorgen de onverstandige beslissing genomen om enkele van die drank-pralines als ontbijt te nuttigen, waardoor ik opnieuw strontzat ben! Telkens ik gedronken heb, ontstaat bij mij de onweerstaanbare drang om met mijn laserkanon te gaan schieten. Ik heb daarnet nog een paar nierstenen verpulverd, en ook het porseleinen zeeppompje (dat hier plots voorbijvloog) kende al beter tijden. Dit is natuurlijk niet gunstig met betrekking tot mijn overlevingskansen en ik zal me dringend moeten herpakken, als ik heelhuids in het Siriusstelsel wil geraken. Interstellaire ruimtereizen op automatische piloot lijken op het eerste zicht misschien makkelijk, maar er wordt wel degelijk een grote concentratie vereist bij het invoeren van de juiste coördinaten; ik wil immers niet in een zwart gat belanden!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 1

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 11)

Donderdag, 15 maart 2012   Vanmorgen heb ik iets heel merkwaardigs onder mijn stoel gevonden. Het ging om een metalen koffertje (waarschijnlijk achtergelaten door kosmonaut Flimout), waarin drie dingen zaten: een CD van een zekere Laura Flynn, een grote doos drankpralines (die de vorm van een plassend ventje hebben!) en een klein Chinees instructieboekje met be-trekking tot de Doerak. Dit houdt in dat deze capsule misschien wel tot meer in staat is, dan ik voor mogelijk hield. Gelukkig heb ik een zeer gedegen kennis van het Chinees, dat trouwens véél makkelijker is dan het Nederlands!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut     Vrijdag, 16 maart 2012   Dat Chinese boekje is erg leerrijk en doet me vermoeden dat de maker van deze Doerak een hele grote Star Trek-fan was. Het bevat namelijk een klein sleuteltje, dat toegang verschaft tot de verborgen vestiaire met het exclusieve Enterprise-kostuum. Bovendien zitten er twee valse Spock-oren als bladwijzers tussen de pagina's geklemd, wat ook kan tellen als hint! Volgens de info waar ik momenteel over beschik, kan deze mini-capsule de interstellaire ruimte razendsnel verkennen en ook planeetlandingen liggen binnen haar mogelijkheden. Vooral de automatische piloot op WARP-snelheid biedt heel wat perspectieven, schijnbaar komt er dan een heuse draaiende discobol vanuit het plafond naar beneden; van hoogtechnologie gesproken, zeg! De constructeur heeft zich bij de bekleding van deze mini-capsule werkelijk overtroffen. Niet alleen is er een controlepaneel aanwezig waarmee ik het laserkanon/de home cinema kan activeren, onder het vibrerende bed blijkt ook een heet bubbelbad te zitten, en achter het staatsportret van Poetin zou er zich zelfs een luxueuze champagnebar be-vinden! Te zien aan de inventaris van de aanwezige stock, hebben we het hier duidelijk niet over die goedkope brol van den Oldi!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 0

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 10)

Maandag, 12 maart 2012   Vandaag sprak ik voor de laatste keer met de basis. Ze hebben me ontslagen en wat hen betreft mag ik hier wegrotten. In tijden van nood kent men zijn vrienden! Gelukkig heb ik recht op een uitkering en moet ik daar (dankzij die communistische trut) geen stempeltje meer voor gaan halen!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut     Dinsdag, 13 maart 2012   Niets noemenswaardigs te vermelden, buiten het feit dat ik (net voorbij de maan) geflitst ben.   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut     Woensdag, 14 maart 2012   Ik heb opnieuw een érg saaie dag achter de rug, laat staan dat ik nog weet welke dag het precies is. Vanmorgen zag ik een handdoek met het KGB-logo rondvliegen en ook mijn GSM moet hier ergens in de buurt zijn, want daarnet hoorde ik mijn ringtone (een huilende Chewbacca) doorheen het heelal weerklinken. Bij de aankoop van die Nokia werd me verteld dat je de maximale geluidsstand tot ver buiten de aardse sferen zou kunnen horen, wat ik nu enkel maar bevestigen kan.   Misschien was het Mariska, of mijn moeder ... Het valt te betwijfelen, want de eerste ligt in de armen van mijn baas en de tweede draait altijd het verkeerde nummer als ze me wil telefoneren. Ik heb tot op één cijfer hetzelfde nummer als Madame Blavatski, en als die wordt opgebeld, ben je gegaran-deerd enkele uren, dagen of zelfs weken kwijt!   Mij lijkt de tijd bijna rijp om het hier af te trappen, want de Doerak wordt constant door zware zonnewinden bestookt. Niet echt onoverkomelijk, ware het niet dat die heel erg kunnen stinken! Dit rudimentaire toestel naar aromatischere oorden loodsen, wordt (gezien mijn beperkte technische kennis) hoogstwaarschijnlijk een helse karwei. Mijn enige hoop ligt erin een inactief ruimtestation tegen te komen, dat deze capsule kan herbergen; niet zo onrealistisch, aangezien we hier de laatste jaren toch immens veel schroot gedumpt hebben!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 0

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 9)

Zondag, 11 maart 2012   De laatste dagen ben ik door een heuse mentale hel gegaan, waardoor het voor mij onmogelijk was om verslagen te schrijven.   Ik bevind me nog altijd aan boord van de Doerak en ben op weg naar de asteroïden-gordel; een hachelijke onderneming, met een onvoorspelbaar resultaat! De basis heeft me de voorbije dagen enkele keren opgebeld, maar tot op heden is daar nog niets uit voortgekomen. Ik ben zelfs geschokt, vast te moeten stellen dat er nog geen enkele hulpactie opgezet is en het ziet er niet naar uit dat daar direct verandering in zal komen! Vooral omtrent de schuldvraag met betrekking tot het falen van deze missie, is een hartig woordje gesproken. De internationale pers heeft nu immers ook zijn tanden in deze zaak gezet, dus moet er een zondebok gevonden worden! Het lijkt er sterk op dat ik die twijfelachtige eer toebedeeld zal krijgen, aangezien gebleken is dat mijn perceptie van de feiten niet helemaal met de werkelijkheid overeenstemde ...   Die dreigende rode gaswolk boven Rusland, was eigenlijk niets meer dan een ongeluk-kig voorval tijdens de wedstrijd van Lokomotiv tegen Zoelte (die we trouwens zwaar verloren hebben). Het bagage-compartiment van de Belgische supportersbus (vooral met kranige oudjes gevuld) bevatte blijkbaar een immense hoeveelheid Bengaals vuur-werk en uiteindelijk is het hele boeltje de lucht in gevlogen! Naar het schijnt heeft het daarna nog dagen oude wijven geregend in Moskou!   De aanvaring met de satelliet is ook ter sprake gekomen en ik zal daar (binnen niet afzienbare tijd) schijnbaar drie dagvaardingen voor ontvangen; enerzijds van Proxirus, voor intentionele beschadiging van privé-eigendom (zijnde hun satelliet), anderzijds van de Russische staat, voor opzettelijke vernietiging van staatseigendom (zijnde de MIR) en tenslotte ook nog één van Poetin himself, voor het sluikstorten van een urinoir met zijn portret in de kosmos.   De pre-selecties van Eurosong zijn eveneens achter de rug, en uiteindelijk niet door Tattoe gewonnen. Bovendien bemannen die twee meiden nu mijn kamer in de militaire academie van Siberië, omdat ze het gewaagd hebben elkaar te tongzoenen op het po-dium (wat de jury kennelijk niet zinde).   De storing in de elektronische systemen van de MIR, waar alle ellende mee begon, werd eigenlijk veroorzaakt op de basis; een gegeven dat gegarandeerd in KGB-archieven zal verdwijnen! De nieuwe poetsvrouw (en tevens maîtresse van de baas) heeft per ongeluk enkel vitale kabels beschadigd met haar KGB-boenmachine. Het is echt betreurenswaardig dat ik door de stommiteit van een poetsvrouw zo goed als zeker ten dode ben opgeschreven, maar het werkelijke drama voltrok zich toen ik haar naam vernam: Mariska Poljakov.   Mijn Mariska!   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 0

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 6)

Dinsdag, 6 maart 2012   Ik ben tot het besluit gekomen om vanvond in die mini-capsule te kruipen, en het hier af te bollen. Deze drastische houding is het resultaat van de vele onaangenaamheden, waar ik de voorbije dagen mee te kampen had, en die me bijna mijn geestelijke gezond-heid hebben gekost.   Ziehier een kort overzicht ;   Het composttoilet (met afbeelding van Poetin) heeft zich, op werkelijk wonderbaarlijke wijze, van de andere badkamer-items losgerukt, en is (na een spectaculaire koerswijzi-ging!) tegen het raam van het ruimtestation gevlogen. Het is overbodig te vermelden dat de esthetische kwaliteiten van wat ik nu waarneem, lang niet kunnen tippen aan die van onze adembenemende aardbol. Uiteraard hebben alle raampjes meteen de volle laag gekregen én zijn er natuurlijk geen ruitenwissers, waardoor ik hier praktisch volledig in het donker(bruin) zit. Dit is duidelijk één van die zeldzame momenten, waarbij men zichzelf chronische constipatie-problemen toewenst, hetgeen niet evident is met die teringtabletten!   Daarnaast blijkt er, na intensief zoekwerk met het KGB-zaklampje, enkel nog Russische bloedworst met zuurkool in de provisiekast te liggen ... Een héél flauw grapje van kosmonaut Flimout wellicht, die ik als mens steeds minder begin te appreciëren. Positief is wel dat zijn (uitgebreide) collectie mini-flesjes met sterke drank hier nog staat; ongetwijfeld een vergetelheid, want die Belgen zijn net zo gierig als de Hollanders!   Alsof dat nog niet volstond, vond Proxirus het schijnbaar ook nodig om me per sms op de hoogte te stellen van het feit dat ik volgende maand geen telefoonnummer meer zal hebben, omdat mijn Pay in Space-kaart niet tijdig herladen werd! Het hoeft geen betoog, dat mijn mobieltje nu ook naar de asteroïdengordel op weg is.   Gezien het communicatie-toestel de laatste zes dagen geen enkel teken van leven gegeven heeft, de MIR door talloze vervaarlijke projectielen omsingeld wordt, en mijn laatste cola-blikje net gevuld is, lijkt een evacuatie me dan ook onafwendbaar. Ik besef maar al te goed, dat ik daardoor nooit meer voet zal kunnen zetten op mijn geboorte-grond, want die mini-capsule is wel zo handig ingesteld dat het zichzelf vermietigt bij een eventuele terugkeer naar aarde.    Ik mis Mariska en mijn moeder. De gedachte hen nooit meer te zien, omsluiert mijn hart met grote treurnis.   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 0

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 4)

Zondag, 4 maart 2012   Ik ben vandaag verschrikkelijk slecht geluimd, want gisterennacht haalde de loeiende sirene van het impact-alarm me abrupt uit mijn slaap! Dit werd veroorzaakt door de botsing van de MIR met een Proxirussatelliet, en bracht ernstige schade toe aan de sanitaire voorzieningsruimte. Anders gezegd, er is geen sanitaire voorzieningsruimte meer. Ondanks verwoede pogingen, kreeg ik het KGB-gereedschapskistje maar niet geopend. Ik heb nooit begrepen, waarom ze die kistjes door de fabrikant van die befaamde milieu-box hebben laten maken! Uiteindelijk zag ik me genoodzaakt de badkamermodule hermetisch af te sluiten, om zo een onwelgekomen ruimtewandeling te vermijden. Toen ik daarna door het raampje keek, zag ik enkele items die nu waarschijnlijk op weg zijn de asteroïdengordel te gaan vervoegen, zijnde :   1 badscherm met afbeelding van Poetin 1 bidet met afbeelding van Poetin 1 buissiffon met afbeelding van Poetin 1 composttoilet met afbeelding van Poetin 1 douchecabine met afbeelding van Poetin 1 douchescherm met afbeelding van Poetin 1 douchestang met afbeelding van Poetin 1 driewegkraan met afbeelding van Poetin 1 handdoekradiator met afbeelding van Poetin (+ 2 handdoeken met het KGB-logo) 1 dubbele lavabo met afbeelding van Poetin 1 hydrometer met afbeelding van Poetin 1 stoombad met afbeelding van Poetin 1 sunshower met afbeelding van Poetin 1 toiletkast met afbeelding van Poetin 1 urinoir met afbeelding van Poetin 1 wastrog met afbeelding van Poetin en 1 porseleinen zeeppompje met afbeelding van Poetin.   Dat wordt dus plassen in lege colablikjes.   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 0

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 3)

Zaterdag, 3 maart 2012   Mijn kameraden thuis schitteren nog steeds in afwezigheid en eigenlijk zou dit me niet mogen verbazen, want zij hebben immers ook allemaal gespiekt aan de kosmonauten-school van Minsk!   Ik heb vanmorgen nog maar eens bloedworst gegeten en daarna -dankzij een welgekomen ochtendmisselijkheid- drie uur lang (!) met een klein vangnetje achter brokjes staan hengelen! Indien men zich van een zenuwslopende bezigheid wil besparen, is het aan te raden absoluut niet over te geven wanneer men zich in een toestand van gewichtsloosheid bevindt. Ook ben ik tot de vaststelling gekomen, dat ik door mijn voorraad KGB-toiletpapier heen zit. Geen prettig vooruitzicht, me dunkt. Straks ga ik die Doerak eens van naderbij bekijken en uitzoeken wat de mogelijkheden zijn, met of zonder handleiding!   De amateuristische houding van de basis roept bij mij toch grote vraagtekens op. Per slot van rekening is dit hele zootje minstens enkele miljoenen waard, mezelf niet inbegrepen dan. Drie volle dagen zonder teken van leven; het is schandalig, écht schandalig! Eenzaamheid is de grootste vijand van een kosmonaut, dus rekende ik eigenlijk een beetje op het dagelijkse contact met de collega's thuis, al was het maar om de sportuitslagen mee te delen. Ik hoop trouwens dat Lokomotiv, die Belgische amateurs van Zoelte-Varegem eens goed op hun kloten hebben gegeven in de Champions League!   Helaas slaagt het voetbal er op dit moment niet in om mijn sombere gedachten te onderdrukken. Enkel de herinnering aan Mariska geeft me ergens nog wat levens-kracht, al is die even snel terug verdwenen wanneer ik weer eens aan mijn fluit getrokken heb. Toch moet ik opletten mijn dromen niet voor werkelijkheid te nemen, want het is meer dan 15 jaar geleden dat ik haar nog zag en we waren al bij al nauwelijks enkele weken samen. Binnen de ruimere context van de onverbiddelijke voortplantingsstrijd, zal er ongetwijfeld wel een ander species van dat smerig mannelijk mensenras haar sensuele schoonheid opgemerkt hebben!   Soms stel ik me de vraag, of het überhaupt nog zin heeft terug te keren.   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 0

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 2)

Vrijdag, 2 maart 2012   Het ruimtestation functioneert nog altijd niet naar behoren, en de basis blijft zich hardnekkig in stilzwijgen verhullen; niets nieuws onder de zon, dus. De goden hebben het kennelijk op mij gemunt, want nu blijkt ook de verlichting aan boord het volledig begeven te hebben. Het is verdomd moeilijk om het juiste astronautenvoedsel uit de provisiekast te halen als je geen steek voor ogen ziet, en die tabletten lijken allemaal zo op elkaar! Russische bloedworst met zuurkool is al niet mijn favoriete gerecht, zeker niet om zes uur 's morgens. Gelukkig baadt de MIR nog in het bevallige blauwe licht van onze planeet, zo wordt het zicht hier me toch niet helemaal ontnomen!   Daarnet zag ik trouwens een bloedrode wolk boven Rusland drijven. Hopelijk heeft die heetgebakerde Koreaan geen kernbommen op onze kop gegooid, of ik kan een terug-keer naar huis wel helemaal op mijn buikje schrijven. De handleiding van die Doerak is compleet nutteloos gebleken, want er is alleen een Nederlandse versie beschikbaar en laat dat nu net de enige taal zijn die ik niet beheers! Toen ik kosmonaut Flimout kwam vervangen, leerde hij me wel enkele woordjes zoals 'kontneuker' en 'hoerenpoeper', maar ik betwijfel of die kennis zal volstaan om die mini-capsule aan de praat te krijgen. Uiteindelijk komt de strenge discipline, die mij aan de militaire academie van Siberië opgelegd werd, me nog goed van pas. De huidige sfeer hier aan boord kan immers mak-kelijk met die van het opleidingskamp vergeleken worden; even koud, en we moesten er ook constant aan onze fluit trekken. Zonder mijn trouwe KGB-teddy was ik al lang ten onder gegaan aan deze mistroostigheid.   Ik vraag me af hoe mijn moeder het stelt. We hebben elkaar niet meer gesproken sinds mijn vertrek, ruim twee jaar geleden. Ze was heel trots dat ik voor deze missie gekozen werd en heeft ongetwijfeld de volledige lancering op televisie gevolgd, als het bejaardentehuis haar dat toeliet, tenminste. Haar in die instelling achterlaten was hartverscheurend, maar ik had geen andere keus. Ze scheet dan ook voortdurend in haar broek en ging op de koop toe iedereen die ook maar enigszins bij haar in de buurt kwam te lijf met het goedje. Zo weigerde de postbode, na een aantal 'mindere ervaringen', nog brieven te deponeren in onze bus. Naar het schijnt is de arme man daardoor méér dan drie maanden thuisge-bleven.   Ook de buren zijn als gevolg van haar gedrag verhuisd. Ze konden het niet meer aan om (minstens) tweemaal daags bekogeld te verworden en dit vanuit allerlei onverwachte hoeken (vanuit hun Buxus-eland bijvoorbeeld). Het dieptepunt van alle incidenten voltrok zich wellicht op die warme augustusdag, toen onze buren een pool party hielden ter gelegenheid van de vijfstige verjaardag van de vrouw van het koppel, én waartoe veel vooraanstaande gasten uitgenodigd waren. Ik meen enkele oliemagnaten en lokale politici gespot te hebben, allen met jong, aanstormend schoon aan de hand natuurlijk. Wat een leuk feestje had moeten zijn, eindigde helaas in een ware poel van verderf, waarbij mijn moeder iedereen viseerde die ze ook maar kon raken. Mensen begonnen te huilen en weg te lopen, al waren er ook héél wat die gewoon ter plekke moesten overgeven, zeker nadat het buffet in haar vizier gekomen was. Meer dan dertig gasten werden uiteindelijk met ernstige verwon-dingen opgenomen in het hospitaal en één iemand moest zelfs gereanimeerd worden nadat er paniek uitgebroken was in het zwembad. Het is me tot op heden nog altijd een raadsel hoe zij over zo'n 'uitgebreid (anaal) arsenaal' kon beschikken, maar dat ze gedu-rende geruime tijd opgespaard heeft, mag duidelijk heten. Het is nooit meer goedgeko-men tussen haar en de buren. Ze was dan misschien niet meer zo helder van geest, mikken kon ze blijkbaar nog als de beste.   Ik hoop uit het diepste van mijn hart nog een kans te krijgen om haar te bedanken voor het gezelschap en de genegenheid die ze me schonk. Het is vreemd dat een mens zovele kilometers van huis moet zijn, om dit naar waarde te schatten.   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 0

Het logboek van Joeri Primakov, kosmonaut aan boord van het ruimtestation MIR (deel 1)

Donderdag, 1 maart 2012   Vandaag ben ik jarig; hiep, hiep, hoera!   Helaas wordt het ruimtestation op deze heuglijke dag door technische mankementen geteisterd, wat een serieuze domper op de feestvreugde zet. Het communicatietoestel weigert al de hele dag halsstarrig dienst te doen, en ook het besturingssysteem heeft er daarnet volledig de brui aan gegeven. Er bestaat zelfs een reële kans dat het station hulpeloos op drift slaat, met het risico op fatale botsingen uiteraard. Geen prettig vooruitzicht, me dunkt. Aangezien alle werkingsmiddelen tegenwoordig vanuit de basis gestuurd worden, zullen zij met een oplossing voor de dag moeten komen. In tegenstelling tot wat het grote publiek misschien denkt, ben ik absoluut geen hoogvlieger binnen het domein van de ruimtevaart, en ik vrees dan ook dat mijn schaamteloos spiekgedrag aan de kosmonautenschool van Minsk, nu wel eens zijn rekening zou kunnen komen veref-fenen.   Het enige vluchtmiddel aan boord is een primitieve mini-capsule met de belachelijke naam 'Doerak', maar ik sta niet echt te springen om daar het heelal mee in te vliegen, enerzijds omdat het een terugkeer naar huis onherroepelijk uitwist, anderzijds omdat de garantie op dat toestel al sinds 1997 verlopen is! Desalniettemin ga ik er straks toch eens goed de handleiding van bekijken, een voor-bereid man is er immers twee waard. Als echter zou blijken dat één of andere lolbroek op aarde me op die manier voor mijn verjaardag wil verrassen, sla ik hem/haar bij mijn thuiskomst zeker op zijn/haar smoel! Het is trouwens van groot belang dat ik snel uit mijn benarde situatie bevrijd wordt, want binnenkort moet ik als gastjurylid in de pre-selecties van Eurosong fungeren, en ik heb die twee hete meiden van Tattoe reeds mijn stem beloofd! Zonder mijn aanwezigheid, verliezen we dit jaar gegarandeerd weer het songfestival!   Met deze missie hoopte ik eigenlijk ook om mijn succesratio bij het andere geslacht wat op te krikken. Vele ex-kosmonauten wisten me immers te vertellen dat ze de vrouwen werkelijk van zich af moeten slaan, wat me natuurlijk als muziek in de (flap)oren klonk! Ik heb in mijn jonge leven nog maar één lief gehad. Ze heette Mariska, en ik ontmoette haar op het strand van Sochi. Het klikte vrijwel meteen, want we waren allebei hevige fans van Red Zeppelin. Ze had blond haar, groene ogen, en een klein karakteristiek sproetje boven haar lip. Het sensuele samenspel van haar slank lijfje met het strakke badpak brandde zich (ondanks de bescherming van een hele hippe Ray Ban-zonnebril!) genadeloos op mijn netvlies. Dit zeg ik zonder overdrijven, daar een Europees onderzoek van vorig jaar heeft aangetoond, dat Russische vrouwen (inzake visuele bevrediging) ongenaakbaar aan de top staan! Terwijl alle andere meisjes halfnaakt op een handdoek lagen te sudderen, verkocht Mariska ijspralines aan de badgasten. Die bruingebakken, kwebbelende lolita's lieten me helemaal koud, maar dat frêle meisje met haar sneeuwwitte vel, veroverde eensklaps mijn hart.   Het gemis aan intiem contact vervult elke vezel van mijn lichaam met erotisch verlangen en ik kan mezelf wel voor het hoofd slaan, de opblaasbare KGB-pop thuis vergeten te hebben! De basis had nochtans beloofd me regelmatig een vrouw te zenden, maar tot op heden kreeg ik enkel het bezoek van een stomme boysband, 'Get Freddy'. Ze zijn drie weken (!) gebleven en ze waren natuurlijk allemaal andersgeaard! De KGB-kuisheidsgordel heeft me toen trouwens zéér nuttige diensten geleverd. Tot mijn grote opluchting liet de vorige kosmonaut, ene Flimout, hier een oude Playboy liggen, en ik moet bekennen dat mijn eerste interstellaire masturbatie een hele beleve-nis was! Inmiddels heb ik reeds zoveel zaad de ruimte in geloosd, dat er bijna geen sprake meer kan zijn van 'donkere materie', maar dit terzijde.   Moge God mij genadig zijn.   Joeri Primakov, kosmonaut  

Vince
0 0

"Ga eens naar een stripclub", zeiden ze

Omdat een reisje New York om onvergetelijke ervaringen vraagt, besluiten mijn reisgezel en ik om onze laatste avond door te brengen in een stripclub. Uiteraard had ik op voorhand de nodige research gedaan en de beste club van de stad uitgezocht. "De routines in 'Magic Mike' zijn klein bier in vergelijking met wat deze hunks presteren", aldus de recensies. Oke, dit zou het worden. Na een telefoontje met de organisator, die het belang van op tijd komen voor de allerbeste plekjes benadrukte, kocht ik resoluut VIP-tickets. Entertainment, meezingnummers en (half)naakte Matthew McConaughey look-alikes? Bring.it.on.     Parochiezaal   Een tikkeltje zenuwachtig en vastberaden om de beste plaatsen te veroveren, komen mijn vriendin en ik ruim een uur op voorhand aan. Bestelbusje van de firma buiten, twee portiers en... geen volk. Vreemd, want had die man nu niet gezegd dat deze shows steeds tjokvol zaten? Enthousiast worden we begroet door een jongeheer met als schoeisel de beroemde en beruchte donkerblauwe 'Adidasbadsloef'. Niet meteen mijn favoriete fashion statement, maar ik ben niet gekomen om kritisch te zijn. Wanneer we zeggen dat we niet echt weten wat te verwachten, zegt hij zelfzeker: "Expect it all." Nog steeds enthousiast worden we naar onze plaatsen gebracht die zich vlak aan het podium bevinden. Logisch, gezien de VIP-tickets, maar die grote opkomst waarvoor verwittigd werd, blijft toch nog uit. Twee mannen feliciteren ons met onze beslissing om op zondagavond te komen. "Op zaterdag is het madness! Tot wel 546 mensen!" Opnieuw vrij opmerkelijk, aangezien we op dat moment met niet meer dan vijf nieuwsgierige meisjes in het zaaltje zitten en de locatie door mijn vriendin terecht beschreven wordt als "de plaatselijke parochiezaal".     The Lucky Seven   Na een verhitte discussie over de prijs van de drankjes word ik door het personeel verplicht om het conflict zelf op te lossen. Op weg naar de badsloefman van weleer, stapelen de vragen zich stilaan op. Terwijl ik hem sta op te wachten, werp ik een blik op de reservatielijst van vanavond. Drie reservaties, inclusief de mijne. Verward vraag ik hoeveel leden er nog verwacht worden. Het antwoord krijg ik met een uitgestreken gezicht: twee meisjes, wat het eindtotaal op zeven brengt. Een enorm verschil met die 546 zogezegde leden van amper vierentwintig uur geleden. Tevergeefs probeert de medewerker me te sussen door te zeggen dat dit iets positiefs is, dat we op die manier optimaal kunnen genieten. "Dit is toch wel vrij pijnlijk", merkt mijn vriendinnetje niet geheel onterecht op. Toch probeer ik haar -en mezelf- ervan te overtuigen dat het feest ieder moment zal losbarsten. De gedachte dat VIP-tickets helemaal niet nodig waren en dat we met de meest goedkope tickets exact dezelfde stoeltjes hadden gehad, verdring ik naar de achtergrond. Stoeltjes die de naam trouwens niet waardig zijn en die het meubilair in de feestzaal van mijn middelbare school doen aanvoelen als freakin' Chesterfields.   Enkele mannen komen zich voorstellen en leggen zonder schroom onze handen op hun tepels. Voor twintig Dollar kunnen we een lapdance krijgen, en even wordt mijn vriendin meegenomen voor een "privé-act". Wanneer ze dat weigert en totaal ontzet terugkeert, begin ik echt wel te hopen dat de show gaat beginnen en dat de focus vanavond toch nog op dansen ligt. Ondertussen liggen mijn handen op de billen van een wildvreemde en niet eens zo knappe man. Ik ben me ervan bewust dat het type man dat ik aantrekkelijk vind en het type man dat met strippen de kost verdient wellicht niet hetzelfde is, maar toch. Na een tijdje wordt hij nijdig omdat ik hem geen geld toestop. Mijn compagnon en ik zijn zeker niet preuts, maar dit voelt toch zeer ongemakkelijk. Zo zonder introductie, zonder show, zonder sfeer, zonder volk.   Cock-eyed   Oke, het is zover. Een man gekleed in leder en voorzien van gitaar bestijgt het podium en spreekt het publiek toe als was hij een hoofdact in het Sportpaleis: "Make some noooooooise!" beveelt hij, zich schijnbaar niet bewust van het feit dat er vijf man in de zaal zit. Nummer zes en zeven, zo wordt stilaan pijnlijk duidelijk, komen niet meer opdagen. De man raadt ons aan niet te hevig recht te staan om niet "cock-eyed" te worden. Actual words. Het is op dit moment dat ik de wanhoop in mijn vriendins ogen voor het eerst opmerk. "Gladys, hier is helemaal geen sfeer en er is nog helemaal niet gedanst en we worden hier betast? Eigenlijk wil ik naar huis." Toegegeven, ik had me bij een dansshow ook eerder een rijtje mannen in regenjassen en met paraplu's voorgesteld die zich in één ruk van hun outfit zouden ontdoen op de legendarische beats van It's raining men, maar dat komt misschien nog? Al begint het hier eigenlijk steeds meer op een slecht georganiseerd bordeel te lijken...   Het absolute dieptepunt komt wanneer de host er de gastenlijst (al is "lijst" misschien wat overdreven) bijhaalt en een stoel op het podium zet. Het gevoel dat ik op dit moment ervaar, kan het best vergeleken worden met de zenuwslopende minuut waarin je weet dat de middelbare schoolleerkracht op het punt staat iemand aan te duiden om een spreekbeurt te geven die eigenlijk niemand heeft gemaakt. Met opengesperde ogen bid ik tot alles wat me dierbaar is dat onze namen niet worden afgeroepen.   Thank God. De eer is aan het meisje naast ons, die er ook niet meteen overdreven enthousiast uitziet wanneer ze plaatsneemt in de "Hotchair". De host deelt luchtig mee dat iedereen aan de beurt komt. Shit. Je bent echter wel verplicht dollarbriefjes mee te brengen naar de stoel. Die mag je dan "overal steken waar je wil dat zij het uit komen halen." Shit. Wanhopig kijk ik opzij, maar wat ik daar zie, is nog veel erger. Een van de aanwezige dames en een medewerker staan bronstig te dry humpen tegen het amateuristische decor. Shit shit shit. Ik wil mezelf niet afvragen hoeveel dat vrouwtje voor dit tafereel moet neertellen. Ik voel dat alle kleur mijn gezicht verlaten heeft en zie dat ook mijn metgezel alle levenszin verliest. Nogmaals vraagt ze mij of we alsjeblief naar huis kunnen, maar ik kan geen woord meer uitbrengen. Het idee de volgende te zijn die het podium op moet, maakt ons misselijk.   De ontsnapping   Wanneer het slachtoffer op de Hotchair getrakteerd wordt op de eerste dansact, heb ik het laatste greintje hoop op een degelijke show al lang laten varen. Hoewel het op dit punt onmogelijk lijkt nog meer teleurgesteld te kunnen worden, gebeurt dat toch. Drie ronduit spauwlelijke mannen komen het podium op in iets wat lijkt op een verfrommelde pyjama. Het moet een matrozenpak voorstellen. Verkrampt beginnen ze een dansje waarbij ze elkaar moeten observeren om zich de moves te herinneren. Ze schuren op de meest traumatiserende wijzes tegen het meisje aan. Ik heb me nog nooit zo beschaamd en gedwongen gevoeld. Hoe kan dit in vredesnaam dezelfde show zijn die wordt opgevoerd voor vijfhonderd mensen? Hoe kan dit dezelfde ervaring zijn waar mensen vol lof over schrijven? Het lijkt alsof de organisatoren bij het gebrek aan publiek gewoon de volledige show hebben geschrapt en ons van zo veel mogelijk geld willen beroven. Ik besef dat het nu of nooit is en geef gehoor aan de smeekbedes van mijn vriendin. Zo subtiel mogelijk verzamel ik mijn spullen, alsof er effectief een kans bestaat dat veertig procent van het publiek onopvallend naar buiten kan hollen. We halen diep adem, staan recht, negeren de verontwaardigde "You're leaving?!" van het personeel en banen ons een weg uit deze martelkamer. Even denk ik aan de meisjes die met z'n drieën (!) overblijven, maar nu is het ieder voor zich.   We dwalen door de straten van New York City. We lachen. We zwijgen. We proberen dit een plaats te geven. Uiteindelijk spenderen we onze laatste avond in een Irish Pub. Omdat een liter Guinness mij tenminste nog nooit ongevraagd heeft bepoteld.  

Gladys
93 0