De tijd holt aan mij voorbij
Alles heeft zijn tijd
De tijd holt me voorbij.
Het is al namiddag terwijl het
nog ochtend had moeten zijn.
De besmeurde voetbaltrui,
De lekkende kraan.
Ze vragen om te worden
gewassen of gerepareerd.
De tijd holt me voorbij.
Het is al avond terwijl het
nog middag had moeten zijn.
De vuile kopjes in de vaat,
de uitpuilende vuilnismand,
Ze smeken om te worden
gewassen of geleegd.
De tijd holt me voorbij.
Wedijveren met de tijd,
‘t is altijd een verloren strijd.