Zoeken

Brievenpost van Dinges | Aan dhr. Gert Verhulst

Geachte heer VerhulstBeste Gert Ik weet niet of u nog vaak brieven krijgt. Vroeger wel natuurlijk, toen u samen met uw hond dat programma presenteerde. Toen schreven de mensen nog brieven en verstuurden ze gele briefkaarten. Maar ik moet eerlijk zijn, ik had deze brief ook naar iemand anders kunnen sturen. Naar een presentator van het journaal bijvoorbeeld. Gezien het onderwerp van deze brief moest het een BV zijn, maar u geniet duidelijk mijn voorkeur. U wordt immers overal herkend. Tot in Holland toe. Zelfs uw kinderen zijn BV’s geworden. De mensen spreken u massaal aan op de straat. Het is van ‘Gertje’ hier en ‘Gertje’ daar, terwijl u toch een grote mens bent. Of ze roepen: “Is de chocolade nog altijd op?”  Van dat liedje natuurlijk. Hoe u daarmee omgaat verdient alle respect. Precies daar wil ik het met u over hebben. Sinds ik met mijn hoofd in de gazet sta, herkennen de mensen me. Soms roepen ze iets. Zoals in café De Kiezel. Roger van den Boks is de ergste van allemaal. Van den Boks is trouwens zijn bijnaam, omdat hij zijn broekspijpen altijd omhoog rolt als hij er eentje teveel uit heeft.  En een ‘boks’ is in onze contreien dialect voor een broek. Hij is wellicht jaloers. “Hier sè, d’n dinges, van de gazet. Hoe noemt hij toch alweer? Dinges. Hahahaha”. Ik durfde niet zeggen dat “Hoe heet hij toch alweer” moest zijn, want hij zal denken dat ik streek begin te verkopen. Er is nog iemand. Ik ken zijn naam niet, maar hij zit elke middag voor de supermarkt te wachten. Ik denk op zijn fietsmakker. Hij draagt een opvallend geel hesje en een grote helm. Ik moet hem passeren als ik van het werk kom. Toch vrees ik dat zijn helm een beetje knelt, want wat hij allemaal zegt hou je niet voor mogelijk. “Voor een bekende mens zijt gij eigenlijk geen vriendelijke mens. Gij zegt niks.” Dat zei hij terwijl ik hem passeerde. Ik stond perplex, dat zal u begrijpen. De volgende dag sprak hij me opnieuw aan. “Awel, gij zegt nog altijd niks.” “Maar ik kan toch moeilijk tegen iedereen beginnen te praten”, antwoordde ik. “Er staan nog meer mensen in de gazet. Ze gaan denken dat ik van lotje ben getikt. Ik ken u toch niet.” De volgende keer stond er een vrouw bij hem. “Ziet hem daar”, zei hij tegen de dame. “Onze BV is nog te goed om iets te zeggen. Een kwistenbiebel, dat is hij.” Ik ben maar snel doorgewandeld. Ik ga nu voortaan een blokje om, zodat ik hem niet meer tegenkom. Met als resultaat dat ik elke dag te laat thuis ben. Mijn vrouw denkt dat ik op het middaguur al in de Kiezel heb gezeten. Toen ik haar over het voorval vertelde, zei ze dat ik wat meer omhoog moet kijken. Daar zit misschien iets in. Soms ben ik in gepeins verzonken. Er is immers van alles gaande in de wereld. Eerlijkheid is ver te zoeken. Als we vroeger in de tweede kleuterklas bij juffrouw Marie-Louise een leugen vertelden, bond ze ons vast op een stoel. Ik weet nog dat Driek Devleugel er een hele voormiddag heeft gezeten omdat over iets hij had gelogen en hij wou het niet toegeven. Hij mocht pas los toen hij dringend naar het toilet moest. Oké, dat zijn ook geen praktijken, maar ik ben het nooit vergeten. Driekske wellicht ook niet. Naar het schijnt liegt de president van Amerika gemiddeld vijftien keer per dag. Ze zouden hem ook moeten vastbinden. En er zijn nog van die dinges. Maar we wijken af, beste Gert. Deze brief is eigenlijk een vraag voor tips, als bekende mensen onder elkaar. Hoe gaat u hiermee om? Wat zijn uw trucs? Laat het me uw antwoord zeker via de redactie geworden. Ik stuur u met plezier een stuk chocolade op. Ondertussen verblijf ik, met de meeste hoogachting, Désiré Dinges  

Désiré Dinges
2 0
Tip

De bierkaartjes

"Goedemiddag. Wat mag het voor jullie zijn?" Het koppel, ik schat jonge zestigers, zit amper en de ober staat al aan hun tafel. Alsof het een wedstrijd is met de andere ober, die iets verder staat. Hij heeft een verwilderde haarbos en draagt een T-shirt van een rockband van voor zijn tijd."Een koffie, een pintje en een spie", zegt de man. "Een koffie, een pintje en een ....", herhaalt de ober en hij kijkt afwachtend naar de man, in de hoop dat hij het derde item nu wel begrijpt. "Een spie", zegt de man. "Ja, dat kennen jullie niet meer." De ober kijkt naar zijn collega. Help, lijkt hij te denken. Een spie? Is dat iets om te eten"Dat is een stukje hout, om onder de tafelpoot te steken. Ze staat wiebelachtig", zegt de man, waarna hij met de tafel schudt. "Oh, wij gebruiken gewoon bierkaartjes", zegt de ober. Hij is zichtbaar blij met zijn oplossing. Hij vist er meteen enkele uit zijn achterzak, plooit ze dubbel en steekt ze onder een tafelpoot. "Een spie, dat kent de jeugd niet meer", zegt de man terwijl hij gepast geld zoekt voor de drankjes.  Iets later, aan een andere tafel, staat een jongeman recht. Op de parking voor de zaak stopt een auto en daar komt langzaam een oudere dame uitgestapt. Ze kijkt naar de bakker aan de overzijde. De jongeman staat al naast haar. "Dag Rozette", zegt hij. Hij neemt haar bij de arm en voetje voor voetje stappen ze naar de bakker. Daarna gaat de jongeman terug bij zijn vriendin zitten. Enkele minuten later herhaalt het tafereel zich in omgekeerde richting.  Het andere koppel is ondertussen vertrokken. Het stapeltje met bierkaartjes ligt verweesd naast de tafelpoot op de grond. Op de tafel ligt nog wat kleingeld. Even verweesd.

Rudi Lavreysen
72 1

Brievenpost van Dinges | Aan de mevrouw in de toiletten van het KMSKA

Geachte mevrouw Ik hoop dat u deze brief ergens oppikt, want ik wil onze onenigheid graag uit de wereld helpen. U bezocht net als ik het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. We hebben in de toiletten van het KMSKA niet de kans gehad om beleefdheden uit te wisselen. Trouwens, van beleefdheid was van uwentwege niet veel sprake. Het eerste wat ik moet verduidelijken is een advies van mijn dokter. Hij zegt me dat ik voor een kleine boodschap best ga zitten op het toilet. Gezien mijn leeftijd is dat beter voor mijn prostaat, aldus mijn dokter. Nu ben ik al een paar keer op bezoek geweest in het KMSKA en de toiletten zijn er genderneutraal. Zo staat het ook op hun website. Maar toegegeven, duidelijk is het niet. Zo staan er nog urinoirs en die kan je bezwaarlijk genderneutraal noemen. Afijn, daar moet ik geen tekening bij maken.  Ook de symbolen boven de deuren zijn ietwat verwarrend. Er staat weliswaar geen mannetje of vrouwtje, wat dus betekent dat ze genderneutraal zijn. Mijn advies aan het museum: zorg voor enkel zittende toiletten, zoals bij jullie collega's van het fotomuseum iets verderop.  Ik begaf me voor alle zekerheid naar het lokaal waar de urinoirs staan. Daar is ook een zittend toilet, maar dat bleef de hele tijd bezet. Omdat ik een dringende boodschap had, ging ik naar de toiletten ernaast. Die zijn allemaal zittend.  Daar bevonden zich heel wat vrouwen, waarbij dus ook u. De hele groep keek me aan alsof ik de duivel in persoon was die bij Sint-Pieter komt vragen of hij welkom is. Toen sprak u me aan. "Gij moogt hier niet binnen meneer", zei u. U zei dat redelijk luid, waardoor de vrouwen nog meer naar me keken. Ik kreeg er zelfs een beetje schrik van.  "Daar moet u zijn", zei u opnieuw vrij fors. U nam me letterlijk terug mee naar de toiletten ernaast en u wees naar de urinoirs. "Kijk, die zijn voor u." Ik voelde me een beetje zoals een kleine die door de kleuterjuf naar zijn potje wordt gebracht. Ik zei nog iets over de genderneutrale symbolen boven de deur en murmelde nog wat over zitten, maar dat was water naar de zee brengen. Het had geen enkele zin, u luisterde al niet meer.  Ik besloot dan maar om mijn kleine boodschap al staande te doen. Het advies van mijn dokter sloeg ik noodgedwongen in de wind. Want de deur van het zittend toilet bleef gesloten.  Ik begrijp mevrouw, dat het tegenwoordig allemaal wat verwarrend is. Ik heb bijvoorbeeld nog meegemaakt dat er aan de gevel van café De Kiezel een urinoir stond, waarbij je tijdens het plassen met één hand naar de voorbijgangers kon zwaaien. En er zijn nog zo van die dinges. Het zijn andere tijden.  In de buurt hebben we er ook over gebabbeld. "Ik dacht altijd dat ze het over gember hadden", zei mijn buurman Gust. "Maar het is dus gender. Ze vinden toch wat uit." Mijn andere buurman Omer ("Het is Ömer", verbeterde hij me onlangs) heeft Turkse roots, maar hij heeft nog lang in West-Vlaanderen gewoond. Hij haalde er een beroemde quote uit een tv-serie bij: "Désiré, aje moe kakkn, moe je kakkn!". Och, ge moet hem kennen, Ömer. Maar het is wel een schone wijsheid dat hij zegt.  Ik wil niet langer rond de pot draaien mevrouw. Wat ik vooral wil zeggen is dit: ik had gelijk. Ik had daar naar het toilet gemogen, in tegenstelling tot wat u beweerde. Het is zeker niet mijn bedoeling om de azijnpisser uit te hangen, maar 'zjust is zjust'.  Ondertussen verblijf ik  Met de meeste hoogachting  Désiré Dinges

Désiré Dinges
9 0

Brievenpost van Dinges | Aan de verkeersredactie van VRT NWS

Beste redactie Ik dacht eerlijk gezegd dat het niet meer bestond, maar na even zoeken kwam ik het programma op jullie digitaal platform tegen. Blijkbaar wordt ‘Kijk Uit’ nog altijd uitgezonden, maar niet meer zoals vroeger, meteen na het journaal. Misschien moet u die uitzending in prime time toch heroverwegen, want in de maatschappij, met dat alsmaar drukker wordende verkeer, rijzen er heel wat mobiliteitsvragen.  In de kleedkamers van de VRT hangt wellicht nog een kostuum van oud-rijkswachter Gommar Vervust dat een jonge presenator kan aantrekken. In mijn jonge jaren zag ik hem steevast na het journaal van kwart voor acht een nieuwe verkeersregel verduidelijken.  Geen kwaad woord over de nieuwe presentatoren, maar u kan het ook Hajo Beeckman laten presenteren. Hij is toch jullie mobiliteitsdeskundige. Ik zag hem onlangs bij ‘VRT NWS Laat’ uitleggen waarom het voorstel om overdag maximaal 100 km per uur toe te laten op de autostrade toch geen slecht idee was, terwijl drie vierde van de parlementsleden het tegendeel beweerden. Hij kent er iets van.  Maar kijk, nu ‘Kijk Uit’ enkel nog op zaterdag pal op etenstijd wordt uitgezonden, namelijk om vijf voor zes op ‘VRT 1’, en ergens op ‘VRT MAX’, mis ik telkens de uitzending.  Wellicht daarom heb ik niet meegekregen dat er een nieuwe regel is voor wielertoeristen. Mijn vrouw en ik waren rechtstreeks getuige van de nieuwe maatregel, maar die kwam bij ons, als gewone fietsers, redelijk ingewikkeld over.  Blijkbaar moeten wielertoeristen niet meer bellen als ze in aantocht zijn. Of fluiten. Of 'hallo' en ‘dank u’ zeggen, zodat we braaf en beleefd opzij kunnen gaan. Nee, ze moeten nu roepen waar de andere mensen op rijbaan zich naartoe moeten begeven.  Wat is er gebeurd? Op het verhard en rustiek bospad waar we fietsten, en waar ook wel eens wandelaars te bespeuren zijn, riep een aankomende coureur plots heel luid 'RECHTS!', waarna hij ons meteen passeerde. Ik sprong van het verschieten recht omhoog van mijn zadel. Het kwam me ook ietwat verwarrend over. Moesten wij nu naar rechts? Of ging hij van rechts komen, wat geheel niet logisch zou zijn, want hij kwam natuurlijk van links.  Ik kon hem ook niet vragen wat hij bedoelde, want hij was al snel een paar honderd meter verder. Ik keek achterom of er nog andere coureurs in aantocht waren, want hij reed een pak sneller dan Wout van Aert. Voor hetzelfde geld zaten we in het midden van een wielerwedstrijd.  Nu weet ik niet of hij de nieuwe maatregel correct toepaste, want dat ‘RECHTS!” kwam er bij hem vrij agressief of manu militari uit. Afijn, we waren redelijk van ons melk. Iets verder zagen we twee oudere fietsers aan de kant staan. De fiets van de vrouw lag in de berm. Ik zag de man met zijn zakdoek over zijn voorhoofd wrijven, waarbij hij 'hoezo rechts' mompelde.  U ziet, beste redactie, dat er nog mensen zijn met vragen over deze nieuwe fietsmaatregel. En er zijn nog van die dinges.  Daarom zou ik het zeker appreciëren mocht u een uitzending van ‘Kijk Uit’ in prime time overwegen. Of u laat de nieuwe maatregel door mobiliteitsdeskundige Hajo Beeckman verduidelijken op het journaal, dat mag natuurlijk ook.  Ondertussen verblijf ik, met de meeste hoogachting,  Désiré Dinges

Désiré Dinges
3 0