Zoeken

Costa Fresca

  Prometheus met 2 promille, in zijn linkerhand pastis, zijn rechterpoot verbrand aan ijzerrood aan het strand kijk daar, op een vlotje wordt de as van een verkoolde zot het westen opgestuurd een uur misschien, veel langer zal het echt niet duren of het ding zal kapseizen en de malloot verrijzen naar het niets wat nam ik mee op deze reis, een valies met vals geloof in beterschap, een grap heb ik voorzichtig opgeplooid morgen, aan de kassa van het leugenpaleis, zal ik de cassière in de ogen kijken, licht gehurkt, ik wil de kleinste zijn verkoopt u hier ook reddingsvesten, barbecuehandschoenen groot genoeg voor hem die mensenleed blakeren wil ik heb dat niet en zoek het niet te ver, probeer de overkant niet te bereiken in te schele dromen de zon zij vindt de crème die wij verkopen lang niet straf genoeg, kom vanavond bij me langs help me eerst om eindelijk hetgeen al lang niet meer mocht zijn, voorzichtig op te ruimen meisjelieg, ik wist niet dat je hier in deze winkel werkte, werkelijk bestond, ik koop alvast wat muntjes voor dat fris gezoen meer kan je niet doen, mijn Ricky, ik ben zo blij  dat je gekomen bent, je liep zo wreed verloren, reisde door het dorre land tot je dan die branding zag en hoorde dat grillfestijn niet voor de aangespoelde vreemde was, wel voor de ijverige wezens die met vlees proberen te worden, later willen knagen op het bot intussen wachtte ik op jou, ik had reeds zotte lippenstift gekocht, vanavond schat, teken dan een hartje op mijn buik, duik diep in die toekomst, waar ik je graag vangen zal je vleugels zullen lichter zijn dan dons en soms wanneer mijn oog plots niets meer voelt kus me dan     uit de reeks 'Reizen met Ricky'

Bernd Vanderbilt
2 0
Tip

Down under

Hij had het downsyndroom. Zij was een gewone vrouw. Sjiek gekleed, gouden ringen, dure tassen en exclusieve schoenen. Ze reisden net als wij, eerste klas. De trein van Brussel naar Eupen. Met half dichtgeknepen ogen observeerde ik het tafereeltje. Ik was moe van een weekendje overdadig eten in Brugge. Dus tijdens de rit naar huis, zweefde ik tussen waken en dromen.  Nu, een week later, vraag ik me nog steeds af of ik gehallucineerd had. Mijn eerste indruk was dat dit een begeleidster was met een mindervalide. Maar naarmate de reis vervolgde veranderde het beeld. Ze voerden een vrij normale conversatie, rustig, over koetjes en kalfjes. Hele simpele koeien en kalveren weliswaar. Op een gegeven moment viel mijn oog op de trouwring die hij droeg. Zij had dezelfde ring om. Onnodig te vermelden dat ik onmiddellijk klaarwakker was. Ik probeerde zo onopvallend mogelijk te kijken. Popcorn was het enige wat nog ontbrak. Ik ving op dat ze hem verzocht om haar de volgende ochtend te laten uitslapen, terwijl ze in haar tas dook en hem een fles champagne liet zien. ‘Die is voor jou’, zei ze.‘Mag ik er dan ook kaviaar bij’, vroeg hij lachend.Als je mij laat slapen morgen’ antwoordde ze, terwijl ze onderuit zakte en haar voeten naast hem op de bank legde. Enthousiast legde hij ze op z’n schoot en trok haar sokken uit. Met een hartstocht en toewijding die ik nooit eerder gezien had, begon hij haar voeten te masseren. Smakkend, bijna kwijlend wreef hij z’n vingers tussen haar tenen, waarna hij ze aflikte. Alle tien.‘Niet doen’, kirde de vrouw. Het soort nee die eigenlijk ja betekent… Ze sloot haar ogen en onderging het. ‘Mag ik naar het toilet’, vroeg hij ineens, waarmee zij instemde. Een beetje verwilderd kwam hij even later terug en pakte teder haar gezicht in z’n handen. Ze kusten elkaar innig. Een getrouwd koppel. Ik heb er een hele week over lopen piekeren…    

Heidi Schoefs
73 1

Ricky's reisgids

  Witte lammetjes uit Zwitserland. Flamingo's uit Angola. In die oranje jerrycan zit nog een beetje nafte voor zijn brommer. Tristan is mijn maat. Hij is een held. Ik zit straks achterop en onderweg kopen we drop We zullen sigaretten roken, ongeluk een kopje kleiner maken met een mes. Het is zo. Alle dieren in dit prentenboek zijn echt. Reebokken en evertjes. Ze houden van de vrijheid in de bergen. Kraanvogels, zij worden wel eens opgelicht door valse bouwbedrijven. Terwijl men niets vermoedt. Hier op deze pagina gebeurt het. De eerlijkheid zit in een plooi te lachen en ik wacht gewoon. Op Tristan. Die rook in de verte. Ik hoor zijn kracht. Ik zie de wolk die hij met stof verwekt. Soms draagt hij een sjaal maar nooit een helm. Gras, riet en halmen langs de weg houden wel van avontuur en zien hem vaak passeren. Groeten doen enkel de zwaluwen wanneer zij met hun staartjes zwaaien. Isolde. Zij weet dat wij komen. Ik schreef een brief terug, maar veel kan ik niet zeggen. Zij kweekt gewoon vlinders. In bokalen. Vandaag is de dag. Bloemen verwachten niets en toch zullen ze komen aangevlogen. Ja. Ik ben mal genoeg om haar te willen helpen. Tristan zal me voeren want zij woont ellendig ver van hier. Achter die heuvelrug, voorbij de meren met hun vogels op één poot en wees gerust. Tristan heeft een zeer groot hard. Hij is niet bang van de ravijnen. Of ik terug zal keren. Dat weet ik nog niet. Daarom neem ik hem mee. Mijn bundel dierenprenten, tekeningen die ik maakte toen mijn ziel geen mens meer kon vertrouwen. Isolde houdt ook veel van al wat stoer de lucht trotseert, een brommer kan berijden en toch. Het deert mij niet. Verleiding kan de zon niet snel bezeren. Tristan is daar. Hij stopt en wenkt. We moeten gaan. Isolde heeft reeds alles klaargezet. Glaswerk vol met kleuren, ook een lieve lach voor Tristan. Ze zal mijn ogen nemen, wijzen naar die witte schaapjes, zeggen dat de hemel mij verdragen kunnen.     uit de reeks 'Reizen met Ricky'                    

Bernd Vanderbilt
0 0

Campingkwellingen

De ene dag sta je zelf te klooien met het opzetten van de caravan, luifel en het inslaan van piketten. De week nadien zit je zichtbaar te genieten van het gesukkel van anderen. Het opzetten van een tent brengt hoorbaar meer gevloek met zich mee dan het waterpas zetten van de caravan, maar dan hangt die verdomde voortent er nog niet aan. Honderden franse en nederlandse scheldwoorden passeren in een uur tijd de revue. Ouders krijgen korte lontjes, kinderen worden ongeduldig en zweetdruppels vloeien rijkelijk. En dan gaat het plots allemaal heel snel, alles is opgesteld, tafels en stoelen worden van een plaatsje voorzien en ouders vinden de rust waar ze naar op zoek waren. Na een uur of twee is het schouwspel voorbij en keert de rust op de camping terug. De kinderen amuseren zich in de speeltuin die ze toevallig tegenkwamen terwijl ze op zoek waren naar het toilet, ouders gaan de camping ontdekken terwijl ze nadenken over wat hun maaltijd van vanavond zal worden. Stilaan wordt het geluid van bierblikjes die geopend worden hoorbaar en komen de wijnglazen tevoorschijn.Net als mama en papa denken te kunnen genieten van hun langverwachte vakantie, komen de kinderen met hun volgende vraag: "wanneer gaan we zwemmen?" Alsof alle ouders hetzelfde idee koesteren, klinkt het overal "vandaag niet. Morgen misschien." De nadruk op 'misschien' is voor de ouders kristalhelder, maar ze zijn er zich terdege van bewust dat dezelfde vraag de komende zes dagen zich dagelijks meermaals zal herhalen?  

Joni Motmans
0 0

Uitleveringsverdrag

  In het uitleveringsverdrag wordt nochtans met geen woord gesproken over de uitvoer van lever. Daar moeten we het voorlopig mee hier en nu in Frituur de Bosbrand. Roeland herbevestigt dat hij kan spreken want op mijn vraag "Hoe is het?" antwoordt hij schaamteloos: Ze ligt in het ziekenhuis en Hollywood staat in de fik. Wij weten dat. Wij weten veel van, veel over elkaar zonder dat wij veel moeten zeggen. Hoe fijn is dat niet? Haar favoriete land is Spanje en haar lievelingsdrank is porto. Haar favoriete schotel is paella en ze luistert graag naar fado. Bijna geheimloos is onze clandestiene broederschap hier in dit etablissement van Alfred. Ze ging bijna dood aan die drank en laafde zich daarbuiten enkel aan de tranen die ze kreeg bij die muziek. Wij weten dat en hopen voor Roeland dat haar lever overleven mag en samen met dat orgaan ook zijn moeder. Bidden voor haar, dat zullen wij niet. Wij zijn niet zot, geloven niet in fabels. Alfred evenmin, al is hij een dwerg. Ik bedoel een kabouter, zoals in een sprookje. Hij neemt ze wel te grazen hier in zijn frituur te Sint-Michiels. De autocars die de autostrade komen afgereden en dan hier voorbij moeten om aan de autobussenparking naast het station te geraken, stoppen hier wel eens. Brugge is een schoone stad.met veel historie en pralinenwinkels. Chocolade is nochtans niet zeer goed voor de lever, maar ze komen toch, al die toeristen. Mogelijks betreft het een soort uitleveringsverdrag of een uitwisselingsprogramma tussen Brugge en Peking. Volgens goede bronnen weerklinkt ons dialect ook op het Tiananmenplein, gelijk men hier op onze Grote Markt, daar voor het Belfort, ook Mandarijn kan horen gesproken worden. Ignace is een malloot. Hij doet zijn uitspraken soms klinken als die van een professor in internationaal recht, of van een doctorandus die de letter P een eeuw lang  bestudeerd heeft. Terwijl de moeder van Roeland dus ferm afziet, neemt Alfred de toeristen die hier halt houden voor een hap, een beet en een slok, goed te grazen. Maar dat lukt niet met die Chinezen. Het zijn vooral de Amerikanen en andere volkeren die in de geschiedenis het slachtoffer werden van missionarissen, die het kopen. Ze komen als een soort zendelingen terug naar hier om het Heilig Bloed te aanschouwen en pralines te kopen. Zij leggen hier ook gemakkelijk drie euro neer voor die zelfgevulde flesjes Eau de Lourdes. Enkel plat, in dit land van Jacques Brel. We staan recht en applaudiseren. Deze zin maakt onze dag goed. We wensen de moeder van Roeland ook veel beterschap.     uit de reeks 'Alfred Frietkabouter' en ik steek ook een handgeschreven tweede exemplaar in het bundeltje 'Duivelsverzen' (niets is verplicht om te rijmen)    

Bernd Vanderbilt
0 0