onderhuids 1
Een van de meest trieste dingen is, vind ik, alleen verhuizen. Bruin jurkje, bloemenpatronen. Naakte enkels. Ze vulde haar kleine sportwagen zoals ik blokken opruimde. Haar zetel raakte bijna het stuur. Bruine krullen voor haar groene ogen.'Waar ga je?' vroeg ik. 'Weg.''Waarom ga je weg?' vroeg ik.'Is het niet raar dat de dingen die belangrijk zijn, net zo vuil laat worden?'Ze streek met een vinger over het dak van haar auto. Liet haar zwarte wijsvinger dansen voor mijn ogen.Haar auto was inderdaad vuil, de velgen waren stoffig, de voorste zelfs zwart.'Vrijheid is kiezen voor chaos,' zei ze. 'En dat is ook kiezen voor alle onzekerheden en eenzaamheid.''Waarom? Waarom kies je dan voor al die dingen?' vroeg ik.Deze hele ontmoeting had iets magisch. Een zekere wortel van het lot dat even boven de grond stak om zich dat in de kern van de aarde te begraven. Een voorstukje uit een film.Ik had een paar jaar geleden ook zoiets meegemaakt. Deze vrouw liet me daaraan denken.
Ik kwam terug van school, zette de fiets weg en stormde de trappen op. De boekentas bonkte op mijn rug, het lawaai galmde door de hal.Wat ik niet doorhad, eerst, is dat ik in al mijn enthousiasme een verdieping te hoog klom.De deur zwaaide open en de rugzak gleed van me af. Het viel me niet direct op maar het voelde allemaal net iets anders. Ik groette mijn ouders, ze keken star naar buiten. Er was een lege cribbe in de woonkamer, onder het raam. Ik vroeg hen waarom dat daar lag. Ze hielden elkaar vast, ze zeiden niets. Ik nam een koek uit de kast.In mijn kamer viel het me op hoe alles op een andere plaats lag. Mijn witte bed, witte kast en bureau. Een doos vol autotjes en een speelmat met een stratenplan. Ik haalde mijn schouders op en speelde op de mat met de autos.Een vreemd gevoel bekroop me, ik keek op. Aan de deur zag ik mezelf naar me kijken. Lijkbleek.Mijn hart sloeg over, als een oerkreet van miserie. Zwak. Trillerig. Ik keek de jongen aan. Toen wist ik wat ik voelde, ik hoorde hier niet thuis.In een panische toestand schoot ik langs hem heen en rende ik naar buiten.Ik was bijna bij mijn fiets toen ik mijn moeder zag. Mijn echte moeder.Mijn echte, bange, trillerige moeder. Ze vroeg me waar ik was geweest.
Datzelfde gevoel had ik nu met de verhuizende vrouw. Die verlatenheid. De eenzaamheid van kartonnen dozen, wankel gestapeld op lederen zetels.'Soms wordt vrijheid je aangeboden, soms verworven,' zei ze. 'Je moet het altijd overwegen. Twijfelen als een pendule. Dat ben je op de juiste plek.'Mijn hoofd duizelde van zoveel uiteenlopende onderwerpen. Ze leek willekeurig haar ballast in de zee te gooien. Ik was het net dat haar schatten opviste. Ze sloot de deur en de motor zoemde.Ik keek haar zwijgend na tot ze rechts afsloeg bij de rotonde. In mijn hoofd stelde ik me voor dat ze voor altijd die rotonde nam. Als een goudvis in een kom. Die kom, stelde ik me voor, zou ik altijd proper houden.