de brommer
Ik weet nog goed wat mijn vader ooit zei.Ik was een jaar of veertien en ik stond in de garage. In de vuile, donkere garage waar spinnenwebben het raam bedekten. Die van buiten wit geverft was en van binnen verkommerde. Mijn hand was op het stuur van mijn allereerste brommer: een gele Beta Quadra.Het zadel was als een waterbed zonder water. De handvaten waren als kaalgereden banden. Het ding kraakte als ik me verzette maar verdomme, ik was nog nooit zo gelukkig geweest.
Mijn vader stond tegenover me in de kleren die hij zijn hele leven droeg. Een witte t-shirt, jeansjas en een versleten jeansbroek waarin zijn portefeuille woonde."Elke man heeft twee keuzes in het leven," zei hij. "De keuze tussen vrijheid en familie."Hij stak twee vingers uit. "Twee, geen drie."Natuurlijk snapte ik niet wat hij bedoelde. Zoals ik al zei, ik was veertien. Ik stond als een volbloed in de startblokken van het leven, klaar om erop uit te trekken. Ik wou zien waar de kleine paden achter ons huis me heen brachten. Ik wou door de bossen rijden en langs de beken. Ik wou de regen ruiken. Dus knikte ik en reed weg.
Nu nog denk ik terug aan die meanderende zomer. Het enige dat overbleef is een vergeelde foto van een jongen in de hof met zijn brommer. En achter die jongen staat zijn vader. En die woorden ringen nog altijd in zijn hoofd. De keuze tussen vrijheid of familie. Twee vingers stak zijn vader op. Twee.