Zoeken

Treurwilg

Het regent. Ik weet niet of het al regende in dit nieuwe jaar. Toch wil ik wandelen. Ik trek mijn sportschoenen aan. Waterdoorlatend. Ik weet dus wel zeker dat ik straks voor het eerst natte sokken zal hebben dit jaar. De Brugse Reien liggen er rustig bij. Het regent ondertussen niet meer. Mijn sokken worden wel nog nat. Ik blijf even staan bij de treurwilg die in de bocht van één van de reien staat. De druppels die van de kale takken glijden trekken cirkels in het water. Net op dat plekje regent het nog. Een treurwilg. Letterlijk. Een trieste boom, enkel nog tak en stam en traan. Helemaal ontdaan van het loof. Naakt in zijn boom-zijn. Ergens las ik dat wij ook zo moeten worden. In de winter. Ondergedompeld in verstilling. Ontdaan van de drukte. Geen schermen meer die blauw licht afvuren. De moderne naakte mens, zonder attributen, zonder digitale status. Ingestopt onder een warm deken met enkel het geluid van tikkende regen op het raam. De moderne naakte mens ver weg van de vrolijkheid die het leven moet zijn. Er is rouw. Er is melancholie. Er zijn bedenkingen. Er is menselijke regen die van de takken moet druipen. Zo zuiveren we ons tot de lente. Ondertussen kringelen meer regendruppels in het water. Het regent opnieuw. Het regent, het zegent, zei mijn moeder ooit. Het wordt vooral nat, denk ik. Mijn klamme sokken soppen in mijn sportschoenen. De Brugse Reien vallen even grijs uit als de wolken. De regen komt neer op de kasseien. Nu is het enkel nog wachten. Tot de lente komt.

Jolien Van de Velde
53 0

Een lange arm

Ik ga u iets verklappen. Het is een soort van aandoening of lichamelijk kenmerk. Kortweg gezegd komt het hier op neer. Ik ben aangedaan met korte armen. Ik hoor u zeggen: dan hebt u wellicht ook korte benen. Ja, maar korte armen hebben is een probleem van een andere grootorde. Bovendien krijg je er in de samenleving alsmaar meer problemen mee. Denk maar aan de drive-in waar je een hamburger bestelt. Als de persoon in het raam ook korte armen heeft, heb je een probleem. Of denk aan een betaalparking. Of het recyclagepark. Omdat ik voorzichtig ben aangelegd, parkeer ik de auto altijd iets te ver. Je kan dan net niet bij de knop of de gleuf voor je identiteitskaart. Je leunt voorover, maar de veiligheidsgordel houdt je met een snok tegen. De deur gaat niet open, want daarvoor sta je toch te dicht. Dan maar uit het raam leunen, maar dan lijk je op een hond die in de wind verkoeling zoekt. Het ziet er niet uit. Het ergste is de péage in Frankrijk. Het moet snel gaan. De Fransen zijn er in getraind, die doen het bijna rijdend, met de Franse flair. Zo zal ik niet snel onze trip naar Normandië vergeten. Aan de eerste péage ging het nog. Maar bij de tweede werd ik overmoedig. Ik moest achteruit rijden, want ik kon er met de beste wil van de wereld niet bij. Maar achter mij stond een Fransman volop gas te geven. Het was me een spektakel. Onze jongste heeft op de achterbank gelachen tot we in Bayeux waren. Nu moet u weten, dat is nog een aardige 400 kilometer. Het lachen stopte pas in de hotelkamer en hij hield er de hele avond de hik aan over. Nee, het heeft zo zijn voordelen, een lange arm hebben.

Rudi Lavreysen
20 0

HELD

We zitten waarschijnlijk nog wel wat langer in een lockdown of er komt in het nieuwe jaar weer een enge mutatie waardoor we weer massaal moeten gaan multitasken. Jonglerend met laptops, kinderen en schoolwerk slepen we onszelf weer volledig overvraagd de dag door. Ik ben daar niet zo goed in. Ik kan prima thuiswerken maar ervaar de aanwezigheid van kinderen daarbij als een belemmerende factor. Helemaal wanneer die kinderen ook aan zinnige activiteiten gezet moeten worden. Er is geen basisschooljuf aan mij verloren gegaan, zeg ik eerlijkheidshalve. Het homeskoolen van mijn zoon zie ik dan ook vooral als een confrontatie met de bakken geduld die ik niet bezit. Dan is er nog mijn loslopende kleuter met zeer aanwezige eigen wil en maar weinig respect voor het werkproces van anderen. Ze heeft vooral BEHOEFTEN die ze LUIDKEELS deelt. Ik probeer dapper kinderopvang juf te zijn en mijn dochter met educatief vermaak de dag door te loodsen. Ik hoor je denken: met je eigen kinderen is het geen opvang, nou daar durf ik tegenin te brengen dat die grens enorm vervaagt als het gaat om 24-uurs opvang, weken aan een stuk. Terwijl er niets open is. En het buiten regent. Wanneer er bovendien ook nog andere kinderen komen spelen wordt het ineens een militaire operatie om het geluid van die koters binnen de perken te houden zodat er 2 verdiepingen hoger nog gebeeldbeld kan worden. Daar tussendoor is het dan de bedoeling dat ik mijn eigen to do list nog even efficiënt afgevinkt krijg. Daarin slaagde ik maar half, vloekend, met klotsende oksels en stressvlekken in mijn nek. Ik zei al, ik ben er niet zo goed in.   Ik ben daarnaast gevoelig voor op het oog moeiteloos presterende mede-ouders. Je kent ze wel, die relaxte moeders en vaders (meestal zonder veeleisende baan of thuisblijfouder, geen onbelangrijk detail) die vreugdevol het dagschema afvinken waarin er geleerd wordt, tijd is voor ontspanning, er buiten wordt gewandeld én samen gezond wordt geluncht. Zij schromen niet dit succes juichend te delen. Op straat, of nog erger, in de klasse-appgroep. Ze outshinen de andere ploeteraars met knutselwerkjes en kwaliteitsmomentjes omdat zij wél in hun element zijn, namelijk in hun zelf gekozen baan en werkomgeving. Dat doet heel wat voor je werkplezier, dat zelf gekozen element ervan. Ik krijg het idee dat mijn eigen inzet er schraal bij af steekt, wat ik dan weer niet zo goed los kan laten. Ik ben ook daar niet zo goed in. Mijn aanstaande wel, die haalt een keer zijn schouders op. Ik vraag mij steeds onzekerder wordend af waarom het mij niet lukt om er zoveel plezier in te hebben en wat dat dan wel niet over mij zegt als moeder. Alsof falen in het multitasken alleen al niet genoeg was verdomme. Ik ga proberen het anders te doen in lockdown nummer 2 (of zitten we inmiddels in ronde 3? Ik ben de tel kwijt). Ik heb om te beginnen niet meer de illusie dat ik het fluitend ga doen. Ik ga andere ouders die dat wel veinzen dan ook snoeihard negeren. Hou een ander maar voor de gek. Het zwoegen mag er gewoon zijn, om in yoga taal te spreken. Want ik doe dus 3 banen ineen. Ik herhaal: DRIE banen ineen, waarvan 2 niet persé mijn eerste keuze en met bijzonder kinderachtige collega’s. Ik ben dus eigenlijk een held. Dat op zichzelf is al een prestatie. 2022, kom maar op.   te lezen op: https://www.werkgeluk.nl/column-held/

Marleenvandecamp
22 1

Bouwstenen

Ik heb iets met LEGO! Uren speelplezier hebben deze blokjes mij als kind en tiener bezorgd. Zo heb ik een hele stad gebouwd; van restaurant naar school, tot ziekenhuis; volgens mij was er zelfs een cabaret bij, waarna deze bouwkunsten door de denkbeeldige sloophamer werden gehaald en "het puin" keurig in een lege 15L verfpot verdween.   Als veertiger geniet ik nog steeds van deze steentjes. Ik ben nu gepromoveerd tot AFOL (Adult Fan Of Lego). Al beperk mij tegenwoordig tot de collector’s items, ik kan het niet laten om regelmatig langs de vitrine van de Lego-winkel in Wijnegem – Shop Eat Enjoy te wandelen om het laatste pronkstuk te bewonderen. Afgelopen zondag had ik prijs! Daar stond die dan, uitgestald, als ware het een museumstuk, de replica van een schrijfmachine uit 1864 die gebruikt werd door Ole Kirk Christiansen, oprichter van de Deense multinational. Het katapulteert mij terug naar de lessen mecanografie in de middelbare school en naar mijn gloednieuwe crèmekleurige Remington draagbare schrijfmachine. Ik heb haar heel toepasselijk Remi gedoopt en ze werd mijn kostbaarste bezit. Met de grootste zorg maakte ik wekelijks de zwarte toetsen schoon met een zacht sop. Met dezelfde zorg verving ik het lint zodat Remi haar maagdelijkheid niet verloor.  Dat mijn handen zwart als kool werden tijdens dit proces nam ik er graag bij.   De typeles werd mijn lievelingsvak; niet door het monotoon getokkel en het om het snelst typen maar het was vooral een handig excuus om mijn hoofd leeg te kunnen maken en te dagdromen van een carrière als scenarioschrijver in Hollywood. Pagina's vol heb ik geschreven, de ene zin al vloeiender en coherenter dan de andere. Drama was de rode draad doorheen mijn verhalen. Gebroken gezinnen, eenzaamheid, kleinburgerlijkheid, allemaal zaken die ik dagelijks kon waarnemen en die mij raakten. Tinseltown was te bling bling voor mij. Verder dan een sporadische bijdrage aan de universiteitskrant ben ik niet geraakt maar schrijven blijft een constante in mijn leven.   Op dit hebbeding van 200 EUR kan je weliswaar niet typen, toch is het een sierlijke herinnering aan een jeugd gevuld met creativiteit en een zeer levendige fantasie terwijl ik word aangespoord om mijn hersenspinsels op papier te blijven zetten. En dat is onbetaalbaar. Ja, met LEGO mag ik terug kind zijn.

Mephis
25 1

Talent

De winnaar van het afgelopen jaar werd net bekend gemaakt. Geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt nog ooit deel te nemen aan die wedstrijd. Het was opgezet spel en er waren valsspelers. Hoe kon die nieuwkomer al meteen duizenden volgers hebben? Hij had nog maar twee keer meegedaan, terwijl de vorige winnaar over de tijdspanne van een jaar amper enkele honderden ‘likes’ bij elkaar sprokkelde?Haha, ik zag mijn kans schoon toen de bedenker van de site een panel wilde samenstellen om de leden enige inspraak te verlenen. Ik had mij kandidaat gesteld en behoorde meteen tot het panel. Verschillende medeleden hadden mijn kunnen trouwens meermaals onderkend en geprezen. Al snel kon ik aantonen dat er iets grondig fout liep met het registreren van de ‘vind-ik-leuks’. Mijn vele terechte opmerkingen werden toegejuicht, zodanig zelfs dat de bedenker snel spijt kreeg van de macht die zijn panel verwierf. Dus doekte hij het op. Dan bleek dat er slechts drie waarachtige panelleden bestonden en dat de overige één en dezelfde persoon waren, de bedenker zelf. Omdat ik mij hierover teveel roerde en één en ander aan het licht bracht, bedacht de bedenker dat mijn houding niet meer strookte met de regeltjes die hij zelf bedacht had en schrapte mij als lid. Opgeruimd staat netjes, zal hij gedacht hebben. Hij was tenslotte een (be)denker. Maar ik heb meer pijlen op mijn boog. Via het slapend lidmaatschap van een vriend, kan ik mij opnieuw toegang verschaffen tot de site. Ik hou mij gedeisd en trek niet teveel aandacht. Zelfs de enthousiaste collega’s van weleer hebben niets in de gaten. Het zal mijn vriend wel verbazen dat hij binnenkort wordt gekroond tot de meest talentvolle schrijver van het jaar.  

Vic de Bourg
27 4

De voortekens

We hadden ons voorgenomen om er een rustige kerstavond van te maken. De lege stoel aan tafel vulden we aan met de warmte van elkaar. Maar ik had de voortekens moeten zien. Het begon met de bevroren kalkoen, die ik te laat uit de vriezer had gehaald. Domweg vergeten om ‘kalkoen’ in mijn agenda te zetten. Al was ‘kieken’ misschien beter geweest. Ons ma zei vroeger al 'ge gaat uwe kop nog eens vergeten’. Ze krijgt nog ooit gelijk, al zal het geen gezicht zijn. Het tweede voorteken was de oven zelf, die al een tijdje moeilijk deed. Ik dacht dat het aan de knoppen lag. De oven had de hele dag op volle toeren en hoge temperaturen gedraaid. De tweede ovenschotel stond een tijdje te pruttelen toen het gebeurde. De deur van de oven sprong plots met een luide knal open. Maar het klonk het niet als ‘knal’,  eerder als ‘baaf’. Of zoiets. Het hele gezelschap viel van zijn stoel. Ook omdat meteen het licht uitviel. Alsof dat sympathiseerde met de oven. Het had erger kunnen zijn, mocht ik bijvoorbeeld net een kijkje hebben genomen bij de oven. Maar toegeven, het was een oud beestje. De oven bedoel ik, niet de kalkoen. En de voortekens waren er. Misschien wist de oven dat ‘knaldrang’ tot woord van het jaar was gekozen. En dat we geen ‘knalfeest’ wilden. Och, 2021. Mocht ik een eindbalans opmaken, kan ik zeggen dat het niet het beste jaar der jaren was. Maar daar waag ik me niet aan. ‘Na tweeëntwintig jaren in dit leven’, oké, maar toch niet elk jaar. Je wordt van dat achteromkijken niet altijd even vrolijk. Maar kijk, ik gooi het jaar 2021 er samen met de oven uit. Ze mogen allebei beschikken. Wat mij betreft is het oven en uit.

Rudi Lavreysen
7 0

Gekke sprongen

Je speelde een spel van lang geleden. Ik zie ons bij een familiefeestje nog in de keuken zitten. De grote mensen zaten in de woonkamer. Die twee ruimtes konden we van elkaar scheiden met een harmonicadeur. Die kom je nog zelden tegen. Het zag eruit als het tussenstuk van een lange lijnbus. We zaten toen met een tiental neven en nichten samen en speelden 'Namen zoeken'. Het papier dat we gebruikten kwam van een notablok en was niet wit, maar had eerder een vaalgele kleur. Ik gebruik ze nog altijd. Iemand schreef de letters van het alfabet op een blad. Kriskras door elkaar en telkens duidde iemand met de ogen gesloten een letter aan waarmee je om ter snelst een voornaam, land of automerk moest zoeken. Als je een letter aanstipte die al was geweest, moest je met de balpen zoals een galopperend paard naar een andere letter springen.   Nu speelde jij datzelfde spel in de woonkamer van het woonzorgcentrum. De goedlachse medewerker had jullie rond de tafel verzameld. Ik schoof een krukje bij. Ook gekend als een taboeret. Een meubelstuk met een T. Dat levert punten op, want als je met meer personen dezelfde naam had opgeschreven, kreeg je geen punt. Al waren meubelstukken meestal geen categorie in het spel. Jullie moesten niet schrijven. Het was eerder een spel om jullie geheugen te trainen. Een van de bewoonsters zat niet aan de tafel, maar in de zetel ernaast. Toch deed ze mee. Aan tafel was het misschien te druk. De volgende letter was de H. “Een voornaam met een H”, zei ze. Ik fluisterde 'onze pa' in je oor. Je keek me lachend en niet begrijpend aan. 'Jan', zei je. Maar dat was de naam van jouw pa. Wat maakt het toch ooit gekke sprongen, dat geheugen van ons.  

Rudi Lavreysen
8 1

De kwetsbare sporter

We moeten onszelf gezond houden. Eet gezond, slaap voldoende en beweeg! Wel zo leuk om t dan voor de beginnende sporter ook een beetje motiverend te houden. Ik had zelf net de 30 day butt challenge in de pocket en stapte monter op zondagochtend de deur uit om een stukje te hardlopen met Evy. Deels om de 4 glazen wijn en de bak cashewnoten van de avond ervoor te compenseren, maar toch. Dus daar ging ik, het gekraak van mijn knieën negerend, ACDC in mijn oren, in mijn immers zo vertrouwde legging die me na al dat gezwoeg zelfs bijna goed staat en volgens Evy was ik lekker bezig. Geen vuiltje aan de lucht, totdat ik wordt ingehaald door een meneer van bijna 2 X mijn leeftijd met een shirt met daarop "I finished the marathon of Eindhoven full of energy". Serieus? Een stofwolk achterlatend stoof hij me voorbij. Hij had net zo goed om kunnen draaien en kei hard LOSER kunnen roepen. Maar goed, dapper incasseren en door. Aangemoedigd door Evy had ik inmiddels al 1,4 km gelopen en ruim 50 calorieën verbrand. Yes, dat ging lekker. Helaas kruiste hardloop-Barbie mijn pad. Met een kek wit koptelefoontje op de glanzende, blonde coupe, een hippe sportlegging over haar strakke billen (daar had zij geen 30 day butt challenge voor nodig), een kort naveltruitje en een tasje dansend op de minuscule heupen. Huppelend als een hert kwam ze voorbij, stralend werkelijk, geen pareltje zweet op haar egaal gebronsde voorhoofd en ze rook vast ook naar bloementuin. Kunnen dit soort mensen alsjeblieft gewoon ver uit mijn buurt blijven?!Ik werd in hetzelfde rondje ook nog even ingehaald door mijn buurvrouw, een aantal marathonlopers en een koppel van 60+, allemaal met verende tred en zonder zichtbaar te zwoegen. Ik vind dit dus niet kunnen. Loop je potverdomme met je goede bedoelingen je best te doen, komen dit soort lui de pret bederven en de lat extreem hoog leggen, zo niet uit het zicht. Sodemieter op zeg. Ik stel dus voor om een nieuwe maatregel aan het lijstje toe te voegen om de beginnende sporter ook een beetje gemotiveerd te houden. Alle- beroepssporters- marathonlopers- snelle 50+'ers- mensen met maat 36 of minderworden vriendelijk doch DRINGEND verzocht om binnenshuis te sporten of anders uit het zicht. BLIJF THUIS, red ego’s. Dank u. Dit geeft vast een enorme boost voor die kwetsbare groep die het écht nodig heeft.  

Marleenvandecamp
10 1

Gezeik

Multitasken kreeg ineens een hele nieuwe dimensie de afgelopen weken. Mijn dochter had een snotneus en kon dus niet naar de opvang. Ze was dus thuis, zindelijk aan het worden. Op de vloer, in de tuin, op het kleed en de bank en dan hoera toch ook in het potje. Maar meestal ernaast. Niet perse een hele fijne combinatie met thuiswerken als je je huis ook ondertussen nog even klaar aan het maken bent voor de fotograaf van de makelaar. Want we hebben een nieuw huis gekocht en het onze gaat nog even voor de zomervakantie in de verkoop. TOP! Ik bewoog mij dus al beeld bellend door het huis om klusjesman Wout en de huis-opmeter heen. Vooral rekening houdend met AVG regels, iets minder met de Arbo richtlijnen voor een geschikte werkplek. Om mijn laptop heen lagen schroeven, een nieuwe kraan en gereedschap en naast mij op de vloer stonden wat geleende planten en een aantal insta-waardige accessoires uit het huis van de buurvrouw. Tussen het bellen door zette ik koffie voor Wout en typte mijn verslagen. Later was ik in mijn zoons kamer de boel nog even aan het fatsoeneren, lees: dingen weg aan het moffelen voor de foto’s. Ik stond daarvoor op een trapje in een nogal onmogelijke bocht plakband van het plafond af te peuteren (waarbij ik toch gewoon het stucwerk eraf trok) toen mijn dochter riep: “MAMA, IK HEB GEPLAST”. Ik was al ontoereikend mutitaskend vergeten het potje mee te nemen naar boven dus had ze fijn het laminaat onder gesproeid. Het was benauwd en ik had haar veel laten drinken, denk dus: grooooote plas. Net toen ik een doekje wilde gaan halen kreeg ik een belangrijk telefoontje, of ik even tijd had. Ja tuurlijk joh, shoot. Ik greep in de kast naar een T-shirt en dweilde daarmee dan maar de vloer. Gelukkig vinden de meeste mensen het inmiddels ook niet meer erg dat er een peuter door het gesprek heen tettert dus kon dat ook even mooi tussendoor.  5 Minuten later kakte mijn dochter ook nog even middenin de kamer (ik had toen gelukkig al opgehangen) en om de boel compleet te maken plaste ook mijn andere kind de toilet beneden nog even vakkundig onder. Ik had me deze middag geloof ik toch wat anders voorgesteld. De foto’s zijn inmiddels genomen, zonder mijn kinderen. Dat scheelt een hoop gezeik.

Marleenvandecamp
19 2

Buitengewoon het best bevallen

Op social media lees ik dat een bekende influencer is bevallen. Zij had zichzelf daarbij omringd met Himalaya zoutlampjes, een houtkachel en een bad. De baby maakte haar entree op aarde in een verwarmde kamer geurend naar etherische oliën, toegechant door de doula en de ganse familie. Ondanks dat bleek de moeder finaal uitgescheurd. Hé toch, zelfs met al die voorbereiding om op de “juiste” manier te bevallen scheurt ook zij gewoon haar onderkant aan flarden. Wie had dát gedacht. Zouden de weeën minder pijnlijk zijn als alles ruikt naar kersenbloesem? Of ben je dan gewoon bedwelmd? En zou het wonder der geboorte in het licht van zo’n zoutlamp pas werkelijk tot zijn recht komen in tegenstelling tot dat door Phillips uitgelichte slagveld waar de meesten van ons het mee moeten doen? Zou het? Brengt de warmte van de houtkachel je naar zo'n oerniveau terug dat je daadwerkelijk mooier uitscheurt? Dat je ook dat béter doet? Je zou er bijna onzeker van worden dat je zelf niet de wijsheid had om al die voorbereiding te treffen toen je aan het werpen sloeg. Het leek mij vooral belangrijk om een beetje degelijk voorbereid aan het puffen te beginnen dus ik had daarvoor op les gezeten. Mijn “outfit” was het beste te omschrijven als dat waar ik nog in paste. Ik geloof niet dat ik mij tijdens de uitdrijving van mijn baby heb afgevraagd of er wel genoeg lavendelgeur in t oliebrandertje zat en het zou me werkelijk aan mijn reet hebben geroest of t hele circus plaats vond in sfeerverlichting. Zelfs over t herstel van de nogal tegenvallende worp was nagedacht. Natuurlijk. Dat kwam uiteraard goed met powerfood, havermout en een of ander Aziatisch klinkend goedje waar ik, idioot die ik dan natuurlijk ben, nog nooit van heb gehoord. Ik denk dat je het moet eten.Het lijkt verdomme wel een wedstrijd om zelfs hierin af te moeten troeven. Want je doet een bevalling hé, geen schoonheidswedstrijd. Die doe je echt niet beter of mooier als je gekleed gaat in biologisch katoen of je perineum insmeert met amandelolie. Hou op met dat gepresteer.En dat herstellen? Dat ga jij ook gewoon, ondanks alle mindfull linksgedraaide sapjes en glutenvrije havermout, de pijn verbijtend tegemoet. Net als de andere moeders. Wat er mis mee is? Deze influencer heeft ook volgers. Veel jonge meiden die denken dat ze nu dus ook een hele santenkraam aan nutteloze rotzooi nodig hebben om net zo "goed" te bevallen als hun bananenbrood-koningin. En die zich dus druk gaan maken over mantra’s en aloë vera planten i.p.v. ademhalingsoefeningen. Dát stoort me eraan. Of je havermoutontbijt glutenvrij is, is écht alleen belangrijk als je een glutenallergie hebt, verder moet je er maar niet teveel woorden aan vuil maken. Ook niet aan de duurzaamheid van je onderbroek of aan een Himalaya zoutlampje. Dat doet er namelijk niet toe. Dat je baby gezond is en jij de baring enigszins in 1 stuk (of meerdere aan elkaar genaaide stukken) bent doorgekomen. Dát doet ertoe. Focus je energie daar maar op. Is ook een stuk minder vermoeiend. En met pompoenmuffins doen die hechtingen in je kruis niet minder zeer. Daar moet je paracetamol voor slikken.

Marleenvandecamp
6 1

De eenzaamheid van de massa

Nergens ben je zo eenzaam als in de massa: waar je gedachten worden gedoofd onder het gestamp van laarzen; waar de kleine oneffenheden van je karakter worden gladgestreken onder een uniform van normen en waarden. Van de wieg tot het graf word je ingekapseld in kasten, klassen, naties en kerken. Ze kneden je een leven lang en achtervolgen je tot ver voorbij de dood, waar de verdeling verder leeft onder de namen Beloning en Verdoemenis. Nergens ben je zo eenzaam als in de massa. Waar ze samentroept, kneedt ze afgodsbeelden. Ze sticht naties, moordt volkeren uit en rooft de schatkamers van de aardkorst. Ze schept gouden kalveren, staatsieportretten en hakenkruisvlaggen om te kussen, te aanbidden, en te overladen met schuld als zijn last te groot wordt. Zijn hersenspinsels krijgen offers te vreten en bloed te drinken. Ze krijgen namen als het Collectief, het Vaderland, de Kaste, de Partij, God, Rijk, Führer. Vrij en vrank verstrikt de massa zich in zijn imaginaire spinrag. Hij eist een bovenmenselijke almacht die geen menselijke onmacht verdraagt. Hoe heerlijk is het om het uniform uit te trekken, om de drukkende stroom van de massa te ontvluchten, de ketenen van de historische noodzaak af te werpen en de deur achter je toe te werpen. Hoe heerlijk is het om de muren opgeworpen door smartphones en computerschermen uit te schakelen en een gezicht te zien en een stem te horen - een gezicht dat des te mooier is omdat het een litteken draagt, een stem die des te warmer klinkt omdat ze af en toe stottert. Hoe heerlijk is het om thuis te komen. Thuis, waar je wordt opgewacht - jij alleen. Niet door een vertegenwoordiger met een plastic naamkaartje of een bureaucraat in uniform, maar door een mens. Thuis, waar je aan geen andere norm dient te beantwoorden dan degene die is opgelegd door je hart en je rede. Thuis, een orde die je tot niets verplicht - behalve de eeuwige, universele opdracht: Wees jezelf. Pieter Van der Schoot Foto: Michael Candelori, Donald Trump Rally 10/21/2016, https://www.flickr.com/photos/bymikey/29849628404/ 

Pieter Van der Schoot
57 0

Zwemmen of verzuipen

Ik zit op een bankje bij de zwemles, op 1,5 meter en met mondkapje uiteraard. Ik ben blij dat ik geen bril heb want die zou acuut beslaan in deze tropische zwembad temperatuur. Door het kijkraam zie ik 5 meisjes braaf in een keurige, rechte lijn heen en weer zwemmen. Schoolslag heen, rugslag terug. Vooraan steken een paar voeten boven de rand van t zwembad uit, die zijn van mijn zoon.  De dromer. Die niet netjes in een rechte lijn zwemt. Die eigenlijk nooit iets netjes en in lijn doet. Zo ook niet bij zwemjuf E-L, A.K.A. "de generaal". Die alias heeft mijn kind bedacht, ik vind m treffend. Ik hou van juf E-L met haar zeer heldere instructies en “niet lullen maar godverdomme zwemmen” mentaliteit. Daar waar Tijn bij meester W. nog rondjes zwom en vooral het plafond grondig inspecteerde, zwemt hij nu in ieder geval soort van doelgericht met iets wat lijkt op een rugslag naar de overkant. Hij mist nog steeds vaak de bedoeling en staat consequent wiebelend naast de kant aan zijn piemel te trekken omdat ie dus tóch moest plassen. Zie je wel. Maar hee, er is sprake van vooruitgang.  Dat mag op zich ook best na ruim 2,5 jaar zwemles. Diploma A is nu toch in de verte ergens in zicht. Moeite loont. Dus hij zwemt maar door, iedere week op maandag om 17.15 uur. Oeverloos aangemoedigd door mij, zijn immer ondersteunende moeder. Enthousiast steek ik duimen omhoog, high five ik voor alles wat maar lijkt op gecontroleerd drijven en ieder stukje in de dolfijn beloon ik met een moddervet chocolade cakeje uit de vitrine. Het maakt me inmiddels niet meer uit hoe lang hij er over doet. Ik heb me neer gelegd bij wekelijks 3 kwartier in een zwembad zitten zweten terwijl mijn zoon probeert de lijst met zwemvaardigheden af te vinken.  Dapper zet ie door, de held. De andere kinderen borstcrawlen hem vaak voorbij en zijn buurjongetjes hebben al lang diploma A t/ m C inclusief reddingszwemmen in de pocket. Hij niet, toch blijft ie dapper door zwemmen, week na week. En dat vervult me met trots. Die kleine lieverd, die nooit wint met wedstrijdje rennen, die geen ster is in voetbal, die fysiotherapie heeft omdat zijn motoriek niet ideaal is, die moeite heeft om zijn aandacht überhaupt bij het spel of de les te houden. Mijn zoon de doorzetter. Een badass is hij. Dus ik zit hier volgend jaar nog steeds. Zwetend, me ergerend aan t gezwets van de andere zwembadmoeders. Vloekend omdat we voor de zoveelste keer met klotsende oksels net op tijd binnen zijn. En dan nu ook met mondkapje, de hele les in 38 graden. Dan zit ik er nog steeds, vet trots te wezen op die van mij. Omdat ie doorzet in moeilijke tijden. Ook als vooruitgang ver te zoeken lijkt. Een inspiratiebron is hij, voor ons allen. Juist in deze tijd.  Dus, BE LIKE TIJN; bek houden en door zwemmen.

Marleenvandecamp
12 1

Papa is boos.

"Kom niet aan onze kinderen" roepen boze papa's en mama's op social media. Kracht-termen vergezeld door foto's van betraande kindergezichten in een houdgreep op een testlocatie. Zo uiten ouders hun woede over de aangekondigde regels in de klas.  Ik vraag mij oprecht af of het in coronatijd ineens sociaal acceptabel is geworden om vooral maar boos te worden op regels die je niet aanstaan. Woede en boze gezichten, al dan niet verscholen achter de mondkapjes waartegen geprotesteerd wordt. Protesten tegen de maatregelen, rellen tegen de avondklok en nu weer boosheid over het testen van kinderen.  Nee dat is niet fijn, een wattenstaafje in je neus. Dat klopt. En inderdaad, het lijkt wat gek een hele klas te testen als er 1 iemand corona heeft. Ik begrijp ook dat het even slikken is dat het je soort van wordt opgelegd voor je gevoel. Dat dat onprettig aanvoelt. Ik begrijp ook nog dat je het niet leuk vindt dat het aan leerplicht wordt gemeld als je de test weigert. En dat je dan je kind thuis moet houden. Maar hee, we moeten ergens beginnen en het gaat om een WATTENSTAAFJE. Opdat ze weer naar school kunnen. Allemaal. Dus ook die kindjes met achterstanden en kwetsbare thuissituaties. Dat zal vast een afweging zijn vermoed ik.  Dus laten we even het grote perspectief blijven zien en ophouden ons te gedragen als verwende kleuters. Dwars worden en stampvoeten omdat de regels je niet aan staan. Die staan niemand aan want we vinden het namelijk allemaal een klote situatie. Jammer dan. En een wattenstaafje in je neus is heus geen aantasting van je lichamelijke integriteit als je er niet al te moeilijk over doet. Dat kun je allemaal heel zwaar gaan maken maar dan nodig ik je vooral uit om eens een darmonderzoek te ondergaan en daarna je visie op dat wattenstaafje grondig bij te stellen. Lichamelijke onderzoeken horen bij het leven, ongemak ook. Dus take one for the team zodat we allemaal veilig naar school kunnen. Niet omdat het leuk of prettig is maar wel omdat het de boel vergemakkelijkt. Al dat geprotesteer en gezanik kost vooral heel veel negatieve energie van iedereen die ernaar moet luisteren. Wout, de papa van Ghandi (zo heten ze niet echt maar het lijkt er wel op) van de school van mijn kinderen ging nog een leveltje verder en poste een heuse rapsong op YouTube. Nou ja, “rapsong”…laten we het een artistieke uitingsvorm noemen. Op zijn hoogst. Angstaanjagend soort van grommend keek hij in de camera en spuugde grootse woorden over het onrecht wat zijn kind werd aangedaan. Het woord verkrachting viel en daarmee was Wout mij als toehoorder definitief kwijt. Een wattenstaafje in de neus vergelijken met een verkrachting is als een uitstrijkje gelijk trekken met een bevalling waarbij je hele onderkant aan flarden scheurt. Het één staat totaal niet in verhouding tot het ander. Bovendien…doen we die uitstrijkjes niet ook massaal preventief om de 5 jaar vanaf ons 30e? Ik wed dat ik al meer uitstrijkjes heb gehad dan Ghandi aan wattenstaafjes in zijn neus zal krijgen de komende periode. Daar hoor je mij verder ook niet over. Maar goed. Wanneer we de boel uit zijn verband gaan trekken lijkt het einde me pas echt goed zoek. Punt niet gemaakt wat mij betreft.  Ik roep vader Wout, en alle andere papa’s, mama’s, ontevreden mensen en activisten die menen meer boosheid de wereld in te moeten slingeren dan ook oprecht op om ermee te stoppen. “STOP HOU OP!” zou mijn 3 jarige dochter zeggen. Er is niks mis met kritisch zijn of je zorgen uiten en hee, ik ben echt de laatste die de vrijheid van meningsuiting zal beperken maar laten we het wel een beetje gezellig houden met zijn allen, dat helpt. En de wereld dan ook niet onnodig bloot stellen aan boze rappende papa’s.  Dank u. 

Marleenvandecamp
15 1

Verheven zullen we alles delen

Het is tegenwoordig de bedoeling dat we duurzaam, vegan en groen zijn. Dat is niet alleen goed voor milieu en planeet maar ook voor ons mensen. Het geeft betekenis aan het normaal zo alledaagse bestaan. Klusjes als je vuilnis buiten zetten krijgen met termen als afval scheiden en biozakken ineens en heel zinvol imago. Daar smullen we van. Dat diezelfde biozakken bij de plaatselijke EKO winkel €8,89 kosten per 10 geeft de boel net dat beetje extra cachet. En daarmee is duurzaam iets elitairs geworden. Niet voor iedereen en dus iets om mee te pochen. En dat is wat er mis mee is. Begrijp me niet verkeerd, ook ik draag graag mijn steentje bij aan het bezweren van de klimaatcrisis. Ook op mijn dak liggen zonnepanelen en in mijn badkamerkastje vind je herbruikbare wattenschijfjes en plasticvrije shampoo. Maar waarom zou je daar zo graag punten mee willen scoren? Waarom vraag je daar applaus voor als je het oprecht voor de planeet doet? Moeder aarde zit heus niet op Instagram jouw post over herbruikbare deksels voor avocado’s te liken. Ik vind dat stom, dat elkaar high fiven op sociale media: “O wat goed Trudy dat jij ook vegan bent geworden. Wij willen nooit meer terug.” #bewustevoeding #reddedieren #wegmetdebioindustrieDe onderlinge complimenten zijn bovendien vaak doorspekt van stiekeme kritiek op hen die het anders doen. Hiermee verwerven de intimi status als lid van een soort prestige clubje wat besmuikt neer kijkt op de onbewustere medemens. “Wat goed dat je je afgeragde tuinset aanbiedt, sommige mensen kopen alles maar nieuw”. “Ik bied deze plastic zakjes aan, ik ben zelf overgestapt naar de duurzame variant van bijenwas maar misschien maak ik er iemand anders (die duidelijk minder milieubewust is dan ik) blij mee. Weggooien is zonde”. “Wij hebben nog wat vlees van toen we nog onbewust met eten bezig waren. Maar voor wie geen hol geeft om zijn carbon foodprint: er ligt nog 3 kilo biologisch varkensvlees in onze vrieskist. Ruilen tegen een fles plasticvrije biocleaner van de Ekoplaza”.Zum kotzen vind ik dat. Wat nóg erger is: heel elitair je spullen alleen weg willen geven aan mensen met “een kleine portemonnee”. Dus die mensen moeten bij jou aanbellen om met het schaamrood op de kaken toe te geven dat ze platzak zijn waarna jij hen met een knipoog je afgedankte spul overhandigt?Omdat jou dat dan zo’n goed gevoel geeft over jezelf, toch? Want daar ging het immers om? Bah. Vergeet ook vooral niet de vrijwilliger van het jaar: “Vandaag weer fijn boodschappen gebracht bij mijn zielige buurman Arie. Zó dankbaar dat mantelzorgen” #payitforward “Dit ben ik bovenop de Alpe d’Huez waar ikbelangeloos naar de top fietste voor ’t goede doel. Hier zie je me in mijn hippe wielrenoutfit poseren in de stralende zon. Voor jou Henri!” Jak. Als je iets goeds wil doen voor de planeet, je buurman of de samenleving, doe het gewoon. Ga er geen foto’s over posten in de hoop dat je tot volksheld wordt verheven. Dat gebeurt waarschijnlijk niet. Een beter milieu begint nog steeds gewoon bij jezelf. En laten we het daar vooral bij houden. Shortlist columnwedstrijd van boekenblog thisishowweread. https://thisishowweread.be/column-op-woensdag-verheven-zullen-we-alles-delen/  

Marleenvandecamp
18 1

HP is ook een merk van printers

                                                                                             Beeldkunstenaar: Luk Versluys Het is toch niet ‘mijn’ boek? Waarom zou ik mij inspannen voor hen die het willen lezen en in krantenartikelen, boekenprogramma’s en uitgeverijen, ja tot zelfs in hun dagelijkse gesprekken laten doorschemeren dat ze zich zorgen maken over de verkoop ervan? Wat kan het hen schelen dat het wel of niet over de toonbank wordt geschoven? Of willen ze zelf een wit voetje halen bij wie van dit genre houdt? Willen ze erbij horen en niet opzij gezet worden als zij, die nooit van mijn wedervaren gehoord hebben? Sommigen loven de surrealistische stijl, anderen hebben het over magisch realisme. Alsof ik niets in de pap te brokken heb. Ik weet zelf toch wel wie ik ben, ook al denken velen dat ik enkel besta bij de gratie van hem, die zij mijn ‘bedenker’ noemen? Wat kan het mij deren dat die zogenaamde bedenker er materieel beter van wordt? Stel je voor dat hij door mijn succes nog andere personages gaat bedenken die nog meer geld in het laatje brengen. Dat is waar het echt om draait. Hoeveel gaat het opbrengen en hoe graag word ik gelezen opdat nog meer lezers kunnen aanhalen dat ze daadwerkelijk tot die groep behoren die het werk kennen. Zover is het gekomen dat lezers zelf wel bepalen wat een bestseller hoort te zijn. Ze gaan zelfs zover om boeken te kopen die ze nooit lezen, maar wel op televisie en in sociale media besproken worden. Natuurlijk draait dit boek om mij. Ik ben de HP, de hoofdpersoon op wie ze verliefd worden of die ze haten. Door mij worden zij tot wanhoop of wandaden gedreven. Ik red hen of stort hen in de verdoemenis. Hen doen inzien hoe fout ze zijn of hen aanzetten om meer te doen omdat ze van zichzelf vinden dat ze ‘goed bezig zijn’. Daar gaat het om. Nee, mij zullen ze niet kunnen verwijten dat ik geen deel uitmaak van het echte leven. De naakte waarheid in al zijn hevigheid ‘la vérité nue et violente’,  is mijn motto. Ach, waar ben ik nu zelf mee bezig?  Straks is de inkt op of wordt opnieuw het verhaal verteld van die keer dat de tekst gewoon van het papier kon worden geblazen omdat de toner van de printer van slechte kwaliteit was, waardoor hij niet ‘pakte’ op papier …  

Vic de Bourg
14 0

Slagerseenvoud

De slagersvrouw is een taalvirtuoos. Met liefde splitst zij de woorden op de bordjes die me in de koeltoog aankijken. Kip-filet. Boeren-worst. Parma-ham. Met een slagersmes snijdt ze woorden in hapklare lapjes en brokjes. Ze kruidt de taal ook met woorden waarop spellingsregels geen vat krijgen. In haar eindejaarfolder prijst ze ‘tappa’s’ aan, of ‘fijne bouilionsoep’. Verder hoeft taal voor haar niet al teveel om het lijf te hebben. ‘Worst’, ‘ham’. Wat je leest, is wat je krijgt. Voor haar hoeft er geen verfijning bij te zijn. Geen Provençaalse kruiden. Geen Ardeense varkenshaasjes. Eenvoud siert. Dat merk je ook aan de winkelinrichting die minstens al 25 jaar dienst doet en waar een oude vergeelde poster met onderaan enkele scheurtjes nog spreekt over Belgische frank. Ik hoor het haar ’s avonds zeggen tegen haar man. Hoe de tijden vanzelfsprekend waren in de jaren ‘90, hoe hun klanten enkel verlangden naar een kotelet en geen vragen stelden over kip op Thaise wijze of gemarineerd vlees van Duc d’O varkens die op kastanjedieet staan om hun vlees die nootachtige smaak te geven. Geen vragen over pulled pork of slow cooked steak. Nee, kotelet op woensdag, worst op donderdag en vrijdag naar de visboer. Zekerheid zat gebeiteld in het dagelijks avondmaal. Het is mijn beurt. Van achter de koeltoog lacht ze me toe. Haar mondmasker hangt half onder haar neus. Haar ogen schitteren maar ze kan de weemoed niet verbergen die in haar bruine irissen ligt. ‘M’dam, zeg ’n kee’. Ze kapt haar woorden. Ze fileert en houdt enkel nog de essentie vast. Ik bestel en spreek in korte lettergrepen. Meer heeft zij niet nodig. ‘goe’navon’, zegt ze nog vrolijk als ik de slagerij uit wandel. Morgen ben ik er terug. Ieder mens heeft zijn dagelijkse portie eenvoud nodig.

Jolien Van de Velde
32 3

De tweeprocentvrouw

"Doeme, ik ben bijna plat. Nog maar drie procent.” “Ik heb u dat al gezegd. Ge moet die rapper insteken.” Het jonge koppel achter mij in de krantenwinkel spreekt in raadsels. Via de bolle spiegel boven de toonbank zie ik dat de jongeman met zijn smartphone zwaait, alsof hij hem wil weggooien. Later diezelfde zaterdag zijn we in de provinciehoofdstad voor vroege kerstinkopen. In een taverne houden we een stoel bezet met winkeltassen. Aan de tafel naast ons zetten zich drie dames. De jongste haalt haar telefoon boven en de andere twee vissen een papier uit hun handtas. De garçon scant ze meteen, zoals de kaartjesknipper in de trein. “Jullie mogen blijven”, zegt hij met een knipoog. “Meneer, kunt ge mij meteen scannen? Ik heb nog maar twee procent.” Het is de mevrouw van twee tafels verder die het roept. Ze zit er nog maar net, samen met haar dochtertje. “Misschien had Pythagoras ongelijk”, zeg ik tegen mijn vrouw. Ze kijkt op van haar telefoon. “Met zijn stelling. Niet die van de driehoek, maar hij was er als eerste van overtuigd dat de wereld niet plat was, maar een bol. Als alle telefoons plat gaan, gaat de wereld misschien ook terug plat.” Mijn betoog maakt niet veel indruk. “Wat staat er op het dagmenu?”, vraagt de tweeprocentvrouw. “Aardappelen met rode kool en worst mevrouw. Echte boerenkost vandaag”, antwoordt hij. “Dat is maandageten”, zeg ik. “Bij ons thuis vroeger toch.” We gaan ervoor, net als de tweeprocentvrouw. Nadat hij de borden op tafel heeft gezet, zwaait hij met zijn twee wijsvingers naar de beide tafels. Hij lijkt wel een orkestmeester. “Smakelijk allemaal”, zegt hij. Ik roer de rode kool onder de aardappelen en duw het geheel plat. “Zo heb ik dat het liefst”, zeg ik. “Zullen we nog wat mayonaise vragen?”  

Rudi Lavreysen
18 0

Rolmodel

Elke maand kruipt ZIZO-redacteur Erwin Abbeloos voor ons in zijn pen. Hij schrijft over het leven, de LGBTI+-strijd, de actualiteit, ouder worden en af en toe ook over ABBA. Geïnspireerd door de finale van K2 zoekt K3 heeft hij het in zijn nieuwste column over rolmodellen: van K3 tot Erika Vlieghe.   Dat de Nederlandse Julia Boschman de derde K3 wordt, verbaast me niet. Ik zou zeker niet schrijven dat dit een gemiste kans is, de audities van jongens, mensen die zich non-binair voelen en mensen van kleur ten spijt. Studio 100 is een commercieel bedrijf en daarom twijfel ik niet aan het verkooppraatje van Gert Verhulst dat in alle media staat. Zorgwekkender vind ik het wanneer jonge mensen K3 – en co – als rolmodel beschouwen. Want zeg nu zelf, K3 is vervangbaar en inwisselbaar maar waar is de meerwaarde? Wat is de échte identiteit van de meidengroep? Wat is de échte identiteit wanneer Marthe, Hanne en Julia niét K3 zijn? En wat is (‘mijn’) identiteit? Ik heb nooit een rolmodel gehad. Hooguit was ik fan van of was ik zot op maar nooit heb ik iemand beroemd zodanig als voorbeeld in mijn leven toegelaten dat ik mezelf op die persoon zou gemodelleerd hebben. En me zo naar het hebben en zijn, het doen en laten van dat model te conformeren. Alsof ik niet zou bestaan. Ik dus. Kunst daarentegen kan me inspireren, uitdagen of beroeren. Iemand heeft iets te zeggen. Of niet, want soms is kunst puur entertainment en moet je er geen enkele politiek boodschap, correct of niet-correct achter zoeken. Er mag al eens op de dijen geklets worden en met de witte servetten gezwierd worden. Voor mij staat een rolmodel niet op brooddozen. De Franse filosoof Michel Foucault vertelt dikwijls in zijn interviews dat homo's – en bij uitbreiding alle LGBTQ+-mensen - beter moeten waken om zichzelf heruit te vinden en zich niet al te snel conformeren naar de mainstream, de gedachtenpolitie of een algemene waarheid. Daarom is een rolmodel zien in een pure platte commerciële setting en zeuren dat Studio 100 met K3 niet divers is, van een ander allooi. Diversiteit gaat evenzeer verloren in reclame en de diversiteit die op brooddozen staat, brengt geen politieke aardverschuivingen met zich mee. Het   gaat   helemaal   mis   met   onze   diversiteit.   Door   het   leven   te   beleven   enkel   via  de smartphone leven we ééndimensionaal en is er geen ruimte meer voor nuance. We leven te veel in perceptie, we zien te weinig waar we in leven, soms zien we helemaal niet waar we in leven. In de realiteit. In reclamespotjes zie ik mensen van kleur, LGBT+- mensen en de hele bende huppelen en knuffelen. Ik zie hoe gelukkig ze zalig onder elkaar lachen bij het aanprijzen van slechte voeding, alsof in dat eten iets toegevoegd is dat je euforisch zou maken. Onze lichamen worden voortdurend vergiftigd door de voedingsindustrie en toch dansen we mee in het ballet van het neoliberalisme want ons mantra “Ik herken mezelf niet” is belangrijker dan onze universele identiteit die we allemaal hebben. We strijden tegen het klimaat maar we kopen nog steeds wegwerpkleding en we willen dat onze pakjes morgen al aan onze deur staan. We willen onze oude kleren niet meer maar verkopen het liever dan dat we het aan een goed doel schenken. We zijn tegen het uitbuiten van werkkrachten, we zijn verontwaardigd over hoe mensen zonder papieren behandeld worden, en toch bestellen we onzevoeding online en gaan we liever mensen zonder papier filmen dan hen daadwerkelijk aan papieren te helpen. Op straat zijn we kwaad maar op televisie en bij uitbreiding op social media, is zichzelf gerepresenteerd zien belangrijker dan de planeet te redden en lachen we ons een kriek in al die vrolijke schijnsettings. Gretha Thunberg noch Anuna DeWever staan op brooddozen. Waar willen we onszelf gerepresenteerd zien?  Identiteit kan je niet vinden in platte commerciële televisie of in een popgroepje dat om de zoveel aantal jaren van personeel verandert. Identiteit is een sociale constructie die fluïde is met de jaren. Ik haal het voorbeeld van Michael Elliot Glatze aan, geboren in 1975 en stichter van Young Gay America. Na zijn studies aan het Darthmouth Collega in de jaren ’90 van vorige eeuw, zet hij zijnqueer-studies in de praktijk en wordt hij een hardleerse activist en journalist. Eerst in San Francisco waar hij regelmatig bijdragen levert voor het magazine XY. Hij is ook de auteur van een gids “XY Survival Guide – Everything you need to know about being young and gay”.   Met Young Gay America viert en promoot hij samen met zijn partner een “levensstijl”. Hij werd geapprecieerd voor zijn visie en voor zijn kritische columns. Maar na een breuk met zijn laatste mannelijke partner met wie   hij   tien   jaar   geleefd   heeft,   probeert   hij   verschillende   religies   zoals   het   boeddhisme,   het mormonisme, de evangeliste leer en verwerpt hij de homoseksuele liefde. Vanaf 2011 publiceert hij verschillende open brieven waarin hij zelf zijn ‘perverse dwalingen’ veroordeelt.  Dit verhaal kan je met verschillende ogen lezen. Ik onthoud het verhaal rond wat heet “de ware identiteit van de persoon.” In zijn hoogdagen van zijn gay-activisme schrijft hij dat hij zichzelf nooit graag heeft gezien. Hij zegt later zelfs dat zijn gay-identiteit een vermomming was die tien jaren geduurd heeft. Het was haast als een modeverschijnsel. De valse ik tegenover de echte ik.  Ik onthoud ook de commentaar van zijn hoofdredacteur Benoît Denizet-Lewis bij XY in The New York Times Magazine van 16 juni 2011: “Al vanaf een zeer jonge leeftijd, had hij (Michael Glatze) theorieën rond identiteit en seksualiteit uitgewerkt. Hij was enorm gefascineerd door de gay, de queer identiteit die hij op een bepaald moment ook heeft aangenomen maar die voor hem niet authentiek waren. Ik heb zijn seksualiteit altijd aangevoeld als een theorie, meer dan een realiteit.”  De grootste waarheid over jezelf kan nooit een theorie zijn. Je kan jezelf niet toepassen. Je kan alleen jezelf zijn. De queertheorie is en blijft een theorie die identiteit weliswaar bespreekbaar maakt maar die identiteit ook verwoest. Queer-theorie en queer-identiteit komt ook in verschillende lagen waarin mensen elkaar gaan uitsluiten zonder elkaar te kennen. Jezelf zijn is een universeel zijn. Daar heb je geen theorieën voor nodig. Kennis, ervaring, nuance, nieuwsgierigheid en leergierigheid kunnen helpen. Ik heb geen idool en ik heb ook geen rolmodel. Als ik vandaag iemand zou moeten kiezen, dan is het wel professor Erika Vlieghe. Met veel bewondering kijk ik naar haar interviews en zij is altijd de enige die overal en altijd een mondmasker draagt. Een beter universeel en solidair rolmodel als symbool kan ik niet bedenken.

Erwin Abbeloos
0 1