WE ARE BELGIUM!
Door omstandigheden, zijn wij in juni, op een camping aan de Belgische kust beland.
Het was zo’n twintig jaar geleden dat wij nog op een camping aan zee gekampeerd hadden. De campings waren uitgegroeid tot abnormaal grote bungalowparken. Als je optrekje helemaal achteraan op zo’n camping stond, kon je al snel niet meer spreken van ‘mijn adresje aan zee’, maar van mijn vierkante meter grond ergens in de polders. Als je op de brug over de kustweg stond en je keek in de verte naar de verkavelingen dan zag je, zo ver het oog reikte, witte caravans- stacaravans- bungalows- chalets- en namaak vissershuisjes- daken die op een meter van elkaar bij elkaar gepropt stonden Vanaf die hoogte leek zo’n bungalowpark op een illegalen-, asielzoekerskamp. Naargelang het soort verkaveling kan je de financiële draagkracht van de chaleteigenaars bepalen en zie je dat ook gewoon zeezoekers hun stukje paradijs aan de kust verworven hebben. Maar op zo’n doorsnee door de jaren uitgegroeide camping, als waar wij nu staan, wil je in de maanden juli en augustus toch geen vakantie vieren! Na de Belgische zomermeimaand leek de herfst vroegtijdig ingetreden. Het was jeansbroeken- dikke truien- en windjackenweer. Het was tijdens de week abnormaal rustig aan zee. Alle bungalowtjes en staancaravans stonden er wat verlaten bij. Het toercampingveldje lag gelukkig wat afgezonderd van de weekendhuisjes. We hoorden gisteren op de televisie dat de doorsnee intelligentie bij de meeste mensen geboren na de jaren 1975 er duidelijk op achteruit gegaan is. Maar als je eens goed rond je kijkt, werden er volgens ons een bepaalde groep mensen van voor ‘75 duidelijk ook niet met een ruim stel hersens bedeeld. We verkenden de camping en stonden versteld hoe een volkje het simpele kinderniveau blijkbaar nog steeds niet overstegen was. Op de twee vierkante meter gras voor hun chalet stonden Sneeuwwitje en de 50 dwergen. De stacaravan ernaast wou niet onderdoen en had drie plaasteren eenden en een stenen hond in het voorhofje gezet. De volgende buur had twee grote stenen leeuwen aan de deur geplaatst die voor het wereldkampioenschap voetbal versierd waren met rode duivelhorentjes en een chalet verder zwiepten driekleurige molentjes hun wieken in de westenwind.
Maar op vrijdagavond en zaterdagmorgen ging de slagboom van de camping continu op en neer, want dan kwamen de vaste jaarcampinggasten massaal naar hun ‘huis’ aan zee. Toeterend kwamen ze, met zwart-geel-rode condooms over hun zijspiegels en flapperende driekleurwimpels de camping opgedraaid. Je verwachtte dan dat er zo’n stoer haantje in de auto zat, maar achter het stuur zat een oude rokende sassa. Terwijl de voetbalfreakman aan de stacaravan de Belgische vlag omhoog hees en voor de ramen en aan de afsluiting de Jupiler- reclame- Rode Duivels vlaggen drapeerde, sleurde een vrouw, met schouderlange uitgerafelde zwarte Lola haren, nijlpaardformaatbillen en gekleed in een veelkleurige terlenca jurk, een zeppelinworsthondje uit de auto. De kleine keffende, kwijlende en veel te dikke gedrochtjes werden in een hondenkinderwagen gedropt, duidelijk een nieuwe hype aan de Belgische kust. De campingvrouwen dweilden met hun hondenbuggy over de camping. De viervoeters werden als kinderen toegesproken en vertroeteld. Een hond had zelfs een bain de soleil aan en een andere had een mini rode duivelspet op. Nog nooit zagen wij honden zieliger en ongelukkiger kijken. Zowel honden als vrouwtjes klaar voor de psychiater. Manlief kon het niet laten en vroeg aan een duidelijk beschaamde man, die naast zijn vrouw zo’n kinderwagen voortduwde, of het niet spijtig was dat hun hondjes geen pootjes hadden en vroeg of dat dit misschien een nieuw soort ras was. Zaterdagochtend begonnen de jaarkampeerders één na één, hun vierkante meter gras te maaien. Overal hoorde je de machientjes en de hondjes kabaal maken.
Voor een passerende buitenlandse toerist is er momenteel geen twijfel mogelijk. De Belgische driekleur wappert je vanaf de autostrade, langs de dorpsstraten, vanaf de torenhoge zeedijkappartementen, in de etalages, hotels en cafés overal tegemoet. WE ARE BELGIUM! De Belg had eventjes geen aandacht meer voor de op de Middellandse Zee verdronken en ronddobberende hooggekwalificeerde zwarte toekomstige leefloners. De Belg werd niet meer warm of koud van de klimaatopwarming. Het zou de Belg deze weken worst wezen dat zo’n vier miljoen Turken in Europa voor hun grote Turkse leider gingen stemmen. De Belg was een maand niet meer verontwaardigd over de onterechte geldstromen van Vlaanderen naar de Walen want Koning voetbal is weer in het land. Soms gewoon leuk, maar meestal compleet krankzinnig. Het is tenslotte een spelletje met een bal, miljardentransfers en met heel veel geluk. Waarom is een WK voetbal voor de meeste mensen elke keer toch zo leuk? Omdat zelfs simpele marginalen, jonge hitsige pubers, suffe opaatjes, fanatieke huisvrouwtjes en hooggekwalificeerde voetbalfans eendrachtig zij aan zij supporteren. Langs de zijlijn geven ze elk hun eigen commentaar. Als de Rode Duivels maandag verliezen, dan kunnen ze allemaal één voor één uitleggen waar het mis ging. Waarom die spits die bal juist op de paal pleurde, of dat het volgens hen geen buitenspel was want dat de scheidsrechter een pel op zijn oog had of duidelijk omgekocht was. Dat het niet een gele maar een rode kaart moest zijn. We are Belgium, we are red!
En allemaal hebben deze voetbalsupporters het grootste gelijk. In de aanloop van zo’n wereldkampioenschap wordt de massa al maandenlang op voorhand opgehitst. De voetbalgekte slaat toe en er worden met bakken bier, wimpels, mutsen, pruiken, sjaals en vlaggen uitgedeeld. Jupiler bier heet ineens geen Jupiler meer, maar noemt zich nu Belgium…We are Belgium. Kinderen krijgen in de supermarkten plakboeken en wisselen Panini-voetbalstickers uit. Wekenlange op voorhand wordt er gediscussieerd over het Rode Duivels voetballied, het wel of niet meenemen van Naigolan of over de blessures van Kompany. Samen juichen, samen goal roepen, samen zingen, samen drinken en samen de boel afbreken. Gek hoe dubbel het kan zijn, dat mensen die vorige weken stakend achter de rode linkse vlag aanhuppelden en riepen dat de rijken moesten betalen, zich nu zonder problemen vergapen aan miljonairtjes die achter een bal aanlopen? Voetballertjes die gezwind zo’n Euro 400.000 per week verdienen! Geld dat jan modaal zijn hele leven niet bij elkaar gespaard krijgt. De nieuwe generatie brood en spelen gladiatoren, die als het even kan, met hun centen in Monaco of Panama zitten om de fiscus te ontlopen. In plaats dat ze mee het begrotingsgat vullen, zitten ze eigenlijk in de zakken van de belastingbetaler, dus in onze geldbeugel. Ook manlief zal maandagnamiddag, als de Rode Duivels hun eerste match moeten spelen, niet voor het tv scherm in de caravan weg te branden zijn. En dan heb je nog na elke match het oeverloze panelgeleuter en het uitmelken in allerlei napraat- en ontleedtelevisieprogramma’s van de beste voetbalstuurlui aan wal. Het is slecht weer aan de kust en de kampeerders exodus komt al vroeg in de namiddag op gang. Terug richting huis, naar de grootbeeld televisie, naar de eigen sofa, het Belgium-Jupiler bier binnen handbereik of naar de kroeg waar zij weer met zijn allen uit hun dak kunnen gaan. De vlaggen en wimpels laten ze hangen tot volgende week, of totdat de duivels eruit geflikkerd worden of misschien tot de finale op 15 juli!
Gelukkig moet ik maandag, als de camping weer leeggelopen is, het dronken geschreeuw van die zwart, geel, rood carnavaleske verklede dikbuiken met horentjes op hun kletskop, madammen met driekleur sjaals en mutsen op en de bijbehorende toeters en bellen op de camping niet aanhoren. Neem het van mij aan : Als je, in de weekend, de doorsnee ‘Belgische vaste staander kampeerder’ over deze camping ziet dwalen, dan lijkt het voor ons klontjesklaar: Het is duidelijk het voorspel van het einde van een beschaving.
Sim, 17 juni 2018, Belgische kust, Wenduinen