Grijs is lelijk
Grijs, de kleur van een doorsnee Vlaamse dag. Grijze mensen, grijze stoep, grijze straat. Grijs. Geen teken van leven, de kleur van stervende, bloedeloze huid. De kleur van eeuwig doordraaiende fabrieken aan het randje van de stad, van routine, van vervuilde rook en van kijken naar de klok. De kleur van beton. Beton dat ik wil besmeuren met het bloed van grijze mensen op een grijze dag om toch maar iets van kleur te kunnen zien. Grijs is gewoonte, grijs kan droog zijn, maar is meestal nat of op z’n minst vochtig. Grijs is de massa in m’n hoofd maar ik denk liever dat die turkoois is. Niemand kan mij het tegendeel bewijzen, want niemand durft een bijl te kopen in de Brico om er mijn schedelpan mee open te hakken. Dus is mijn grijze massa turkoois. Grijs is de kleur van duiven maar duiven hebben soms ook glanzend paars in hun nek. Duiven zijn de echte rebellen, zij weerstaan het besmettelijke grijs. Zij zijn weerbarstig en dus verdienen zij de kruimels van mijn broodje smos.