Steenhoop
nu leefde je nog nu leefde je nog de dagen en uren voor je dood leef je nog kan ik me je voorstelleninleven
ongerept kunnen we iets zo houdenin leven
daarna is er alleengeen kans meer dat het anders had kunnen gaandie dagenlange nacht
je sterfdag is een lastige datum, papaik herinner liever je leven maar ik kan om dit in steen gegrift moment niet heen elke minuut teltelke minuut dat je hart nog klopt wordt de beitel waarmee ik graveringen wil uitwissen, botter ik heb iets nodig dat niet kan zijn: een soort van vat op onmachtik blijf kloppen tot ik iets heb kunnen herschrijven:sterdag
dagen voordien wroet ik toegewijd wegen naar tempelbergen dat zie ik pas nadien in ik doe mijn bestalsof dat iets verandert in retrospect stof ik de zolder oplaat enkele van jullie spullen die ik wel kon redden door mijn handen glijdenblaas er leven in, alsof dat iets verandert en voel me een magneet, verbonden met jullieje naaiset met allegaren, een gouden schaarhet telraam uit je kledingwinkel en je blauwe sjaal, mamaje kerstversiering, fonduegerief, je regisseursstoel en je Ricardglas, papajullie cd's die ik wou wegdoen, nemen me terug mee naar huis ik veeg vlaktes tussen bergen steengruis een lichtbundel priemt door het dense poeder dat boven stoffelijke overschotten zweeft schachten naar de hemel openbaren sterrenstanden
ik kruip zacht hellend de piramide uit maak nog meer reliëf gelijk met de aardemet een roterende as bosmaaier ik uren aan een stukin volle concentratie negatie meditatie leg ik rijen kasseien en zwerfstenen waaruit ik besta, vrij mijn blootgelegde bouwstenen, breukstenen met aderskeienvelden daaronder een kristalvallei
een naar binnen gekeerde steenhoopik leg er nog een bovenop de hoop valt niet om soms: hoe meer hoe sterker ook na erosie kan een landschap groeieneen fata morgana op dorre rotsenik wil zo graag met jullie praten nueen pad over een gletsjer een gang naar een grot als we graven vinden we schelpen ondergrondse watertunnels onderaardse piramides een plek waar overleden voorouders te rusten zijn gelegd
en door de stenen de hoop nog kunnen zien:tot er bloemen groeien tussen de ruwe randen waar ze elkaar rakenwanneer huilen zachter wordt en ik jouw beeld in steen kan houwenik blijf jou ongerept houden hoop in steen gekerfd
nu leefde je nog en binnen een enkele minuut starten jouw lange nachten, de dode dagen
daaronder een kristalvallei