Zoeken

Manisch durven zijn

Je kan last hebben van bepaalde stoornissen als schrijver, zoals er zijn: manisch depressief, bipolair, dyslectisch, ADD, ASS noem maar op. Veel voorkomend bij schrijvers. Of niet? Tja, niet altijd. Net als elke andere mens heb je nu eenmaal te kampen met problemen en moeilijke momenten. En ja soms zitten er achter op de zetel van de racewagen een aantal jeugdtrauma’s, een of andere (leer)stoornis en een etiquette die een therapeut ooit op je kleefde toen je het even allemaal niet meer zag zitten.  Ondanks dat is schrijven voor mij ook manisch durven zijn.  Want het is net zoals met kunst maken: het op een geoorloofde manier in een psychose komen en je ding doen. Een manie in een wereld die je zelf creëert en waarin je helemaal jezelf kan zijn. Net zoals bij een carnavalist, waarbij je als hardwerkende burger even kan ontsnappen aan alle ellende en opgedrongen commerce van wat je moet eten, drinken en zien om je goed te voelen. En net op die momenten wanneer je aan je eigen praalwagen mag werken, dan doe je dat met volle overgave. Dat stukje heb ik mezelf toegeëigend in het schrijven, in mijn geflipte wereld die minder gek is dan de wereld daarbuiten, omdat ik het orde en zin kan geven en woorden als gedachten kan weven in personages die voor mij uitzoeken wat echt belangrijk is, omdat het anders te moeilijk is om uit te leggen. Ik wil wel praten en open communiceren, maar al te vaak blokkeert die deur en blijkt dat er niet geluisterd wordt, of ligt wat je zegt te gevoelig.  Dan keer ik introspectief naar binnen, zoekt die angsten op, zoek de uitgang in het schrijven, van wat ik zie en tonen kan. Massa’s schreef ik zo al, ongepubliceerd. De echte kunstenaar is natuurlijk die mens, die dat kan zonder omwegen en zich daarin kwetsbaar durft tonen. Zo ver ben ik nog niet.  Ik zoek en wonder me heel wat af. Wie ben ik in deze wereld? Hoe vergeet ik, zonder vergeten te worden? Hoe laat ik het verlangen los, om verlangend te zijn? Net als Ingmar Bergman zoek ik me een weg door dit leven heen, om te kunnen blijven staan. Na het bestaan. Dus, als schrijver helpt een kleine psychose op tijd en stond, een geforceerde flow met als gevolg een relatiecrisis. Niet makkelijk voor je naasten, maar het is niet anders.  Schrijven is een gelukkig gebrek waar je bij momenten diepongelukkig mag zijn en andere momenten euforisch. Het is die kleine gekte achter zelf opgezochte gesloten muren, omdat het de enige manier is voor je om te overleven. Het is een dans die je voortdurend oplaadt, van snel, naar traag en zo ritmisch doorheen je leven beweegt, je valt en je staat op, je doet een schaarbeweging en een lift, alles om die ander te entertainen terwijl je jezelf uitput. Want je wil verder geraken, verder dan de dag dat je jezelf verloor en niet meer terugvond. Die dag wil je niet opnieuw meemaken, je wil er wel nog over schrijven, maar met afstand.  Je creëert je eigen labyrint en zet de deur open voor de ander, in de hoop dat die jou vindt en zelf ook helder en duidelijk de uitweg ziet, een mooie uitweg die je uiteindelijk zelf – al schrijvend – ook vindt, waarna je in een nieuw verhaal terecht komt. Of hetzelfde verhaal, maar anders, want ja hoeveel verhalen zijn er al wel niet geschreven? Veel, erg veel, en toch verschillend. Schrijven is manisch, en ook zoveel meer dan dat cliché. Het is hard werken op vrije momenten en geloven dat het kan, dat je echt iets te vertellen hebt en je jezelf in het diepst van je zijn vinden kan, in de hoop dat de ander het begrijpt en je die ander kan meenemen, in een avontuur op weg naar zichzelf.  Zo is het en zou het moeten zijn, voor mij althans, en voor jou?  

Bart Vermeer
45 3

wachtend

Ik ben een kluizenaar. Ik hou ervan om in mijn kamer te zitten, met mijn sokken die mijn schenen aanraken als ik in kleermakerszit zit. Tot mijn rechtervoet gaat slapen en ik weer anders moet gaan zitten. Tot mijn hoofd te zwaar wordt voor mijn nek om hem te dragen. Of tot mijn rug schreeuwt voor verlossing. Lezend, film kijkend of idee op schrijvend.  Maar dit is romantisch opgeschreven. Vaak bestaat zo'n dag thuis uit youtube kijken al zoekend naar een nieuwe video. zoekend naar een nieuw medium dat zogenaamd mijn nieuwe inspiratie moet zijn.  Kijkend naar de mensen waarbij het wel lukt om hun ideeën uit te werken tot creaties.  Ik loop vast door al het vergelijken met andere en hun creaties. Ik wil van alles, maar het werkt uit tot niets.  Wachtend leef ik, wachtend op een hele lange wachtlijst. Wachtend tot ik langzaam mezelf in de spiegel zie veranderen. luisterend naar hoe mijn stem steeds nieuwer gaat klinken. Dat mijn stem mij niet meer verraad. Dat ik daar niet meer over na hoef te denken. Dat ik mezelf ouder zie worden en dat ik eindelijk niet meer stil sta.  Maar tegelijkertijd ben ik bang, bang voor dat ene dat niet meer ongedaan kan worden gemaakt. Wat als ik straks in die spiegel kijk en ik diegene niet meer herken? Dat mijn stem niet meer herkend wordt aan de andere kant van de telefoon. Maar ik weet dat ik deze stap nodig heb om te kunnen groeien. Om verder uit te kunnen zoeken wie ik ben. Om me te kunnen uiten als wie ik denk dat ik ben. Om die snor te kunnen groeien.  Het is tijd voor mij om te dansen. Één  worden met mijn lichaam op het ritme van de muziek. tijd om al de niet op tijd uitgewerkte ideeën maar tijd te geven. Tijd om toch nog die puberjongen te zijn. Ik wil niet meer dat meisje zie in de spiegel of dat meisje horen als ik praat of lach.  

Miles
10 1

mémoire du maroc

PARAVAN  Marokko het mooiste land ter wereld met de vriendelijkste mensen.   ************************************************************************************ FOTO GALLERY verf ed  https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/ *********************************************************************************************** Foto: on the road again 2006  https://www.2dehands.be/seller/view/m2074762985 ****************************************************************************************   Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig. http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary ArtTIST
6 0

Het meisje in de spiegel.

Ik heb haar weer gezien vannacht ... Wie, mam? Nou, dat meisje. Heb je gedroomd over een meisje? Nee, ze is hier wel vaker s'nachts, ze stond in de tuin. Het gesprek tussen mijn dementerende moeder, mijn zus en mij, begon gemoedelijk, nu kijken we elkaar gealarmeerd aan. Wat gebeurd hier in huis als wij er niet zijn. Ik besloot om door te vragen; vertel eens, hoe ziet ze er uit weet je dat nog? Mijn moeder peinst in de verte, jong begint ze en ze zegt niets, ze kijkt alleen maar. Ik heb haar al weggejaagd, maar ze gaat niet. Gedachten schieten door onze hoofden, een thuishulp die s'nachts terugkomt? Iemand van buitenaf, die ontdekt heeft dat mijn moeder dementerend is en daar misbruik van maakt? Het zou niet de eerste keer zijn dat dit voorkomt ... Samen controleren we ramen en deuren, kijken in de tuin of daar iets opvalt, niets bijzonders. Ik ga de thuiszorg bellen, er blijkt geen meisje te komen, maar een wat oudere dame, die al jaren ervaring heeft met mensen zoals mijn moeder. Ze beloven extra op te letten en bijzonderheden in het logboek te zetten. Niet helemaal gerustgesteld gaan we naar huis terug. De berichten over het meisje blijven komen van mijn moeder, ze is zelf ook bang geworden en boos omdat ze niet weggaat. Mijn zus is de week erop alleen met haar en vraagt of ze kan aanwijzen waar ze het meisje heeft gezien. Ze lopen samen naar de slaapkamer en mijn moeder kijkt om zich heen. Daar, zegt ze, kijk daar staat ze! Mijn zus draait zich om en staart naar het spiegelbeeld van mijn moeder. Mijn moeder zag zichzelf als meisje in de spiegel, maar herkende haar niet meer. De rust keerde terug in huis, nadat de spiegel was afgedekt. Lot van Tol.

Lot van Tol
26 5

AFSPIEGELINGEN

Toen ik hem zijn vergeten drinkbus aanreikte door de tralies van de ijzeren poort van de atletiekpiste, waar het laatste sportkampje van de zomervakantie uit de startblokken was geschoten, zag ik mezelf in drievoud. De poort was reeds gesloten. Onhandig voor vaders die de drinkbus van hun zoon komen brengen, maar wel veilig. De meeste kinderen van tegenwoordig zijn naast ongeleide projectielen ook vrijpostige mini-volwassenen met een sterkere eigen mening dan die van de gemiddelde HLN-commentator. Er durft er wel eens eentje ontsnappen. Omdat ik niet binnen kan, schal ik de naam van mijn zoon over de sportvelden, waar de dauwdruppels zich nog verstoppen voor de talloze sportschoentjes. Met armwieken en wat ostentatief op en neer springen lukt het me om de aandacht te vangen van een van de begeleiders, nadat ze me waarschijnlijk verwarde met een jogger die op een bizarre plek zijn stretchoefeningen kwam uitvoeren. ‘Mijn zoon was dit vergeten’, zeg ik. Zij en ik weten dat ik bedoel dat ik dat vergeten ben. Maar we verstaan elkaar. Ik overhandig haar de fles en zij geeft hem meteen aan mijn zoon, die er gelijk uit drinkt, om te controleren of zijn vader hem wel heeft gevuld. Dat bleek zo te zijn. Voordat ik huiswaarts keer, blijf ik even staan. Ik zie drie versies van mezelf. Zo gebeurde het wel eens dat ik als negenjarige jongen dingen vergat, zowel thuis als op school of op sportkamp. In de ogen van het zwarte meisje zag ik mezelf op vijftienjarige leeftijd als begeleider van jongere kinderen. Dezelfde vreemde cocktail van een aarzelend voorkomen en korte, vranke woorden. Zoals zij droeg ik toen de boodschap uit: wereld, help mij! en wereld, laat me met rust!Ten slotte zag ik mezelf als mijn eigen vader, die in mijn herinnering altijd blij was dat hij ons ergens kon afzetten. Wellicht moet hij ook deze knagende dualiteit in zijn binnenste hebben gevoeld, want hoewel ik graag even kinderloos ben, mis ik ze al.

Lennart Vanstaen
20 3

Dat zijn tijden die niet meer terugkomen

Ik zit tegenover mijn moeder en mijn gezicht begint te bloeden. Zij wijst me erop, want zelf voel ik niets. In haar bijzijn slaapt het kind; dat is het beste voor iedereen.Ze wil een potje mercurochroom uit haar badkamer halen, weer eens moeder zijn. Ze dringt aan, maar ik verkies een papieren zakdoekje boven een nog roder gezicht. Met wat deppen stopt het bloeden.Ik wist niet dat dat nog bestond, de flesjes 'rood' uit mijn jeugd. Voor geschaafde knieën en ellebogen en troost. Hoewel ik de zorgrol heb overgenomen nu ze zoveel vergeet, ontroert haar gebaar. Ik wou dat ik haar hersenen rood kon kleuren. Repareren wat niet meer te maken valt. Mijn vader komt thuis van het boodschappen doen en begint te vertellen. Over vroeger, toen hij nog een kleine Jozef was.Lang heb ik hem niet gekend, ook al was hij aanwezig, maar de laatste tijd lijkt hij nog snel dingen te willen doorgeven voor het te laat is. Ik hoor hem graag, leer hem graag kennen zo op de valreep.Hoe hij hield van meester Fons, die ook nog eens hun buurman was. Hoe Fons hem tot 'Beste leerling van de klas' maakte. Trots. De spelletjes die meester Fons met zijn leerlingen speelde. Hen opdroeg bewegingloos te blijven zitten, en dan bij iedereen kwam proberen. Tot een straaltje water in de nek.Mijn vader toont het kind, zijn stem kraakt een beetje van weemoed. Hij zegt: dat zijn tijden die niet meer terugkomen.Maar ook: hoe de jongens op hun twaalfde hun eerste sigaret kregen. Hoe vanzelfsprekend dat was.En op school liet de Sint voor elke jongen drie sigaretten achter in de holte voor pennen in de lessenaar.Mijn vader zucht: ja, dertig jaar ben ik nu rookvrij. Ik herinner me zijn pogingen, het vallen en opnieuw proberen. Het autoraampje op een kier tijdens het rijden, wij desondanks achterin in de rook. Toen bracht de Sint al mandarijnen. Met ons drieën gaan we de tuin in voor muntbladeren. Beide ouders plukken en vullen een plastic zakje voor mij, om mee te nemen. De muntgeur bedwelmt meters rondom. Zij zeggen niets (meer) te ruiken. 

Katrin Van de Velde
14 0

Gogol en armoedebestrijding.

  Gogol de Oekraïnse Russische schrijver beschrijft in zijn boek "dode zielen" hoe in die tijd aan armoedebestrijding werd gedaan.De rijke notabelen legden samen voor een schranspartij wat overbleef werd aan de armen gegeven.In onze tijd noemen de rijke notabelen AANDEELHOUDERS.    ****************************************************************************************** foto GALLERY  https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/ ************************************************************************************* foto VERF ED bank HIEREN  https://www.2dehands.be/seller/view/m2107884542 ***********************************************************************************   Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig. http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e      

verf ed: Contemporary ArtTIST
10 0

Viva Forever

Ik weet het nog heel goed, die eerste keer. De zon scheen en ik stond daar, bijna tegen de grijze omwalling, een beetje angstig om me heen koekeloerend, met mijn ontbloot plassertje in de hand. Er ontsnapte pas iets als de kust veilig was. Instinctmatig nam ik wat meer afstand, tegen het spetteren. Na een paar seconden kwam het zelfvertrouwen. Genoeg om plassenderwijs een donkergrijs kasteel te tekenen. Stralen maar! Niet te lang wachten om die allerhoogste toren te tekenen, want dan zou het niet meer lukken.  Toen kwam het. Waarschijnlijk was het al veel vaker gebeurd, maar nu beleefde ik het heel bewust. Een paar seconden voor het einde van de constructiewerken in de kasteelbouw, of met een variant aan verbeeldingskracht het beëindigen van de brandweerbezigheden ... Een rilling! Over heel mijn lichaam. Dat was vreemd, heel vreemd. Ik stopte het brandweerslangetje weer weg in mijn donkerblauwe bermuda en ging ergens in een schaduwrijk hoekje wat zitten nadenken.  Nog nooit had ik iemand over iets gelijkaardigs horen vertellen. Dit was geheid iets unieks. Dat kon bijna niet anders. Wie weet ben ik wel de uitverkorene, dacht ik plots. Misschien heb ik wel magische krachten! Ik keek naar het boompje een paar meter verderop (het was niet veel hoger dan ik), sloot m’n ogen, balde m’n rechtervuist en zei hardop: ‘Ik wil dat je nu meteen groeit ... tot in de hemel!’  Na een paar seconden opende ik mijn hand en strekte mijn vingers zo ver ik kon, zoals Tita Tovenaar dat altijd deed. Hoopvol gingen mijn oogjes weer open. Heel ver zelfs. Niks gebeurde er. Helemaal niks.  Ik liep naar huis en dronk minstens een halve liter water ineens, rechtstreeks uit het kraantje aan de buitenmuur. Op m’n knieën. Ik kon bijna niet meer wachten om opnieuw te gaan plassen en me helemaal te focussen op de beverige bijna-afsluiter. En ja, ik was amper weer de straat overgestoken of ik had plasdrang. Rondkijken, broekje wat naar beneden, plasser in stelling, nog eens om me heen turen en … laten lopen. Telkens toch weer zalig, ook dat. Kastelen waren niet meer van tel, bluswerken evenmin. Ik moest me focussen op dat ene moment: de siddering. Als ze al kwam, want misschien had ik me alles wel ingebeeld. Dat kon. Mijn fantasie hield me wel vaker voor het lapje. En opeens, net toen ik dacht dat het echt zo was, een scoreloos gelijkspel, een teleurstellende brilscore met nul komma nul resultaat … Rilling! Feller nog dan die van een half uurtje geleden. Nu voelde het bijna als een stroomstoot. Alsof ik opgeladen werd. Als het dan al geen magische krachten waren, dan toch iets bovennatuurlijks. Die rillingen maken me onoverwinnelijk, oordeelde ik. Niet dat ik me proefondervindelijk onder de eerste de beste auto wilde gooien, zo stoer en zeker van m’n zaak was ik niet. Nee, zo spectaculair zou het wellicht niet zijn. Ik had ook helemaal niets heldhaftigs. Integendeel. Een bang jongetje, dat was ik. Dagen met talrijke plasbeurten gingen voorbij. Ik bleef gefocust op de rillingen. Het moment van de afsluitende rilling kon ik bijna tot op de seconde voorspellen.  En dan, een paar dagen later, tijdens zo’n huivering … Flits! Elektrische hersenkronkel in mijn hoofd. Uit het niets. Het leek geen eigen gedachte maar een inzicht dat me werd aangereikt, al wist ik niet door wie of wat. Een goddelijke ingeving, of iets dergelijks, waardoor ik ervan overtuigd was dat de sidderingen ervoor zouden zorgen dat ik voor altijd zou blijven leven. Jarenlang heb ik dat geloofd en eraan gedacht tijdens het plassen. Nu nog soms, al heeft de wetenschap en een gegroeid realiteitsbesef mijn kinderlijke wensdroom helemaal weggespoeld.  Voor de volledigheid geef ik even mee dat die medische wetenschap op dit moment geen eensluidende verklaring heeft voor de plasbeving. Een eerste hypothese gaat uit van een koudegevoel en veronderstelt dat de combinatie van de frissere lucht aan onze onderste regionen en het verlaten van warme vloeistof uit ons lichaam een soort onbedwingbare rilling veroorzaakt. Volgens een tweede hypothese ligt het aan een storing in ons autonome zenuwstelsel, het controlecentrum dat instaat voor het proces van urineren, maar ook voor onze ademhaling, spijsvertering en bloeddruk. Een vreemde bijwerking van het plassen is dat onze bloeddruk daalt, waardoor verschillende onderdelen van dat controlecentrum op hetzelfde moment in werking treden en dat levert een kortsluiting op in ons systeem, waardoor we gaan rillen. Mannen zouden er vaker mee te kampen hebben dan vrouwen, omdat ze veelal rechtstaand plassen, waardoor de bloeddrukdaling versterkt zou worden. Volgens medici is er geen reden tot ongerustheid, het is een zeldzaam productiefoutje in ons lichaam, een eigenaardigheid. Jammer maar helaas, geen eeuwig leven. Mijn mening daaromtrent is trouwens allang bijgesteld. Als ik al voor altijd zou kunnen leven, zou ik dat zeker niet alleen willen doen, maar samen met al mijn geliefden en bekenden. Hopelijk leven en beven we nog lang en gelukkig.  

Danny Vandenberk
6 1

Koekoek

'Top of ginnen top, ge komt er ni in!' Ik weet niet hoeveel keer mijn vader dit verhaal tegen mij verteld heeft. Het waren niet zijn woorden. Hij bootste een beruchte Antwerpse portier na van wie ik de naam vergeten ben. Misschien was het nog wel een lutteur die aan de Olympische Spelen had meegedaan. Want die waren er. De Stad heeft ooit een worsteltraditie gehad. Bert Auwera was een naam die hij af en toe dropte. En ergens in de jaren '90 gingen we soms samen fitnessen op het Eilandje bij J. M., die had meegedaan aan de OS van 1976 (mijn geboortejaar) en 1980. We gingen daar trainen, joggen naar de Schelde en het Zuiderterras. En ik worstelde af en toe, zoals in mijn herinneringen, met de vader van J. Ik weet het allemaal niet zo goed meer. Ik sparde, dat staat als een meerpaal boven water, met een oud manneke. Dat moet superintiem geweest zijn. De geur van zweet krijg je niet uit een sportclub. Met mijn smetvrees is mijn lutteurscarrière uiteraard een kort leven beschoren geweest. Ik herinner mij wel plots weer het wenken van de oude sportman om te sparren. Ik wees hem af. Afwijzen is een levenslange carrière van me. Ook tijdens het joggen lieten mijn vader en T., zijn beste partner in crime en kattekwaad, me eens achter aan de wandelbrug over de hangars aan onze eeuwenoude rivier, die er al was voor de stad, omdat ik in mijn ontluikende chronische en klinische depressie weer de fut en het karakter niet had. Maar genoeg ego en zelfmedelijden. Mijn vader heeft tot ergens halverwege jaren '80 in het Statiekwartier gewerkt als barman en garçon in notoire horecazaken zoals The Stones, The Chalet, The Victory en Fouquets. En nachtleven vloeit nogal snel over in onderwereld. Al is dit verhaal redelijk onschuldig, zij het veelzeggend over racisme en blanke aanspraak. The Four Tops kwamen optreden in de één of andere zaak. Toevallig vond ik zelf hun nummer Reach Out, I'll Be There op een Tour of Duty ceedee fantastisch. Ze waren een kwartet zwarte Motownzangers uit Detroit die op dezelfde hoogte stonden als The Supremes en The Tempations. Hun I Can't Help Myself (Sugar Pie, Honey Bunch) heeft 523.477.803 hits op Spotify. Ik schrijf dit eigenlijk omdat ik een compliment had gekregen van een kameraad naar aanleiding van een tekst die ik had geschreven voor de uitvaart van mijn papa'tje. Hij vond dat ik de sfeer van die vervlogen tijd goed bracht. Show, don't tell. Hoor je al de muziek die je ouders luisterden toen je kind was? Bij mij waren dat The Platters als mijn vader onder de zonnebank lag. Ik herinner me ook Wanna Be Startin' Somethin' van Michael Jackson op de pick-up. Vinyl dus, omdat het niet anders kon, cassettes moesten nog doorbreken. Ik zei tegen mijn moeder in de keuken dat ik bij deze muziek allemaal zwarten zag in een soort krijgsdans. Van Soul Makossa en Manu Dibango had ik alleen onbewust gehoord. Wat zag ik echt in mijn hoofd bij deze muziek? Masai, strooien rokjes, speren, schilden, luipaardvellen en tamtams? The sound is er, maar is de geur er ook? De smaak van de jaren '80 ... We gingen naar de Aldi in Borgerokko (mag ik dat schrijven?) aan het Groeningerplein ook al was 't Centrum achter onze hoek aan Hof Ter Loo. Ik vond River Cola best lekker, net zoals de melkchocolade die volgens mij Metro heette, en de prefabhamburgers in aluminium met saus en groenten. In mijn herinnering waren we niet arm. Dronk mijn vader zijn Bacardi met River Cola? Hof Ter Loo was vlak aan de waterzuivering, de teelballen naast de Ring. De Sinksenfoor die nu aan Park Spoor Oost staat, heeft pech als de wind slecht staat. Maar de yuppies van 't Zuid konden ineens het lawaai en de margies niet meer verdragen aan de Gedempte Zuiderdokken. Ja, ja, hoe heet dat nu weer? Intersectionaliteit meets gentrificatie? Vroeger stond de Foor op de Leien. Naar 't schijnt waar de legendarische Ijzeren Brug stond. Ka-doem, ka-doem, ka-doem. In Roemenië zou die nog altijd ergens  dienst doen. Vergeef mij het fake nieuws als het niet waar is. Ik hoor het ook maar in de wind. Die schreeuwt: 'P-FOS, perfluoroctaansulfonzuur.' Ben je mee? Ludo Coeck moest nog verongelukken in zijn BMW, en dan herinner ik mij de onverwachte woorden van onze elitaire geschiedenisleraar, die ik nooit associeerde met het plebejische voetbal: Ludo Coeck trekt als twee druppels water op het Griekse bronzen beeld uit de tweede eeuw voor Christus De Stervende Galliër.   mijmer even pauze iets drinken cola van de Albert Heijn of de Jumbo   In zijn boek Ze hebben mijn vader vermoord schrijft Edouard Louis raak over de onverdraaglijke vrijheid van het Westen. Die vrijheid is relatief. Eigenlijk kan je volgens hem niet of nauwelijks ontsnappen aan je milieu. Meritocratie ten spijt. Om de één of andere reden is er een fatalisme of een determinisme. Proletariërs vinden studeren voor flikkers, school is voor nerds. Hun lot is dan wel de fabriek, een dead-end job. Ik herken die stoerdoenerij. Het zit in alles, een jargon, een dialect (Antwaerps), wat je eet, hoe je je kleedt, met welke auto je rijdt, de schoenen die je voeten omvatten. 'But sir, we are The Four Tops!' 'Top of ginnen top, ge komt er ni in.' Prince zou ooit naar het toilet gegaan zijn in Café Jozef, een legendarisch café aan het Astridplein. Oude vrouwen zochten daar een jonge man. Allochtone mannen zochten daar een verblijfsvergunning. Ondanks hun legendarische status had de portier The Four Tops niet herkend, en als zwarte mannen waren ze niet welkom.   interdit aux chiens et nord-africains   Ik heb eigenlijk nooit gevraagd aan mijn vader of ze dan toch nog opgetreden hebben, of binnengeraakt zijn. Hij sprak wel over Joodse en Libanese klanten. Er is een foto van mijn moeder als jong meisje dansend met Billy Preston, de vijfde Beatle. Een zwarte man, in de VS is het misschien Black, met hoofdletter. De Stervende Galliër was trouwens een Galaat, een Kelt uit Anatolië. Het beeld behoorde in de 17de eeuw tot de Ludovisi-familie. De Stervende Galliër of Ludo Coeck   P.S.: Abdul 'Duke' Fakir was het laatste levende originele lid van The Four Tops en stierf op 22 juli 2024 op 88-jarige leeftijd. Rusten ook in vrede: Levi Stubbs, Renaldo 'Obie' Benson en Lawrence Payton. The Four Tops - I Can't Help Myself (1965)    

Kameraad 60
59 1

Oneindig diep

Wie dorst heeft komen tot de bron en ik zal hem water des levens geven."Schrijf: deze bron is oneindig diep."Elk ieder die hier van drinkt zal geen dorst meer lijden. "Zet je ziel op papier."Hoe heeft iemand zo veel liefde getoond om te sterven voor zijn vrienden?"Word doorboort en blijf hier."De verhalen zijn uiteenlopend over wat echt is gebeurt. "We staan aan een kruispunt en moeten kiezen." Kijk. Ik barst open in bloed en water zodat de dorre woestijn mijn vocht drinkt en terug bloeit en de kudde kan grazen in het gras van mijn lichaam. "Dit is het brood waar ik over sprak." Ik hoor de stem van mijn vader zeggen: "Thuis komen is herinneren dat we nooit zijn weg geweest. "De verhalen zijn uiteenlopend hier over. Niet alles is een Heroes Journey. "Ik ben de weg die ik heb weggenomen zodat je hem kunt nemen. Waar zal je vluchten als de aard zelf je opgeeft?" Ik val. Ik val oneindig diep.Telkens als ik vind om me aan vast te houdenversterkt de storm. "je hebt nog steeds je adem en bloed." Vergeef me maar ik vergeet zelf mijn eigen naam hier."Je naam is Aleph want ik geef je de kracht om geest te blazen in zielen rondom je." Vergeef me want ik weet niet welke kracht ik nog heb."Jij bent Yod want je hebt de kracht om dingen te doen schijnen die verborgen waren eerst." Vergeef me maar ik weet niet of ik degenen ben die moet spreken nu?"Wie staat er nu hier?" Ik ben gestort als een drank offer van water en wijn op de grond.Ik ben de bliksem die de hemel opensplijt De priesters wenen en wrijven aarde op hun halfrond.  Ik val. Help mij."Er is geen wetbuiten liefde." Ik val. Help mij."Er is geen wetbuiten liefde." Ik val oneindig diep. ("Neem een moment en kijk: Je vliegt.")

TijlDeconynck
0 0

TIP VAN DE WEEK

19/06; 'Schit - v. (Zuidn.) koedrek.'van Verf EdAnnemarie Estor is dichter. Haar genre-overschrijdende dichtwerk werd bekroond met deHerman de Coninckprijs, de Jan Campert-prijs en de Frederick Turner Prize. Daarnaast is zij voorzitter van de Adviescommissie Podiumliteratuur bij Literatuur Vlaanderen en freelance eindredacteur voor wie geeft om betere teksten. Annemarie Estor tipt deze week 'Schit - v. (Zuidn.) koedrek.'van Verf Ed. "Verf Ed heeft duidelijk Azertyfactor ontdekt als publicatieplek van, voorspel voor en reclamezuil voor zijn vermoedelijk autobiografisch erotisch-pornografisch oeuvre. Dat is mooi, want we krijgen dankzij dagboekachtige fragmenten en verhalen, gedachten, collages en fotografie een multimediaal inkijkje in een rijke belevingswereld. Een van de drijvende krachten hierin is de frustratie over de dominantie van de ‘norm’, het ‘normale’ waaraan we zouden moeten voldoen. Dit zet aan het denken. Wat is dat toch, dat die norm, al zetten we er ons tegen af, ons dwars blijft zitten? Waarom kunnen we onszelf niet zijn? Wat kost het ons om onszelf te zijn? Dit korte gedicht van Verf Ed schijnt hier enig licht op. We krijgen drek over ons heen. Dat is wat het ons kost. Maar hoe meer dit gebeurt, hoe beter we ermee leren omgaan. Dit biedt troost, al is het schrale troost. Wat opvalt is dat Ed een regionaal-dialectisch woord gebruikt: het Kastelse "schit". Kastel ligt in de gemeente Moerzeke. What’s in a name. "Schit" houdt voor mij het midden tussen de Brabantse ‘schijt’ (‘schait’), en het Engelse ‘shit’. Het is een lekker woord, klaar om terrein te winnen, wat mij betreft. Wat ook lekker bekt in dit gedicht is het klankrijm tussen "drek" en "effect". Dat werkt. Ook is er klankverwantschap tussen "ik" en "schit". Misschien voelt de ik zich schit. Het gedicht is compact en gebald, er staat niets te veel in. Dat maakt het potent. Naast het gedicht staat een eigen collage uit de jaren negentig. Ed geeft hier zijn uitleg bij.De uitleg en de collagetekst zijn samen een hele ‘goodiebag’ vol filosofische inzichten, te veel om op te noemen, maar daardoor wordt de publicatie vanuit postmodern gezichtspunt ook wel weer interessant. Eds publicatie op Azertyfactor geeft ook de link mee naar de plek waar zijn fotografisch oeuvre (deels uit de jaren zeventig) te koop staat, een kunstenaar moet immers ook kunnen leven, niewaar, en hij vraagt professionele prijzen. Terecht, want er is hier sprake van een consistent uitgebouwd oeuvre. Het beeldend werk dat Verf Ed te koop aanbiedt is opwindend te noemen. Wat mij opvalt is dat dit werk (en dan heb ik het over gedicht en collage samen) doet denken aan Wim Delvoye’s’ bekende kakmachine ‘Cloaca’, uit het jaar 2000. Artistieke ideeën ontstaan vaak in een geladen maatschappelijk veld. Niet in een vacuüm. In een vacuüm ruikt het overigens ook niet." ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ wir haben die kunst damit wir nicht an der wahrheit zu grande gehen We hebben kunst zodat we niet door de waarheid vernietigd worden Friedrich Nietzsche Filosoof en cultuurcriticus ......................................................................................................................................................... KUNST MOET PRIKKELEN VERF ED  ............................................................................................................................... FOTO GALLERY verf ed https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/ Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig. http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary ArtTIST
14 0