Zoeken

EPIFANIE OP DE TURNHOUTSEBAAN

Nadat mijn ik mijn honger had gestild met een dampende kom havermout verliet ik zoals elke ochtend mijn woning te Deurne. Ik wuifde mijn vrouw en kroost uit met mijn zakdoek en besteeg mijn stalen ros om richting stad te galopperen. Ik droeg voor die gelegenheid een lange broek, sportieve schoenen en een trui, met daarover een uit honderd procent polyester vervaardigd jasje. Ook had ik voor de zekerheid mijn regenjas en -broek bij. Terwijl ik de straat uitreed, zag ik een moeder haar kinderen inpakken in wol alsof het sneeuwde. Helemaal ongelijk kon ik haar niet geven, want het was best koud. De straat rook naar haardvuur en Sinterklaas. Ik fietste het park door en de beuken bliezen hun bladeren rond mijn oren, alsof ze wilden wedijveren met de regen. Daardoor kleurden zij de grond onder mijn wielen ook in alle tinten tussen geel en bruin. Ik werd getroffen door een echt herfstgevoel, hoewel ik een uur geleden aan de winter moest denken. De zon wurmde zich door het wolkendek en scheen opeens hard, alsof iemand haar had tekortgedaan. Ik liet me gewillig beschijnen en draaide naar links, de Noordersingel op. Bij het rood licht stopte ik om mijn laagje polyester in mijn fietszak te steken en ik keek in de ogen van een vrouw aan de overkant van het zebrapad die net hetzelfde deed, alsof er een spiegel in het midden stond. We wisselden een glimlach die vertelde dat we elkaar begrepen en, maar dat verzon ik er misschien bij, dat we als echte Belgen over het weer hadden gesproken, zelfs zonder woorden. Bij het kruisen passeerde ik niet alleen haar lach maar ook die van enkele kinderen die druk aan het palaveren waren en om ter stoerste allerlei manoeuvres met hun rijwiel uithaalden. Een van hen had een jasje opengehangen, maar de rest ging gekleed in slechts een T-shirt. Ze hadden het over voetbal en wat ze na school gingen doen. De zomer is nog hier, dacht ik. Halverwege de goed gevulde Turnhoutsebaan zag ik kersverse ouders in de deuropening staan met een onuitwisbare glimlach op hun gezicht. De vriendin of buurvrouw die net had aangebeld mocht hun kindje even in de armen sluiten. Op de verdieping daarboven opende een oude man zijn raam en floot een vrolijk deuntje de straat op, dat boven het verkeer uitsteeg. Iets verderop merkte ik hoe een vrouw haar woning wilde verlaten maar niet kon beslissen of ze haar paraplu al dan niet zou meenemen, waarbij ze omhoog keek, wachtend op een duim van god. Een jonge kerel passeerde haar drempel en struikelde half, omdat zijn ogen gefixeerd waren op zijn schermpje. Waarschijnlijk buienradar.be. Vooral die besluiteloosheid deed me aan de lente denken. Op dat moment schoot het lied Carry me Ohio van Sun Kil Moon als een van Cupido’s pijlen in mijn binnenste. Een erg melancholisch lied, dat me altijd meeneemt naar mei 2015, toen ik het lied leerde kennen en ik een maand later mijn zoon in mijn handen hield. Ik besefte dat ik zowel de moon als de sun al had gezien vandaag en dat alle seizoenen zich aan mij in verschillende gedaantes hadden geopenbaard. Ze zeggen altijd dat je volgens de seizoenen moet leven, maar ik had ze nog nooit allemaal tegelijk gevoeld. Het is een explosieve sensatie.

Lennart Vanstaen
14 1

Hoe Het Voornamelijk Niet Te Doen In Het Leven I

I Eline & Alexander   Ik werd geboren in het jaar 1992 . Ik herinner me natuurlijk niet wat er dat jaar allemaal gebeurd is & heb momenteel zelfs niet de intentie noch de zin om Google even te raadplegen . Ik weet dat de kernramp van Tsjernobyl niet zoveel jaar ervoor is gebeurd . Geen idee hoeveel jaar ,  niet de intentie noch de zin om Google te raadplegen . Ik ben er zeker van dat die ramp niet ver van 92 verwijderd is omdat mijn inkijk in de geschiedenis van de mensheid nog niet zo slecht is , maar ben er honderd procent van overtuigd door het eerste vriendje van mijn eerste en tot nog toe enige partner in crime in het cohousen . Haar naam was Eline . Zijn naam was Alexander , en hij had een misvormd rechterhandje . Ik weet nog de eerste keer dat ik zijn hand schudde , dat ik toen al iets vreemd opmerkte . Hij deed ook fel zijn best onderweg naar het Marrokkaanse restaurant waar we gingen eten voor mijn huisgenote haar verjaardag , om zijn hand te verbergen . Hij stak ze letterlijk in zijn mouw , alsof hij het te koud had begin Juli. Het vreemde is , hij kon niet anders als weten dat ik wist dat er iets niet klopte , want ik had zijn hand al geschud . En toch . Toen ik tegenover hem zat op het terras van de zaak , leek het nog erger . Hij zat er eigenlijk zonder rechterhand . Ik heb er geen vragen over gesteld hij geneerde zich duidelijk al genoeg . Erg , dat je jezelf zo iets moet aanleren . Maar ik leef met een mentale psychische beperking die zie je niet . Ik heb geen recht van spreken . Ik weet niet welke blikken hij krijgt , of welke pesterijen hij als kind heeft meegemaakt . Ik ken de mijne wel , maar niet de zijne . De reden waarom ik van het weinige jaarverschil tussen de kernramp en mijn geboorte overtuigd ben , is omdat hij niet zoveel ouder was als mij & hij was een kleine 8 maand na de kernramp geboren . Ik weet niet meer exact hoeveel jaren we schelen of wat zijn leeftijd toen of nu is & heb geen zin , noch de intentie om Facebook te raadplegen om zijn leeftijd te ontrafelen . Zijn moeder grapte blijkbaar vaak over de hand door de misvorming aan de kernramp te wijten & specifiek de radioactieve wolk die toen over gans Europa zou zijn getrokken . Als je goed hebt opgelet , weet je dat ze toen zwanger was van hem . Door de radioactieve wolk zou er zelfs in delen van Europa roze sneeuw uit de lucht gevallen zijn als ik me niet vergis , ik denk in Polen of Wit-Rusland . Ik zeg wel liever Belarus . Belgische Wit-Russen horen dat ook liever . De hoofdstad is Minsk , buiten dat ik een liefde voor geschiedenis heb hield ik ook van Aardrijkskunde in het middelbaar , maar nét ietsje minder als van geschiedenis . Vandaar dat ik de hoofdstad nog ken . Ik ken denk ik nog steeds alle hoofdsteden van Europa door dat vak & het van buiten drammen in het middelbaar . Waar ik trouwens een bloedhekel aan had , van buiten leren . Stampvoetend rondjes rond de lompe eiken keukentafel doen in de Kruisboslaan te Baal , en terwijl de Franse basisvervoegingen liggen afratelen alsof je het alfabet opnieuw leert opzeggen .   Ons onderwijs slaagt na jaar en dag nog steeds op geen zak , toen niet , nu niet . Ik weet dat , desondanks ik geen kinderen heb & mezelf wijs maak dat ik er geen wil . Er is geen ruimte voor individualiteit of focus op je talenten , nooit geweest . & welke Vlaams kind leert er nu bijvoorbeeld graag fucking Frans? Maar mij ga je niet horen zeggen dat Steiner scholen , waar zelfgroei , zelfontplooiing en individualiteit voorop staan zoveel beter zijn . Want Steinerschool-kinderen zijn vaak opvallend onzeker . Weet ik uit ervaring , er zijn er al enkele mijn revue gepasseerd . Altijd vrijzinnige ouders en veel vrijheid , na verloop des tijds weten ze gewoon niet meer wat ze echt willen omdat zoveel kon , dan zwerven ze a la Van Gogh van hier naar daar & zoeken ze naar iemand die het wel weet , voor zich vervolgens in vergissingen te storten . Kortom de onzekerheid blijft . Maar wie ben ik eigenlijk als watervaleffect-kind ? ASO , TSO , BSO Ik was jaren onzeker . Want heb ‘maar’ een BSO-getuigschrift hotelschool . Stuff to think about politiek . Jammer wel natuurlijk , dat mijn favoriete vakken net aardrijkskunde en geschiedenis waren . Want volgens mijn vader heb je aan de hogere school studies in geschiedenis of aardrijkskunde geen halve reet . ‘Zit gennen toekomst in , want ons Sabine hare vent is maar ne manager van de Quick in Kraainem en dieje hee dat gedaan ‘ .        ⁃       Zei de man met het leercontractdiploma bakkerschool.  Ik weet niet meer exact welke studie mijn tante haar man studeerde & ik ben niet van de intentie om mijn tante waar mijn vader zijn familie al jaren niet meer mee praat , noch mijn vader waar ik nu alweer drie jaar of langer niet meer praat te contacteren op facebook , & heb al helemaal die zin niet eerlijkheidshalve. Sinds ik niet meer met mijn vader praat , ben ik trouwens ook opvallend minder onzeker . Ik weet dat van die roze sneeuw uit de radioactieve Tsjernobylwolk door een Wikipedia-pagina ooit gelezen te hebben , ik ben een wikipediafiel , zoals Nick Cave het zou noemen . Ik hou wel van halve waarheden en dergelijke . Behalve als ze uit de mond van mijn ex-vriendin kwamen . Ik zou kunnen zeggen in welke landen specifiek die sneeuw gevallen is , maar heb nu geen zin noch de intentie om die onvertrouwbare Wikipedia-pagina te gaan liggen opzoeken . Polen & Wit-Rusland grenzen aan elkaar , dus als het niet in een van de twee is , zal het wel in ze alle twee zijn geweest . & als het in andere landen was geweest , wel dat kan me voorlopig gestolen worden . Hij had eigenlijk maar drie vingers . Alexander . Zijn duim , wijs & middelvinger . Alexander de krab had nog wel een leuke bijnaam geweest voor hem te koeioneren in zijn pubertijd . Alexander de krab , misschien had hij wel een goeie premier geweest ? In Maffia 2 hebben ze het op een gegeven moment over ‘Mikey the crab’ die hetzelfde probleem had , maar Mikey zie je nooit in dat spelletje noch zijn krabbenhandje . Alexander speelde gitaar , dus natuurlijk ook met die slechte hand . Hij was linkshandig , en speelde zoals een linkshandige gitarist . Kurt Cobain bijvoorbeeld was rechtshandig maar speelde op een linkshandige gitaar . Alex sloeg de snaren aan met zijn linkerhand & bediende de snaren met het rechterkrabbenhandje . Zoals een echte linkshandige gitarist . Hij had ook geen keuze , hij moest wel van zijn normale hand zijn sterke hand maken . Merkwaardig eigenlijk , ik denk eenieder kind kiest bij het leren schrijven welke hand hem het beste past . Ik denk dat Alexander sowieso met zijn krabbenhandje ook had kunnen schrijven , maar dan toch koos hij als kind voor de de andere linkerhand als sterke hand om zijn krabbenhandje niet veel meer in de kijker te zetten . Hij was er dus op zijn 5 of 6 jaar al mee bezig . Anders zijn . Vreemd zijn . & dat vooral niet te willen laten zien . Dat had hij dan in ieder geval wel gelijk met Cobain , vreemd zijn . Hij verkleedde zich bijvoorbeeld graag als een meisje toen hij kind was & gedroeg zich bewust excentriek op jonge leeftijd voor aandacht te krijgen van zijn labiele moeder . Cobain wou zijn vreemdheid dan weer net wél laten zien , daar is dan weer een verschil tussen hem & Alexander . Verkleden als een meisje … Wat toch zeker toen vreemd was . De dag van vandaag kan alles , de gevolgen zien we later wel ! Waarschijnlijk geldt dit ‘alles kan’ wel niet voor waar mijn roots liggen anno 2023 . Misschien binnen 20 jaar wel , de kebab is er bijvoorbeeld nog hip . Cobain is in 67 geboren en in 94 gestorven . Hiervoor moet ik niet zijn Wikipedia-pagina raadplegen , heb in mijn edgy puberteit genoeg naar Nirvana geluisterd & vind hem nog steeds een icoon & 1 van mijn grootste persoonlijke helden dat ooit deze planeet heeft bewandeld . Iemand waar ik naar op kijk & nog steeds . Ik maakte ook ooit op Facebook de donkere grap de dag van mijn 28ste verjaardag ‘Fuck, ik heb het overleefd’ , omdat ik stiekem ergens wel bij de heuse 27 club wou horen , dat had nog wel bij mijn godgans leven vol klotezooi , onomkeerbare fouten en nest gepast . Maar daar zijn we dus voorbij . Ondertussen al vier jaar want ik zit hier als 31 -jarige op de iPad te tokkelen omdat ik vorige week mijn computerscherm richting club 27 heb geklopt . Cobain is geboren op 20 februari . Ik ook . 20 februari 1992 .

Schrikkentist
21 0

INHAALVERDRIET

Bij het opruimen van de lades waarin mijn kroost potloden, slijpers, papier, schaartjes, gommen, invulboekjes, stiften en penselen bewaart, een activiteit die ik tegenwoordig wekelijks doe, stuitte ik op een prinsessenboekje van mijn dochter. Het is een soort vriendenboekje dat ze van een vriendje of vriendinnetje moet gekregen hebben, om de eenvoudige reden dat zij een meisje is en er een slotje aan het boekje hangt, want ze is nog veel te jong om haar geheimen aan het papier toe te vertrouwen, ze kan nog niet eens schrijven. Mocht dat slotje er niet aanhangen, had ze waarschijnlijk gevraagd of we dat boekje niet konden ruilen tegen eentje van Spiderman. Alles wat het slotje nu van de buitenwereld kan beschermen, is haar naam en haar lievelingskleur. Haar broer was op bosklassen en mama zou ook pas ‘s avonds laat thuiskomen. Ik had genoeg te doen en had haar na twee kaartspelletjes, een kussengevecht en een gezamenlijke tekensessie gezegd dat ik nu echt even moest werken en dat ze zich alleen diende te amuseren. Maar zij is niet haar broer. Zij verveelt zich na vijf minuten. Of is het de leeftijd? Is vijf jaar het kookpunt van de ennui? Aan haar eindeloze fantasie kan het alvast niet liggen. Ze vraagt of ik haar wil helpen dat boekje in te vullen. Ik weet nu dat het niet alleen hopeloze verliefden zijn die in ogen kunnen verdrinken. Ook vaders kunnen dat. Na enkele vulvragen zoals wat haar lievelingsdier is (panda) en haar lievelingshuisdier (eveneens panda), komen er tot mijn verbazing serieuzere, bijna diepzinnige vragen aan bod. Op de vraag: wie zorgt er voor jou? verwacht ik een volmondig ‘mama’ als antwoord, maar in de plaats zegt ze niets en wijst ze naar mij, door mij. Ik word overvallen door een gevoel dat ik niet meer dacht te kunnen oproepen, het gevoel papa te zijn voor de eerste keer. Toen ik bijna de weg naar het dak zocht van het UZA om het naar beneden te schreeuwen doorheen de Antwerpse mistbanken op een zaterdagnacht, zodat half Wilrijk en een deel van Edegem zou horen dat ik papa was geworden. Ik trok mijn traan in. Ook mijn vraag: besef je wel hoeveel ik van je hou? slikte ik in, omdat ik vervuld werd met een tomeloos verdriet. Een mooi verdriet. Ik hield halt bij dit porseleinen moment, dat bij elk woord, elke kuch of zucht zou vervliegen. Daarom zweeg ik zo stil mogelijk. En ik dacht in de plaats aan hoe het onmogelijk is voor een vijfjarig kind te beseffen hoeveel haar vader inderdaad van haar houdt. Dat kan ze nooit bevatten. Nooit, totdat ze zelf kinderen heeft. Ik vraag me af of mijn ouders ook naar mij op deze manier hebben gekeken, en ik vind het zo erg voor hen, dat ik toen niet bij machte was die gedachte te delen.

Lennart Vanstaen
29 2

jij ik en iedereen

Ik wil ergens aan beginnen zonder dat daarom gevraagd wordt,dan pas ontstaan er de mooiste dingenzegt ze zo tussen mij en haar inen zonder dat daaraan getwijfeld wordtloop ik soms hand in hand met haar meeéén of ander leven in. Mezelf laat ik weten dat dit leven er zo uit ziet: zwaar, donker, gehavend.Het leven is als een verkrampte spier die jou imiteert op de precieuze momenten.Het is een plek die zo weerzinwekkend met je mee beweegt,dat je er misselijk van wordt. Ik word al snel misselijken jij, ik, en iedereen zouden wat meer aan onszelf moeten denken. Zonder doortastend op zoek te willen gaan naar een oplossingverdraag ik mezelf nog maar eens. Lijk ik verder van jou weg, mezelf tegen te komen.Het doet pijn, dit te willen doorspartelen.Met vlees en bloed altijd wat. Jij deint weg, echoot terug naar me toetussen gepijnigd en sereen in,en even is er iets dat zegt,waar het zich bevindt. Een moment is het stil;daarna komt men weer tot levenen worden jij en ik en iedereen lotgenoten,iets wat we altijd al hadden willen worden. In de ooghoeken van de medestanders,hoor ik mezelf roepen om verpozing of een time-out van dit gebeuren.Maar ook jij wilde ergens aan beginnen zonder dat daarom gevraagd werd.Het is doelgericht willen leven voor zij die ervoor kiezen van zichzelf geschiedenis te maken. Dan kijkt ze naar me, zo alsof ik beter weet.Beter weet dat dingen om ons heen ook namen hebben,beter weet wat angst nodig heeft,beter mezelf tot geniale ideeën heb weten komen,toen ik nog ergens onbezonnen onschuldig was,in een lichaam dat heerste. Nu is alles stram en gewillig aan een leven vol wrakken en oude stukken tijddie ik niet meer lezen kan, niet meer lezen wil.Het deeltje Dries in mij, zal ook sterven.Ook ik ben gelieerd aan situaties vol gepijnigde samenhorigheid.Aan de oevers van mijn dood, sterft eenieder,en mijzelf tot geschiedenis verheffen, is een poging die om en bij de 10 seconden duurde.Het bewonderingswaardige is een fractie te veel blind vertrouwenin jou, mijzelf, en iedereen die erbij wilde zijn. Jij, ik en iedereen kijken mee.Naar Dries die schrijft. Naar Dries die weigert zichzelf te laten kennen.Naar Dries die dergelijke informatie over laat aan jou.Naar Dries die verkrampt wegzakt in Dries. Wil je nog één keer jezelf onder ogen komen,vraagt ze doelbewust,omdat van zelfliefde helden worden gemaakt,en dat jij daar maar een plekje zoekt,om in te mogen blijven zoekennaar een versie die je innerlijke paspoort kan zijn.En dan blijft ze naar je kijken,het vermeende afscheid weigerend.Ik loop hand in eigen hand,één of ander leven in.

Dries Verhaegen
30 0

Biechtgeheim

Begin oktober is het alweer vierentwintig jaar geleden dat mijn vader overleed. Hij ging slapen en werd niet meer wakker. Zomaar. Mijn vader was ook nog niet oud, pas zesenzestig jaar. Ik denk wel dat, hoe hard ook voor ons, dit voor hem wel het mooiste was. Een ziekbed is hem in ieder geval bespaard gebleven. Natuurlijk worden er nog heel vaak anekdotes verteld. Mijn vader was conservatief tot in zijn tenen en een overtuigd katholiek. Niet dat hij ons dit probeerde op te dringen maar toen ik wat ouder was, vond ik het heerlijk om daar met hem over te discussiëren. Ik vond het namelijk onvoorstelbaar dat een clubje oude mannen zoveel macht had. Mijn vader stond daar vanzelfsprekend heel anders tegenover. Toch geloof ik wel dat hij ook plezier had in onze gesprekken. Hij kapte het onderwerp in ieder geval nooit af. Ik luisterde ook graag naar zijn verhalen over vroeger. Over zijn moeder, die meerdere keren per week naar de kerk ging. Over zijn tante, die in de buurt ‘kwezel’ werd genoemd. Ik moest het woord opzoeken, een kwezel is ‘een vrouw met een overdreven vroomheid en overeenkomstige levenswijze’. Ik heb die tante nooit gekend, mijn vader was een nakomertje en zijn familie was nog maar heel klein. Op zich wel jammer, ook dat had vast leuke verhalen opgeleverd. Waar mijn vader ook altijd over vertelde, was over het fenomeen biechten. Zelfs hij vond dat iets raars. Hij vertelde ook altijd dat hij als kleine jongen iedere week moest van zijn moeder. Maar ja, welke vreselijke zonden bega je als je tien jaar oud bent. Gejokt, een koekje uit de trommel gepikt, het was iedere week hetzelfde. Vijf weesgegroetjes en je was weer klaar. Mijn vader vond het maar niks en keek in de catechismus of hij niet iets spannenders kon vinden. De volgende zondag zat hij verwachtingsvol in de biechtstoel. Het schuifje ging open en meneer pastoor vroeg wat hij deze week fout had gedaan. ‘Nou,’ zei mijn vader, ‘ik heb onkuisheid gepleegd.’ Rang, het schuifje ging met een klap dicht en meneer pastoor kwam uit zijn stoel gestoven. Hij pakte mijn vader bij zijn oor en zette hem zonder pardon de kerk uit. Toen hij het vertelde, kwam ik niet meer bij van het lachen. ‘Ja,’ zei hij verontwaardigd, ‘maar weet je wat het ergste was. Ik wist helemaal niet wat onkuisheid was. En niemand wilde het me uitleggen. Het heeft jaren geduurd voor ik er achter kwam.’ Arme pap, dat was nu eens een echt biechtgeheim.    

Machteld
7 0
Tip

Obstakel

Het is zaterdagochtend en het is vroeg. Ik trap me een weg doorheen de regen naar wat het verkeerde treinstation zal blijken. Ik ben te laat, denk ik, en zet nog wat kracht bij. Gelukkig zweet ik niet al te hard onder deze regenjas, dat is dan toch iets. Als ik mijn fiets op slot zet aan het verkeerde station, sijpelt het besef samen met het uitgestelde zweet binnen.Fak. Zonder echt nog te weten waarom, haast ik me naar het spoor voor een stoptrein die me toelaat om over te stappen in Dampoort. Tussen de twee stations in lees ik een verhaal over een vrouw die tekens ziet in de platgereden duiven die ze passeert en ik denk aan het exemplaar dat ik daarnet nipt wist te ontwijken toen ik met een rotvaart op mijn semi-platte banden langs de Coupure stoof. Als ik op het station van mijn overstap aankom is er chaos. De helft van de sporen is afgezet en de andere helft kan je enkel bereiken via dezelfde twee trappen. Het is opgehouden met regenen en de temperatuur stijgt. De regenjassen van de door elkaar lopende reizigers dampen en de lucht voelt klam binnen en buiten mijn mondmasker. Als het zweten al gestopt was onderweg naar hier, dan is die pauze nu definitief voorbij. Het komt met golven van misselijkheid. Er ligt een obstakel op het spoor, hoor ik rondom me. Ik vraag me af wat er classificeert als een obstakel en voel me wat ongemakkelijk in de menigte. Iedereen komt te dicht. Iedereen is een obstakel. Ik wil tegelijkertijd geen en dertig mondmaskers opzetten, wild om me heen beginnen sprayen met ontsmettingsmiddel en mensen herinneren aan die ene pandemie. Geen enkel bord in het station geeft nog treinuren aan, dus ik loop doelloos heen en weer, weg van de mensen en dan weer met de stroom mee, richting de treinen. Door mijn initiële fout – het station van vertrek – had ik mijn overstap toch al gemist, en nu lijkt alles opeens een optie in plaats van een plan. Ik heb te veel en te weinig keuzemogelijkheden. Dan krijg ik op mijn gsm plots een pushmelding over de nieuwe covid-maatregelen in Nederland. De clubs gaan open, zegt de app. Ik denk aan de platgereden duif in Gent en zie de massa mensen rond me in gedachten dansen. Hun plakkerige regenjassen tegen elkaar ritselend, de warmte van mensenlijven een stinkende stoom de ruimte inwalmend. Ik kan de geur bijna ruiken als ik beslis het station uit te lopen. Achter mij hoor ik de trein naar Amsterdam aankomen, volstromen en vertrekken. Ik neem mijn gsm en tik dat ik er niet zal geraken. Obstakel op het spoor, zeg ik, terwijl ik in gedachten een aangereden reuzenduif, poten omhoog, in de treinhal van Antwerpen Centraal verbeeld.

Fien
182 3