Zoeken

appelblauwzeegroen

Zag ooit een schim, leven, dat ze dacht, ik kom bij jou. In het grijs dat om je heen ligt, dans ik dichter tegen je aan, is het oké om me zo mijn gang te zien gaan? Ik stel me aan, keek ze, op de punten van haar schoenen neer, omhoog, keek ze, met uit een lichter verleden geleende ogen van onschuld. En een glimlach.    Onverstoorbaar zong de schim verder, de duisternis in de toekomst kroop ongemerkt de plankenvloer op, met vermoeide armen, zware benen en karbonkelig torso, een schip van delen dat zijn origineel in vraag stelde. De schim zong verder van niets in vraag en antwoord willen verdelen, ‘ik ben een rots en alleen de zee, de zee alleen kan me verspelen’, alleen zong hij twee keer vals en het stampen met zijn voeten was zo moeilijk te volgen.    Het refrein kwam er al aan.    Iets over roeiriemen dat ze jong nog niet kon begrijpen, toch niet als zijn toestemming gekregen om nader te treden, dichter te dansen, op zijn tenen te trappen. De toekomst lijkt en niet alleen dat, maar duwt haar wat, aan de kant, steekt haar wat, voorbij, haalt haar, in, en het hele verzin weet niets van melancholie te maken. Niets dat niet als golven voelt, wolven erin verscholen, door tanden overspoeld weet ze zich gebeten en gewassen gelijk, is dit spijt?   De schim zong verder en hoe verder hij zong, hoe lallender, hoe wilder dronkener, bezetener, alsof het grijs, de rook voor de gensters, voor de vlam, voor het vuur kwam. Dat hij er zelf van opkeek, als een zeil door verse wind bol geblazen, die richting uit, daar, daar is het ketsen van steen tegen steen, land, land in zicht, ahoy, ahoy was het eerste dat hij tegen haar zei, uit zijn optreden brekend. Haar dans verstorend. Sintels. As. Assen ervan op het podium. Nergens nog een roer of elektrocuterende microfoon te trotseren. Bitterzoete scherven. Zachtgrove korrels. Tonnen en tonnen en tonnen zand. Van het alles verdoofde. Nu.   Zag ooit een schim, leven, dat hij dacht, ik kom bij jou. In het grijs dat om je heen ligt, zing ik dichter tegen je aan, is het oké om me zo mijn gang te zien gaan? Ik stel me aan, keek hij, op de punten van zijn schoenen neer, omhoog, keek hij, met uit een zwaarder toekomst geleende ogen van schuld. En een glimlach.    Onverstoorbaar danste de schim verder, het lichte in het verleden kroop ongemerkt de plankenvloer op, met vermoeide armen, zware benen en karbonkelig torso, een schip van delen dat zijn origineel in vraag stelde. De schim danste verder van niets in vraag en antwoord willen verdelen, ‘ik ben een golf en alleen de rots, de rots alleen kan me verspelen’, alleen danste zij twee keer uit de maat en het stampen met haar voeten was zo moeilijk te volgen.    Het refrein kwam er al aan.    Iets over roeiriemen dat hij oud niet meer kon begrijpen, toch niet als haar toestemming gekregen om nader te treden, dichter te zingen, op haar tenen te trappen. Het verleden lijkt en niet alleen dat, maar duwt hem wat, aan de kant, steekt hem wat, voorbij, haalt hem, in, en het hele verzin weet niets van melancholie te maken. Niets dat niet als vlakken voelt, schapen erin verscholen, door wol overspoeld weet hij zich geschoren en geslapen gelijk, is dit spijt?   De schim danste verder en hoe verder zij danste, hoe waggelender, hoe wilder dronkener, bezetener, alsof het grijs, de rook na de gensters, na de vlam, na het vuur kwam. Dat hij er zelf van opkeek, als een zeil door verse wind bol geblazen, die richting uit, daar, daar is het ketsen van steen tegen steen, land, land in zicht, ahoy, ahoy was het eerste dat zij tegen hem zei, uit haar optreden brekend. Zijn zang verstorend. Sintels. As. Assen ervan op het podium. Nergens nog een roer of elektrocuterende choreografie te trotseren. Bitterzoete scherven. Zachtgrove korrels. Tonnen en tonnen en tonnen zand. Van het alles verdoofde. Nu.   Zag een schim een schim. Zwart op wit, alsof het echter was wat ze bedoelden, maar echter, bedoelden ze echter. Grijzer nog. Een schilderij van ankers, ankers op onpeilbare bodems aan deze en gene zijde van de wereld, de wereld die op een wereld wilde lijken,  het grijs-ste uit het diepste uit het tijd-ste ruim-ste.    Onbedacht.   Onverwacht.Het schimmigste allerst ooitst. Zwijgend sprekend. In een versmolten kleur ogen schenkend. Wat ze zien, dubbel en nog veel meer, hoe vaak ze elkaar misbegrepen, alleen.   Solo en iets over roeiriemen die ze grepen, om het slaafse te navigeren, traag en gestaag als magma, broeierig borrelend, immer op punt van uitbarsten staan, de primordiale vulkaan. Waaruit alle strofes bestaan. Verstild luid, niet te controleren, onvoorspelbaar brallend, wildst vruchtbaar, bezetenst door een schim.   Weet.    Leven, ik kom bij jou. Leven.   In het appelblauwzeegroen.

Bas Tuurder
48 1

De klank van de stad maakt me zeer amoureus.

Mijn eerste kennismaking met de buitenwereld vond plaats in de jaren '60, in een Vlaams huis. Tegenwoordig wordt het huis geregeerd door een nogal obscure groep, maar destijds ontdekte ik er de zware bluesmuziek uit het zwarte Amerika en ook muziek uit vele andere culturen, waaronder de flamenco. Flamenco: een melodie bouwt zich op en wanneer deze zijn hoogtepunt bereikt, net als het gevoel zijn volheid bereikt, stopt de melodie. Dit proces herhaalt zich steeds opnieuw. Ik werd er gek van. Het raakte mijn puberale gevoelens en bracht ze in beroering. In die uithoek van Vlaanderen werd ik gegrepen door de muziek uit het zuiden van Spanje. Later bleek de enige flamencokenner en -speler in Antwerpen te wonen. De stad waar boten en hun vele culturen aanmeerden in het centrum van de stad en hun verschillende culturen voor een paar dagen of weken uitspreidden. Het was een tocht vanuit mijn afgelegen dorp waar ik woonde naar de grote stad. Het was niet niks, maar mijn jeugdige hormonen dreven me ernaartoe. De zanger-schrijver-dichter woonde destijds in een rijtjeshuis in een zijstraat van de Gitschotellei. Oeroude Vlaamse instrumenten hingen aan de witte muren van zijn huis. Na een hartelijke ontvangst kreeg ik mijn eerste teleurstelling te verwerken. De enige speler in de buurt van deze hartstochtelijke melodieën vertelde me dat hij ze niet meer speelde. Een Spanjaard had hem erop gewezen dat hij de muziek veel te koel speelde. Hij stuurde me naar Leuven, waar een Vlaamse flamencospeler niet alleen de melodieën speelde, maar ook leefde. Op dat moment kon ik er niet veel mee, omdat ik de volgende dag verwacht werd in de fabriek waar ik destijds werkte, in dat kleine dorp. Een paar jaar later, toen ik de wijde wereld introk, werd de weg erdoor bepaald. Leuven werd vijf jaar lang mijn thuis. Later, toen de ratio in mijn leven groter werd, vroeg ik me vaak af waarom deze verre muziek mij zo had geraakt. Een antwoord zou kunnen zijn dat de strenge rooms-katholieke cultuur en de armoede in dat verre Andalusië, en dezelfde armoede en rooms-katholieke cultuur hier en daar aanwezig waren. Een van de verhalen over de oorsprong van de naam bracht meer duidelijkheid. Een Spaanse rooms-katholieke koning hoorde de zigeunermuziek en zei: "De passie die de muziek uitstraalt, vind ik terug bij mijn Vlaamse lijfwachten, mijn flamenco's." De zanger-schrijver-dichter die ik toen ontmoette schreef deze regels die al jaren in mijn geest rond dwalen en mijn leven verblijden: "ik wil deze nacht in de straten verdwalen, de klank van de stad maakt me zeer amoureus" Wannes van de Velde De dag van de begrafenis van Wannes werd deze tekst gepubliceerd in de krant DE MORGEN.

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
8 1

citytrip Griekenland.

Wie kent nog de Antwerpse stadskrant?DE NEUS.Ik heb er nog voor gewerkt.Rond die tijd moest ik mijn paske vernieuwen.Wie kent nog de dienst bevolking in de lange Nieuwstraat, de rij loketten, achter ieder loket een prompte dame.Voor vooroorlogse typemachines."En wat doet u nu voor werk?" vroeg die Dame.Even uit mijn lood geslagen mompelde ik: "he, he, ik werk voor een krant".Na een flink geratel kwam mijn paske tot mij terug, Journalist stond erop. De reactie van de toenmalige Rijkswacht ambtenaren op dat gegeven was verbijsterend.Daar ik altijd nogal bohemien gekleed rond liep, loop, (langharig werkschuw weet u nog) was ik een zeer gewild slachtoffer van het idee, dat vuil slecht, proper goed is, de dwangmatige zuiverheid gedachte die tot onze cultuur behoort.De mandarijnen van deze gedachten vonden in mij een ideaal slachtoffer om hun tijd door te komen.Honderden keren werd ik staande gehouden."PASKE" was de aanspreektitel.Tot op dat paske journalist verscheen! Als ik nu schrijf dat de mandarijnen opeens door het stof kropen/kruipen, ver zal ik er niet naast zitten. Ik dacht opeens aan de papiertjes waar de middeleeuwers mee zeulden. Het papiertje heeft me ooit in een zonnig vakantieoord gered.Net voor het vertrek uit dat zonnige vakantieoord constateerde ik dat mijn paske verdwenen was."U zult naar de hoofdstad moeten" zei de eerste de beste ambtenaar die ik aanklampte.De hoofdstad was 1500 km verder en met nog een 10 frank te gaan.De wereld stond eventjes stil.Ik begon iedere ambtenaar aan te klampen die er maar ambtenaar genoeg uitzag.Het vliegtuig vertrok 30 min later.Het werkte.Opeens werd ik doorverwezen.Ik eindigde in een kaal bureau.Na mijn naam en adres vroeg de ambtenaar mijn beroep."Journalist" zei ik.De man greep naar een grote zwarte voorhistorische telefoon. De dag tevoren hadden we een havencafeetje bezocht, een cafeetje in de stijl dat er niet veel toeristen komen.Tot ik opeens besefte dat de helft van de mede cafégasten Antwerps praten.En erger nog, verstonden. Toen de ambtenaar de telefoon greep dacht ik: als er een is die Antwerpen kent en vraagt welke krant?Want de stadskrant 'De neus' werd toen beschouwd als gezagsondermijnend (subversief).De man van het bureautje had iets te maken met kolonels. De man die binnen snelde had niks van dien aard in zich.Hij stelde vooral belang in wat ik vond van zijn zon overgoten land.Daarin kon ik hem gerust stellen: ik zou zeker terug komen.Van Antwerpen wist hij dat het een voorstad van Amsterdam was.Ik verzekerde hem dat het eerder Parijs was want met Amsterdam wou ik niet vergeleken worden: zonovergoten landen hebben meestal zonovergoten cellen en er is watertekort.Maar voor die man was het allemaal gelijk.En toen ik hem in herinnering bracht dat Antwerpen in België ligt dichtbij Brussel toen gingen zijn oogjes blinken.Brussel mompelde hij. Verschillende keren. En opeens realiseerde hij zich dat een van de bewoners van dat wonder Brussel bij hem stond.Hij had hem zelfs nog geen versnapering aangeboden, hij had de grondregels van zijn gastvrijheid geschonden en dat stond nu al vast daar zou hij voor boeten. Maar opeens verscheen een grijns op zijn gezicht.Niet hij zou pijn lijden maar zijn honden van ondergeschikten dat ze zo een belangrijke bezoeker van hun schone landje zo slecht behandelden.Maar nu moest hij zelf de bezoeker op gepaste wijze behandelen - straks zou hij zelf de honden afstraffen met een zweep- en.....Ik onderbrak zijn gedachtegang en vroeg hem of het probleem opgelost kon worden."Probleem?" Opeens zag hij een manier om alles goed te maken. "Het probleem van de diefstallen op luchthavens is een Europees probleem dat alleen door Brussel kon opgelost worden" zei hij. Het eeuwenoude Zuid Europees fatalistisch gevoel kwam over ons heen gevallen als een deken.Een bestolen journalist in een zonovergoten toeristisch land is niet de beste reclame.Hij begeleidde me naar het vliegtuig.En wuifde me na.Als om uit te wissen, wat mij van negatieve gedachten zou overblijven.Van het landje waarvan hij houdt en om die bezoeker te laten terugkeren vanuit dat verre Brussel Zo ziet uWat een aantekeningKan veroorzakenDe middeleeuwen *************************************************** Foto gallery VERF ED FOTO: encyclopedische mens https://www.2dehands.be/q/verf+ed+encyclopedische+mens/

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
16 1

PENITENTIAR COMPLEX BRUGGE.

 In een homodancing leerde ik hem kennen hij was er portier. T'was in de tijd dat ik eventjes wereldberoemd was in Antwerpen.Hij was slank gebouwd met blond kort piekhaar.Het kon hem niks schelen.Hij had een lief.Hij was van de seefhoek niet bepaald een plaats waar knap zijn de eerste vereiste is.Zijn lief kwam van een buiten gemeente, een huis, in een bos.K'werd heel hartelijk meegenomen naar zijn lief. Na een tijdje bemerkte ik dat ze gehoorgestoord was een zeer zelfstandige vrouw, was stapelverliefd op hem, hij op haar.Op twintig kan leven schoon zijn. Een paar dagen later stond hij aan mijn deur.Of hij een paar dagen bij mij kon logeren, zijn ouders noemde hij nazi's hij was zo verliefd.Hij kon bij mij logeren ik werkte toen iedere dag van twaalf tot soms na middernacht.Op een dag kwam ik binnen ik rook verbrand.Er waren dagen dat ik erg vermoeid binnenkwam dan stond er warme melk op mij te wachten.Hij wilde die melk eens verwarmen in het koffiezet apparaat.Dat was de verbrande lucht.Schoon opvoeding hij was er twintig en kon nog geen melk verwarmen.Hij bleef er zes maand waar ik alleen goede herinneringen aan heb. Een paar jaar later stond hij weer aan mijn deur om te logeren.Dat kon.Doordat ik op dat ogenblik, aan het worstelen was met een alcoholverslaving logeerde hij niet lang.Hij was toen al aan het proeven van SMAK een product waar ik behoorlijk bang van was.In mijn CANNABIS vriendenkring werden de SMAK gebruikers gemeden.SMAK zorgt voor een korte euforie dan ellende. In een jaar vervielen vrienden tot wrakken velen gingen dood. Niet aan het product maar aan de marginalisering, de uitsluiting, de ellende, de steeds maar voortdurende zoektocht, om het product te vinden.Weer gingen onze wegen uiteen. Ongeveer tien jaar na de eerste kennismaking ontmoette ik Jef terug net voor kerstdag.Het beloofde een leuke kerst te worden samen met mijn broer en zijn vrouw en enkele vrienden ik had net enkele goedkope maar grappige geschenkjes gekocht.Toen zag ik hem "hoe was het ?""Ok ok."Hij zag er beroerd uit k'gaf hem wat geld sprak met hem af na kerst rond nieuwjaar. Rond nieuwjaar stond hij er terug of hij een tijdje bij mij kon logeren. Dat kon maar wel onder een voorwaarde hij moest af van de SMAK.Hoewel ik niet veel van zijn vrienden kende had ik via de tamtam berichten gehoord dat hij zwaar aan de SMAK zat.Dat kon ik niet aan.Hij stemde toe, zag hoe radeloos hij was.Beloofde hem alle hulp.Een paar uur later zag ik hoe de behoefte aan het spul hem naar buiten dreef.Een paar dagen later stond hij weer aan mijn deur ik liet hem staan het was guur winterweer.Een paar dagen later had hij mij terug gevonden.Hij wilde er van af ik beloofde hem alle hulp.Ik liet hem binnen.Ging onmiddellijk achter mijn telefoon zitten om een opvangcentrum te vinden, wist dat het vlug moest gaan.Vier uur lang heb ik verbijsterend aan de telefoon gehangen. Opvanghuizen, afkickcentra, ziekenhuizen, vier uur lang. In sommige instellingen was er plaats maar een of ander idioot levend in een ivoren toren had bepaald dat iedereen die zich aanmelden veertien dagen moest wachten voor hij binnenmocht.Ondertussen had ik begrepen dat Jef leefde van kruimeldiefstallen. In die tijd was een flinke duw tegen een deur voldoende om die open te krijgen. De gb op de Groenplaats is jarenlang een zeer dankbare plaats geweest voor kruimeldieven, een duw en de deur was open soms werd de diefstal zelfs niet bemerkt.Toen ik een van de hulpverleners vertelde dat de junk naast me indien niet geholpen hoogstwaarschijnlijk op dievenpad zou gaan toen zei die hulpverlener dat het hem niks kon schelen.Een van mijn laatste ideeën was Jef aan de deur van een opvangcentrum achter laten.Toen mij opeens een tv programma te binnenschoot een programma van Panorama had iets te maken gehad met een moeder die hulp zocht voor haar junkie zoon.Ik belde de redactie ze wisten me te vertellen dat de moeder geen hulp had gevonden.Maar dat er een dokter was die me misschien verder kon helpen.Het was zondagavond belde de dokter een Nederlandse oudere vrouw toen ze mijn uitleg had gehoord zei ze dat ze onmiddellijk naar haar kantoor zou komen "wat?" zei ik hoogstverbaast en geschrokken van opeens zoveel medewerking."Ik begrijp de situatie" zei ze "ik zal hem metadon voorschrijven de drang op het spul zal verminderen, tot binnen een uur."Een uur later schreef ze een voorschrift.Een half uur later haalden we de metadon van een nachtapotheek.Toen sliep jef.Veertien dagen lang.De slaap werd enkel onderbroken door eten drinken en een wekelijks bezoek aan de arts.Na veertien dagen.Werd Jef wakker toen stuitten we op een nieuw probleem buiten mocht hij geen honderdmeter gaan of hij stuitte op iemand uit het SMAK milieu.De oplossing was een huisje op het platteland waar ik gebruik kon van maken.Geen directe buren geen grote steden alleen frisse lucht en een bos in de buurt.En dacht ik, ver van het SMAK milieu.Na het bezoek aan de dokter zei ik "Jef als we nu eens een auto pikken en er mee naar den buiten rijden?""Ha" zei hij,ondertussen probeerde ik tot zijn grote verbazing enkele autodeuren opeens stak ik de sleutel in een slot deed de deur open zei "rap stap in."Hij was hoogstverbaast, stribbelde tegen, ik dacht nog maar veertien dagen van het spul en al geen goesting meer in pikken.Ik legde hem uit dat ik de auto had gehuurd om naar de buiten te verhuizen. Hij begreep dat hij nog niet sterk genoeg was om de drang om het spul te kopen te weerstaan hij stemde toe in de verhuis.Met de gehuurde auto reden we honderdvijftig km ver van de stad naar een kleindorp waarvan ik dacht dat het SMAK daar totaal onbekend zou zijn.Ik had me niet erger kunnen vergissen.Er was meer SMAK, dan in de stad.Het viel niet zo op.De eigenaar, en zijn vrienden, van het huisje zat helemaal in het SMAK milieu.Toen ik daar aankwam met de van SMAK afkickende Jef leek het wel bollen winkel.Alles was er te krijgen, een dorpsschone al jaren aan de SMAK viel in zijn schoot.Ik voelde me machteloos en boos zeer boos.De samenleving kon de pot op.Ik zat daar met de beste kruimeldief van de lage landen en een gehuurde auto, ik stelde hem voor om eens in de buurt te gaan kijken.K'wou alleen supermarkten doen geen kleine zelfstandige zeker geen contact met mensen.We vonden enkele prooien met een derde slopen we s'nachts naar de achteruitgang van een supermarkt we forceerden het slot gingen lopen met het wisselgeld en de sigaretten.Enkele keren ging het goed tot tijdens verkenners bezoek de argwaan in een supermarkt over ons gedrag hen mijn nummerplaat deed opschrijven. Wat ik niet wist. Een dag later stond de politie aan mijn deur.Ik was er niet.Ik wist het ook niet.Na de derde inbraak was er onenigheid.Ik stond buiten te wachten in de vluchtauto terwijl mijn twee compagnons binnenbraken.De derde man wou buiten staan. In zijn eigen auto.Hij stond buiten tijdens de volgende kraak, het alarm ging af.Hij bleef staan zelfs toen de buurman door zijn venster keek.Hij bleef staan toen de buurman de deur buitenkwam aanstalten maakte in zijn richting.Toen reed hij weg op de hielen gezeten door de buurman.De derde man werd aangehouden toen hij nietsvermoedend thuis kwam.Ons bereikte het bericht we sloegen op de vlucht naar Barcelona.Daar aangekomen hoorden we dat we niet gezocht werden de derde man had zijn mond gehouden. Na een paar dagen uitblazen in Barcelona.Het was goed te zien dat Jef nog nooit buiten Antwerpen was geraakt. Misschien is de aanblik de belevenis van een stad zoals Barcelona iets voor Jef om te beseffen dat de wereld iets groter is dan Antwerpen centrum.We reden terug.De gehuurde auto moest binnen voor onderhoud.Ik deed hem binnen.Ik kreeg een nieuwe gehuurde wagen.Ik startte en reed een eenrichtingsstraat in.Ik werd klem gereden door twee politiewagens.Mijn criminele loopbaan was ten einde.In de cel, ondervragingen.Waaruit bleek dat ze al vroeger weet hadden wegens de supermarkt die mijn nummerplaat had doorgegeven ze vonden me niet, nu hadden ze me.K'werd overgebracht naar Brugge kon logeren in de nieuwe gevangenis van Brugge.Pennetier centrum Brugge p.c.b. of CLUB p.c.b. MED.De gevangenis is te omschrijven als een betonnen bunker met een antisliplaag tegen de muren of een betonnen parkeergarage waar een laagje verf is opgesmeerd.Er zijn honderden meters brede helverlichte gangen.De deuren zijn loodzware stalen platen die op wieltjes op hun plaats worden gerold waarna ze vastgezet worden.De vensters bestaan uit centimeters dik glas zonder tralies.Vier stapelbeden een tafel, stoelen, een brede vensterbank, elk een plakbord, een afsluitbare ijzeren kast .Een pompbak met warm en koud water een spiegel twee twaletten. Een kamer van zes werd mijn verblijf.Uit mijn eerste contact bleek dat privé daar niet bestond mijn dossier was al bekend.Zo zou het ook gaan met mijn brieven bewakers laten gevangenen werkjes doen, dossiers liggen open en bloot."Ik heb janeten afgeslagen in het stadspark in Brugge" zei mijn celgenoot.Hij leek me wel het prototype van homoseksueel die uit frustratie onbewuste aan zelfmutelatie doet. Zag hoe zenuwschokken zijn lijf deden verkrampen die man hoorde hier niet hij hoorde in een ziekenhuis.S'morgens werden we gewekt.De deuren worden opengerold de volledige gang word verwacht in een ruimte waar stoelen en tafels zelfs een klein keukentje staat.Brood, voorverpakte suikers, confituur een zeldzaam vlootje choco, koffie, thee zijn vrij voorradig.Toen ik bemerkte dat de toespijs s'morgens uit een voorverpakt stukje spikulaas een andere keer uit een hoekje kaas bestond besloot ik zo lang mogelijk in bed te blijven. Na het ontbijt worden de deuren op hun plaats gerold en smiddags gaan ze terug open ik sliep die tussentijd. Na het middagmaal dat in benepen gemeten porties uitgedeeld word, werden de deuren terug gesloten diegenen die wilen mochten buiten wandelen. Op een dag was er een incident een oudere bewaker die we nog nooit hadden gezien.Hij begon tot onze en de andere bewakers grote verbazing zeer autoritair te doen op het militaire af.We zaten te eten opeens zei die man "iedereen moet stoppen met eten onmiddellijk terug naar de cel" iedereen bleef verder eten.De andere bewakers zagen hun werk goede relaties op bouwen met de gevangene zodat conflicten onmiddellijk door een vorm van paternalisme in de kiem konden worden gesmoord vernietigd worden door het ondoordachte gedrag van die nieuwe bewaker.Iedereen at verderDe bewaker werd met zachte hand de ruimte uitgeleid.Iedereen stopte met eten. Dan werd men terug in de cel gestopt.De grootste marteling die me daar is overkomen dat was, de dagelijkse confrontatie met walters verjaardagshow iedere dag, na de middag. Opgesloten met enkele bewonderaars, iemand die voor het neerslaan van homos in het park in de gevangenis zit en fan is van Walter.En die walgelijke verjaardagshow. S'avons worden de deuren opnieuw geopend voor het avondmaal.Kan men spelletjes spelen meestal las ik boeken.Wie geen hulp van buitenaf krijgt krijgt daar alleen de afgemeten hoeveelheid voedsel.Voor de rest moet betaald worden fruit melk enz......betalen.Door mensen die niks hebben.Sommigen werken voor de meeste is het de enige mogelijkheid om iets te doen om iets te verdienen.De meeste hebben niks.Doen niks.De gevangenen in België.Naast de straf opgesloten te zitten worden ze uitgehongerd tot nutteloosheid verplicht.Samen met psychische zieken, waaronder psychopaten die iedereen bedreigen, aan iedereen hun wil proberen op te dringen. Een Zuid Amerikaanse gevangene vertelde me dat het oversmokkelen van drugs nooit verkeerd kan aflopen of het lukt, dan volgt de betaling of het lukt niet, dan zit ik onder dak met eten en drinken. Ik werk hier hard van een derde leef ik hier twee derden stuur ik naar mijn land daarvan leeft mijn familie. Hoe lang zou ik hier zitten?Een maand ?Twee maand ?Zes maand ?Niets was zeker.Het boek van het slagerszoontje las ik er.Een boek van Sartre over de revolutionair die na het slagen van de strijd tegen een dictator staatshoofd wordt en dictator wordt.Zag er Antwerpen 93, opT.V.K'was pas weg uit Antwerpen en ze begonen al te feesten.Ik dacht als ik hier zes maand moet zitten dan tracht ik te studeren. Een taal Spaans, Arabisch, een taal die ik schrijf waarmee ik menig zelfverklaard Marokkaan mee in verlegenheid heb gebracht. Na een maand was er de raadkamer.Ik had via via een advocaat gevonden die pleitte "hij zal zijn plan wel trekken."Jef werd verdedigd door een pro Deo advocaat die vurig de heren rechters probeerde te overtuigen dat zijn cliënt direct aan de slag kon als trainer.Wat mij ten zeerste verbaasde.De derde man werd verdedigd door een dure advocaat die het blanco strafregister in de aandacht bracht, hem onmiddellijk een baan in het vooruitzicht stelde.Het leek dat iedereen op hem zat te wachten.Op de derde man.Wat mij deed glimlachen.De raadkamer besloot ons vrij te laten tot het proces.Nog enkele spannende stresserende uren voor we wisten dat niemand beroep had aangetekend tegen de beslissing.S'avonds werden we opgeroepen.Aan de deur gezet. Het eerste wat we doen is een grote zak knapperige friet met mayonaise eten.Op de grote markt in Brugge.T'stond er stampvol volk.     Hoe meer gevangenen hoe beter vinden ze bij de vakbonden. Stel eens voor dat ze doen zoals in Denemarken daar hervalt 4%, in de misdaad, in België is dat 40 %. In Denemarken investeren ze in dokters en therapie. In België In handboeien, kerkers en veel bewakers. De MACHT van de vakbonden.   ---------------------------------------------------------------------------------- FOTO GALLERY VERF ED https://www.2dehands.be/q/verf+ed+serie%3a+club+pcb+med/ De gekwelde, geterroriseerde, in zichzelf opgesloten moderne MAN https://www.2dehands.be/q/verf+ed+de+gekwelde%2c+geterroriseerde%2c+in+zichzelf+opgesloten+moderne/ ---------------------------------------------------------------------------------------- Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religie In het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e  

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
11 1

Kaap Voorn

   Er zijn er niet van haar. Stemmen. En hoe de zilte bries hen beschermd in het onverstaanbare. Een aangevlogen hand voor een mond die niet weet waar de woorden zouden belanden, mocht het kunnen, misschien daar, daar waar hoge en lage druk elkaar gebieden.    Een koppel misschien, gezandstraald tot de stilte waarin ze willen wiegen, staat kaarsrecht, misschien, stokstijf bevrozen, misschien hebben ze haar over het water als een donderende golf horen aanrollen, en nu, is de echo nu, of al het betrapte valt te vermijden?   Zij door hen, zij door haar, zij door zij als zijden naast elkaar door, zijdens door de vingers geglipt van wat zich niet laat bewaren, muren van gisteren, muren van morgen, en de meeuwen schrikken op. Een schot. Is er één niet van hen.    Weeë geur in de lucht.    De hele start richting horizon, tegen de branding in. Een roestige zeemijn, egel koprollend op kop, achtervolgt door een wolk vol schelpengruis en flarden wier, haar voeten kleven als lava.    Ze stolt.    Korrels verglazen als druppels dauw op de haartjes op haar armen en op haar benen, overal om haar heen, ijsblauwe schaduwen. Het koppel misschien, smeltend misschien, smeltend uit een schreeuwen. Hagelstenen van woorden die op haar levenslijn roffelen en het kietelen van een antwoord willen geven, het kietelen van geen vraag meer te stellen.    De maalstroom voert hen allemaal mee, hoog, laag, geen tij meer om te keren, ze zou thans zweren strandjutter te zijn geweest. Een houten sirene te hebben bevrijd. Boegbeeld van het schip dat tegen de tijd strijdt.     

Bas Tuurder
40 1

Gelukkig zijn: goed kunnen kakken en slapen.

De yoga die ik ken, ontdekte ik in de jaren zestig. Desclee de Brouwer was de uitgever van een boekje over yoga. De twee trucs die ik nog altijd bewust gebruik en die ik de lezer van dit verhaal wil meegeven, hebben mijn leven een heel stuk fleuriger gemaakt, en zullen dat ongetwijfeld ook met uw leven kunnen doen. Die twee trucs gaan over: kakken en concentratie.KakkenWel, iemand die niet kan kakken heeft de neiging om een zeer stevige druk te gaan uitoefenen. De darm die moet worden leeggemaakt heeft dan de neiging om uit het lichaam te gulpen. Aambeien, zo worden die uitstulpingen ook wel genoemd. Bij de yoga truk met betrekking tot kakken wordt gebruik gemaakt van de geest om tot een ontlasting te komen. Het gaat als volgt: als je op de pot zit ontspan je je, en oefen je geen enkele fysieke druk uit op het onderlichaam. In plaats daarvan denk je aan meterslange darmen waarin de troep zich bevindt en waar hij doorheen moet. Je wacht. Dat kan een tijdje duren, maar het genot als je de spoeling ondergaat, is niet te omschrijven.ConcentratieDit sluit aan bij het voorgaande, namelijk het denken aan de troep in ons lichaam hoort geconcentreerd te gebeuren. De nodige concentratie kan men bereiken door bv voor een kaars te gaan zitten. De bedoeling is dan dat je het vuur van die brandende kaars met je geest probeert te omvatten. Dit moet geleidelijk gebeuren. De eerste dag 1 seconde, de tweede dag 2 seconden, de derde 3 enzovoort. Op die manier duw ja alle andere gedachten van je weg. Je behoudt alleen dat beeld van de brandende kaars. 1 seconde, 2 seconden, 3 seconden, 4 seconden, enz…Na een tijd oefenen wordt de concentratie beduidend beter. Deze oefening kan gebruikt worden bij slaapmoeilijkheden. Wie niet kan slapen en de concentratiemethode gebruikt, zal merken dat men zonder veel moeite in slaap geraakt. Als je dus ligt te woelen in bed, concentreer je dan op bv een kaarsvlam. Duw dan alle andere gedachten weg en slaap……….slaap……….slaap………. **************************************************************** Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
13 1

Het is nog warm

Je moet doen zoals je helden doen, dacht ik tijdens het luisteren naar het journaal op tv. Kijken deed ik niet. Mijn blik was naar buiten gericht. Zoals Simon of Remco? Die schreven over veel, zo niet over alles. Ook over poezen. Ik moet bijvoorbeeld dringend nog eens luisteren naar 'Dagboek van een poes' van Remco, dat hij zelf inlas met die prachtige stem van hem. Thuis kwam wel eens een poes op bezoek. Nee, niet aan de deur bellend, ze kwam met iemand mee. Soms bleef ze overnachten, als de baasjes met vakantie waren. We moesten op haar passen. Maar eigenlijk paste zij op ons. Dat is het mooie aan katten. “Je moet er niets mee. Je mag blij zijn als de kat iets met jou wil”, schreef Remco. Als we thuiskwamen lag ze steevast op de loer. Boven op de trap, alles overschouwend. "Waar is ie dan?", vroeg ik met mijn kattenstemmetje. "Ge ziet ze toch liggen hè pa. Daarboven." Misschien moeten we onze kat, die we nog niet hebben, Simon of Remco noemen. Als het een mannetje is. Of op zich? Soms lag ze op bed, als we de deur niet hadden dichtgedaan. Dan kreeg ik zin om erbij te gaan liggen. Maar als je dat deed, kreeg ze het in haar kop om te vertrekken. "Wat denk jij wel? Zo overdag in bed gaan liggen", leek ze te zeggen. 's Nachts dwaalde ze rond. Ze sprong graag op het fornuis. Misschien wel voor het piepgeluid, een ingebouwd alarmsignaal van het fornuis. Dat gepiep maakte ons wakker. Beneden kwam mijn kattenstemmetje weer tevoorschijn. "Gaat ge koken?”, vroeg ik. Dan legde ik haar over mijn schouder, nam haar bakje met korrels en schudde daarmee, alsof het net van het fornuis kwam. "Oppassen, het is nog warm", zei ik dan.

Rudi Lavreysen
26 1

the housewives of antwerp

Het was gisteren weer zover. Ik parkeerde mijn twintig jaar oude auto tussen andere auto's en opende de autodeur. Ik stapte uit met mijn ongeschoren en enigszins vervuilde lichaam toen ik van veraf iets hoorde: "Pas op, pas op, PAS OP PAS OP!!!!! Pas toch op man!." Het was een vrouw, het type dat vaker bij de kapper te vinden is dan bij haar eigen familie. "U hebt met uw deur tegen mijn auto gestoten," zei ze tegen me. "Dat heb ik niet, MEVROUW," antwoordde ik. "DAT HEBT U WEL," zei ze terwijl ze over een deuk op haar auto wreef. Ik opende mijn autodeur om haar te laten zien dat de deuk op een andere plaats zat dan waar mijn deur haar auto zou kunnen hebben geraakt. "Wat is er met u aan de hand, mevrouw? Hallucineert u? Bent u onder invloed van drugs? Is de waterstofperoxide naar uw hersenen gestegen?" Ze keek me aan en stapte vervolgens in haar auto, waarna ze weg scheurde met haar geschonden en verminkte lichaam. ************************************************** Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
13 1

the real WINNERS of antwerp

  "En waarom loop je met al die blinkende dingen rond ?" vroeg Jo aan Alex. "Wel," zei Alex, "als ik gekleed zou zijn zoals jij en een bedrijf binnen zou lopen, dan zouden ze eens flink lachen. Maar nu," zei Alex, die een pak droeg dat gemiddeld drie salarissen waard was, een ketting en een uurwerk waar de gemiddelde burger minstens een jaar voor moest werken. "Als ik zo gekleed met mijn blinkende auto een bedrijf binnenstap, dan staan ze aan de ramen te kijken wie ik ben. Ik word met de rode loper binnengehaald. Belangrijk: als ik mijn contracten op tafel leg, dan staat er binnen no-time een handtekening onder. Iedereen wil een stukje meepikken van mijn succes," grijnsde Alex. "A ha," zei Jo, hij dacht eraan dat hij zijn kaart, die recht gaf op zijn uitkering, nog niet had ingeleverd. Ze kwamen als geroepen, hun stemmen klonken als nachtegaal gezang voor de bistro-eigenaar. Ze waren er net en de sfeer in de bistro werd onmiddellijk vrolijker. Ze werden de Dallas grieten genoemd, een voorbeeld van de acteurs die toen in de gelijknamige soap speelden. "En heb je nog geen advertentie in ons blad?" giechelde de dame tegen de eigenaar. "Welk blad?" stamelde de verbouwereerde eigenaar. "Wel, in ons blad staan alleen mensen zoals wij. Als jij ook in ons blad komt te staan, dan komt iedereen naar hier." Het leek wel een sekte, dacht de eigenaar, maar hij kocht snel een advertentiepagina in het blad. Iedereen kwam regelmatig terug. Op een dag kwam zelfs de eigenaar van het blad op bezoek. Hij droeg een pak dat gemiddeld drie salarissen waard was, een ketting en een uurwerk waar de gemiddelde burger minstens een jaar voor moest werken. Op een dag bezocht zelfs een adellijke dame zijn restaurant. Het kostte hem wel een kleurenpagina in het blad, maar dat had hij ervoor over. Toen de dame hem aankeek, voelde hij zich nietig. Ze stak haar hand uit en hij legde het geld erin. Toen sloot ze haar hand en haar ogen volgden een koers waarin hij niet meer voorkwam. Hij had het dubbele betaald voor wat anders, maar was al blij dat de adellijke dame zijn nederige etablissement met haar bezoek vereerde. Grimlachend liep hij zijn keuken in en bekeek zijn personeel keurend. Wat als de adel niet inging op zijn avances? Ondertussen waren de meisjes en de adellijke dame de bistro uitgelopen en de volgende tent binnengekomen. Ze deden er een tiental op een namiddag, als hedendaagse zwervers die overal hun nachtegalenzang lieten horen en goudstukken lieten neerdalen over hen en hun beschermelingen. *************************************************** Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
18 1