Wat doe je met de schoolwerkjes van je kinderen?
Kinderen zijn de pest voor elke ouder. Je werkt je de benen onder het lijf, windt jezelf op in eindeloze files, verliest je hoofd in de dagelijkse stroom e-mails, sms’en en telefoons, duizelt zo hard dat zelfs een familiepak Rilatine geen klaarheid schept, breekt je hoofd over wat voor zooi je vanavond weer gaat koken, kiest uiteindelijk toch voor een diepvriesmaal of een Happy Meal, en als je eindelijk thuiskomt van die plek tussen het vagevuur en de hel die jouw job is, dan krijg je het gezeik van de kinderen over je heen.
De kids. Die schattige oogappels, waarvoor je bereid bent nietjes in je tepels te schieten. Je zou ze wel kunnen wurgen. Zeker voor ouders met ADHD is de rommel van kinderen een wetenschappelijk bewezen foltertechniek. Vooral de ontelbare tekeningen en knutselwerkjes die ze meebrengen van school hangen je de keel uit. Zelf zijn de kleine serpenten apetrots op de krabbels en hersenscheten die ze op het papier braken. Jij daarentegen - als hooggeschoolde cultuurminnaar - wéét dat hun productie ongeïnspireerde bagger is.
Eén blik in de schitterende puppy-ogen van deze lopende en jengelende nagels aan jouw doodskist is echter voldoende om je ouderhart te doen smelten, of toch minstens een tikkeltje sneller te doen kloppen. Dus houd je die rommel bij. Uit nostalgie en om de lieve vrede te bewaren.
Niettemin raden we ouders met ADHD aan om tijdig paal en perk te stellen aan deze ongein. Laat de onvoorwaardelijke liefde voor je kinderen geen obstakel wezen voor je geluk . Constante overprikkeling is immers de grootste vijand van een ADHD’er en kinderen zijn beruchte prikkelbronnen.
Voor ouders die met het gevreesde fenomeen ‘schoolwerkje’ te maken krijgen, bestaat er gelukkig een handig trucje om het probleem vakkundig te elimineren - en tegelijk je kind een goede levensles te geven. De methode is verassend eenvoudig.
Elk nieuw werkje of uitmuntend cijfer dat jouw zoon, dochter, X of hermafrodiet mee naar huis neemt, kan je bevestigen aan een prikbord op een zichtbare plek in je huis. De meest logische plaats daarvoor is het toilet of – als je liever op je gemak schijt – de keuken.
Met elk nieuw werkje dat je op het prikbord bevestigt, verwijder je uiteraard een oud werkje. Dat werkje bewaar je in een speciale doos met een afsluitbaar deksel. Je kan een Tupperware-doos nemen, maar met de finaliteit van de volgende stap in het achterhoofd kies je beter voor een houten of kartonnen exemplaar. Om jouw kind een gevoel van eigenheid en zelfwaarde te geven kan je de doos in zijn/haar/x favoriete kleur verven of het een speciale naam geven, zoals ‘Wonderdoos’ of ‘Talentenbox’.
Als het doosje met oude werkjes vol is, dan werp je die simpelweg in de open haard. Zo is er weer ruimte in jouw woning en in jouw hoofd. Bovendien heeft je kind zo een wijze levensles geleerd. Nu weet hij/zij/x/het dat het perfect normaal is om oude dingen te vervangen door nieuwe zaken, zelfs als die nieuwe werkjes in feite geen vooruitgang betekenen ten opzichte van de vorige. Het leven is immers een cirkel. De levenden voeden zich met de doden. Uit as zijt gij geboren en tot as zult gij wederkeren.
Je kan de symbolische lading van deze techniek kracht bij zetten door de ‘Wonderdoos’ te gebruiken als brandstof voor een zomerse barbecue. Zo kan je erop wijzen dat de werkjes niets voor niets verloren zijn gegaan. Zij houden het vuur brandende, waardoor jullie nu lekkere worstjes, satés en koteletten kunnen eten.
De barbecue kan je overigens ook aangrijpen om kinderen vertrouwd te maken met het fenomeen ‘rouw’. Je kan bijvoorbeeld de worsten, koteletten en satés vervangen door Bunnie, het konijn van je zoon, dochter, x of hermafrodiet. Gezamenlijk het huisdier verorberen is de perfecte manier om je kind te tonen dat de dood geen vijand is, maar een noodzakelijk onderdeel van de natuurlijke cyclus. Ook de dood is deel van het leven. Net zoals wij ooit elkander ten grave zullen dragen, zo dragen wij heden ten dage het konijn Bunnie ten mage.
Pieter Van der Schoot