Sandra's nagelstudio
Sandra’s nagelstudio bevond zich in de showroom van een Peugeotgarage. Als vrouw van de autoverkoper en garagist had Sandra zich een bezigheid voor zichzelf gezocht en zich bijgeschoold tot nagelstyliste. Petra had al verschillende nagelstylistes gehad, maar Sandra was gewoon de beste. Zoals zij gelnagels kon zetten, precies en egaal en dat voor het gangbare tarief, zo was er in de hele wijde omtrek volgens haar geen enkele die aan haar kon tippen.“Je moet gewoon rustig blijven en niet te overhaast te werk gaan, je tijd nemen. Dat en natuurlijk niet met goedkoop materiaal werken. Niet alle gellen zijn even kwalitatief. Ik werk het liefst met CCO voor gellak, maar er zijn nog andere goede merken. De gellamp die ik gebruik, en dat is nu zoiets simpels, is de beste die er is en die heeft echt wel meer gekost dan de vijftig euro van degene die je op internet vindt. Enfin, maar het belangrijkste is, dat je de tijd neemt. Rustig de nagelriempjes naar achter duwen, zorgvuldig vijlen en achteraf een fijn en aangenaam nagelriemolietje. Ik tel altijd twee uur per klant. Als ik het sneller wil, kan ik het ook onder het anderhalf uur, maar dat wil ik niet. Heb je al een kleurtje gekozen?”“Red Barones lijkt met wel wat.”“Dat is een mooie keuze, very classy ook. Het geeft een heel ander effect als de Toxic Love die er nu opzit. De wijsvinger met een glittereffectje zoals de vorige keer?”“Doe de pink maar. Dat lijkt me ook leuk.”“Oké, dan zullen we er eens aan beginnen. We zullen ons eerst eens ontdoen van die Toxic Love dan.”“Je gaat me trouwens voor een hele tijd moeten missen.”“O, ga je op reis?”“Ja, en voor behoorlijk lange tijd.”“Ga je je Vriend achterna?”“Zoiets. Ik weet niet eens waar Hij uithangt en wat Hij uitspookt, maar ik ga naar Noorwegen. Ik heb zelfs geen contact meer met Hem.”“Is Hij jouw Vriend dan nog wel, eigenlijk?”“Ik weet het niet.”“Maar je gaat Hem wel achterna.”“Soort van.”“En je weet niet waar Hij is?”“Nee.”“Noorwegen is een groot land om iemand te zoeken.”“Dat weet ik. Ik denk ook niet dat ik naar daar ga, persé om Hem te vinden. Ik weet het niet. Misschien begrijp ik het allemaal beter.”“Hoe lang blijf je weg?”“Dat weet ik ook nog niet. Misschien dat ik daarna doorreis, ergens anders naartoe. Ik heb het gevoel dat ik weg moet van hier.”“Dat begrijp ik. Dat begrijp ik maar al te goed. Zo ben ik ook hier beland, weet je. Ik kom van Tubbergen in Nederland. Daar woonde ik samen met een kerel en toen die wegging voor iemand anders, een schoolvriendin van mij nota bene, kon ik er ook niet blijven. Ik ben beginnen rondrijden met de auto. Ik heb heel Europa afgereden, maar toen ik een keertje hier in de buurt met autopech stond en ik niet verder kon, heb ik Carl leren kennen. En de rest weet je. Ik had nog geen slaapplaats en ik mocht bij hem op de zetel. Geen probleem. Hij woonde toen nog hier boven de garage in dat rommelige appartementje. En het zal wel zijn dat ik toen in een zetel ging slapen, ik wilde in een bed en tja van het ene kwam het andere. Carl lacht er nog altijd mee en hij zeg dan keer op keer dat hij er bewust een week over deed om die auto te maken. De wisselstukken waren al na een dag gearriveerd, maar dan kon ik natuurlijk niet weten, en ondertussen vond hij het best wel gezellig zo een vrouw bij hem in bed. En ik, ik had precies eindelijk mijn plekje gevonden. Ik weet dat ik in die week ook heel veel geslapen heb, echt veel geslapen. En als ik wakker was, dan wandelde ik van hier het dorp in. In die week heb ik ook zijn was en zijn strijk gedaan, inkopen gedaan, gekookt… Ik voelde me direct zijn vrouw. Ik mag hier ook helemaal mezelf zijn, dat had ik nog nooit meegemaakt. Carl heeft zijn zaak en zijn auto’s en ik moet helemaal niks van hem. Help ik hem, is het goed, dat vindt hij fijn, help ik hem niet, even goed, mag, dan trekt hij zijn plan. Ik wil hem voor geen geld meer kwijt. En ik hoef geen schrik te hebben dat hij naar een andere vrouw trekt, daar maakt hij gewoon geen tijd voor, hij is altijd met die auto’s bezig. Nu is hij weer een oude Peugeot 504 Coupe uit 1981 aan het opmaken, dus in zijn vrije tijd zit hij nog altijd met zijn handen in een motorblok. En ik, ik vind het goed zo. Ik heb mijn nagelstudiootje en onze Bernd. Ik ben gelukkig, Petra, echt gelukkig, en dat word jij ook wel weer, geloof me.”“Maar ik ben niet ongelukkig, ik wil er gewoon uit. Dingen zien, begrijpen, rondhangen. Hij heeft ervoor gezorgd dat ik genoeg geld heb om een hele periode niet meer te hoeven werken. Ik hoef me niet meer moe te maken in die stomme fabriek. Weet je, ik kan gewoon tijd nemen. En dat ben ik van plan om te doen. Daarna zien we wel weer.”“Dat is de spirit, meisje, dat hoor ik graag. Hetzelfde hier, ik hoef niet te werken, Carl verdient ruim genoeg om rond te komen, maar ik doe dit voor mezelf, het voelt niet aan als een job. Dit is gewoon iets dat ik graag doe, ik hou me op een prettige manier bezig en ondertussen kan ik praten met klanten. Ik neem er ook niet zomaar nog iemand bij. Als jij vertrekt, denk ik zelfs dat ik er niemand voor in de plaats neem. Het hoeft niet, begrijp je. Het hoeft niet. Zo lang dat ik het kan doen op mijn tempo, is het goed. Vandaag heb ik twee klanten gehad en dat is zowat het maximum dat ik doe op een dag, en mijn dagen zijn goed gevuld. Voormiddag heb ik Carl nog wat geholpen met het papierwerk en dat was ook fijn. En ondertussen ken ik meer van auto’s dan ik ooit had kunnen vermoeden. Ken je Mien van de apotheker, trouwens. Ja, denk ik, eh. Die kwam hier vanmorgen helemaal overstuur aan, want die had bij het parkeren aan het cultureel centrum, tussen die boompjes, die boompjes staan daar ook bijzonder mottig, ze hadden die beter op de grens tussen het voetpad en de parkeerplaatsen gezet in plaats van tussen de weg en de parkeerplaatsen, haar rechterspiegel eraf gereden. Hoe dom kon ze zijn, zei ze de hele tijd, dat ik op den duur zei, dat ze dan zeker niet de enige was die dom was want om half jaar komt er hier wel iemand aan die tegen zo’n boompje heeft gezeten. Als je daar uitdraait en je kijkt even niet of je let niet goed op, dan zit je er zo tegen. Al die boompjes hebben littekens, dus er hebben al echt veel mensen op gevloekt. Dat zijn hele dure boompjes, geloof mij.”“Ik zou het niet weten, ik heb geen auto?”“En die van je Vriend dan?”“Die heb ik verkocht.”“Die had een Volvo, zeker.”“Ja, een grote, zwarte.”“Ook goede auto’s, zegt Carl, maar nogal duur.”“Ik heb er nog een goede prijs voor gekregen.”“En hoe ga je dan reizen? Met het vliegtuig?”“Dat zou het goedkoopst zijn, echt waar, niet te geloven, maar ik heb tijd, dus ik denk dat ik met de trein ga, via Duitsland en Denemarken. Met het vliegtuig is het precies niet reizen, het is vertrekken en aankomen, maar niet reizen. Misschien dat ik daar nog op terugkom of dat ik uiteindelijk toch een autootje huur, of wie weet, koop.”“Als je nog iets zoekt, er staan hier nog een paar hele mooie tweedehandswagentjes. Je kan dadelijk eens rondkijken in de showroom. Ze zijn niet te duur. Met een auto ben je toch wat vrijer dan met het openbaar vervoer. En ik vond het destijds ook zo fijn om gewoon te stoppen waar ik wilde stoppen. Overal vond ik wel een slaapplaats. Soms waren het goedkope hotelletjes, meestal eigenlijk, want zo veel geld had ik nu ook weer niet, die goed waren voor één nacht, meer ook niet, maar ik had ook niet meer nodig. Ik heb maar een keer in mijn auto geslapen, op de parking van een supermarkt in Polen, in Warschau, omdat het te laat was geworden om nog ergens binnen te vallen, en omdat, geloof me, de steden het moeilijkst zijn om op korte tijd een slaapplaats te vinden, en dat was goed voor één keer, want ik heb toen echt wel kou gehad ’s nachts, dus daarna heb ik de grote steden zowat vermeden, of de slaapplaats toch maar goed op voorhand vastgelegd. Je leert dat wel hoor, hoe dat werkt, op je eentje roadtrips houden.”“Ik zal dadelijk eens kijken naar de auto’s.”“En wees maar gerust, ik zal Carl vragen om de auto zeker goed na te kijken als je er eentje koopt, zodat de kans dat je autopech krijgt zo goed als onbestaande is. Er staat nog een tweedehands Partner die zeker iets voor jou is. Het is een lichte vracht, je hebt maar twee zitplaatsen, maar zo’n grote kofferruimte is ideaal voor als je toch een keer in de auto moet of wilt overnachten, dan kan je daar een matras en een slaapzak in kwijt, superhandig, had ik destijds maar zoiets gehad, maar ik deed alles met mijn 206, daar kon ik niet in de koffer gaan liggen. Veel te klein. En niet duur. Voor 15 000 euro ben je gesteld, en hij heeft hoop en al 65 000 kilometer. Een nieuwe diesel met Adblue, de lucht die hij uitstoot is zuiverder dan degene die wij inademen, je kan er overal mee komen, in elke stad, die is properder dan een benzine. Ik zal Carl dadelijk eens halen, dan kan hij jou de uitleg geven. En het is een mooie kleur, rood, op elke parkeerplaats zie je hem onmiddellijk staan, je hoeft er niet naar te zoeken. Je ziet maar. Ik kan het je alleen maar aanraden om met de auto te reizen.”“Misschien.”“En weet je waar je zeker eens naartoe moet rijden. Naar Slovenië. Supermooi daar. En Albanië ook zwaar onderschat…”Petra luisterde niet echt meer en keek rond. De nagelstudio was sober ingericht. Alleen tegen de muur voor haar, net boven de grote spiegel op ooghoogte stond er in sierlijke letters ‘Sandra’ in schaduw geschreven op de muur. De spotjes aan het plafond waren zo gericht op een gebogen metalen draad dat dit het effect was, ook al kon je de tekst niet lezen in de metalen draad. Erg goed gemaakt, dacht ze, bijna kunst. Ze wist zeker dat Hij het prachtig gevonden zou hebben. Maar plotseling kon dat haar precies niet meer zo veel schelen.