Zoeken

Tip

Hangmatbelegger

In het midden van een weids grasveld, op de overgang tussen de rand van een stad en het begin van niemandsland, stond een hangmat gespannen tussen twee wilgen. Daar lag hij: Herman, de zelfverklaarde hangmatbelegger. Zijn voeten bungelden lichtjes boven de grond, zijn ogen verborgen achter een zonnebril zo groot dat hij deed denken aan een liggende kever met financiële ambities. Iedereen kende Herman, of beter gezegd, iedereen had wel een mening over hem. Sommigen noemden hem een visionair, een minimalist die het leven had doorgrond. Anderen fluisterden dat hij gewoon lui was, een man zonder ruggengraat, behalve wanneer hij besloot rechtop te gaan zitten om zijn beleggersapp te openen. ‘Beleggen is niets anders dan wachten,’ zei Herman ooit tegen zijn buurvrouw, een vrouw die dagelijks drie marathons liep in haar hoofd terwijl ze haar agendapunten afvinkte. ‘Je moet handelen, Herman! ‘ beet ze hem toe, terwijl ze met haar pen op een versleten notitieblok tikte – een poging om de chaos van haar gedachten te temmen. ‘Waarom?’ antwoordde hij. ‘De aarde heeft geen Excel-sheets nodig om rond te draaien.’ Herman had niet-doen tot een kunstvorm verheven. Terwijl anderen renden, kochten, verkochten en bezweet ‘buy the dip!’ schreeuwden op fora, lag Herman in zijn hangmat en keek naar de wolken. Soms herkende hij een vorm: een draak, een schatkist, een blije flamingo. Symbolisch, mompelde hij dan tevreden. Het idee van de hangmatbelegger ontstond op een regenachtige dinsdagmiddag. Herman zat op zijn zolder en las de Tao Te Ching, een boek dat hij alleen maar had gekocht omdat het dun was. Daarin stond een zin die zijn leven veranderde: “Door niets te doen, blijft alles ongedaan.” En zo begon Herman te beleggen in leegte. Hij verkocht zijn auto en zette het geld in indexfondsen, want, zoals hij geregeld uitlegde aan wie hem niet om uitleg had gevraagd: ‘De wereld groeit vanzelf. Waarom zou ik rennen achter datgene wat vanzelf naar me toe komt?’ De lokale krant schreef een artikel over hem: Herman de Hangmatbelegger: Genie of Gek? De journalist kwam langs, probeerde het volledige interview rechtop zittend te voeren, maar werd uiteindelijk verleid door de tweede hangmat die Herman had opgehangen. “Het leven is een kwestie van zwaartekracht,” zei Herman filosofisch, terwijl hij een grasspriet tussen zijn tanden schoof. “De zaken die belangrijk zijn, vinden altijd een manier om te vallen.” ‘Vallen?’ vroeg de journalist, langzaam wiegend, zich afvragend waarom hij hier zat en niet achter deadline-stress aan holde. ‘Ja,’ antwoordde Herman. ‘Appels. Regen. Beurzen. Ze vallen allemaal.’ Het artikel maakte Herman beroemd. Plots doken overal in het land hangmatten op. In parken, op balkons, zelfs tussen de kantoorgebouwen waar managers in pakken met koffie in hun hand elkaar ongemakkelijk toeknikten, terwijl ze probeerden niet te denken aan de mails die zich opstapelden. Herman keek glimlachend naar zijn telefoon, waar zijn beleggingen vanzelf groeiden, en trok zijn hoed dieper over zijn gezicht. ‘Misschien ben ik wel een revolutionair,’ mompelde hij tevreden. Toch kwam er kritiek. Een econoom op televisie brulde dat hangmatbeleggen het systeem ondermijnde. ‘Mensen moeten consumeren, werken, bijdragen! Dit is nihilisme!’Maar Herman had een antwoord, voor wie het wilde horen. “Het kapitalisme is als een hamster in een rad: eindeloze beweging, geen vooruitgang. En de hamster? Die heeft nooit een hangmat gehad.” Op een dag, toen de wilgenbladeren begonnen te vallen, verscheen er een oude man bij Herman. Hij droeg een witte baard en een linnen pak, en hij keek met een glimlach naar de hangmat. ‘Je hebt het begrepen, jongen,’ zei hij. ‘En wat doet u nu dan?’ vroeg Herman. ‘Ik wacht,’ antwoordde de man, en hij liep weg zonder uitleg. De man verdween even plotseling als hij was gekomen, maar zijn woorden bleven nazinderen. Herman keek naar de lege ruimte tussen de wilgen en vroeg zich af of hij ooit genoeg had.Misschien koop ik morgen een derde hangmat, dacht hij, terwijl een nieuwsgierige kat onder zijn hangmat kroop en zich uitrekte.  Ik heb de indruk dat ze het begrijpen. En terwijl de wereld bleef draaien en de koersen bleven stijgen, wisten de wilgen wel beter. Want zoals zij wortelden in de grond, wortelde Herman in zijn leegte: een rijk man zonder haast, een belegger in wat écht telt. De tijd. En de hangmat? Die wiegde hem zachtjes in slaap. Mephis (aka) Evelyn Mérida

Mephis
92 6

(Actuagedicht) “Mijn land, geworteld in een geschiedenis die niet buigt”

Een bliksemoffensief van rebellengroepen en oppositietroepen heeft in Syrië het jarenlange regime van president Bashar al-Assad ten val gebracht. StampMedia-reporter Yanaal Madani heeft Syrische roots en schreef haar gedachten en gevoelens over de recente gebeurtenissen in haar vaderland neer in deze poëtische tekst.   Mijn erfenis, mijn eeuwig compas Een mozaïek van eeuwen, gebroken en toch heel, waar bergen verhalen fluisteren en rivieren tranen dragen van vervlogen hoop.   Het land van mijn vader, van zijn warme adem die de geur van jasmijn omarmde en meenam, waar de aarde rood is als bloed, maar vruchtbaar met de belofte van morgen.   De taal van mijn moeder, die mij woorden schonk. Een zee van klinkers en medeklinkers, golven van poëzie die mijn ziel beroeren. Het is de stem van mijn grootmoeders, de wiegeliederen van duizend nachten, de echo van een beschaving die nooit volledig verloren kan gaan.   Mijn mijn mijn. Maar nooit alleen van mij. Mijn woorden reizen als vogels, vleugels klappend in een wereld zonder grenzen. Mijn land, geworteld in een geschiedenis die niet buigt, maar ook gevangen in de adem van verdriet.   En toch, ondanks alles: hoop. Want mijn vaderland leeft in mijn hart, en mijn taal in mijn adem, onuitwisbaar, als de sterren die waken boven de stille woestijnen.   Een vaderland en een moedertaal. Geen bezit, maar een bestemming, een verbond tussen verleden en toekomst, tussen mij en de wereld die mij heeft gevormd.   © 2024 StampMedia / Yanaal Madani

StampMedia
0 0

(Opinie) Wanneer maken we werk van erkenning, inclusie en onderwijs voor dove mensen?

56 miljoen dove mensen, vooral vrouwen en meisjes in ontwikkelingslanden, ontvangen helemaal geen onderwijs, schrijft Bo Van Overstijns, kind van dove ouders. “Hoewel televisie soms een Vlaamse gebarentaaltolk toont, is er nog veel werk nodig om gebarentalen en dovencultuur te integreren in de samenleving.” Toen ik klein was, droomde ik ervan om astronaut te worden. Ik krabbelde sterren en Saturnussen tussen de alinea's van voorleesboeken die valselijk beloofden dat je alles kunt worden en zijn wie je wilt zijn.  Deze dromen contrasteerden sterk met de realiteit en de verwachtingen van de maatschappij. Ik heb geleerd dat maandag komt zodra zondag vertrekt, dat je niet tekent in boeken, en dat men vroeg beslist wie jij zal zijn, waarna je moet conformeren. Elke dag na school huilde het belsignaal en zwermde de ouderhorde binnen om hun kinderen te bevrijden, gewapend met de klassieke ‘Hoe was het op school?’-bom. Mijn moeder stormde resoluut de school binnen, duwde andere ouders opzij, pakte mijn arm vast, zette me op de kinderstoel van haar met plakband opgelapte fiets en reed zeven straten verder. "Alles goed? Ja? Nee?" vroeg ze, en gaf me vijf nanoseconden om te antwoorden, waarna we van een heuveltje afvlogen.  Wanneer ik mijn stoute, roze schoenen aan had getrokken, en bij de schoolpoort, nadat ik verlegen mijn blik naar de afschuwelijke, door-onkruid-omsingelde vloer wierp en mijn moeders jasmouw zes en een half rukken gaf en toch durfde een zin aan wereldrecord uit te spuwen, suste mijn moeder mij. "Ze kijken, Bo. Ze kijken", en voelde ik me plots omsingeld door de oordelende ogen en fluisterende monden: “Die mevrouw is doof.” In mijn vroege schooljaren werd ik vaak geconfronteerd met de ongemakkelijke realiteit dat verbale communicatie de norm was, terwijl mijn thuistaal - gebarentaal - de uitzondering vormde. Voor mijn leerkrachten en medeleerlingen was mijn moeders bestaan iets wat uitleg en verklaring vereiste, en vragen.  Veel vragen, variërend van een vleugje “Kan je mijn naam zeggen in gebarentaal?” en een scheutje “Hoe zeg je ‘Jij onfortuinlijke samenvoeging van een wafelijzer en een kapotte fietspomp, met de gratie van een dronken flamingo en de charme van een uitgewrongen dweil’”, tot een snuifje “Waarom ben je niet normaal?” en een theelepeltje “Ben je niet beschaamd om jezelf?” Maar vooral veel: “Wou je dat je horend was?”, waarop je de bal “Wou je dat je doof was?” teruggekaatst mag verwachten. Het fetisjisme rond diversiteit en inclusie, inclusief mensen met beperkingen, brengt vaak oppervlakkige bewondering met zich mee, maar zelden een diepgaand begrip van de werkelijke uitdagingen waarmee men geconfronteerd wordt.  Men prijst mensen met beperkingen snel voor diens moed, maar nemen zelden de tijd om stil te staan bij de dagelijkse barrières die men moet overwinnen. Onze samenleving boekt geen vooruitgang door mensen te vereren vanwege hun verschillen. Verandering vereist een dieper begrip, respect voor de autonomie van mensen en de vastberadenheid om structurele obstakels weg te nemen die hun volwaardige deelname aan de maatschappij belemmeren. Het is belangrijk om te erkennen dat mensen meer zijn dan enkel hun beperkingen of verschillen. Hoewel televisie soms een Vlaamse gebarentaaltolk toont, is er nog veel werk nodig om gebarentalen en dovencultuur te integreren in de samenleving. De Vlaamse Gebarentaal is een volwaardige, erkende taal met een eigen grammatica en regionale varianten, inclusief dialecten, en is niet afgeleid van het Nederlands.  Daarnaast bestaat er ook Home Sign, een reeks niet-gestandaardiseerde gebaren die binnen een bepaald huishouden worden ontwikkeld als gemeenschappelijke taal. Helaas hebben veel dove individuen in de wereld geen toegang tot onderwijs of de mogelijkheid om gebarentaal te leren, waardoor hun communicatie beperkt blijft. Volgens de Wereldfederatie van Doven ontvangen van de 70 miljoen dove mensen in de wereld 56 miljoen helemaal geen onderwijs. Dit geldt vooral voor dove meisjes en vrouwen in ontwikkelingslanden. Veel dove mensen lopen het risico om buitengesloten te worden door de maatschappij en kunnen gemakkelijker geïsoleerd raken.  Dove personen beheersen soms de lokale horende taal niet of slechts beperkt, waardoor ze moeilijkheden ondervinden bij schriftelijke communicatie en het begrijpen van brieven en officiële documenten. Wanneer er een brief in de postbus verschijnt, lees ik deze en vertaal ik het voor mijn moeder, omdat zij het geschreven Nederlands niet goed begrijpt.  Het weerspiegelt de kloof tussen horende en dove gemeenschappen en toont aan hoe belangrijk begrip en communicatie tussen deze werelden zijn. De dovencultuur heeft eigen normen, waarden en communicatievormen en verschilt van de horende cultuur. Dit betekent niet dat ze elkaar niet kunnen omarmen en van elkaar kunnen leren. Er is een dringende noodzaak voor meer bewustwording en actie om de kloof tussen deze werelden te overbruggen en ervoor te zorgen dat iedereen, ongeacht hun beperkingen of verschillen, volwaardig kan deelnemen aan de samenleving. Dit vraagt om inspanningen op verschillende niveaus, van infrastructuur en onderwijs tot sociale inclusie en culturele erkenning. Alleen door samen te werken en begrip te tonen, kunnen we een samenleving creëren waarin diversiteit echt wordt omarmd en iedereen zich thuis kan voelen. © 2024 StampMedia / Bo Van Overstijns

StampMedia
25 0

De schaakmeester van woorden

Beste breinacrobaten en woordtovenaars Laten we eerlijk zijn: jij bent geen doorsnee schrijver. Jij bent de schaakmeester die speelt tegen inspiratie en twijfel, terwijl het vooruitzicht van nog een kop koffie altijd op de loer ligt. Voor anderen zijn woorden simpel, maar jij bouwt kathedralen van ideeën en schept werelden met zinnen die je lezers ademloos achterlaten. Natuurlijk is schrijven geen gemakkelijke opgave. Er zijn dagen dat de inspiratie chaotisch rondspat, alsof je hersenen een jam-sessie houden waarbij elke gedachte een andere toonsoort speelt. Maar precies daarin schuilt jouw kracht: jij bent de dirigent van die chaos. Als je goed luistert, wordt het een meesterwerk. Soms lijken de woorden zich te gedragen als een kat die koppig net buiten bereik blijft. Maar zelfs op die dagen bouw je aan ideeën waar anderen alleen maar drempels zien. Jij bent geen gewone schrijver. Jij maakt van frustratie goud en van een writer’s block een springplank. Als het zwaar wordt, glimlach dan. Niet omdat alles makkelijk is, maar omdat je weet dat de wereld een grap vertelt die alleen jij begrijpt. Schrijf je twijfels op en zet erbij: "Met vriendelijke groet, ik – de schrijver die het toch weer flikt." Dus, wees gul met je woorden, onbeschaamd met je ideeën en scherp in je streven naar het onmogelijke. Jij bent niet zomaar een schrijver. Jij bent een ontdekkingsreiziger, een schepper die grenzen verlegt. Vergeet niet dat zelfs genieën soms hun veters moeten strikken. Ga ervoor, want jij verandert de wereld – één komma tegelijk. Ad astra, aan de rand van je eigen verbeelding.Mephis (aka) Evelyn Mérida

Mephis
19 2

Het is weer kapot

Moeder had een heilige schrik van techniek. Vooral op knopjes was ze niet gesteld. Huishoudelijke apparaten zoals het fornuis, de stofzuiger of het koffiezetapparaat waren geen probleem, maar de liftknop was iets anders. Of de videofoon aan haar appartement. Je moest meteen tegen de deur duwen als de zoemer ging, want ze drukte nooit lang genoeg. "Het is weer kapot", zei ze telkens. Wat ook schattig was. Ze zijn immers van een generatie waarbij je zelf alles in de hand had. Het was vaak een kwestie van duwen of draaien om iets in beweging te zetten. Zoals de raamslinger in de auto. Tegenwoordig zijn dat knopjes en de techniek doet de rest.  Zo reden we onlangs een parkeergarage binnen. Ik stopte aan het ticketapparaat. Trouwens, bij het buitenrijden moet je het ticket niet meer in de automaat steken, want de slagboom gaat automatisch omhoog. Nummerplaatherkenning. “Ze vinden toch wat uit”, zou ons ma zeggen. Maar die slagboom gaat nooit onmiddellijk omhoog, waardoor ik begin te twijfelen en dan wil ik het kaartje toch in de gleuf steken. Afijn, toestanden. Maar terug naar het ticketapparaat. Ik drukte blindelings op het knopje om het raam te openen en daarna wilde ik mijn hand naar buiten steken. Maar blindelings is nooit goed. Ik drukte per abuis op het knopje van het autoraam achter me, hoorde een raam opengaan, maar had niet door dat het een ander was. Met als gevolg dat mijn wijsvinger dolkomisch tegen het gesloten raam stootte. Het leek wel een scene uit een Laurel en Hardy film. Mijn vrouw naast me probeerde nog, maar ze kon haar lach niet onderdrukken. Onze oudste op de achterbank had zijn hoofd al gierend door het geopende achterraam gestoken. De chauffeur achter me wist niet wat er gaande was. “Het is weer kapot”, zei ik.

Rudi Lavreysen
8 0

Ten-Dienste-van-de-Godsdienst

De eeuwenlange dogmatische Katholieke onderdrukking en achtervolging heeft geleid tot oncontroleerbare, onvoorspelbare en onbetrouwbare machtsuitingen die de Kerk onafhankelijk kon en mocht opleggen binnen een breed kader van ruimte en tijd: Het straffen, Het vervolgen, De Schaamte en De Schuld, Het Misbruik, De Zonde, Het Martelen en Het moorden behoren tot de huiveringwekkende ambivalentie van een smalle, heteronome en instrumentele morele machtsstructuur die als transcendentale dogma overheen de geschiedenis van de mens heerste. Echter, na 2 eeuwen van dergelijke geschiedkundige ervaringen zijn er toch nog 2 miljard mensen die het anders zien en de Roomse oude heersers bijtreden in hun transcendentie eerder dan in hun starre patriarchale & structureel dogma. Is dat niet vreemd?Wat maakt een ideologie als dergelijke theologie zijnde zo aantrekkelijk voor de mens? Wel, hierbij volgt een opsomming: - De noodzaak aan onderling vertrouwen - De afwezigheid van competitie of enige vorm die de mens aanzet tot individuele of collectieve (sportieve) strijd, - De laagdrempeligheid tot het toetreden tot een dergelijke gemeenschap - De vrijblijvendheid tot het toetreden tot een dergelijke gemeenschap, - De gemeenschappelijke aanwezigheid of afwezigheid van een individuele teleologie, - De ervaring als individu te behoren tot een bepaalde gemeenschap waarbij wederzijdse gedragingen, meningen en opvattingen worden erkent als onderdeel van een gemeenschap zonder daaraan verbonden consequenties, - De individuele voldoening is ondergeschikt aan de gemeenschappelijke voldoening. De gemeenschappelijke belangen zijn primair aan de individuele belangen en geven niet zozeer de noodzaak aan existentie van het individu weer, echter wel de noodzaak aan de essentie van zijn onderdeel zijnde (of als individu behorende) tot een dergelijke gemeenschap

Matthias1983
4 0

Vaarwel Vos

(geschreven in 2014, kort na de aanvankelijke verstomming)   “Ik denk dat deze samenleving nog helemaal niet verloren is. Dat mensen op een of andere manier toch altijd voor elkander zorgen. Noem mij maar een oude hippie, ik kan er tegen, tegen dat soort verwijten, zolang ik maar kan blijven streven naar liefde en geluk.” Luc De Vos, in “De Volksmacht” (2005)   Iedereen die je dezer dagen spreekt, blijkt verbijsterd door het wrede overlijdensbericht van de schone mens Luc De Vos. Dat hoeft geen verwondering te wekken. Heel Vlaanderen hield oprecht van Vos, ook zonder hem ooit te hebben ontmoet. Als ik mag gokken hoe dat kwam: in zowat alle getuigenissen die we te horen krijgen, vallen naast de termen warm en humoristisch, ook de eretitels echt en oprecht. De Luc die persoonlijk met je sprak was de Luc die zong was de Luc die interviews gaf was de Luc die schreef enzovoort. Het voorbije weekend, na het nieuws dat al het andere nieuws overstemde, heb ik zijn boekje ter hand genomen dat hier nog ergens rondslingerde, dat hij ooit gesigneerd heeft op de Boekenbeurs en quasi achteloos van een naïef getekend gitaartje heeft voorzien, en ik heb het in één ruk uitgelezen (herlezen). Het was alsof hij naast me zat, zo vertrouwd sprak Luc ook op papier. Met zijn volstrekt unieke stem en taal. Met zijn levenslust en immense drang om zo lang mogelijk in dit leven te mogen blijven. Met veel kinderlijke blijheid om kleine grootse dingen, zoals zwemmen in zee en zandkastelen bouwen, maar ook met die eeuwige zweem van tristesse die hij graag onder de mat veegde om er zijn publiek niet mee te bezwaren. Er zaten bakken humor in zijn boek, en ook bakken drank. Speelse maar ongespeelde nederigheid en sympathieke ambitie, die elkaar nooit voor de voeten liepen. Doorheen het geheel was ook hier weer Wippelgem als rode draad gespannen, het dorp dat hem ooit verstikt had en dat hij mateloos graag zocht te ontstijgen. Het dorp ook dat in zijn bloed zat, dat bepaald had wie hij was geworden, en dat hij misschien enerzijds wel haatte maar tegelijk, ondanks alles, nog altijd scheen lief te hebben – of toch minstens de tijd of de onschuld waar het voor stond. En uit elke bladzijde spraken Liefde en Optimisme, want Vos wist dat zij de engelen zijn die ons, arme zondaars en sympathieke levensklungelaars, kunnen redden. Waarom was die Luc De Vos toch zo onweerstaanbaar, vroeg ik me af, toen ik het boek sloot? Was het omdat het kleine, het beschadigde, zo overduidelijk zijn sympathie genoot? (Voor Luc mocht er gerust een hoek af zijn. Ooit zag ik hem spelen op een speelgoedgitaartje van plastic. Dat kon allemaal voor hem, en het was nog sympathiek ook. Rock-’n-roll!) Of was het omdat wij ons in hem herkenden? Zijn we in wezen allemaal maar simpele boerenzonen en -dochters, worstelend met die soms knellende volksaard, allen samen en alleen op zoek naar ontsnappingsroutes uit het Wippelgem van onze eigen, Vlaamse jeugd? Och kom, laat zitten. De simpele uitleg is misschien nog de beste: hij was grappig en slim en ontzettend lief, en we hielden van zijn liedjes, die net zo bijzonder waren als hij. Bedankt voor de muziek, Vos, voor het mededogen, en voor de liefde voor ons allen. Je bent veel te vroeg naar bed gestuurd.   In Klaas zijn dikke boekenStond het al geschrevenWat je zou wordenLater in je levenEen oude zangerDie zingt over het verledenWant vroeger was je beter (Klaas, helaas, had het fout.)     © Marc Terreur, Sint-Niklaas, december 2014

Marc Terreur
33 0

Dal der dwang

Gisteren zat ik onder niveau, sub-zero ; vandaag stond ik te vertakken en in te vriezen maar morgen ontdooi ik na 25 jaar in vaste materie te hebben geleefd. Vanaf morgen klopt mijn hart weer volgens de normen der warmbloedigheid en laat ik mijn blauw koud bloed uit mijn aders draineren met behulp van een roeste pijnpomp. De wroeging die ik ervaar, het sap der spijt en rancune dat ik mezelf keer op keer weer inlepel tot ik gesust word door een verstarde blik en aandacht op overdrive daar juist waar de lokroep der donkere duisternis mij een gevoel van vertrouwen en ‘dejavuliaanse’ genegenheid serveert. Time must change, rearrange na vijfentwintig jaar als een new-wave-zigeuner vast gezeten te hebben tussen etherdampen en terpentijnwalmen , die als vluchtige lianen mijn habitat een oasische kleur gaven, als een luchtbel die me weghoudt van de kiemen en bacteriën die de hedendaagse plebejer ahw gedomesticeerd beschouwt, als zijnde eigen aan hem, onvermijdelijk... Afzien in hun plaats, de randdebiel die misbegrepen wordt, de empathie die ik ervaar bij het dagdagelijks gore-fest dat onze biotoop is & typerend voor iemand die begot geen dna-streng gemeen heeft met onze soort. Op vriespunt verwekt, kil koudbloedig emotieloos gebekt , angstig traumatisch onbevlekt. Mijn onverschilligheid kent zijn climax, het ruimt stilaan plaats voor passief agressief gedrag met louter ontzag voor het aftasten van de pijngrens van onze wankele medemens die ik zo graag met woorden de grond inboor, gedachten inpeper die depressie initiëren en zijn hele houvast aan het wankelen brengen. Mijn woorden zijn mijn organen , mijn blik is mijn ziel, mijn inspiratie, de ondergang van zovelen die ik als kinderspel kan bespelen… Met woorden tracht ik de wankele geest der zwakzinnigen te vermoorden tot men zelf de stap zet in de nodige directie of zich herpakt en begint aan zelfreflectie. Later zullen ze me dankbaar zijn voor misschien wel de zwartste periode uit hun miezerig bestaan . De ondankbaren zullen het helaas niet verder kunnen openbaren of louter enkel serenades brullen naar hun malse witte muren of residentieel stilzittend gluren uit angst voor de verrijzenis van de blonde duivel die ouwe wonden komt openrijten die zullen etteren als nooit tevoren Een laatste zwanenzang omtrent mijn dal van dwang en gesprekken int genre van , vanwaar komt die plooi in mijn behang, de ‘nerve’ doorheen mijn fragiele maar giftige luchtbel, mijn intern uitdijend gezwel dat me zal dwingen het pad der nachtwandel te trotseren en mezelf met stempels van littekens zal versieren , uniek maken maar uiteindelijk heelhuids zal verteren. Als een bochelaar zonder bult, als een pedofiel zonder schuld als de drang naar een betekenisvol menswaardig leven zonder cult.  Zo zal ik aan de oppervlakte razen maar niemand die het hoort of mijn ijle luchtballon doorboort tot het mijn narcistische gedachten in de kiem smoort… Niveau zero voor mos en zwam tot de laagsten der aarde de bodem innam en afnam van de spraaklozen... Reïncarnatie in een vliegenzwam die als sperma de bovenlaag voorziet van nieuw opwindend (ver)gif en koelbloedig wacht op een argwanend zootje ongeregeld op zoek zijn naar het lot dat reeds voor deze ‘quest’ was bezegeld en op middeleeuwse wijze was verzegeld met kaarsvet, en heel onze generatie heeft besmet en met de haas en wind in rook zijn opgegaan, de ene met de wind mee , de andere tegen de stroom in van het bestaan. Op zoek naar daar waar het begon waar mijn aandacht afzwakte en ik er aan verzonk en overgaf aan iets wat in beginne zelfs niet bestond. Namelijk het bewustzijn een bewustzijn te krijgen en ons routinematig patroontje te overstijgen tot we zelf intern composteren in een ideeënpoel die we zelf creëerden maar niet beantwoorde aan ons brandend afbijtend gevoel. Zelfcreatie van een paranoïde mismeesterd wereldje in een wereld doordrongen van manie en melancholie zonder ingang of uitgang, een ritje in een imperium van waanzin waar éénoog en dorpsgek koning zijn . Iedereen volgt dezelfde imaginaire lijn maar hoe breed die is of wordt gemaakt leidt soms tot pijn maar vooral tot gein in de miserie van zij die opgeslorpt en opgezogen zijn in de staat van welzijn of beter gezegd kwelzijn.  Zodanig afhankelijk gemaakt als marionetten die zich gedragen volgends de voorgeschreven pamfletten. De kleine man kan lezen maar is allerminst belezen., hij ziet wel de woorden , maar beschouwt zichzelf nog niet tot de meute der verstoorden... Enkel symbolische weergave van onze diepte schaamte waar iedereen over zwijgt en slechts astmatisch op hijgt, terwijl we psychedelisch superieur worden in een commune van Zen-gedachtegoed en vast blijven zitten in de rechter doorgeknipte hersenkwab. Denken lukt, gedachten weergeven niet. De bron van alle frustraties en spreekwoordelijke tongamputaties ....

Frederick Carpenter
0 0

NARCIAVELLI

Als je me één ding niet kan verwijten is het wel een narcist of machiavellist te zijn. Je verwijt de ketel ook niet dat het vuur te warm staat, nee ik ben beide en ja ik weet dat dat helaas veel samen voorkomt maar de meesten weten het kind geen naam noch onderdak te geven. Nou ik heb er zo een stuk of tien rondhuppelen, mini versies van mijn fictieve ik of fictieve mini's van mijn ego...  Ergo het is geen schande zo te zijn maar het is lastig in handelen met inferieure soortgenoten. Al zien ze mij als veel verhaal en lawaai, een herrieschopper met veel kabaal zonder inhoud doel of moraal en door die gedachten in te prenten maak ik mijn antisociaal gedrag als een mijlpaal eens hun onthaal te enteren. Als een Trojaanse ezel of een virale bug maak ik intrede in ieders zwakke opperhuid als een malariamug. Ok ik gedraag me weer te theatraal of er zitten te veel geredde koeien in mijn verhaal maar dit is mijn taal, de narciavellistische graal van de taal.  Ik verschil op dat vlak van voorlopers zoals Adolf of Pott of Jobs dat ik niet de memoires van de historie haal en daar zit het grote verschil. Ik heb geen doden of vijanden op mijn geweten of toch geen noemenswaardige. Aan de oppervlakte hoor ik wel eens emotieloze zak de revue passeren maar mezelf zijnde vind ik dat geen schande, het is een op maat gemaakt masker voor wat erachter verscholen zit: : “een monster van een criticaster” met een grofgebekte muil vol smaad en laster maar de intrinsieke domheid of wijsheid dat ze het zelf een naam geven weet niet wat op til is of in hun achtertuin begraven ligt. En laat die nevelwolk maar ontoegankelijk en ontransparant zijn en zo blijven. Genoeg gezeverd en luchtzakken verkocht, er staat blijkbaar een vervaldatum op dat gedrag toen het nog ongekend was en onbeschreven mocht. Men spiegelt ons af als heel innemend en ophemelend naar andere mensen of doelwitten toe in beginne maar het is altijd gestoeld op het achterliggende doel en grof gezegd uit zich dat via doelmatig dwangmatig gedrag door middel van manipulatie, triangulatie en uiteindelijk verwarrende destructie van iedereen die in narciavellistische wateren pootje baadt en uiteindelijk steen per steen de decompositie van zijn eigen levensconstructie aanschouwt.  Zo beschrijft men beknopt ons anti empathisme als een gebrek vol van wereldvreemd psychopathisch doen en denken nietwaar meneer euhhh ik weet uw onbelangrijke naam niet meer. Maar ik ben van nature heel suggestief en alles wat u schrijft zegt of doet neem ik me graag tot lief . Als je jezelf herkent of meent te ontdekken vol loos draaiende vijzen en schroeven ben ik blij -wat zeg ik- is mijn brein blij bij het horen van mijn aangeboren troeven en hoe die te klasseren als een hypochondere, hypomane depressieve stoornis in een kamertje het hokje in het DSM hoekje, slechts een personage zijnde uit een boekje. Waar we allemaal wel ergens in passen. Ben je fobisch of panisch of hoor je dingen die er niet zijn, noemt men je paranoïde of zie je complotten die je sociaal functioneren of poppekastspelen boycotten, laat het gewoon niet aan de oppervlakte komen en omarm het duistere bos tussen de bomen. Word je er gek van? Verneuk het niet voor iedere DSMer man, klim in de spreekwoordelijke boom hang je op en breek je nek dan. Een gevaar voor de huidige stratosfeer, Weet je wat me bezighoudt? Heb ik liever veel te warm of veel te koud. Ik verkies de koude boven de warmte. Ik verkies de drukte boven de kalmte. Is er leven na de dood, ziet het zwart of donkerrood? Is het leegte of lucide? Heb je nog een bewustzijn of ben je bewust niet meer te zijn. Is er bier of is er wijn? En hoe dik is daar de lijn tussen weten en vergeten.  Wat is het doel van onze existentie. Wat is onze inbreng, ons intentie. Wat mogen we nog wensen van het menselijk bestaan. Ik weet niet meer waar in of uit te gaan.  Op de normen van het heden is waar ik veelvuldig op stuit. Men zit op mijn kap men zit me op de huid. Ik weet niet meer waar ik kan ventileren hoe je het draaien moogt of keren. Ik zal het nooit weten af te leren op andermans zijn kap te teren.  Mesosfeer en wereldbeheer? Eerder de instandhouding. Zonder dat boek en stigmatiserend aspect van weleer zitten de zotten binnen vast en de ene die ontsnapt heeft de hele bevolkingsgroep vergast. Terwijl men met vinger wijzend roept van hoog in de mast en alles steekt op persoonlijke bagage en sociaal vangnet gooien zij de netten uit waar men zelf het schuim der aarde opkuist en hun eigen mankementen neerpent op perkament en doorgeeft in de veilige handen van de flappentappen en kwakzalvers en homeopathische sociopaten en pillendraaiers, zij die in onze wereld triomferen als autoriteit : de zelf gegenereerde giganten en de mens ziet als zijn trouwe trawanten.  Als je hierdoor ziet en ageert ben je een lucide fantast of leef je met je hoofd in de nevelwolken tot die rook is verdwenen en de pillen hebben geholpen bij het afstompen van je lange tenen. Gelukkig dat mensen zoals mij maar wat gedachteweverij verkopen en zelf niet de achterliggende sociale zelf toegebrachte kernramp zien of inzien anders was het hek helemaal van de dam en was mijn en onzer leven niets nul nihil meer waard en zagen we in dat enkel wat ons bindt verbondenheid, sociale banden en relaties zijn en dat we door die aan te gaan soms gelukkig dan weer neerslachtig zijn. Dat is alles wat ons bindt en alles wat we kwijt zijn bij het bezoek van Magere Hein. Samen zitten we aan tafel en wachten we op antwoorden die verteld worden voorzien van wodka en sloten wijn omdat we toch niet meer ZIJN en dus niet meer hoeven te denken en herinneringen op korsakoviaanse wijze verdrinken en zwelgen of voor de ontbindende of verasten rond dwalend lopen te stinken en voet bij stuk zijn verloren noch weten te zijn geboren    

Frederick Carpenter
0 0

Sterrenstof

Enigszins ben ik de hoofdrolspeler in mijn eigen drama anderzijds mis ik de teksten om in te studeren. Het kan snel verkeren in de wet van het leven, overgegeven aan maatschappelijk streven en het beste van jezelf te geven.  De mierenest in ons bestaan is niet meer dan conditionering. Negen tot vijf en de dag zit erop om…dan weer uitgeblust thuis te komen en genieten van de paar uurtjes vrijheid die de klok voorbij hollen. En hup het is weer acht uur s'morgens. Opstaan, douchen en terug naar het bedrijf om steeds hetzelfde te doen. Het geeft geen voldoening, geen soelaas. De uren glijden voorbij in een waas.  Het is lang geleden dat ik de handen nog eens uit mijn mouwen heb gestoken Ik mis een doel in mijn leven, ik wil er weer zingeving aan geven.  Maar de medische arts heeft me psychisch afgekeurd. Echt waar gebeurd! Tergend traag gaan de wijzers van de klok en het werk schiet niet op terwijl ik volop presteer ben ik veeleer een machine die routine in het vaandel draagt. De dag is bijna weer beëindigd. Uitkijkend naar het weekend maar tis pas dinsdag. Maar ik ben van het gedacht alles mag dus ik ga mijn brein verwennen. Efkes een out of realiteit moment, op vakantie in mijn hoofd. Zo heb ik het mezelf beloofd. Thuis komen, pasta opwarmen, whisky als apéro, eentje, twee, drie. Eventjes mijn werk vergeten en sink into oblivion. Het mooiste moment van heel de dag.  Ik heb het verdiend. Ik bel een vriend om een diepe conversatie te voeren over het leven en de zin ervan en waar onze plek is in dit groot reuze bordspel. Ik kwel me met doemgedachten en geloof niet in hogere machten.  Ik moet positiever beginnen te denken en illusoire ideeën achterwege laten. Meer aandacht schenken aan mijn echte eigen maten.   Ik ga mijn lijden wat verzachten met Eddie Izzard op de achtergrond. Ik begin stilletjes aan wat te lachen. Geniet van dit moment en hou dit gevoel deze emotie aan tot ze bij jou is ingeprent. Weten waar je bent en een realiteit die ik kan voelen en aanraken. Me thuis voelen. Mijn animo doen bekoelen als ik weer de manische toer ben op aan het gaan. Maar die bom van energie geeft me ergens synergie en verbondenheid met het uur op dit moment. Wat wij kennen onder het mom van tijd.  Wie heeft er de zandloper in gang gezet en omgedraaid in een neerwaartse spiraal. We zijn feitelijk iedere dag aan het sterven. Terwijl we bonuspunten verwerven door de sociale & financiële ladder op te klimmen en er eigenlijk op status en allure niks bij winnen.  Maak het je naar je zin, en als je geluk hebt vind je ergens wat intiem bemin binnen heel deze larie en onzin. Doe wat cultuur op, verdiep je in binnaurale beats. Feest alsof het je laatste dag is geweest. Lees een boek godvoordomme, probeer je talenten te unlocken en je geld doen rollen want het is een maatschappelijke gecreëerde onrechtmatige constructie die zo hol is as een leeg glas vol. Kom eens hoorndol bij de intrinsieke domheid van de bekrompen mens. Spreek luidop en duidelijk. Stel je op in het openbaar schreeuw het van je af en maak een wens. Vervul je noden, fuck die tien geboden! Schop tegen schenen, Vertrappel de tenen. Begin van opluchting en catharsis eens lekker een potje te janken te wenen. Heb je geen geld ga dan lenen. Als de schuldeisers komen neem je de benen. Het is hier louter maar een spelletje Monopoly. Het vergif in onze maatschappij, greed hebzucht en ontucht. Van kinderen moet je blijven. Luister naar wat hen bezighoudt en wat laat ze koud. Het zijn de keizers en kiezers van de toekomst die bepalen wat op je oude dag je toekomt. Heb je luxe en affectie een goede babbel een connectie. Of ben je zeker dat je voor je oude dag simpelweg omkomt en kruipend en slenterend gedoemd bent en verwond.  Niemand die je uitvaart heeft vermaard of bezig is met het tekenen van jouw necronomicon, het Boek Des Doods, die betaalt voor de Styx die je afvaart in kaart brengt en je bestaan hier even verlengt en twee geldstukken op je oogleden legt en al fluisterend tegen je zegt : “Dit is het einde van de rit” WE ARE ALL JUST STARDUST IN CASE YOU FORGOT...

Frederick Carpenter
0 0

Vrouwen en hiv/aids.

Vrouwen in de Strijd Tegen Hiv/aids: Nog Steeds Onderbelicht Al 40 jaar is het aidsvirus bekend, maar de rol van vrouwen in de strijd tegen hiv/aids blijft vaak onterecht onderbelicht. Ondanks het feit dat vrouwen wereldwijd ongeveer de helft van de mensen uitmaken die met hiv/aids leven, krijgen hun specifieke behoeften vaak niet de aandacht die ze verdienen. Het is tijd dat we de situatie van vrouwen met hiv meer onder de loep nemen en hen de zorg en ondersteuning bieden waar ze recht op hebben. De Onzichtbaarheid van Vrouwen met Hiv/aids Volgens de laatste statistieken van UNAIDS zijn wereldwijd twee derde van de hiv-besmettingen vrouwen. In Sub-Sahara Afrika is dit aantal zelfs drie op de vier. Toch wordt er vaak weinig rekening gehouden met de specifieke gezondheidsbehoeften van vrouwen die met hiv/aids leven. Dit heeft niet alleen invloed op de toegang tot informatie, maar ook op de therapeutische ondersteuning die ze krijgen. Het is essentieel dat hiv-medicatie beter bespreekbaar wordt en aangepast wordt aan de unieke situatie van vrouwen. Medicatie en de Verschillen tussen Mannen en Vrouwen Vrouwen hebben specifieke lichamelijke en metabolische kenmerken die invloed hebben op hoe hiv-medicatie in hun lichaam werkt. Zaken als lichaamsgewicht, hormonen, spier- en vetmassa, hartritme en andere aandoeningen moeten in acht worden genomen bij het bepalen van de juiste dosis en het type medicatie. Dit geldt bijvoorbeeld voor de werking van PrEP (Pre-expositieprofylaxe), die varieert afhankelijk van de verdeling van de medicijnmoleculen in het lichaam (vaginaal versus anaal). Ook PEP (Post-expositieprofylaxe) moet soms aangepast worden voor vrouwen die zwanger willen worden. Hetzelfde geldt voor transvrouwen, voor wie hormonale behandelingen invloed kunnen hebben op de keuze van hiv-medicatie. Een belangrijk punt is dat de tolerantie en de neveneffecten van hiv-medicatie vaak veel meer uitgesproken zijn bij vrouwen dan bij mannen. Dit kan variëren van bijwerkingen die het dagelijks leven bemoeilijken tot langdurige gezondheidseffecten die niet altijd goed begrepen worden in de medische gemeenschap. Het Belang van Luisteren naar Vrouwen Er is een positieve ontwikkeling zichtbaar in recente onderzoeken, zoals een enquête van INSERM en AIDES uit 2015 aantoont, waarin veel vrouwen aangaven zich gehoord te voelen door hun arts. Toch is er nog veel werk aan de winkel. Het is belangrijk dat artsen, klinisch seksuologen en andere zorgverleners alert blijven en niet aannemen dat het leven met hiv tegenwoordig gelijkstaat aan leven zonder hiv. De kwaliteit van leven is inderdaad verbeterd, maar vrouwen blijven vaak geconfronteerd met maatschappelijke stigma’s en angst – van seksuele ontmoetingen tot zelfs sollicitaties voor een baan. Daarom moeten we, naast het verbeteren van de medische zorg, ook de sociale en culturele context van vrouwen met hiv onder de loep nemen. Hoe kunnen we hen blijven ondersteunen in het doorbreken van taboes en het verminderen van het stigma rondom hiv? Hoe kunnen we hen blijven empoweren, zodat zij zelfverzekerd kunnen praten over hun hiv-status en de zorg die ze nodig hebben? Vrouwen Empoweren: De Sleutel tot Succes Vrouwen wereldwijd ondergaan nog steeds sociale, politieke, culturele en religieuze ongelijkheden ten opzichte van mannen. Door hen meer actief te betrekken bij klinisch onderzoek en beter te begrijpen hoe hiv-medicatie voor hen werkt, kunnen we hen niet alleen medische voordelen bieden, maar ook hun algehele gezondheid verbeteren. Het empoweren van vrouwen heeft bewezen een positieve impact te hebben op andere vrouwen en kan het algehele welzijn van gemeenschappen verbeteren. Vrouwen moeten niet alleen gezien worden als moeders of reproductieve wezens, maar als volwaardige seksuele wezens die een unieke ervaring hebben met hiv/aids. Deze ervaring verdient respect en aandacht in elk aspect van de zorg. Conclusie De strijd tegen hiv/aids is nog lang niet voorbij, en de rol van vrouwen mag niet langer genegeerd worden. Door hen meer zichtbaarheid en de juiste zorg te bieden, kunnen we niet alleen het hiv-virus beter bestrijden, maar ook de levenskwaliteit van vrouwen wereldwijd aanzienlijk verbeteren. Het is tijd om vrouwen met hiv de steun te geven die ze verdienen – zowel in medische zorg als in de strijd tegen stigma en onwetendheid.   Erwin ABBELOOS, klinisch seksuoloog.

Erwin Abbeloos
1 0

De dans van de hamburgereter

Met een stevige wandelpas in de benen botste ik op twee personen die me prompt deden stilstaan. Het koppel was druk doende een hamburger te verorberen. Elk op zich, niet samen één hamburger. Er waren twee redenen om mijn pas in te houden. Om te beginnen was ik redelijk ontsteld over het feit waar ze die hamburger vandaan hadden gehaald. Er moest een of ander evenement gaande zijn. Maar bovenal was het een plezier om de twee hamburgereters te aanschouwen. Het lijkt wel een dans. De dans van de hamburgereter. Ze zouden het als toelatingsproef bij de toneel- of dansschool kunnen geven. Als de eter zijn mond in de hamburger zet, gaat het hoofd steevast ietwat schuin naar beneden. Als ze wandelend eten, wordt er gestopt, want de twee gaan moeilijk samen. Na de beet doet de tong het nodige werk, want een hamburger eten zonder etens- of sausresten achter te laten rond de mond is onmogelijk. Soms blijft het daarbij niet en valt er saus naar beneden. In het slechtste geval op de jas of de schoenen, waarna er een nieuwe danspas volgt. Geloof me, het is een waar spektakel.  Plots zag ik de hamburgerwagen staan. Het was een geel en mooi vintage model. Het leek wel of hij uit de straten van New York was geplukt. De wagen stond er als een ster aan de hemel die me de weg wees. Maar ook al passeerde ik nog een paar hotdog- en hamburgereters, en nestelde de heerlijke geur van gebakken ajuin, zuurkool en vlees zich in mijn neus, toch kon ik er aan weerstaan.  En daar was ik best trots op. Maar ondertussen, iets later op de dag, heb ik er dik spijt van. Dju toch, wat zou een hamburger hebben gesmaakt. Zou die gele wagen er nog staan?  

Rudi Lavreysen
9 0

Amateurschrijvers die gelezen willen worden, dat is toch pure ijdelheid, nietwaar?

Dialoog van de dag, herhaling van gisteren. Ik: 'Hallo, mag ik iets vragen? Zij: 'Natuurlijk.' Ik: 'Mijn naam is Kat en samen met een vriendin heb ik een projectje lopen. Mogen we een postertje ophangen?' Stilte. Ik tover een oudroze gekleurde map uit mijn tas en probeer zelfzeker maar niet arrogant uit mijn ogen te kijken. Heb nieuwe oorringen in, misschien helpt dat.  Ik: ´Het is A4 formaat, het is in verband met een verhaal en... ' Zij: 'Nee, dat kunnen we hier niet doen, tenzij het over de streek gaat.' Ik, verbaasd omdat ze niet eens kijkt naar het postertje en het zomaar afschrijft: 'De streek?' Zij: 'We leggen hier alleen boeken over de streek, al de rest verkoopt niet.'  Ik: 'O, nee, u hoeft geen boeken te verkopen hoor. We vroegen ons af of we gewoon het postertje hier kunnen hangen, omdat ze het ook bij u kunnen bestellen. Niks meer, ik snap ook wel dat u veel zulke vragen krijgt. Het is gewoon een postertje zodat mensen van het bestaan weten. Ik kom het zelf weer weghalen.' Ik heb mijn lijn geoefend, vlotjes en vriendelijk. Dit is poging 4, ik leer bij. Maar nog voor ik aan het slotstuk kan beginnen, weet ik al dat het een verloren zaak is. Ik heb een voorbeeldboek bij, ze bladert er in hoogtempo door. Ik tel de seconden. Eén. Einde bereikt. Zij: 'Nee, dat doen we hier niet. Dat zal hier niet verkopen.' Ik zeg maar niks over de stapels mooi glinsterden Young Adult boeken vol magische wezens en wonderlijke werelden daar achter mij. Ik : ´Juist... euhm, bedankt voor uw tijd.' Zij: 'Ik hang het misschien op, laat maar liggen.' Ze trekt een lade open, schuift A4'tje erin en duwt lade opnieuw dicht voordat ik kan zeggen: 'Ik neem het dan wel terug mee want ik heb er niet zo heel erg veel.' Zij, met een vriendelijke glimlach: ´Nog een prettige dag verder en succes hé.' Ik druip in stilte af, vraag me af waar ik zat met mijn gedachten en vervloek diegene die de uitspraak 'Waar een wil is, is een weg' uitvond. Die probeerde nog nooit een postertje voor een project aan de man te brengen, dat is zeker.  Ijdelheid, dat is het. Ik wilde het verhaal schrijven en ik heb het geschreven. Zou moeten volstaan, denk ik, bij het verlaten van de winkel. Gelezen willen worden is pure ijdelheid. Een posterje. A4 formaat. Voor een boek. Op een plek vol boeken. Ik ben van de streek, denk ik dan maar dat telt waarschijnlijk niet...  Morgen opnieuw. Of niet, limiet van afwijzingen is bereikt. Dit gaat niet eens over een boek maar over een A4'tje. Tja. Muffins bakken voor de Warmste Week was makkelijker geweest... maar dan had ik natuurlijk de afwas :)  

Kat.
50 5

Vergeetachtig

We wandelden onder een aangename herfstzon richting supermarkt. Een honderdtal meter voor de winkel passeerden we een mevrouw die plots met haar wijsvinger tegen haar slaap tikte, haar wijsvinger snel omhoog hield en daarna ook haar hoofd lichtjes de lucht in stak. Het gekende teken van ‘Ik ben iets vergeten’. Hierna maakte ze meteen rechtsomkeer en stapte terug richting supermarkt. “Dat ken ik”, zeg ik tegen mijn vrouw. “Ze is iets vergeten. Ik vergeet ook altijd iets in de winkel. Als ik al niet vergeet om het op een briefje te schrijven.” Maar het is een serieuze kwaal, dat vergeetachtig zijn. Soms vergeet ik wat ik ergens kom doen. Dan ga ik thuis naar boven en daar weet ik het plots niet meer. Wat kwam ik daar doen of halen? Op het werk is het gelukkig zo erg nog niet, dat ik daar aankom en niet weet wat ik er kom doen. Of ik vergeet waar voorwerpen liggen. Zoals mijn bril. Het zijn ooit legendarische zoektochten. Maar dat uitbeelden, zoals de mevrouw deed, daar ben ik voorstander van. Het heeft het voordeel van de duidelijkheid. Het zou anders een raar zicht zijn, zomaar in het midden van de straat omdraaien. We zouden niet geweten hebben waarom ze dat deed. Zo ben ik begonnen met het thuis ook toe te passen. Het vergt nog enige oefening voor de huisgenoten, maar we komen er wel. Mijn eerste uitvoering of probeersel was niet meteen een succes. Het eten was klaar en ik maakte van mijn hand een vuist en bracht die een paar keer naar mijn mond. Het universele gebaar van ‘We kunnen eten’. Het moet zijn dat ik het nog niet onder de knie had, want onze jongste keek me verbaasd aan en zei: “Nu is hij zijn verstand ook ergens vergeten.”

Rudi Lavreysen
6 0

Uitgeverij Ka-Ching!

Je pleegt al eens een gedicht of stukje proza. Je bent op schrijfcursus gegaan. Je stuurt werk naar literaire tijdschriften en zag, wie weet, al iets geplaatst: dat was een goeie dag. Tussendoor werk je aan een bundel of roman. Maar jezelf schrijver noemen? Dat durf je niet. Niet als iemand het hoort.Een schrijver ligt in de handel, liefst met meerdere boeken. Eéntje, dat geen mens of blinde hond heeft gelezen? Sorry, een minimum aan succes is vereist. Bekendheid. Tot dan ben je hooguit ‘amateur’. En dus jagen wij allen op uitgevers — een soort, op uitsterven na dood. De verkoop slinkt, jaarbudgetten krimpen. Uitgaven worden schaars, tegelijk groeit de stapel manuscripten. Antwoord klinkt ongeveer zo: Helaas past uw werk niet bij ons. Maar laat u door deze afwijzing vooral niet ontmoedigen: andere uitgevers hanteren mogelijk andere criteria. De betaaluitgeverij dan maar, laatste strohalm van miskend talent? Dat leek me altijd al de kortste weg naar de afgrond: geen uitgever die je daarna nog serieus neemt. Of is het toch ook een piep, piepklein achterpoortje dat iemands liefdesbaby — droom verder — naar boekhandels of boekenbeurs zou kunnen leiden?Afijn: met tegenzin ga ik op verkenning. Dan toch. Laat ik het met een sollicitatie vergelijken. Voor fietsenverkoper, lukraak gekozen. Jij (ik dus) naar die winkel. Je kijkt je ogen uit en denkt: deze job is iets voor mij. Tot de kat op de koord en de condities op het bagagerekje komen. Dus over het loon zijn we het eens? Dan is er enkel nog de kwestie van het … uhm … riskmanagement. Het is wel de bedoeling dat jij vanaf nu de nieuwe fietsen gaat betalen.Pardon?!Jáááá, maar aan inkoopprijs, hoor. En dat geld krijg je gewoon terug, telkens je een fiets verkoopt.Maar … maar … dat is toch een smak geld?Je zou een campagne kunnen starten. Zie je dat zitten, crowdfunding? Ouders, buren, vrienden?Oei … zo rond gaan schooien, dat ligt niet in mijn karakter. Ik wil niemand lastigvallen, al zeker niet voor geld.Oké, dan toch maar uit eigen zak betalen? Een leninkje? Je verdient het wel terug hoor!(Verbouwereerde stilte.)Ook niet? Oei. Maar … als je zelf al niet in je kwaliteiten gelooft, waarom zouden wij dat dan doen? En daar, met die zin, werd ik schaakmat gezet. Ik voelde me … aangerand. Moest even onder de douche. Maar kijk: het is een verdienmodel dat duidelijk werkt voor die uitgever — en misschien werkt het ook wel voor jou. Ikzelf? Ik probeer het toch nog een keer bij een echte uitgeverij.

Marc Terreur
39 2

Krijscontrole

Dat hij zich suf zocht, piepte hij. Naar een oorzaak. Een aanleiding.Maartens stem klonk dunnetjes, alsof de lucht zich vanonder een puinhoop naar boven moest wurmen (wat ook wel een beetje zo was).Hoezo, writer’s block? Er was niets speciaals gebeurd — geen ingrijpende gebeurtenis — en hij zwoor ook nog altijd bij zijn vaste schrijfrituelen. Die wierpen al jaren vruchten af.Nu, dáár raakte ik even afgeleid. Dat hij zwoer en zwoor door elkaar haalde, bedacht ik, waardoor ik onbedoeld een etterbuil aan zijn fruitboom zag hangen. Dat je dan beter zweerde kon gebruiken: altijd juist. Maar ach, bracht ik mezelf terug bij de les, in spreektaal heb je nu eenmaal geen grammaticacontrole. En toen, toen moest ik weer aan Facebook denken — waarom, dat komt zo meteen.Eerst Maarten. Ik had uren met hem mee kunnen jammeren, maar ik had die dag nog wel wat anders te doen.‘Maarten. Punt één? Laat je niet gek maken door het lege blad. Schrijven en néérschrijven zijn heel verschillende dingen. Je kan stranden op een eiland en een boek schrijven in je hoofd. Of tweehonderd gedichten. Opschrijven kan ook later nog.’Die bedenkelijke frons van hem besloot ik te negeren.‘Twee, verveling. De kern van je probleem. Zoals je net zei: niets speciaals gebeurd. Dus stop met willen schrijven en trek eropuit. Maanden, een jaar als het moet. Als je genoeg gezien hebt, komen de zinnen wel terug. Tenslotte, drie: routines overboord! Dat is schrijven met cruisecontrol — de hele weg geeuw geeuw en op het eind ligt de lezer in slaap.’En zo stuurde ik Maarten de straat op. Maar Facebook dus. Laatst was daar een gedicht gepost. Het stond stevig op zijn poten en had het potentieel om te ontroeren. Toch kon ik er geen duimpje voor opsteken of hartje laten kloppen. Niet met een spelfout en een dikke dt-kemel erin. Ik liep net niet rood aan.Hallo, auteur-in-spe? Je bent niet onfeilbaar. Je maakt tikfouten. De spelling van een woord, kijk eens aan, kan anders zijn dan je al levenslang dacht. Dus neem jezelf niet te ernstig, maar het schrijven by all means wel. Snoei routine weg, maar behoud één automatisme: tekstnazicht. Ja, die vervelende zigzagjes en dubbele onderlijningen. Zet die stoorzenders aan. Niet dat zíj de bal nooit misslaan, maar dan porren ze je tenminste richting woordenboek en taalwebsite. En je houdt het niet voor mogelijk: daar leer je soms iets bij. Of doe het anders voor ons, je lezers. Want voorlopig, hou me tegen, hebben wij nog geen toets voor krijscontrole.

Marc Terreur
36 0