Zoeken

Te nieuwsgierig geweest

Hij was inmiddels wel kind aan huis, op het werk van het vrouwtje. De meeste mensen kenden hem nu wel en hij wist ook precies waar hij moest zijn als hij met de bal wilde spelen. Er kwamen regelmatig nieuwe mensen maar ook die waren prima om mee om te gaan. Natuurlijk mocht hij van het vrouwtje niet overal mee naar toe en mocht hij niemand voor de voeten lopen maar over het algemeen deed hij toch wel waar hij zelf zin in had. Dat was ook regelmatig tukken, want dat is nu eenmaal ook wel heel lekker, maar hij kon toch wel vaak op ontdekkingstocht. Laatst had hij zich alleen wel een beetje vergist. Het vrouwtje zat met een collega in een grote kamer en ze waren samen druk bezig met iets dat op het scherm stond. Hij had wel even gekeken en een dutje gedaan maar op een gegeven moment was hij toch maar eens verder gaan kijken. Er waren best veel mensen dus misschien had er wel iemand zin om met de bal te spelen. Eerst maar eens kijken waar zijn bal eigenlijk lag, dat wist hij niet precies. Toen hij over de gang liep, kwam hij een meneer tegen met een grote tas bij zich. Hmm, die had hij nog niet eerder gezien. De man liep hem voorbij, het leek of hij een beetje haast had, maar hij was er toch maar achteraan gelopen. De man ging dat rare hok binnen, waar het altijd zo warm was. Ze kwamen er niet zo vaak, je kon er ook niet werken. Hij keek eens rond, de man was bij de grote installatie bezig en had helemaal geen interesse in hem. Nou ja. Dan niet hoor, hij kon zichzelf ook wel vermaken. Er was genoeg te onderzoeken in dat hok. Alleen, de man had waarschijnlijk ook helemaal niet in de gaten gehad dat hij er nog was, want toen hij klaar was met zijn klus ging hij weg en deed gewoon de deur dicht. Zonder naar hem te kijken. Daar zat hij nu, opgesloten. En het vrouwtje wist niet waar hij was. Ai, dat was niet handig. Het was wel te hopen dat ze hem zou vinden want het was helemaal niet gezellig in het hok. Stel je voor dat ze hem niet vond en dan alleen naar huis zou gaan. Dan moest hij hier vannacht blijven. En hoe moest dat dan met zijn brokjes, en zijn varkensoor. Tjee, hij had zich toch wel in de nesten gewerkt. Hij werd er toch wel een beetje paniekerig van. Als hij nou eens bij de deur ging staan en ging roepen? Pff, gelukkig, de deur ging open en het vrouwtje keek hem aan. Ze was niet blij, dat zag hij wel. Maar hij kreeg gelukkig niet op zijn kop, waarschijnlijk was ze ook wel blij dat ze hem gevonden had. De rest van de middag was hij heel dicht bij haar gebleven. Volgende keer zou hij toch wat beter uitkijken, dat wist hij wel.  

Machteld
0 0

Pizzadozen

De dagen en nachtendie ik gespendeerd hebal slapend op een torenvan pizzadozen daar schiet menigscheurkalenderpapierte kort voor teveel van ditte weinig van datechter een teveel aanuitblinken in imperfectiemeer als dat was het niet messen & vorken liggen bij ons thuiswel degelijk op de tafel& onder vier ogenwordt er zo normaal mogelijk getafeld de glazen blinken de ramen zijn gewassen                  de onderleggers zijn gestrekenik eet de korsten van het brood& smeer de hummus centimeterdiker valt niets te verbergen maar hij zij die niet weet        is hij zij die niet ziet & er is een oud zeer    en een zure appel     waar ik in één grote hap     hem gans doormidden bijt    al hield ik eigenlijk nooit van Granny Smiths ..    dagen van chronische tandpijn etterende abcessen & tandartsloos leven worden gemist        & ibuprofen baadt nu nietdie jongens met vierkante rugzakken dat zo vaak aan de deur staanzijn nu eenmaal geen apothekerséén van hen kent trouwens mijn naam uit het hoofdzij lachen wel naar mede mensen op straat kunnen mij niet aan zien - waarom werken er eigenlijk zo weinig meisjes ? een psychiater zei medat ik aan een vrouwenziekte lijdtmaar mijn broek is er niet kleiner op gewordenintegendeelzijn ogen spraken van compassie die durfde ik nog wel te voelen enigszins maar wie trekt zich een halve kloot aanvan een door zich zelfweg gewenst weerloos wezendat zich niet goed in zijn vel& niet goed in zijn kleren voelt De Snorlax bij uitstek vast in zijn fucking pokébalmet zijn stiekeme nachtelijke expeditiesrichting de vershoudmachine want de dagen dat ik mijn eigen fiets voorbij reedhonderdmaal pompte nog voor de wekker ging & vijf dagelijks op appèl werd geroepen door de spiegel& de weegbrugdie zijn al even weeral voorbij zwelgend in zelfhaat & zelfmedelijdenkijk ik toe hoe de dingen rondom mijverschuiven in de goede richtingterwijl ik aan narcolepsie lijdtop een raket die richting de Milky way schiet jammerdat iets banaals als gewichtzo zwaar kan doorwegenwat jammerdat een simpel getalvoor veel te veel kan tellen - het is maar eten  de tijden die ik verspild hebmet mezelf te verslikken in maar etenmet mezelf te verslikken in maar voeding met mezelf te verslikken in een eetstoornis maar die tijden zijn voorbij nunu zijn het de dagenwaarop ik slaap op de weegschaaldie zit nu ver verstoptonderin mijn bed& de mensen lachen weer deze maal zonder voorwaarde& er zijn geen geheimen meer  

Schrikkentist
7 1

Gezelschap

Gezelschap is niet altijd een kwestie van vrije keuze. Een ziekenhuisopname is sowieso al niet iets waar mensen op zitten te wachten maar als je dan nog geconfronteerd wordt met het feit dat je met vier personen op een kamer komt te liggen, dan kun je in jezelf toch wel eens diep zuchten. Het overkwam een lieve vriendin van mij. In eerste instantie lag ze op een kamer alleen. Dat beviel eigenlijk prima. Zij is niet van het kaliber kletskous dus ze vond het niet erg dat ze naast de bezoekuren was teruggeworpen op haar boeken en haar iPad. Toen het, gelukkig, wat beter met haar ging, moest zij haar kamer afstaan aan een patiënt die net terugkwam van de IC. Tja, heel begrijpelijk natuurlijk, maar wel met een beetje schrik en beven. En ze trof het niet. Tegenover haar lag een dame die vanuit de hoek van de kamer het hele speelveld overheerste.  Als de Queen van Sheba zat ze rechtop in haar kussens en bemoeide zich overal mee. Ze ging met de zaalarts in discussie over de medicijnen van haar buurman, gaf de echtgenote van een vertrekkende patiënt goede adviezen mee en had overal een mening over. Het startte ’s ochtends vroeg en eindigde ’s avonds als het licht uit ging. Mijn vriendin probeerde zich stil te houden. Tenslotte wil je geen heisa op zo’n kamer. En zo’n mens verander je toch niet. Maar ze moest spreekwoordelijk gezien op haar handen zitten. Je vraagt je alleen af of het gebrek aan empathie of gebrek aan intelligentie is. Waarom bemoeit iemand zich overal mee. Ik kan me zo voorstellen dat haar bezoek zich af en toe wel geschaamd moest hebben. Ze wist zelfs iets te vertellen over de vele boeketten bloemen die mijn vriendin had gekregen. Terwijl haar eigen bloemen een beetje zieltogend over de rand van de vaas hingen. Op een avond kreeg de dame in kwestie een bananenshake. Dat soort drankjes zit normaal gesproken in een flesje waar je dan uit kunt drinken. Lekker praktisch, zeker in een ziekenhuis waar efficiency belangrijk is. Maar nee, daar was mevrouw niet van gediend. Zij riep de dame die de drankjes verzorgde terug. Zij wilde een beker, een rietje en ijsklontjes. Uiteraard. Tenslotte betaal je er genoeg voor. Waarop de verzorgende ad-rem reageerde, “gelukkig hebt u niet veel noten op uw zang”. Dat noemen ze gerechtigheid.        

Machteld
0 0

Tijd van het jaar

Toch zijn deze dagen wel lekker. Hij houdt er wel van om door de bladeren te banjeren. Gelukkig vindt het vrouwtje dat ook prima, zij loopt er vrolijk achteraan. Het is niet zo heel warm meer maar wel warm genoeg om lekker op pad te gaan. Als het maar niet regent. Daar heeft hij zo’n hekel aan. Als het vrouwtje dan naar hem kijkt om naar buiten te gaan, doet hij net of hij slaapt. Nat worden is echt niks, bah bah. Het ergste is nog als ze naar buiten gaan omdat het droog is en dat het dan onderweg gaat regenen. Dan draait hij zich echt gewoon om en neemt het vrouwtje mee terug naar huis. Pas nog, het vrouwtje zat steeds naar buiten te kijken of het eindelijk droog werd. Hij had er zelf een hard hoofd in. Dan loop je buiten en dan word je alsnog nat. Niks ervan. Hij deed maar alsof hij diep in slaap was. En het was gelukt, ze had hem “lekker laten tukken”. Gelukkig was het wel droog toen er behendigheidscursus was. Daar waren ze al lang niet meer geweest zeg. Hij vond het nog steeds geweldig. Hij merkte wel dat hij niet meer zo hard kon lopen als vroeger. Maar waarschijnlijk vond het vrouwtje dat niet zo erg. Ze kon hem nog steeds niet bijhouden maar nu hoefde hij niet meer zo heel lang te wachten voor ze eindelijk kwam met een snoepje. Hij stond dan netjes op de A-schutting of de Kattenloop tot ze kwam. En dan roetsj, weer verder. Ha, volgens hem was het vrouwtje net zo moe als hij als ze thuiskwamen. Ze had ook nog niet in de gaten gehad dat hij vol zand zat. Na al die regen was het veld natuurlijk behoorlijk modderig maar ze had hem niet schoongewreven in de garage. Gelukkig, want dat is geen feest hoor. Bovendien duurt het dan ook weer langer voor hij eten krijgt. Ze had het pas gemerkt toen hij op schoot was gekropen. Niet zo heel slim, de handdoek hing nu alweer klaar voor de volgende keer. Nou ja, niet op schoot gaan zitten is natuurlijk geen optie, dat is veel te gezellig. Dan maar schoon schrobben. Ze hebben het best weer een beetje gezellig, zo met zijn tweetjes.          

Machteld
5 0

Eigenwijs

Eigenwijze mensen heb je in soorten en maten. Ik behoor daar ook toe, ik geef het direct toe. Ik ben een eigenwijs mens. Mijn maatje kon zich daar af en toe behoorlijk aan ergeren, ik weet het namelijk vrij snel beter. Althans, dat denk ik dan. Mijn maatje bewees dan mijn ongelijk en ik moest toegeven. Waarna hij me goedmoedig uitlachte.  Maar als ik weer eens met een eigenwijze actie geconfronteerd word, dan komt de herinnering aan mijn schoonvader toch wel regelmatig bovendrijven. Mijn schoonvader, opa Willem, zoals mijn nichtjes hem noemden, was het prototype. Als je het woord ‘eigenwijs’ opzocht in de Dikke Van Dale, dan stond daar een foto van mijn schoonvader achter. Echt, onvoorstelbaar. Vaak ongehinderd door kennis van zaken belde hij de ene instantie na de andere. Daar waren wij dan gelukkig niet bij maar als hij vertelde wat hij allemaal gedaan had, zat ik toch wel met kromme tenen. En mijn maatje met plaatsvervangende schaamte. Hij was van het kaliber, wie tot tien kan tellen, kan de hele wereld bellen. En een vragend mens is maar even dom. Maar mijn schoonvader deed het toch wel vanuit respect. Hij had gewoon vragen en wilde graag een antwoord. Tegenwoordig zijn mensen eigenwijs omdat ze het beter weten dan een ander. En ook helemaal geen interesse hebben in de mening van een ander. Het internet en met name dan de social media helpen daar natuurlijk enorm in mee. Mensen denken niet meer zelf na, het staat op Facebook dus dan is het waar. Maar de algoritmen zijn zo ingesteld dat je alleen maar voorgeschoteld krijgt waar je ooit naar gezocht hebt. Hoe de andere kant van de medaille er uit ziet, dat blijft voor jou onzichtbaar. Een kritisch mens onderzoekt dan ook of er nog meer kanten aan de zaak zitten. Helaas lijkt de meerderheid van de medemens alleen geïnteresseerd in het geven van kritiek, en niet in het kritisch onderzoeken of je wel alle feiten kent. Lijkt, zeg ik daarbij, want ik krijg wel steeds meer het gevoel dat alleen de schreeuwers maar gezien (en gehoord) worden. De weldenkende mens met een genuanceerde mening wordt vaak ondergesneeuwd.  Ik hoop dat degenen die echt de beslissingen moeten nemen ook met die mensen in gesprek gaan. Als is het alleen maar om ook de andere geluiden te horen.  En het is op zich niet erg om eigenwijs te zijn, aan jaknikkers heeft niemand wat. Maar het moet wel allemaal een beetje in verhouding blijven.   

Machteld
0 0

Nieuwe vriendjes

Zou dat nou bij mensen ook zo gaan? Hij vraagt het zich af. Hij heeft eigenlijk de hele zomer zijn vriendinnen Luna en Yana al niet gezien. Hij heeft wel van het vrouwtje gehoord dat het goed met ze gaan, net als met Ozzy, maar toch. Soms zagen ze elkaar elke week, dan een tijd niet, maar nu is het al wel erg lang geleden. Toch raar, hoe dingen dan kunnen veranderen. Nou ja, ze zijn natuurlijk ook niet veel op de camping geweest, afgelopen jaar.  Toch heeft hij zich niet verveeld. Het vrouwtje heeft wel veel dingen ondernomen waar hij mee naar toe mocht. Als ze naar haar zus gaat, moet hij zelfs mee. Dat is geen straf hoor, daar krijgt hij zoveel lekkere dingen dat hij soms de dag er na een beetje pijn in zijn buik heeft. En hij mag natuurlijk iedere week een dagje mee gaan werken. Nou ja, het vrouwtje werkt en hij doet zijn best de andere mensen van het werk te houden. Dat lukt niet bij iedereen, moet hij zeggen. Soms moet hij van het vrouwtje ook wel netjes op zijn dekentje gaan liggen. Dat doet hij dan maar, stel je voor dat hij straks niet meer mee mag. Dan krijgt hij nooit meer de gelegenheid om bij die rare dieren met die bulten op hun rug te gaan kijken. Niet dat hij erbij in de buurt komt, daar zijn ze veel te groot voor. Maar het is wel grappig om te doen alsof. En hij is nu al een paar keer bij Rakker geweest. Dat is ook wel een vrolijke. Die komt uit het buitenland, hoorde hij. Geen idee wat dat is, hij is gewoon een hond net als alle andere die hij kent. Als ze samen gaan wandelen, mag hij wel vaker los dan Rakker. Diens baasje is er niet zo heel gerust op. Rakker schijnt nog wel eens weg te lopen. Daar ziet hij zelf het nut niet zo van in. Als ze na een wandeling thuiskomen, krijgt hij altijd een snoepje. En dat gaat hij natuurlijk niet in de waagschaal stellen. Maar als Rakker dan los mag, kunnen ze wel lekker samen rennen. Dat gaat heel goed. Het baasje van Rakker heeft ook altijd gedroogde kippenknaagjes bij zich. Errug lekker!  Dus het is niet dat hij niet benieuwd is, naar Yana en Luna, maar hij heeft het toch wel naar zijn zin. Zo gaat dat soms, kameraadjes gaan en komen. En zo lang hij steeds met het vrouwtje mee mag, hoor je hem niet klagen.    

Machteld
0 0

Autisme

De titel van deze tekst is het woord dat mij eergisteren het gevoel gaf dat mijn wereld op instorten stond. Heel eventjes maar, en sindsdien heb ik er niet meer aan gedacht. Daarom voelde ik na anderhalf jaar nog eens de nood om te beginnen schrijven. Ik voel dat ik mezelf niet kan toelaten om veel te voelen. Niet nu ik op zo een belangrijk punt in mijn leven sta. Ik ben sinds vandaag officieel een zelfstandige psychologe. Een stap die ik vroeger nooit voor mogelijk zou gehouden hebben. En toch is het zo. Overweldigend veel, eng maar vooral echt spannend. Al maanden zit ik mezelf mentaal voor te bereiden op deze stap en ik had het gevoel dat ik (voor zover dat kan) vrij stevig in mijn schoenen stond om te beginnen. Wel, daar sta ik nu niet meer. Dit weekend had ik een gesprek bij mijn therapeute en het woord 'autisme' viel. Haar dochter heeft autisme en dus weet ze goed wat het kan inhouden. Jaren geleden, toen ik nog een kind was, stelde mijn therapeute ook al voor om psychodiagnostisch onderzoek te doen om uit te klaren of ik autisme had. De conclusie van dat onderzoek was negatief, dus ging ik verder met mijn leven en dacht niet meer na over autisme als iets waar ik zelf misschien mee worstelde. Tot mijn mama mij het officiële verslag van dit onderzoek liet lezen 2 jaar geleden. Daaruit bleek dat de conclusie van het onderzoek allesbehalve eenduidig was, maar eerder 'kantje boordje'. Sindsdien merkte ik meer en meer 'autistische' trekjes op bij mezelf maar ik verzekerde me er telkens van dat ik geen autisme had. Het werd als het ware een mantra in mijn hoofd. Telkens ik op een moeilijkheid botste die ik linkte met autisme, zei ik tegen mezelf: 'Geen autisme, geen autisme, geen autisme. Iedereen heeft wel zo een trekjes.'  Ik dacht dat het me hielp om te blijven ontkennen dat ik misschien autisme had. Ik was zo goed bezig met mijn zoektocht naar mezelf. Ik begon mezelf steeds beter te kennen, en daar paste de diagnose autisme niet bij. Eergisteren kwam ik echter op het punt dat ik het voor mezelf niet meer kon ontkennen. Dat ging gepaard met tranen, heel veel tranen. Zowel uit verdriet, als uit ontlading. Ik voelde me compleet ontredderd, want waar moest ik nu nog aan beginnen. Ik had mijn zelfbeeld ondertussen al zo opgebouwd rond het idee dat ik geen autisme had. Opeens voelde ik me de 'abnormale', de 'beperkte' op een bepaalde manier. De moeite die mijn mama met me had als kind en de moeite die ik nu nog steeds ervaar in sommige vriendschappen, kon ik nu allemaal toeschrijven aan mezelf. Het is allemaal mijn fout, want ik heb autisme. Ik voelde dat toen, op dat moment, heel intens. En nu, voel ik niets meer. Nu ben ik terug in de verdediging gegaan. 'Waarom was de conclusie van het onderzoek 10 jaar geleden dan dat ik geen autisme had?' Ik voel dat ik het moeilijk heb om er gewoon van uit te gaan dat ik autisme heb, ook al voelde ik eergisteren wel hoe juist dat eigenlijk is. Ik wil proberen dit stukje van mezelf te aanvaarden en daar ook uit te leren, maar langs de andere kant ben ik bang dat ik daar dan te ver in zou gaan. Dat ik alles wat moeilijk loopt, ga beginnen kaderen binnen 'autisme' en dat dat me hulpeloos zou maken. Alsof ik het toch nooit zou kunnen.    Ik denk dat ik dit 'inzicht' voor mezelf ga houden. Ik voel me heel terughoudend om dat met andere mensen te delen, aangezien dat hun beeld over mij misschien gaat veranderen. Dat wil ik niet. Ik heb het zelfs nog niet aan Nick verteld. Ik weet niet goed hoe nu verder. Hoe moet ik mijn eerste gesprek met een cliënt aankunnen als ik me zo wankel voel? Wat wil dit zeggen over mijn capaciteiten als hulpverlener? 

Layla Clarke
23 3

Wat wij weten, maar beter geen aandacht geven

Ik weet het. Veel mensen weten het. Eerst waren er de gevoelens die aangaven dat er iets niet klopte. Die werden aanvankelijk veelal weggerationaliseerd of onder het tapijt van zelftwijfel geveegd. Maar naarmate er meer puzzelstukken werden vergaard, ervaring werd opgedaan, zat er niets anders op dan die gevoelens voor waar aan te nemen. Zo was ik zelf, in totaal 15 jaar, tegen mijn schreeuwende gevoelens in, een trouwe klant van het medisch systeem waar ik met mijn welvaartsziekte kwam aandraven. De logica omtrent mijn lijden, die mij consequent en systematisch werd ingeprent, hing met haken en ogen aan elkaar. De onderzoeken en behandelingen leken ontworpen om vicieus te zijn. Ik was verzeild geraakt in een spel waarbij symptomen telkens opnieuw de kop werden ingedrukt, om daarna op een andere plaats en in een andere vorm weer te verschijnen. De mythe ging de ronde dat de onderliggende oorzaak onbekend was. Wie was ik om de specialisten in vraag te stellen? Wie ben ik in godsnaam? Het heeft veel tijd, diepgaand empirisch onderzoek en een kettingbotsing aan trials and errors gekost, maar vandaag noem ik mezelf een ervaringsdeskundige. Ik ben, zoals zoveel zelfstandig denkende mensen, geruisloos uit dat systeem verdwenen. Mijn medisch dossier is een lijvige thriller die abrupt eindigt bij een zoveelste cliffhanger. Het was meer dan duidelijk dat het handelen naar mijn gevoelens en moeizaam verworven inzichten veel meer zou opbrengen dan de verantwoordelijkheid door te schuiven naar zogenaamde specialisten die de diepgaande wanhoop van een chronische aandoening nooit zelf hadden ervaren. De mensen die mij het meest geïnspireerd hebben tijdens mijn lijdensweg zijn dan ook mensen die min of meer gelijkaardige wegen hebben bewandeld. Ik zeg het al jaren: herkenning  is helend, voedend, troostend en zoveel meer. Uiteraard doet het mij iets, wetende dat er op dit moment zoveel mensen wanhopig verstrikt zitten in het medische kluwen. En het worden er alsmaar meer. Ook vandaag zijn er mensen die een diagnose aangepraat krijgen die ze meteen zullen Googelen, wat vaak het begin betekent van een ellelange externe zoektocht die pas in vraag zal worden gesteld als er een gitzwart breekpunt wordt bereikt. Dan pas, misschien, zal het innerlijke kompas weer geraadpleegd worden. Het veelkoppige (educatief, economisch, medisch, politiek, technologisch, … )  systeem waarin we als mens opgroeien en dienen te passen, is ontworpen om ons weg te houden en af te leiden van onze essentie. Van onze scheppingskracht. En die is niet van de minste, al zeker niet op collectieve schaal. Benoemen wie of wat de mens systematisch probeert weg te houden van zijn ware potentie is een netelige zaak. Alleen nog maar suggereren dat deze mogelijkheid bestaat, kan onaangename gevolgen hebben op sociaal vlak. Het mag geen naam hebben. We worden met een onzichtbare, doch wel harde, hand aangemoedigd om vertrouwen te hebben in hogere machten. Want er zijn alleen maar goede intenties. En als iedereen zijn steentje bijdraagt, dan kan het best aangenaam worden. Meer is er niet. Maar mijn ervaringen en gevoelens, die telkens opnieuw gerangschikt en kritisch geanalyseerd worden door ratio, zeggen al heel mijn leven dat er wel meer is. Dat er wel degelijk krachten actief zijn die mensen klein, beperkt en afhankelijk willen houden. Ik heb nog jarenlang gedacht dat onwetendheid aan de basis van het kwaad lag, maar nu ben ik er toch wel behoorlijk zeker van dat het om moedwillig, zelfs ingenieus uitgekiend, werk gaat. Ik ben niet alleen, veel mensen zijn tot deze conclusie gekomen. De laatste jaren heeft er een versnelling in het zogenaamde ontwakingsproces plaatsgevonden. Bij ontmoetingen herkennen we elkaar aan de hand van details zoals woordgebruik en gedragingen. Ook de blik in iemands ogen kan boekdelen spreken. We lijken in de minderheid te zijn, er openlijk voor uitkomen is dan ook niet evident, toch heb ik het vermoeden dat we met veel meer zijn dan we denken. En als we elkaar ontmoeten, zouden we dan één ding kunnen afspreken? Zouden we kunnen inzien dat het geen zin heeft, dat het zelfs vermoeiend is, om de donkere krachten in de wereld telkens te vernoemen en dus te bevestigen in hun bestaan? Telkens opnieuw wanneer gelijkgestemden het verontwaardigde klaaglied der onrechtvaardigheid van de wereld in koor klaroenen, staat dit gelijk aan een bijdrage van verlaagde frequenties in het collectieve energieveld. Ik haal veel meer vreugde en energie uit het negeren van de beperkende krachten in de wereld, dan ertegen te strijden of ze telkens te gaan verwoorden. Het is heerlijk om iemand te ontmoeten, in alle openheid en vrij van opgelegde voorschriften, en bij afloop te constateren dat er geen enkel woord gerept werd over de heersende onderwerpen die horen bij de collectief opgedrongen angstpsychose. Soms voelt dat zelfs als een overwinning. Mijn verzet huist in persoonlijke keuzes die mijn frequentie en welzijn verhogen, en die vaak haaks staan op voorgeschreven conventionele denkbeelden. Het helpt daarbij om dichtbij de natuur te zijn en geen waarde te hechten aan het op angst gebaseerde narratief dat via verschillende kanalen de wereld wordt ingestuurd. Zelfs als ik mij niet energetisch laat bestralen door de lage frequenties die media en nieuwsbronnen uitzenden, weet ik wat er gaande is in de wereld. Door mijn eigen ogen zie ik klaarder dan door de bril die mij stellig aangeraden wordt. Ik roep jou, gelijkstemde lezer, op om alle externe verhalen die mogelijks angst of onrust opwekken, te negeren en om zonder schroom liefdevol jouw eigen authentiek verhaal neer te zetten. Gevoel is daarbij jouw leidraad. Wees inventief en durf af te wijken van de geplaveide paden. Onthoud dat de beperkende donkere krachten van deze wereld zich voeden met angst en aandacht. Laten we met zoveel mogelijk mensen het ongewenste negeren en focussen op wat goed voelt en waar ons verlangen naar uitgaat. Wat niet hetzelfde betekent als het ontkennen of verbloemen van de moeilijkheden die ons voorgeschoteld worden. Het draait om focus en het maken van bewuste keuzes, al dan niet met niet voor de hand liggende of onzekere gevolgen. Het is belangrijk om je ervan bewust te zijn waar je energie naartoe stroomt, wat aandacht krijgt. En wat dient losgelaten te worden.https://www.karoliendeman.com/blog/2022/10/2/wat-wij-weten-maar-beter-geen-aandacht-geven

KarolienDeman
5 0