Zoeken

kapitalisme

Ik kocht tien kleine krokante broodjes, wat beleg en servetten die ik met elastiekjes rond de broodjes hield. Ik hees me in een koksmaatjeskostuum en verkocht de tien broodjes in een nabijgelegen café. Met de winst kocht ik er twintig, en dan veertig.Na een jaar zo te hebben rondgelopen kreeg ik een aanbod. Een bekend en berucht café was de tijdsgeest van dat moment niet zo genegen. De boîte, DE MUZE  waar een tijdje terug rijkelijk spenderende achtenzestigers vervuld van liefde hadden rondgelopen, was nu gevuld met de nieuwe generatie agressief uitziende jongeren met hoog opgekamde haren vol zeepresten. De ouderen, die in vreedzame meditatie verkeerden, vluchtten resoluut de deur uit. Een slechte zaak voor de eigenaar. Zijn leningen moesten immers worden afbetaald. "Als je gebruik maakt van het raam, kun je zowel buiten als binnen je broodjes verkopen," zei hij. Er waren twee ramen. "Als het lukt, dan bouw ik je een keuken." Een jaar lang stond ik daar. Op een dag zag ik in de Japanse keizer en zijn keizerin in twee aparte wagens op twee meter van mijn raam voorbijsnellen. Twee Amerikaanse dames die in Amsterdam logeerden kwamen eventjes een koffie drinken. Een jaar lang stond ik daar iedere dag. Ik opende mijn venster stipt om twaalf uur 's middags. Ik bleef tot de laatste man. Kotsbeu werd ik het. De redder in nood, de witte ridder op het witte paard, verscheen in de gedaante van de eigenaar van een ruïne op het Zuid. In een van de leegstaande pakhuizen had die man een studentenfeestzaal ingericht. De PARADOX. Of ik daar mijn handeltje wilde verder zetten. Het beloofde keukentje was er nog altijd niet. Ik gooide al het aanwezige vlees in de diepvries en trok de stekker uit. Twee jaar lang verkocht ik hamburgers in de feestzaal. Op een dag vroeg iemand me of ik wilde meewerken aan De Laatste Nacht. Als ik eten maakte voor de artiesten, mocht ik broodjes verkopen op het evenement. Na enige navraag leek het me doenbaar. Het jaar ervoor waren erop een uur tijd vijfhonderd broodjes verkocht. Ik mikte op tweeduizend broodjes. Voor de artiesten dacht ik aan lamsribbetjes met frieten en salade. Maar het was nieuwjaar, en in Antwerpen bleek geen enkele lams rib meer te krijgen. Varkensribben dan maar, gestoofd in kruiden, uien, look enander lekkers. Wie zou het merken. Om tien uur stond alles klaar toen de organisator mij kwam melden dat de heren nog eventjes wensten te wachten. Mij goed. Alles werd koud. Om twaalf uur stond alles her opgewarmd klaar. De kleur van de varkensribben was veranderd. Zeker de aanhechting van het vlees aan het been was problematisch geworden. De organisator kwam mij verwittigen dat de groep wel honger zou hebben over een uur, nadat ze nieuwjaar hadden doorgezwolgen.Ze hadden honger. Ondertussen was lamsrib totaal uit mijn woordenschat verdwenen. Een paté kregen ze, met krokante frieten en verlepte in de dressing verdronken sla. Een tijdje later werd ik getrakteerd op champagne, ik werd de eetzaal bijna rondgedragen. Omdat het zo lekker had gesmaakt. In totaal verkocht ik vijftig broodjes. ********************************************************* BANK hieren

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
1 0

Een dialoog tussen vreemden

Het was 8 augustus 2025, in de nacht van vrijdag op zaterdag. Ik had nood aan sigaretten en had zin in een Redbull. Ik was al een tijdje op zoek naar een nachtwinkel die open was, en bij mijn uiteindelijke bestemming aangekomen, ‘Nachtwinkel Leuven ‘, kreeg ik voor de zoveelste keer te maken met een casus van verbale agressie naar mijn mening. Alleszins, het kwam er toch op vrij agressieve manier uit bij die jongeman. Ik zal even de situatie schetsen: mijn plaats van bestemming lag op een kruispunt, met uiteraard verschillende zebrapaden. Ik nam ‘at random’ een zebrapad, het licht stond op groen voor mij en er stond een witte auto te wachten. Naar mijn hoge standaarden en kwaliteitseisen die ik persoonlijk hanteer, vond ik deze auto gewoon een aartslelijk model. Ik stak de straat over en halverwege hoorde ik een jongeman, met piepend stemmetje, een beginnende baard in de keel nogal op vrij agressieve toon zeggen: ‘ hé kerel, er zijn zebrapaden voor iets hé!? Ik zie u wel weglopen met uw spierwitte beentjes!’. Ik dacht, ik dacht veel bij mezelf. Tijd om anticomplementair gedrag te stellen, dacht ik. Op kordate, heldere duidelijke toon en goed geargumenteerd repliceerde ik die jongeman in zijn mottige schreeuw lelijke wagen: ‘ Kijk hé gast, dat kan ook op een vriendelijke beleefde manier gezegd worden. Heb jij geen opvoeding genoten? Respect is een schone deugd. Ten tweede, ik ben nog steeds in mijn recht, omdat ik dit zebrapad binnen een straal en actieradius van 20 m gebruik. Als het jou niet zint kan je beter bij de flikken gaan werken. Naar de letter van de wet. Je zou trouwens een hele goeie flik zijn, je kent je wetgeving niet eens tegoei. En ten derde, ik kom van de grootstad Antwerpen, daar doen ze hun eigen goesting. Dus kerel, kom me niet vertellen wat ik moet doen.’ Ik kon natuurlijk nog veel meer zeggen, maar je weet nooit. Je hoort zoveel verhalen van verkeersagressie. Wat een aap en domme mongool. Ik weet het toch niet maar in wat voor zieke opgefokte wereld leven we toch tegenwoordig? Ik vind dat veel studentjes een groot fars bakkes hebben heden ten dage. Generatie Z? De Millennials? Pampert ze zo niet en legt ze niet in de watten. Hebben ze wel een deftige opvoeding genoten vraag ik mij eerlijk gezegd af? Als je ’s avonds op de Oude Markt rondhangt zult u hopelijk wel weten en begrijpen wat ik bedoel. Ofwel was die domme aap heel zwaar gefrustreerd en wilde hij zich afreageren op onschuldige respectabele burgers. Ofwel had hij teveel gezopen en werd hij agressief ten gevolge van de alcohol. Ach ja, ik blijf in het ongewisse. Ik was gewoon op de verkeerde plek op het verkeerde moment. Maar ik had wel mijn sigaretten en Redbull. Ik was een content mens.  

Canniball
7 0

rasisme

  ………………Ik had de eerste opleiding die de toenmalige vdab organiseerde voor vrachtwagenchauffeur gevolgd. Na een jaartje in Leuven te hebben gewerkt bij een wijnhandelaar vond ik werk in Brussel, bij de werkgever waar ik een paar jaar vroeger een vakantie job had verricht, maar er was een conflict gerezen tussen de twee broers. De twee eigenaars, van de ene mocht ik met de camion rijden van de andere niet een onhoudbare situatie die opgelost werd door mijn vriend een leeftijdsgenoot van Marokkaanse origine. Zijn vader was camionchauffeur in Nederbrakel ik kon daar direct beginnen. Als chauffeur van een Volvo , enen met een grote snuit, moest ik vuilnis containers in Brussel en omstreken ophalen. Ik had een verblijf gevonden bij een man van Algerijnse origine, die naar eigen zeggen de studentenrevolte in Parijs had meegemaakt die ik had ontmoet op de vroeg markt we deelden een appartementje in Laken. S ‘morgens ging ik de vader van mijn Marokkaanse vriend ophalen, met mijn ondertussen aangekochte auto, en we reden samen naar ons werk. Na ons werk voerde ik hem terug naar zijn woning en iedere avond werd ik uitgenodigd om iets te eten of om nana thee te drinken. Na het eten gingen ik en mijn vriend samen met een paar andere vrienden in een cafeetje een cola-tje drinken, alcohol was totaal uit den boze. De zaterdag ging ik samen met de familie uitgebreid boodschappen doen. Abdelmalik, mijn vriend, had twee broers en twee zussen een broer was afgestudeerd als elektrieker, zijn andere broer werkte. Voor hem was de universiteit gepland, de twee zussen waren haarkapsters, lang zwart harige, langbenige, kortgerokte vrouwen, waar menig man lichtjes tureluurs van werd. De zondag namiddag werden ze allemaal fanatieke voetballers en moest ik ze naar een locatie rijden waar ze met een andere café ploeg samen driftig tegen een bal konden sjotten. Maar mijn grootste afgrijzen gebeurde de zaterdag avond, toen gingen we samen op stap, naar Halle. Tot mijn verbazing, want in Brussel konden ze nergens terecht en in Halle gebeurde op sommige plaatsen hetzelfde. Ze mochten niet binnen. Een racisme dat mij, een nuchter West-Vlaminske deed steigeren, zij vonden het niet zo erg want dat waren ze gewoon. Mijn vrienden waar ik met een gerust hart mijn bezit had aan toevertrouwd werden behandeld als de eerste de beste gangsters.    Lambermontplaats A'pen 2004 ************************************************************** FOTO GALLERY Verf ed https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/   Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   ******************************************************************* http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e ---------------------------------------------------------------------------------- foto gallery  https://www.2dehands.be/q/verf+ed+bloemenkleuren/

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
0 0

De machine en diens mens.

De samenleving waarin ik geloofde. Ik groeide op met het idee dat onze samenleving (met haar organisaties, wetten en instellingen) gebouwd was om de individuele mens te ondersteunen. Ik zag de wetten als bescherming van de gezondheid en belangen van de bevolking, zelfs wanneer die wetten over gevoelige of verdeelde onderwerpen gingen. Zelfs wanneer ze de individuele wil moesten overstijgen om recht te doen aan collectieve beginselen. Ik zag politiek als het overlegorgaan van dat systeem: een plek waar de stem van uiteenlopende groepen samenkwam om wetten te vormen, zodat we met al onze verschillen toch een gedeelde structuur konden behouden, gebaseerd op menswaardigheid, vrijheid, veiligheid en verantwoordelijkheid. Ik zag overheidsinstellingen als middelen ten diensten van diezelfde principes. Ik zag burgers als zelfbeschikkende, menswaardige individuen. Ik zag economie als een instrument, en geen doel op zich  Maar een systeem om welzijn en welvaart te waarborgen,  en het mens-zijn van elk individu en van de samenleving als geheel te beschermen. En ik zag bedrijven, werkgevers en werknemers niet als tegenpolen, maar als co-creatieve partners binnen datzelfde weefsel. Samen verantwoordelijk. Samen ingebed in dezelfde fundamentelen waarden en normen. Tegelijk werd ik opgevoed met het idee dat zelfbeschikking niet enkel een vorm van vrijheid is, maar ook een vorm van toewijding: aan jezelf, je keuzes, en de impact van je gedrag op anderen. Ik leerde dat rechten als burger niet vrijblijvend zijn, dat ze gepaard gaan met plichten en met het vermogen om binnen de wetten van de samenleving te functioneren, zolang die wetten zelf ook de waarden van diezelfde samenleving belichamen. Ik begreep ook dat mensen verschillen: in inzicht, in kunnen, in oordelen, in groei, in de manier waarop ze dingen beleven. Maar juist daarom geloofde ik dat de overheid een pedagogische taak heeft: om te vertalen, om toegang te creëren, om kaders te bieden. Zodat elke burger, ondanks diens kwetsbaarheid, toegang behoudt tot de beleefruimtes van autonomie en menselijke waardigheid. Niet als gunst. Maar als fundament.     --- Ik geloof dat welzijn het fundament zou moeten zijn waarop alle andere structuren rusten.Niet als luxe, maar als logische voorwaarde voor duurzame waardecreatie.Wanneer systemen ontworpen zijn om output te maximaliseren, in plaats van mensen te dragen, ontstaat onzichtbaar verlies: verlies van energie, van geloof, van tijd, van mentale veerkracht en van betekenis.We spreken over arbeidsmarkt, maar vergeten: arbeid is mens.Als welzijn wordt weggeschreven als “persoonlijke verantwoordelijkheid”maar de structuren zelf die verantwoordelijkheid ondermijnen, dan spreken we niet meer over falen.Dan spreken we over een vorm van collectieve dissociatie.  

Kakofoon
5 0

Het Mensdom

ik wil duidelijk maken dat er maar één doel is!   één fundament.. en dat is het welzijn van het individu... het ene leven...   het respect voor UW leven!   en daar dacht ik in geboren te zijn... daar zou welvaart ten dienste van moeten staan... daar stierven alle eerdere vaderen en moederen voor... en nu... met de technologie.. de macht.. de toegankelijkheid... maken ze het over angst en bescherming en toegebode...   en... ik kan niet omschrijven;.. de haat... het verdriet... de liefde...   van dat verlies.                     ---    Er is maar één doel.Geen markt. Geen macht. Geen systeem.Alleen het ene leven dat zich aandient in één lichaam,één stem,één blik,één vraag: "Mag ik bestaan?"Dat is waar alles voor bedoeld is.Niet als politiek ideaal. Niet als moreel frame.Maar als de meest naakte, onbetwijfelbare waarheid:het welzijn van het individudaar begint beschaving.Ik dacht daarin geboren te zijn.Ik dacht: dit is waarvoor onze voorouders leerde samenwerken en voor stierven.Ik dacht: dit is wat menselijkheid betekent.En nu…in een tijd van overvloed, met macht, kennis en technologiedie alle dromen mogelijk maakt,zie ik systemen die hun eigen complexiteit aanbidden en vergeten voor wie ze bestaan.Ze zeggen “veiligheid”. Ze zeggen “bescherming”.Maar ik zie angst, controle, berekening.En ik zie de echte mens verdwijnen.Niet in cijfers. Maar in stilte. In breuken. In leegte.In termen van toegevoegde waarde ipv van wat voor elk een waardig leven zou kunnen zijn.   

Kakofoon
9 0