Mijn vrouw, mijn woestijnroos
Ik wil zeggen, het spijt mij, ik wil toegeven,
Om jou herhaaldelijk pijn te moeten geven,
Terwijl jij mijn beste vriendin was en bent,
Getuigen van mijn ervaring, de enige recensent,
De begripvolle en scherpe criticus,
Van mijn knoppen, van mijn vreselijke virus,
Wij hadden niet het huwelijk begrepen,
Een moment opname zonder enige begeleidingen,
Maar voor de rest van ons leven,
Er bestaan geen enkele handleidingen,
Zo veel tegenstrijdige liefdes druk,
En weinigen die ons wijzen naar geluk,
Jezelf vergeten, jezelf zo vaak even geven aan een zucht,
Wij zijn moe, hopeloos, bewerkt, en zeker afgewerkt,
Wij leven voor onze kinderen in geschil,
Maar wij willen voor hun de beste zijn, het verschil,
Weer niemand die ons even kan melden,
Dat je zo snel van elkaar kan verwelken,
Niemand zijn schuld, maar te weinig hulp,
Voor ouders die het goed bedoelen,
Alles geven uit eigen tekortkomingen,
Als het teveel wordt, verdwijnen wij in onze schulp.
Soms kan geloof je even helpen,
Bij mij unicorns verademend,
Sprookjes, gebeden en illusies,
Zijn tijdelijk verzachtende magietsjes.
Maar wat elk kroost nodig heeft,
Zijn ouders die oprecht leven,
Hun kinderen het gevoel geven,
Dat life is fun en ook moeilijk is te beleven.
Wij houden erg graag van elkaar,
Maar altijd wint de druk,
Tegenover bezinning en rust,
Zo moeilijk om terug te komen bij elkaar.
Silex
Houdt ziesvlees van zijn vrouw.