Regenwolk
Ik loop intussen al 3 jaar rond met een regenwolk tattoo op mijn bovenarm. Ik beloof dat het verhaal positiever is dan de wolk doet blijken, en een mooie herinnering waar ik eigenlijk best graag over praat, gewoon spijtig dat dat gesprek altijd begint met: “oei, is dat niet wat negatief?”
Als je al eens in Skopje bent geweest, dan weet je dat er een grappig sfeertje hangt. De stad is een beetje het containerpark van Europa. De afgedankte rode dubbeldekker bussen uit Londen dienen er als openbaar vervoer. De Wall Street Bull van New York. De Arc de Triomphe. Nooit zag ik zoveel standbeelden bij elkaar, en dat in een stad met redelijk weinig reden om standbeelden op te richten, want welke bekende mensen uit Skopje ken jij? (Behalve moeder Teresa, maar daarvan heb ik dan weer heel weinig standbeelden gezien).
In 1963 werd de stad getroffen door een aardbeving die 80% van de hele stad verwoestte. De meeste toeristische attracties zijn dus relatief nieuw (en goedkoop gebouwd). Toch zit Alexander de Grote er trots op zijn paard, zwaard in de hand, een bronzen beeld van 13 meter hoog, op een sokkel van respectievelijk 10 meter hoog. En - zei ik daarnet “behalve moeder Teresa en Alexander de Grote”? - nee, want die is niet van Skopje he, maar wel de grootste bezienswaardigheid in de hele stad, en daarmee ook ineens de doorn in het oog van de Grieken - met wie de Macedoniërs nog steeds op vijandige voet leven. (Trouwens, nooit Noord-Macedoniërs zeggen, dat is het verboden n-woord, ja er zijn blijkbaar meerdere te mijden n-woorden, en die zijn bepaald door context vanaf nu).
Het project ‘Skopje 2014’ leverde niet alleen Alexander de Grote en hun eigenste Arc de Triomphe op, het was een grootschalig project om de stad wereldwijd aantrekkelijker te maken (en heel eerlijk: dat is echt kei hard gelukt, ik heb nog nooit zo gelachen op een city trip). Naast die beelden zijn er ook absurd veel leeuwen voor een land waar welgeteld nul leeuwen leven. Er werden ook enkele boten gebouwd in de stad, botels, die dan zouden kunnen uitvaren als de bruggen omhoog zouden komen, tof hé voor de toeristen, ware het niet dat de schepen te hoog gemaakt zijn en sindsdien nog geen enkele keer verplaatst werden. De schepen liggen naast de brug die modern, hip Skopje verbindt met een Griekse bouwstijl, gemengd met Romaanse elementen en mijn dure architecturale woordenschat is bijna uitgeput, maar eenheid is in elk geval geen ding in de hoofdstad van Macedonië. Misschien daarom dat gemengde (fruit)salades door anderen steevast “Macedonian salad” genoemd worden.
De restanten van protestacties van het volk zijn ook het vermelden waard, want naast gaten in de gevels van politieke gebouwen (kogelgaten? Of bekogeld met stenen?) zie je ook kleurverschillen die veroorzaakt werden door -jawel- eieren. The more you know.
Daar was ik dus, met wat reisgenoten. We hadden elkaar onderweg gevonden en Skopje uitgekozen als onze volgende stop. We boekten een airbnb (oorspronkelijk voor 2 nachten, maar het werden er vanwege voorgaande info 5). Op een dag worden we totaal onverwachts overvallen door een immense regenbui. We waren op dat moment in een museum en zoeken er dekking.
Weet je nog dat ik zei dat het heropbouwen van de stad goedkoop was? Dat konden we nu aan den lijve ondervinden, want na een tijdje kwam het regenwater zo van onder de deur binnengelopen. We werden intussen vergezeld door een koppel dat uitgerekend vandaag trouwfoto’s aan het maken was. Moest het voor hen niet zo spijtig zijn, dan waren we toen al beginnen schaterlachen.
Na een tijdje, en enkele liters water, begon het personeel het water toch maar te lijf te gaan. Daarvoor gebruikten ze (en ik verzin dit niet, zo creatief ben ik oprecht niet) borstels, echt, van die veegborstels met haren, geen aftrekkers ofzo. Twee mannen stonden tegenover elkaar en veegden elk om beurt wat water naar buiten, dat onmiddellijk zijn weg terug naar binnen vond, maar ze hielden dapper vol tot ook hun figuurlijke emmertje overliep en ze ons relatief vriendelijk vroegen om onze schuilplaats te verlaten en dus in de gietende regen ons plan te gaan trekken. En zo geschiedde…
Het was helemaal niet koud, dus we begonnen te wandelen richting ons huisje. In onze naïviteit hadden we het idee opgevat onderweg wel ergens een taxi tegen te kunnen houden die ons tot aan de deur zou brengen, maar eens onderweg hadden we al snel door dat er van dat plan niet veel in huis zou komen.
We passeerden auto’s die op verkeersdrempels wachtten tot de storm ging liggen, regenwaterputten die fungeerden als fonteinen en voetgangers die tot aan hun knieën in het water stonden. En we deden mee.
De verkeerstunnel was ineens tweerichtingsverkeer, wegens het onderlopen van een helft van de tunnel, taxichauffeurs schudden hun hoofden vol overtuiging naar ons als we oogcontact probeerden maken.
40 minuten hebben we gewandeld. Alsof we van het ondiepe naar het diepere water in zee wandelden, je benen vooruit slepend door de stroming. Het was hilarisch. Beste wandeling van mijn leven misschien wel. Gevolgd door een thuiskomst met pogingen om allemaal te drogen, kleren uit te wringen, op te warmen met warme drank.
Niet veel later verlieten we de stad, die op ons allen een diepe indruk nagelaten heeft, en trokken naar het Ohrid meer. Daar zouden onze wegen scheiden.
Het begon denk ik als een grap, maar ineens begon de Australische vriendin tattooshops te googlen en the next thing you know hadden we een afspraak de volgende middag. Een van ons lag al in bed, we hebben met de andere drie dan maar snel ontwerpen opgezocht want die moesten we zo snel mogelijk via mail aan de tattoo artiest in kwestie bezorgen.
De volgende middag stonden we na een iets drogere wandeling dan de voorgaande aan de voordeur van die shop. We waren er alle vier, hadden een volgorde afgesproken en al.
Eerst was de Ier van de groep aan de beurt, hij was ons proefkonijn want hij had al een tattoo dus dat vonden we maar logisch. We hadden op voorhand afgesproken dat als hij klaar zou zijn wij allemaal zouden zeggen dat we ons bedacht hadden.
Vervolgens was de Australische aan de beurt, want lang kijken zaait twijfel en angst, en zij wou er snel van af zijn. Ik was de derde, en de vierde persoon dat was mijn beste vriend, die ging het niet doen, had hij gezegd, hij lag namelijk in bed toen wij dit gekkenwerk in gang hadden gezet, dus waarom zou hij, maar uiteraard plooide hij onder de groepsdruk.
Voor ik op reis vertrok was ik met iemand beginnen sturen. Iemand die ik nog niet ontmoet had, maar onlangs nog eens een vraag had gesteld. Alsof hij het aanvoelde vroeg hij net als de Australische aan de beurt was wat mijn plannen die dag waren. Ik stuurde hem zonder meer uitleg een foto van de tattoo stoel. Waarop hij liet weten dat hij me toch terug zou volgen dan.
Zo’n 8 minuten later (het zal echt niet heel veel meer geweest zijn) waren we ineens allemaal een regenwolk rijker.
Niet veel later gingen we weer elk onze eigen weg op. Het was wel een grappig gegeven, een tattoo delen met iemand die haast niet verder van je zou kunnen wonen, een beste vriend en een Ier die je daarna vrijwel niet meer hoort.
Die vriend en ik kregen regelmatig de vraag of we elkaar al kenden voor we de tattoo lieten zetten, naast dit regenverhaal is mijn favoriete regenwolk gerelateerde verhaal: “wij hadden elkaar nog nooit gezien, maar we zagen de wolk en zijn zo aan de praat geraakt”.
Hoewel de wolk zo’n verhaal met zich meeneemt, is de mijne vrijwel nooit zichtbaar. Het is zelfs zo erg dat ik soms -bij het zien van de tattoo van die vriend- denk: “ik heb dat al eens ergens gezien”. Of dat ik schrik van mijn eigen arm als ik in bad zit. Bij mij leeft het idee al snel dat de tattoo niet af is. Ik breek er op verschillende momenten in de voorbije drie jaar mijn hoofd over hoe ik dat kan oplossen of loslaten.
Een week geleden zat ik opnieuw op de stoel van een tattoo artiest. De jongen die de vorige keer aan de andere kant van mijn telefoongesprek kampeerde, is nu degene die de foto’s trekt. Hij is de hand die meekwam om in te knijpen als het pijn zou doen. Hij is het die mee kijkt of de aanvulling die ik bedacht heb goed is of toch nog aanpassingen nodig heeft.
Sinds een week staan er twee mannetjes te dansen onder mijn regenwolkje. Want is dat niet waar het al de hele tijd om ging?
Dat het niet gaat over de hoeveelheid regen die je over je kop heen krijgt, maar het gezelschap waarmee je die regen trotseert, de gedachten die je onderweg hebt, naar welke richting je je hoofd laat hangen - omlaag, gefrustreerd, koud, boos - of omhoog, je hoofd in je nek laten hangen en elke regendruppel bewust op je gezicht neer voelen komen. Het gaat niet om het missen van de zon, maar het weten dat de zon in alle kleine dingen om je heen kan zitten, om het vinden van het mooie in de alledaagse dingen om je heen. In een regenputfontein, een eivlek op de gevel, een verkeerde borstel, een reisvriend die intussen moeder werd, een onbekende die je levenspartner werd.
Je hebt geen reden nodig om een standbeeld te maken, gewoon de goesting.
Je hebt geen open zee nodig om een succesvol schip te bouwen.
En soms kan het drie jaar duren om een tattoo af te werken, omdat je de persoon die met jou mee danst in de regen op dat moment nog niet ontmoet hebt.