Zoeken

Tip

Seks, een kelner en de kleine dood

Er is al zoveel nepnieuws op internet, dacht de schrijver. Laten we hem B. noemen. Zojuist, onder de douche, had hij een briljant idee gekregen om zijn schrijverschap te promoten. Hij zou een nepverhaal plaatsen op Azertyfactor, het forum voor would-be schrijvers. En aangezien de schrijver zijn identiteit als 'schrijver' bevestigd wilde zien door echte lezers, besloot hij een daad te stellen. Een namaakverhaal met een titel die 'click bait' zou vormen. Want veel risico liep hij daarmee niet.   Kan ik dat wel maken? dacht de schrijver vervolgens, toen hij de morele kant van zijn actie overwoog. Ik loop weliswaar geen gevaar, maar het is niet bepaald aardig tegenover de lezer. Maar daarop dacht hij aan de grootste bedrieger op aarde, president Trump. De lezer zal het me vergeven, want in vergelijking met deze non-valeur ben ik maar een klein stukje onbenul, en wie zal er beledigd zijn door een onbeduidend schrijvertje als blijkt dat men op een waardeloze link heeft geklikt? De klikker in kwestie zal zich eerder schamen voor zijn eigen sensatiezucht wanneer die veelbelovende link niets anders blijkt dan een natte wind. Staand achter zijn computer, want de schrijver tikt tegenwoordig staande, deed hij een klein dansje. Dat deed hij vaker als hij erg tevreden was over een goede ingeving, en dansen doe je eerder als je niet eerst uit je stoel hoeft te komen. Nu was er nog een titel nodig om als aas te dienen. Het eerste woord wist de schrijver al toen hij onder de douche zijn idee kreeg. Een 'no brainer' zoals de Amerikanen zeggen. Daar schrijven ze 'seks' als 'sex'. Maar aan die anglificatie doe ik mooi niet mee!, dacht B., nog steeds in een zeer zelfgenoegzame bui vanwege zijn idee. Maar als 'seks' het eerste woord van de titel vormt, moet er dan toch niet op zijn minst een heel klein stukje, beetje, deeltje echte seks in, please, please, pretty please? Vooruit dan maar, besloot B, want in dat geval bedrieg ik de lezer een beetje minder dan ik aanvankelijk van plan was. Maar niet te veel, want de lezer moet nog van alles doen, en het is slecht voor de economie als die zich door seks laat meesleuren. Dus bedacht B. het volgende. De vrouw tilde haar avondjurk op, en vroeg de kelner haar nogmaals te bedienen. De kelner, een werkstudent die psychologie studeerde aan de Universiteit van Amsterdam, boog zich over haar heen met de bedoeling haar glas bij te schenken. “Moet ik dan nog explicieter zijn?,” snauwde ze, harder dan ze eigenlijk had bedoeld. “Ik zei bedienen, wat denk je dat ik daarmee bedoel, snotneus! Ik loop al over van de wijn. Zet je tong aan het werk!” Niet slecht, dacht B. Nu nog meer click bait in de titel. Dan ben ik wel gedwongen om met het woord 'dood' in zee te gaan. Het gaat al over seks, dus dan is de kleine dood een mooie toespeling. Dat is echter nogal algemeen, dus laat ik de titel nog iets concreter maken, zodat de afgestompte lezer meteen kan projecteren. En daarmee had B. de eerste woorden van zijn verhaal definitief op het scherm. De kelner, die Vincent heette, en juist was gaan samenwonen met zijn eerste vriendinnetje, zodat hij best begreep wat de vrouw bedoelde, aarzelde. De vrouw was de laatst overgebleven gast, en enkel de kok, die in de keuken nog wat pannen afwaste, en hijzelf waren overgebleven in het restaurant. Als ik onder het tafellaken zit, zal niemand me zien, besefte Vincent. Hij zou ontslagen kunnen worden, maar die kans was klein als hij erin slaagde de vrouw snel te bevredigen. “Ik kom hier vaker eten, en jij wordt mijn vaste kelner,” zei de vrouw, toen Vincent vijf minuten later met een verhit gezicht zijn schuilplaats verliet. Niet veel later ontving het restaurant zijn eerste Michelinster.          

Vincent Baumgart
85 2

Pingpongen

Het was een collega die het me nogal geërgerd vertelde. "En dan laten ze dat tweede woord nog goed lang doorklinken, waardoor het nog erger wordt. Ik verveeeeeel me. Aaaah, dan kan ik ze wel achter het behang plakken". Ik meende te zeggen dat er bij hem toch geen papier aan de muur hangt, maar ik besloot hem op te beuren met een verhaal uit onze jonge jaren. "We waren in de vakantie echt kampioenen in het naspelen", vertelde ik hem. "Zeker sport. De Ronde van Frankrijk hebben we dikwijls gefietst. Met op het einde een massasprint, ook al waren we maar met drie. We hebben zelfs ooit een tennisveld aangelegd op het gras. Om een tornooi van Wimbledon te organiseren. Met een scorebord en al. Het zag er echt geweldig uit. Als ze op tv 'De sterkste man ter wereld' uitzonden, verzonnen wij de dag erna een dergelijke competitie met de jongens uit de buurt. Bij slecht weer wisten we ons binnen te amuseren. Zo speelden we 'Hoger Lager' na met een kaartspel. Ooit hebben we zelfs 'Dallas' willen naspelen." Dat laatste verzon ik ter plekke, maar ik zag al een glimlach op zijn gezicht verschijnen. "Vooraleer we een echte tafeltennistafel hadden, waren we aangewezen op de tafel in de woonkamer. We hadden ergens een net gekocht en dat spanden we in het midden van de tafel. De vijzen maakten krassen onder de tafel, maar daar zwegen we wijselijk over. De plankjes waren nog van hout, waardoor het geweldig veel lawaai maakte als je tegen het balletje smashte. Het plastic vel met nopjes kwam op de duur los, waardoor we het met Pritt opnieuw moesten lijmen. Dat werkte natuurlijk voor geen meter. En die tafel moest nog gebruikt worden om aan te eten. Dan lieten we het net gewoon staan. Ik herinner me zelfs dat vader en moeder op een hoek van de tafel aan het eten waren terwijl wij verder pingpongden. De wedstrijd moest nu eenmaal uitgespeeld worden." Ook dat laatste aspect was nooit gebeurd, maar mijn collega begon nu al luidop te lachen. "Dan landde er wel eens een balletje tussen de aardappelen. Of in de soepkom. Ja, echt soep met pingpongballetjes." "Nu ben je aan het overdrijven", schokschouderde hij. "Maar wel een goed verhaal."  

Rudi Lavreysen
0 0

Brussel sterft en niemand wil het geweten hebben.

In De Volkskrant van 3 augustus publiceert Murat Isik een column over het probleem Airbnb in Amsterdam (https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/de-oplossing-voor-amsterdam-pak-airbnb-eindelijk-eens-serieus-aan~b6fbcc12/ ). De auteur van “Wees onzichtbaar” heeft zeker een punt maar het probleem gaat veel verder en we zien hetzelfde gebeuren in de meeste steden van Europa. Brussel blijft hiervan niet gespaard.   Het geval Airbnb is maar één van de gevolgen van niet alleen een verziekte wegwerpmaatschappij van ‘likes’ en ‘belevenis-on-the-spot’, evenzeer van een op hol geslagen en falend politiek beleid van politieke partijen die niet meer kunnen of willen samenwerken en waar prestige en postjes belangrijker zijn dan een leefbare ruimte waar inwoners, leefruimte en toerisme convergeren.   Ik ben geboren in hartje Brussel. In mijn leven heb ik ruim 15 jaar geflirt met Parijs. Maar een kind komt altijd terug bij zijn moeder, zo kwam ik in 2007 terug naar huis. Dat was Brussel toen : warm, gezellig, volks, menselijk en geruststellend. Ik zag de vooruitgang van haar inwoners, ik zag hoe mensen het elkaar naar de zin maakten en met elkaar praatten, in contact kwamen. Brussel was ook een rustige stad. Niet zo’n saaie stad waar na het avondmaal van 19u niets meer gebeurt, niet zo’n hectische stad waar iedereen in totale onverschilligheid over het hoofd van iedereen kijkt maar waar mensen naar buiten kwamen; mensen gingen op restaurant, op café. De bruine kroegen ten spijt, amuseerden mensen zich. Er werd geleefd in respect naar elkaar, zelfs in de rij om 2 uur ’s nachts aan het frietkot kon je gemakkelijk nog met onbekenden aan de praat gaan en nadien weer op café gaan.     Vandaag ontkomt Brussel ook niet aan het vandalisme van het massatoerisme. De collectieve verkrachting van mijn stad gebeurt niet alleen ’s nachts, in donkere steegjes, in duistere kroegen of in ongewassen lakens van een hotel de passe. Het gebeurt dag in dag uit voor mijn deur, in de voegen van haar straten, over de koppen van haar kasseien, in volle daglicht. Schaamteloos, selfievol, boertig en luidruchtig. Daar waar pendelaars Brussel discreet en met angst voor de grootstad ontvluchten, vallen toeristen van allerlei allooi uit bussen en treinen neer om zich sans retenue over te geven aan goedkoop vertier. Met als gevolg dat Brussel meer een pretpark wordt, een amusante aangelegenheid voor toeristen, eerder dan een stad met gewichtige geschiedenis en cultuur. Vandaag staan mensen liever in rijen aan te schuiven voor een industriële wafel, een prularia van een souvenirwinkel, een overdreven geprezen Gourmet Burger, een kledingstuk van schande bij Primark. Dat is het nieuwe beleven. Mensen denken dat ze een unieke belevenis meemaken maar in werkelijkheid zitten ze in hetzelfde stramien als eenieder lambda persoon. Zelfs op Instagram maken mensen dezelfde foto’s : https://www.onemorething.nl/2018/07/dezelfde-fotos-instagram/ .   Het is sign of times en Airbnb is maar één van de spelers die inzet op het dierlijke van de meeste toeristen. Toeristen met honger naar belevenis, likes en selfies. Niet meer dan dat. Instant satisfaction. Mensen komen niet meer naar Brussel voor haar geschiedenis, voor haar volkse karakter, voor de locals te ontmoeten, voor een rondleiding, voor een museum (zelfs in Antwerpen vinden jongeren de weg niet meer naar kunst : “Voor zowat de helft van de museumbezoekers is een bezoek aan een museum ongewoon : https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/08/04/antwerpse-musea-zetten-een-avond-de-deuren-open-tjidens-museumna/  ). Mensen zijn bedwelmd door de vrije markt, kopen, eten en drinken van hetzelfde en razen door de hoofdstad als op hol geslagen vee. Een gulzig monster dat de grenzen van fatsoen niet meer waardeert. Niet voor zichzelf, nog minder voor een ander. Langs de andere kant zie je dezelfde trend terugkeren in de horeca en vooral in de retail : mensen moeten kost wat kost werken, de klant boet in kwaliteit in. Men neemt kwaliteit in service en goederen niet meer zo nauw. Why should I care? Tell me, really, why should I care, care for you?   Net als in Amsterdam is het Disney Brussel 24u op 24 open. Het massatoerisme bedwelmt ons door de Ryanairs, de Flexibussen, de Izzy’s en de zoveel andere goedkopere low cost initiatieven. Onlangs nam ik de Thalys naar Parijs. Ik ging voor drie weken schrijven in de Franse lichtstad. Ik was de enige die twee koffers meehad, en ik reisde 1ste klasse. Rondom mij zag ik alleen maar een rugzakje, een handtas of een tas voor de computer. Een vreemde ervaring. Reizen was vroeger iets dat je lang vooruit plande, je spaarde ervoor, je had connecties in het buitenland. Je keek ernaar uit. Je leefde er naartoe. Vandaag ligt de hele wereld niet meer in onze achtertuin maar in onze woning.   Is ons leven dan gemakkelijker geworden? Allicht wel. We hebben aan comfort gewonnen maar we hebben onze kritische geest verloren. We hebben het fatsoen voor onze voorouders en het respect voor de natuur verloren. De meeste van die toeristen die ik iedere dag in mijn straat zie en die ik ook tegenkom in de column van Murat Isik lijken deze tendens van het tomeloze handelen en lege denken te onderschrijven.   Iedere avond heb je op de warme kasseien van de Brusselse Grote Markt honderden mensen die elkaar onderling treffen voor enkele uurtjes lachen, praten… en drinken. Op zich niets mis mee. Ik kan betreuren dat deze mensen de Brusselse kroegen niet meer beleven en ik kon daar redelijk pissed off over zijn maar ik heb het gelaten voor wat het is. Alleen wanneer diezelfde mensen naar huis gaan, laten ze een berg afval achter, gewoon daar, op de grond. Hetzelfde zie je op bv. festivals (Werchter, Tomorrowland..) waar mensen tenten, frigoboxen en allerlei plastic achterlaten want waarom zou ik alles weer moeten opruimen? Onlangs ben ik met enkele vrienden naar de Abdij van het Ter Kamerenbos gegaan om gezellig samen iets te drinken. Er staan enkele tafels, er is een bar met basic eten en drinken en eco-toiletten. Er waren veel families met kinderen en ook veel mensen met linnen ecozakken (én met opschrift : “Moi, je suis ecolo. Je trie”). Wanneer die mensen dan weggingen, lieten die gewoon alles staan op de tafels. Met een beetje wind en alles waait over naar het park, de bomen… kortom, naar onze stad, onze gezamenlijke leefruimte. Het is zoals die mensen die het nooit kunnen laten hun voeten op de banken in de metro te zetten. Alors quoi, c’est quoi ton problème?   Moet dan achter iedere burger blauw staan? Ik ben geen voorstander van repressief blauw maar met dergelijke attitude is het alsof al die goedbedoelde en goedlachse mensen donkerblauw op straat willen. Wat is er toch met de civilisatie gebeurd…   Mensen zouden heropgevoed kunnen worden. Mensen zijn niet meer kritisch. Mensen staan niet meer stil bij het gewone van het dagelijkse leven, mensen zijn blind geworden voor zichzelf en voor elkaar. Ik kan me niet van de indruk onttrekken dat er ergens in overdracht van fatsoen en van kennis, iets wat generaties met elkaar doen, iets verkeerd is gelopen. Wat is er gebeurd? Wie zijn die toeristen die achteloos met hun vuile voeten onze steden vertrappelen? Zijn het onze jongeren? Zijn het mensen van mijn generatie? Zijn het mensen die nooit iets beleven in hun leven? Hebben ze een specifiek sociaal profiel? Wie maakt onze steden kapot door wansmakelijk gedrag? Zijn wij locals even schuldig want wij verhuren toch aan Airbnb…? Wie denkt alleen op de wereld te zijn, onoverwinnelijk en onbedwingbaar te zijn en het je m’en foutisme te prediken? Wie, wie toch?   Je ziet het ook hoe (gewone) mensen de stad beleven : niemand gaat nog naar de film, tenzij iets in de trend van Mamma Mia Here We Go Again. Iets gemakkelijks, iets wat je meteen kan consumeren. Vergeten the following week. Georges Jetter, mede-uitbater van de inmiddels gesloten Actor’s Studio Cinema, zegt zelf dat het centrum meer een aangelegenheid is geworden voor toeristen (https://www.bruzz.be/film/bioscoop-actors-studio-sluit-2018-07-29 en verdere analyses rond dit artikel in dezelfde media).   Kortom, er is iets gebeurd in de stad dat we hebben zien aankomen, iets wat we niet verhinderd hebben en dat vandaag in etter gegroeid is. Brussel heeft generaties Brusselaars gekend die het zwanzen en het goedlachse leven kenmerkte. De meeste van die Brusselaars zijn vertrokken. Een stad evolueert, een stad groeit, een stad ontvangt generaties. Maar het is vandaag dat ik met tranen in de ogen en woede in de vuisten naar zoveel leegte, zoveel debiliteit en zoveel belediging kijk en hoe een stadsmens, een Brusselaar, een burger van de wereld, het zwijgen wordt opgelegd door gemakzucht en individualiteit. Het is iets wat gebeurt, het is iets van onze tijd. We zien het, we beleven het maar we doen niets meer. Of is het monster al zo groot geworden dat het niet meer te temmen valt?   Mensen heropvoeden. De schuld treft evenzeer hoe politiek de stad en het bestuur inkleurt. Brussel wordt bestuurd door een burgemeester die de burgers niet hebben gekozen. Dat kan al tellen. De huidige en ook de vorige burgemeester ziet Brussel eerder als een pretpark, een Franstalig Disney (zie bv. het ééntalige gangsterlogo van de stad), een tempel van fast en furious vertier. Een bestuur zonder visie voor openbare ruimte (Het slaperige De Mint, de kale betonnen pleinen aan de Opera, De Brouckère en het idee alleen al voor vier ondergrondse parkings). Een bestuur zonder gevoel voor de stad. Een bestuur met koele sympathie voor de burgers. Een bestuur dat liever restaurantketens de stad laat bezetten dan lokale talenten te ondersteunen. In hartje Brussel vind je zelfs geen enkele bakker, geen enkele beenhouwer meer. Toerisme is een belangrijke bron van inkomen voor een stad, voor de kas te spijzen, de mensen aan het werk te krijgen en eigen geschiedenis voelbaar te maken. Alleen lijkt dit bestuur louter voor gadgets te gaan eerder dan voor duurzame belevenis en kwaliteitsvolle lokale investering met visie op Brussel.   Het Amsterdam van Murat Isik is onherkenbaar geworden. Voor de burgers van Venetië, Rome of pakweg Barcelona gebeurt hetzelfde. Brussel gaat dezelfde richting uit. Brussel is altijd een speelbal geweest tussen verschillende lagen bestuur, nu eens in het Nederlands maar dan zint het de Franstaligen niet en omgekeerd. Brussel sterft, of moet ik schrijven : het Brussel dat Brussel zou kunnen zijn, is aan het sterven. Tenzij onze Brusselaars opstaan et qu’on laisse à nouveau chanter et bruxeller Bruxelles.  

Erwin Abbeloos
39 0

BuikBrieven #1

Lieve Baby in mijn Binnenste,   Je hebt werkelijk geen benul. Jij weet nog van niks, jij vertoeft in een magische onderwaterwereld, één en al ervaring. Jij groeit in mijn Buik, volgens onze aardetijd een aantal maanmaanden nu. Voor de mensen rondom mij is het intussen zichtbaar geworden dat ik jou in mij draag. Ik begin op te bollen als de wassende Maan. Het is een klein wonder hoe je dit jaar nog als miraculeus menselijk wezentje quasi volledig volmaakt zal beginnen ademen na je geboorte. Jij weet daar allemaal nog niks vanaf natuurlijk, je hebt geen benul van buik of menselijk lijf of lucht. Grenzen bestaan niet in jouw beleving. Jij zwemt enkel maar terwijl je Vis en Water tegelijk bent. Je deint mee met de golven van het wiegen van mijn heupen in alle veiligheid en weldaad. In jouw Kosmos is alles één. Je bent een druppel uit de Bron, een pluisje in de Wind, een vlammetje van het Vuur, een zandkorrel op het strand, een Sterrenstofje, een vonkje Energie, een Ether-elementje. Deeltje van het Geheel zonder kleiner of groter te hebben aanschouwd. Kletskoek vertel ik jou, je hebt nog geen benul, je bent alles tesamen zonder besef. Je bent zo vrij en puur.   Je hebt geen idee dat ik deze brief aan jou schrijf, dat ik besta überhaupt. Bestaan en Taal ben je nog aan het absorberen. Het prille begin van Moedertaal. Om daarna langzaamaan je Vaderland te betreden. Laten we niet teveel op de zaken vooruitlopen. Het geschreven Woord en digitale communicatie moeten al helemaal je verste voorstellingsvermogen voorbij gaan. Of droom je toch wel eens van deze planetaire spelletjes, van de systemen die ons definiëren, van de onuitputtelijke Kunst? Ken je je Essentie zonder dat zo te benoemen? Heb je veel Plezier? In elk geval heb ik momenteel serieuze binnenpretjes, ahum.   Soms is het hier een gekkenhuis, lieverd. Echt on-ge-loof-lijk. Niet zozeer in ons huis, wel op deze wereldbol. Je zal veel kans versteld staan, zoals ik dat nog steeds doe na al die jaren. Niet van de schoonheid en pracht die de natuur biedt, op een andere manier. Ik bereid je graag al een beetje voor. Omdat ik het zelf nog niet helemaal begrijp, wat sommige zielen hier op aarde komen klooien. En om mijn waardevolle stem te boek te stellen, dat is zeker een motivatie. Echt onzin wat er hier en daar gebeurt, lieve kind. Ik heb ook mijn eigenste portie geklooi gehad, hoor, daar niet van. Gelukkig hebben wij liefde ontdekt, en ontwikkeld en gecultiveerd. Jouw vader en ik, jouw moeder. Omringd door enkele bijzondere individuen dicht bij ons en wat verder weg, is dat een heus feestje geworden. Wat zeg ik: een heerlijk paradijsje, een dagdagelijkse Hemel op Aarde zonder uit het oog te verliezen dat alles komt en gaat van de diepste pijn tot de uitzinnigste vreugde. Het Waarnemen en Beïnvloeden, dat is Toverkracht. Want als je één ding moet onthouden, lieve kind, is dat je heel veel alleen kan verwezenlijken maar dat liefde voelen en voeden enkel mogelijk is doordat er anderen bestaan naast jou. Laat je nooit iets anders wijsmaken, en uiteindelijk zal de ervaring het je leren als je ’t niet gelooft. Dat is allemaal voor later, en je hoeft eigenlijk helemaal niet naar mij te luisteren. Jij bent enkel hier en nu, ontstaan uit die smakelijke liefdessoep, vol vertrouwen.   Je bent heel rustig terwijl ik zo opschrijf wat mijn vingers verlangen. Jouw mama heeft enkele missies te volbrengen, lieve kind, net als jij en iedereen. Ze raakt taboes aan, die foetermoeder van je. Ze kan creëren en confronteren als de beste. Wat niet steeds in dank wordt afgenomen, helaas pindakaas. Intussen heeft ze wel met scha en schande geleerd het ietwat beter aan te pakken, in de verbinding te blijven gaan. Want dat is uiteindelijk de bedoeling. Ze is een kunstenares die graag goochelt met taal en betekenis, om knipogen te bewerkstelligen en bewustzijn te vergroten en zich vooral niet teveel te vervelen. Ze vindt nieuwe woorden uit zoals de Properbak, waar een heel concept achter zit. Ze heeft het ene idee na het andere. Zij is mij. Ik en jij, kind, wat zal dat allemaal worden, een zoveelste avontuur… Voorlopig is het nog een goed bewaard Geheim. Een stil verbond, jij en ik. En jouw vader, lieve kind, dat is een bijzonder architect en beeldhouwer en verzorger. En nog veel meer. En ik ben natuurlijk niet alleen schrijfster. Zoveel zijdes hebben kristallen en geslepen diamanten, met onvermijdelijke hoekjes af. En jij bent een combinatie van ons, een nieuwe samensmelting van talenten en gaven en onnozelheden. We kijken al uit naar je komst, zo bouwen wij nu voort aan ons nestje samen met de hele familie. Je bent al welkom. Je hebt zowat jezelf uitgenodigd eigenlijk, en dat mag. Kom maar helpen want het is nodig met die klojo’s hier. Kom maar jezelf zijn erbij. Je bént er al bij, jezus moeder maria, wat ben je zo verschrikkelijk aanwezig! Ik ben nu meer en meer symbiose en synchronisatie geworden. Het is straf, op zijn minst. Jij schrijft mee dit verhaal. Waar waren we gebleven?   Lieve schat, hier bestaat zoiets als dag en nacht, zomer en winter, gisteren en morgen, verleden en toekomst, tijd en ruimte. Morgen schrijf ik je weer, nu gaan we slapen in een comfortabel bed en de liefde nog even bezingen. Je vader, jij en ik.   Van harte, tot weldra, met liefs x

Elke Van Opstal
43 0

Oorlog in kindertaal

'Mama, waarom maken grote mensen oorlog? Ik word daar zo verdrietig van.' Hij kijkt me met grote ogen en een blik vol verwarring en verwachting aan. In zijn ogen zie ik het kleine meisje weerspiegeld dat ik ooit was; het meisje dat niets snapte van de grote mensenwereld. In de vriendenboekjes van mijn vriendinnen - ik zat op een katholieke meisjesschool - schreef ik als antwoord op de vraag 'Wat is jouw grootste wens?' steevast: 'Nooit meer oorlog.'   In mijn kinderjaren had ik nog de naïeve hoop dat er een dag zou komen waarop er overal in de wereld vrede zou heersen. Die hoop is reeds lang vervlogen. Eeuwen en eeuwen voeren mensen al oorlog, soms omdat ze hun rijk willen uitbreiden, soms omdat ze anderen hun geloof willen opleggen, soms omdat ze het niet eens zijn over een bepaalde kwestie,... Altijd vloeit oorlog voort uit haat en onbegrip.  Ik weet vrijwel zeker dat niemand daar ooit gelukkiger van is geworden. Fanatieker misschien wel, machtiger ook, rijker zeer waarschijnlijk. Maar liefdevoller, warmer, meer verbonden, hartelijker? Nee, dat zeker niet.   Ik zucht eens even diep. Ik kijk vertederd naar de gepijnigde blik in de blauwe ogen van de jongen die ik 7 jaar geleden ter wereld bracht. Ik vertel hem dat ik ook verdrietig word van oorlog, dat ik me soms machteloos voel en bang. Dat ik me soms gefrustreerd voel omdat ik er niets tegen kan beginnen. 'Grote oorlogen beginnen vaak met een kleine ruzie' vertel ik hem. 'Maar mama, als je ruzie hebt met iemand, dan kan je toch gewoon weer vriend worden?' 'Ja, maar soms kunnen mensen heel koppig zijn.' 'Wat is koppig, mama?' 'Koppig zijn, wil zeggen dat je niet wil toegeven, dat je blijft vinden dat jij gelijk hebt en de ander niet.' 'En waarom zijn grote mensen dan koppig, mama?' 'Soms zijn ze koppig omdat ze graag de baas willen zijn. Soms zijn ze koppig omdat ze vinden dat hun geloof beter is dan dat van een ander. Soms zijn ze koppig omdat de andere persoon dingen wil doen die niet goed zijn voor de mensen, die bijvoorbeeld niet goed zijn voor de gezondheid van de mensen of voor onze planeet,...' 'En hoe komt het dan dat er oorlog is als mensen koppig zijn?' 'Als belangrijke mensen, zoals de bazen van landen, koppig zijn, dan kan er oorlog van komen. Ze willen dan niet meer praten met elkaar omdat ze denken dat het toch niets uitmaakt. En dan sturen ze hun legers op elkaar af en beginnen ze te vechten.' 'Mijn juf zegt altijd dat je beter met elkaar kan praten als je ruzie hebt dan met elkaar te vechten. Waarom is dat dan bij grote mensen niet zo?' Daar sta ik dan met mijn mond vol tanden. Hoe leg je aan een kind van 7 uit dat grote mensen soms verteerd worden door haat door wat ze hebben meegemaakt en daar anderen voor willen laten boeten? Hoe leg je aan een kind van 7 uit dat grote mensen soms liever oordelen en veroordelen dan te luisteren naar elkaar? Hoe leg je aan een kind van 7 uit dat sommige mensen echt geloven dat geweld de juiste manier is om een conflict op te lossen? En hoe leg je uit dat geweld misschien, heel misschien, wel gerechtvaardigd is als één of andere gek de planeet naar de verdoemenis wil helpen? 'Het is altijd beter om een ruzie uit te praten, zoals jouw juf vertelt. Het is beter om ervoor te zorgen dat alle mensen voelen dat ze erbij horen dan om met geweld de ander te doen luisteren of aan de kant te zetten. Sommige grote mensen denken daar spijtig genoeg anders over', zeg ik. En nog voor hij een nieuwe vraag kan stellen, ga ik verder.  'Maar weet je wat wij kunnen doen?'  'Nee', zegt hij met een nieuwsgierige blik in zijn ogen. 'Wat wij kunnen doen, is lief zijn voor elkaar en mekaar helpen en naar elkaar luisteren. En als we ruzie hebben, het ook weer proberen bijleggen door er met elkaar over te praten, door te vertellen hoe we ons voelen en waarom we ons zo voelen. Zo is er in ons klein stukje van de wereld vrede en geen oorlog.' 'Mama, ik wil ermee voor helpen zorgen dat er in ons huisje en op mijn school geen ruzie is en als ik ruzie heb, zal ik proberen om het bij te leggen', zegt mijn zoontje met een zekere ernst en kordaatheid in zijn stem. Ik glimlach naar hem en sluit hem in mijn armen. En ik hoop uit de grond van mijn hart dat hij in zijn leven nooit een oorlog mee moet maken.

Aline
0 0

Roodkapje

Roodkapje is de naam van een huis van lichte zeden langs de baan die Sint-Niklaas met Lokeren verbindt. Hier geen jagers die wellustige wolven ervan weerhouden Roodkapjes te verslinden. Hier geen geloof meer in sprookjes over de liefde. Als je als man bij Roodkapje je gading niet vindt, kan je het ook eens proberen bij Het Minirokje of De Biechtstoel wat verderop waar ze trouwens al jaren beloven dat er ‘nieuwe meisjes’ zijn.   Telkens ik deze bordelen passeer, vraag ik me af wie de vrouwen zijn die daar werken en wie de mannen die er hun plezier gaan zoeken. Zou je er als man kunnen kiezen tussen een blondine, een zwartharige of een roodharige? Zou je als man daarbij dan een zelfde soort twijfel voelen als zou je moeten kiezen tussen ketchup, mayonaise of stoofvleessaus in de frituur?   Onlangs hoorde ik op de radio een interview met een Nederlandse dame die een boek had geschreven met een mening over dit soort etablissementen. Ze zei dat het tijd werd dat iemand de dingen bij naam noemde en voelde zich geroepen die rol op zich te nemen. Ze stelde dat prostitutie niet meer of niet minder is dan gelegaliseerde verkrachting. Om die stelling kracht bij te zetten verwees ze naar een studie waaruit gebleken was dat de overgrote meerderheid van de prostituees dit beroep niet zou uitoefenen moest het anders kunnen, ook in landen waar het gelegaliseerd is. De meeste van deze vrouwen voelen zich ertoe gedwongen. Het is geen vrije keuze maar vaak de enige uitweg om te overleven. Verder verwees ze ook naar een groot verband tussen seksueel misbruik op jonge leeftijd en prostitutie. Ze vertelde hoe pooiers net díe vrouwen uitzoeken die al zware ervaringen gehad hebben in hun jeugd, slachtoffer zijn geweest van seksueel misbruik, geestelijke problemen hebben enzovoort. Met andere woorden deze zogenaamde ‘zakenmannen’ – want zo worden ze gezien in de landen waar prostitutie legaal is - kiezen de meest kwetsbaren eruit om hen vervolgens nog dieper de put in te duwen.*   Wat ben ik blij dat er eindelijk een vrouw is die haar mond durft opendoen over deze wantoestanden. Eén keer in de zoveel tijd maak je dat eens mee, dat iemand een mening heeft die exact aansluit bij wat jij intuïtief altijd al aanvoelde terwijl je zelf nooit de moeite nam om het te verwoorden. Zij verwoordt het niet alleen, maar klaagt het ook aan. En bovendien worden haar intuïtieve vermoedens gestaafd door onderbouwde studies. Zo’n mensen verdienen een standbeeld. Al heb ik ook grote bewondering voor zij die effectief de straat opgaan om te helpen waar het kan, om liefde en troost te bieden aan de verstotenen van de maatschappij. Wat zou ik soms willen dat ik zelf zo’n held was. Maar ik ben geen held want ik word vaak door angst overmand. Ik vertel aan anderen dat moed niet de afwezigheid is van angst maar wel de angst toelaten en je er niet door laten verlammen. En ik geloof oprecht dat dat zo is. En soms ben ik moedig, maar vaak ook niet. Soms vind ik het gemakkelijker om mijn kop in het zand te steken of onzichtbaar te zijn dan een afwijkende mening te verkondigen en het risico te lopen uitgejouwd te worden, er niet meer bij te horen, voor gek verklaard te worden.   Ik heb er trouwens geen idee van hoe je dat doet, op de barricades staan. Ik zie het anderen doen en ik bewonder hen, maar vraag mij niet te begrijpen hoe zij dit kunnen doen zonder dat er een trilling in hun stem te horen is, zonder dat hun knieën onder hun lijf vandaan knikken en het vuurrood hen naar de wangen stijgt. Vraag me niet hoe zij standhouden, hoe zij daar kunnen staan als een boom terwijl er van alle kanten tegenwind komt. Vraag me niet waar zij het vertrouwen vandaan halen dat hun mening stevig genoeg geworteld is in betrouwbare aarde. Vraag me niet hoe zij de vruchten in hun boom beschermen tegen hongerige fruitmotten.   Nee, de heldhaftigheid van een Roodkapje dat het duistere bos trotseert, bezit ik niet. Mijn heldenmoed beperkt zich tot het zachtjes fluisteren van een omstreden mening om die zonder pardon weer in te trekken als anderen weerwerk bieden. Maar diep binnen in mij schuilt een echte heldin, daar ben ik zeker van. Misschien komt er ooit wel eens een jager langs om haar te bevrijden…   * gebaseerd op info uit het artikel: ‘Prostitutie, neoliberalisme en realiteit’ van Evie Embrechts (www.dewereldmorgen.be, 7-12-2011) PS Evie Embrechts is niet de Nederlandstalige dame die het boek schreef waarover ik op de radio hoorde

Aline
0 0

Die eerste glimlach

We noemden jou ons geschenk uit de hemel. Het was een lange pijnlijke bevalling geweest waarbij je koppig naar de verkeerde kant bleef kijken - en de vroedvrouw zat te draaien en te wroeten in mijn lijf om je goed te draaien. Ook ik was koppig en duidelijk overmoedig om jou zonder epidurale uit mijn lijf te persen. En toen was je daar, het schoonste en meest kwetsbare wezen op deze planeet. De werkelijkheid verdween naar de achtergrond. De sneeuw en de koude buiten stonden in schril contrast met de gloed van warmte, licht en liefde waarin wij werden opgenomen toen jij ter wereld kwam. De gynaecoloog was nooit helemaal zeker van haar stuk geweest toen ze jouw geslacht bepaald had. Ook tijdens de echo's al had je een sterke wil getoond en was je niet van plan zomaar te tonen wat wij wilden zien. Dus toen de vroedvrouw jou in mijn armen legde, werd mijn blik automatisch naar de plaats tussen jouw benen getrokken en zag ik daar dat je zonder enige twijfel een jongen was. Mijn jongen, wat heb je ons vele slapeloze nachten bezorgd. Iedereen die op kraambezoek kwam in het ziekenhuis schrok van de felheid van jouw gekrijs. In de rest van de gang was het stil, op een kreetje van een enkeling na die honger had of een vuile luier. Jouw honger kon echter op geen enkele manier gestild worden en zelfs als je een verse luier droeg en dicht bij mij of jouw papa lag, bleef je vaak schreeuwen, uren aan een stuk. De meeste verpleegsters waren erg lief en behulpzaam, maar er was ook een harde tante bij die jouw papa en ik Cruella hadden gedoopt. Zij sprak ons vermanend aan alsof het onze schuld was dat je van geen ophouden wist. Eén keer wou ik jou een badje geven, maar dat was zonder Cruella gerekend. Zij trok jou uit mijn armen omdat zìj, degene met bakken ervaring, mij eens ging tonen hoe het moest. Wat was ik je toen dankbaar dat je het op een nog harder krijsen zette en je uiteindelijk toch een beetje kalmeerde toen ik je opnieuw in mijn armen hield. We deden er alles aan om je te troosten lieve jongen en eerlijk waar, op geen enkel moment verloren wij ons geduld. We werden het gewoon dat je het gros van de dag schreeuwend doorbracht, lieten je op onze buik slapen omdat dat de enige manier was om je even naar dromenland te laten vertrekken. We droegen je in een draagdoek omdat je rechtop zittend duidelijk minder last had van jouw maag en darmen - de oorzaak van jouw gehuil. We verloren ons geduld niet want jij was ons geschenk uit de hemel. Papa verloor wel heel wat van zijn haren en mijn rug werd steeds pijnlijker, maar we hadden het allemaal over voor jou, lieve schat. En op een keer, toen je me weer midden in de nacht gewekt had, ik de uitputting nabij was en op het punt stond om uiteindelijk toch mijn geduld te verliezen, toen krulden jouw twee mondhoeken zich naar boven en keek je me doordringend aan. Een warmte welde op in mijn hart en ik glimlachte terug naar jou, vol ontroering. Veel vroeger dan de gemiddelde baby maakte jij glimlachend contact met mij. Daarom dacht ik eerst dat het toeval was, maar toen je mijn glimlach beantwoordde met een mimiek die nog duidelijker was dan voordien wist ik dat jij niet alleen een geschenk maar ook een wonder was dat ik altijd zou blijven koesteren. 

Aline
0 0

Ode aan

Bij het ontwaken denk ik meteen aan jou. Ook op de weg naar het werk laat je me niet los. Tijdens de koffiepauze zoek ik je op en aan mijn bureau breng je me momenten van ontspannend genot.Zelfs in mijn dromen speel je zelden een bijrol. Als je er niet bent, denk ik aan jou. Als je er wél bent, denk ik eigenlijk ook aan jou. Aan jouw nooit kleurloos te noemen smaak. Je geur en je smeltende textuur. Zo tastbaar, zo aanwezig en toch ook zo snel weer weg.Je bestaan is er één van duizend variaties. Je bent de uitvinder van bitterzoet, van indringende subtiliteit en ruwe zachtheid. Combineerbaar met alles, maar ook in je eentje een niet te onderschatten plezier. Een sensatie die moeilijk niet te beschrijven valt. Je intensiteit is onevenaarbaar en altijd veel te kort van duur. Ik ontdoe je voorzichtig met wijsvinger en duim van je flinterdunne emballage, frivool als ogenschijnlijk onschuldige lingerie. Daarna aanschouw ik jouw unieke structuur. Je gave ebbenhouten naaktheid.Je bent puur, je vaak Afrikaanse herkomst nooit verloochenend. Je bezit een fractie van koppigheid en een overvloed aan liefde.Iedereen verklaart me gek, maar ik blijf erbij: ‘Zwart is wél een kleur!’ Met jou verwerk ik. Met jou vergeet ik.Een drug in moeilijke tijden Een drug in makkelijke tijden.Mijn eerste hulp bij stress, mijn grote troost bij verdriet. Voor de gelegenheid en nog vaker zonder gelegenheid.Met jou deel ik, maar zelden of nooit deel ik jou.Van te veel van jou word ik ziek, van te weinig van jou word ik nog zieker.Ik zoek je overal, zie je overal en neem je het liefst altijd mee voor het geval dat.Ik klamp ik me vast aan jou, aanbid jou.Ik ben verslaafd aan jou.

Ans DB
0 0

De zomerhoed

Je moet er mee staan. Met een hoed. Ik maakte me deze bedenking toen we op een terras tijdens één van die eerste versmachtende hondsdagen wat verkoeling en schaduw zochten en we de man zagen passeren die we vaagweg kenden. Al had ik hem in eerste instantie niet herkend. Gewoon omdat hij plots een zomerhoed op zijn hoofd had staan. Vestimentair kan de zomer soms rare beslissingen nemen voor een man als hij voor de kleerkast staat, dacht ik nog. Het was zo'n klassieke en blijkbaar opnieuw terug modieuze strohoed. Zo eentje die vader vroeger in de loop van juni uit de kleerkast tevoorschijn haalde en die hij tot de nazomerdagen van september op zijn hoofd hield. Overdag dan toch. Nee, het was eerder een witte maffia hoed met een zwarte band zoals we die Michael Jackson zagen dragen in de jaren ’80. Ik zag hem in mijn hoofd in het midden van de straat al een Michael Jackson danspasje ten beste geven. Maar hij stapte gelukkig gewoon verder. Het viel me ook op dat hij in combinatie met die zomerse hoed - het was echt bloedheet - een lang geklede broek droeg. “Kijk”, zei ik tegen mijn vrouw. “Een lang geklede broek dragen en dan een zomerhoed op je hoofd. Dat staat toch als een tang op een varken. Als het zo warm is dat een hoed voor schaduw op je bol moet zorgen, is een korte broek bijna een verplichting, niet?” “Misschien moet hij wel naar een feest”, antwoordde ze. Dat zou inderdaad kunnen. De zweetdruppels op mijn hoofd zochten ondertussen een weg naar beneden. Tot mijn zakdoek ze tegenhield. “Zou het trouwens iets voor mij zijn? Een hoed?”, vroeg ik nog, al vegend mijn met zakdoek. “Nee, je moet er mee staan”, antwoordde ik maar meteen zelf.   

Rudi Lavreysen
0 0

De Morgen en De Zalm.

Zware onweders hebben gisteren de Franse hoofdstad Parijs geteisterd. Verschillende straten stonden daardoor blank. Na de hittegolf volgden de onweersbuien en die hebben lelijk huisgehouden. Zo werden bomen ontworteld, en liepen straten en metrostations onder water. Dit is een berichtgeving op de website van De Morgen, in samenwerking met VTM : https://www.demorgen.be/buitenland/parijse-straten-blank-na-zwaar-onweer-b28472b2/   Wanneer ik de volgende woorden uit het artikel haal, krijgen we dit : ‘Zware onweders’, ‘Parijs geteisterd’, ‘lelijk huisgehouden’, ‘bomen ontworteld’ en ‘straten en metrostations liepen onder water’.   Apocalyps in de lichtstad. Parijs in staat van ontbinding. Dit artikel is een typisch voorbeeld van hoe je feiten kan verdraaien, hoe je dingen zoveel maal erger kan maken dan dat ze eigenlijk zijn.   Ik ben op dit ogenblik in Parijs, al 10 dagen en ik blijf hier nog 2 weken. Het artikel dateert van zaterdag 28 juli. Vandaag is het zondag 29 juli, is het op het middaguur alweer 20 graden en wordt het alsmaar warmer en warmer. De hittegolf was hier te voelen vanaf woensdag. De temperaturen bleven stijgen en de piek was op vrijdag bereikt.   Op vrijdagavond begon het inderdaad te regenen en te hagelen, afgewisseld met bliksemflitsen en wat gerommel in de hemel. Er was geen sprake van knallen die je van hier tot in Keulen kon horen, eerder een urenlang gebrom vanuit de wolken dat zich buiten de grenzen van het ‘75’ afspeelde.   Op de video zie je geen ontwortelde bomen en onderwater gelopen straten en metrostations. We zien overigens geen enkel metrostation, laat staan een ondergelopen metrostation. En geteisterd… ja, dat is wel zware woordenschat voor wat eigenlijk heet een heftige regenval met hagel.   Ik weet dat het komkommertijd is, de wereld lijkt stil te staan en er is inderdaad een pak regen en hagel gevallen, ook hier in hartje Parijs. Maar het afdoen als een geteisterd rampgebied vind ik persoonlijk er wel wat over. Het is hier helemaal zo niet gebeurd. Ook die banale video van een riolering die zoveel wateroverlast niet kan houden doet niet veel terzake. Tenzij je de hele opzet van het artikel verandert en iets wil schrijven over een overgelopen straatje in Parijs.   Met alle respect voor de auteur van het artikel, Rob Van herck.   Ik mag hopen dat De Morgen in de nabije toekomst, vol uitdagingen door verkiezingen (lokaal, nationaal en Europees), met Bannon en gevaarlijk populisme dat aan onze voordeuren staat, niet alleen serieuzere berichtgeving verschaft maar ook kritischer schrijft en informatie tiendubbel checkt.   En dat de zalm niet met de stroom meezwemt. Prettige zomer!   http://erwinabbeloos.over-blog.com/  

Erwin Abbeloos
201 0

Madonna Woman of the Year 2016 (Billboard).

Wat weten we over Madonna ? Wat weten we over Madonna de zangeres en wat weten we over Madonna de vrouw achter de zangeres? Ik laat het aan het internet over om een beknopte geschiedenis van haar carrière te lezen. Wat we wél weten is dat Madonna volgende maand 60 wordt en wat we misschien niet weten : Madonna was Billboard’s Woman of the Year 2016. Who cares hoor ik het al. Woman of the year, dat klinkt een beetje als de werknemer van de maand. En wat met al die andere werknemers… of artiesten? Een Youtube filmpje wakkerde mijn nieuwsgierigheid aan. Zoals bij iedereen afgelopen nacht kreunden de muren van mijn slaapkamer onder de hitte en was in slaap vallen totaal niet mogelijk. Ik keek naar wat live performances van haar. Het mag gezegd worden dat haar shows puur amusement en genieten is. Na drie keer verschillende dansversies van ‘Vogue’ gestreamd te hebben, zonder me te hebben verveeld of te hebben gegeeuwd, was de volgende video : “Madonna Woman of the Year 2016”. Het begon een beetje als business as usual. Queen Madonna wordt op het podium gevraagd, krijgt een denderend applaus, krijgt een beeldje. En dan vraagt ze om stilte. Haar eerste woorden waren niet echt origineel : ‘I always feel better with something hard between my legs’, refererend naar haar award en heel even dacht ik : oké, gaan we die toer weer op, een druk op ‘next’ en zo naar een volgende versie van ‘Vogue’. Maar dan veranderde alles. Ondanks de lelijke facelift die ze sinds enkele jaren heeft ondergaan (het resultaat van haar MDNA Skincare?), verscheen een streng kijkende Madonna op de scène. Voor het eerst sinds 1982 – sinds 1982! – zag ik een Madonna die, figuurlijk naakt, open en bloot haar verhaal kwam vertellen. Over die jonge Madonna eind jaren ’70 tot de vrouw van vandaag. ‘I stand before you as a doormat. Oh, I mean, as a female entertainer. Thank you for acknowledging my ability to continue my career for 34 years in the face of blatant sexism and misogyny and constant bullying and relentless abuse’. De toon was gezet. De beginjaren in New York waren niet zo romantisch als sommige biografieën laten doorschijnen. Maar al deze ervaringen hebben haar ook gesterkt en ‘ (…) it also reminded me that I am vulnerable’. Sterk! ‘There are no rules — if you’re a boy. If you’re a girl, you have to play the game. (…) Be what men want you to be. (…) I was called a whore and a witch. One headline compared me to Satan. I said, ‘Wait a minute, isn’t Prince running around with fishnets and high heels and lipstick with his butt hanging out?’ Yes, he was. But he was a man. This was the first time I truly understood women do not have the same freedom as men’. Madonna werd emotioneel : ‘It’s not so much about receiving this award as it is having this opportunity to stand before you and say thank you. Not only to the people who have loved and supported me along the way, you have no idea…you have no idea how much your support means’.   En dan kon ik met verbazing alweer gaan slapen. Verbaasd omdat ik geen zelfbeklag heb gehoord, omdat ze niet in het hokje van 60-jarige vrouw wil geduwd worden door feministen die haar pathetisch vinden. They just don’t get it. Madonna is zeker niet de perfectie en dat zegt ze ook niet. Natuurlijk zijn er artistieke misstappen en persoonlijk vind ik de ‘MDNA skin care’ er ver over maar hey, it’s business and you’re adult enough if you want to buy that shit. De dagcrème uit de Lidl doet ook wonderen (if not even more..). Wat een man mag, mag een vrouw ook. Een constante in haar songs en haar carrière. Something t oremember.   Link :  https://www.youtube.com/watch?v=c6Xgbh2E0NM&t=64s http://erwinabbeloos.over-blog.com/

Erwin Abbeloos
0 0

Nederlands in Brussel.

In het hippe centrum van Brussel ligt een trendy bar waar het na het werk gezellig rondhangen is. Voor eten zou ik hier niet stoppen, een prijzige smaakloze afgekoelde pasta levert niet de juiste culinaire belevenis – het is zo’n bar waar je de koffie, de thee, de muffin en het drankje met onuitspreekbare naam en waarvan je nog nooit gehoord hebt niet zomaar benut, je moét het beleven. Toch weet ik de plek te appreciëren, de wijn is er lekker, er hangt een ongedwongen sfeer en op één serveuse na die écht alles doet om onvriendelijk te zijn, zou ik wel een positieve recensie schrijven op Tripadvisor. De eigenaar van het concept blijkt uit Frankrijk te komen (zoals tegenwoordig veel horeca door Fransen wordt opgekocht), met leerschool in Parijs en het établissement heeft dit hangen : “Cherche étudiant(e), connaissance français et anglais. Néerlandais apprécié”. Daar stond het. Daar beleefde ik het weer. Ik ben al na meerdere mokerslagen opnieuw opgestaan en doorgegaan en ik heb de naweeën ervan altijd met filosofisch tegenwoord weten te beschrijven. Zelfs met humor want Nederlands ligt gevoelig. Ik ben herleid tot een appreciatie, een bijrol in een commercieel succesverhaal, een voetnota op een aanwervingsbord, een derderangs (klote) klant. Een klant die Nederlands spreekt. Djeezes, man! Ach, appreciatie is de troostprijs. We hebben ons best gedaan maar het is ons niet gelukt. En jullie Nederlandstaligen spreken toch allemaal een handig mondje Frans en Engels? Toch? Je weet toch dat het daar niet over gaat. Toch? Als ik mijn geapprecieerd worden niet zou herleiden tot iets om te lachen (humor), was ik geheid een “sale flamand”, een ambetante gast die het nu wel érg doordrijft. Eentje van de NVA zeker? Of van het Taalactiecomité. Laat me het dan met humor en met de nodige filosofie aanpakken. In de Delhaize op de Anspachlaan begrijpt niemand wat “Mag ik een zak alstublieft?” betekent, tenzij die enige Bulgaarse of Roemeense, misschien een vrouw van Russische afkomst, aan de kassa. Bij Paul weet de verkoopster niet wat een boterkoek is, bij Panos weten ze ook niet wat een volkorenbrood is. Bij Club is het verloren moeite te vragen waar de agenda’s liggen, in de biowinkel is het stilzwijgend afrekenen en verder communiceren in gebarentaal, een klantenkaart aanvragen bij DI? Vergeet het maar. In de Inno slaat de verkoopster in paniek wanneer ik zeg dat mijn aankoop voor een cadeautje is. In Rituals wordt naast elkaar gepraat. Niet alleen in de privé, ook in het openbaar Brussels bestuur getuigt communicatie in de andere landstaal van incompetentie. Voor een burgemeester ligt de letter “K” moeilijk en ook de informatie op de bouwwerf van de voetgangerszone wordt niet meegegeven zonder spelfouten. Ziek worden, de dood in de ogen beleef je maar beter niet in een Brussels ziekenhuis. Toch om te lachen allemaal? Toch? Cijfers, iemand begroeten, producten kennen die je verkoopt, iemand bedanken… het zijn allemaal simpele en dagelijkse belevenissen die toch zo moeilijk liggen. Ik lach mijn Franstalige vrienden niet uit. Ik zie er wel de humor van in – sommige spellingsfouten zijn écht schitterend trouwens, ik zou het zelf niet beter gevonden hebben! Mij maakt het niet uit of je het Nederlands wel dan niet beheert. Je m’en tape! Waar ik niet tegen kan is me “sale flamand” noemen, me geapprecieerd laten weten (wat van mij dan weer die moeilijke gast maakt), reacties op een Vlaams liedje in een bar : “C’est quoi ça?” of, “C’est quoi cette merde?”. Dat zijn reacties die kwetsen. Ik ben ook maar een Belg. Waarom is het toch zo moeilijk voor een deel van de Brusselse bevolking om, ik zeg maar, een opleiding Nederlands te volgen, zich te interesseren voor de andere cultuur, verbinden in plaats van schimpen. Ik begrijp de onkunde. Ik begrijp dat het Franstalig Onderwijs niet altijd de juiste keuzes biedt. Ik begrijp dat het Nederlandstalig Onderwijs kwaliteitsonderwijs is. Laat ons onze wonden helen. Laat ons meer zijn dan gewoon elkaar te appreciëren, laat ons meer zijn dan scheldwoorden en desinteresse. Laat ons nieuwsgierig zijn naar elkaar. Geef elkaar meer dan woordenlijstjes en grijze grammatica. Geef ons elkaar België terug. Geef ons elkaar Brussel terug. En laat het ons niet in handen geven van gevaarlijke domme politici. http://erwinabbeloos.over-blog.com/

Erwin Abbeloos
0 1

Smakelijk eten

Het komt wellicht in de beste families voor. Bij ons kunnen ze er ook wat van. We zitten aan tafel, de gekookte aardappelen dampen dat het geen aard heeft, het vlees sist nog een beetje na in de pan en de eerste vork verdwijnt al in de kastrol met groenten. "Smakelijk eten!", roept iemand van het gezelschap. Maar dan presteert een andere om het over - laat ons maar zeggen - vieze dingen te hebben. Wat er zich in het kleinste kamertje afspeelt bijvoorbeeld. U begrijpt wellicht wat ik bedoel. Allesbehalve smakelijk dus. Ik zie het in mijn hoofd meestal meteen voor ogen. Ik heb er dan ook een verbod op uitgevaardigd. Tijdens het eten praten we niet langer over die zaken.   Maar u weet hoe dat gaat. Zo begon ik eens, toen ik voelde dat het heikele onderwerp opnieuw klaar lag om afgevuurd te worden, maar een stukje uit de krant te lezen. "Kijk", zei ik, "Hoe leuk. In de peutertuin hebben ze deelgenomen aan de modderdag. Ze laten de peuters in de modder spelen zodat ze ontdekken wat het is." Ik keek boven mijn leesbril uit en wierp een blik op de rustig verder etende familieleden. Het onderwerp boeide niet meteen. Maar op die manier was het wel mogelijk om smakelijk te eten. Ik las vervolgens nog een stukje over de dierentuin. Ik kan me niet meteen herinneren waarover dat exact ging, maar ik had het beter niet gedaan. Want door de combinatie van 'modder' en 'dierentuin' kwam er een ander verhaal naar boven. "Weet ge nog in de dierentuin pa", hoorde ik zeggen. "Bij de nijlpaarden?" Ik zag de hele scène in de dierentuin weer voor me. Tijdens een bezoek aan de zoo zagen we een nijlpaard uit de modder kruipen en die moest duidelijk zijn of haar behoefte doen. Ik weet niet of u dat ooit hebt mogen aanschouwen, maar dat is een spektakel. U kan ook maar best de nodige afstand houden. Het nijlpaard doet zijn of haar gevoeg en kliedert de uitwerpselen met de staart vervolgens alle kanten op. Meteen netjes afgeven die handel, denken de nijlpaarden wellicht.   Trouwens, ik had toen net een boterham met choco vast. U zal begrijpen dat die in de verste verte niet meer smaakte. Net als het avondeten dat toch voortreffelijk begonnen was. Ik zag enkele grijnzende gezichten aan tafel en het enige wat ik kon uitbrengen was dan ook "Ja, kak".  

Rudi Lavreysen
0 0

Zon, zee, maandverband?

Eén van de krantenkoppen die me deze week opviel ging over afval. Over hoe er na een dagje zon-, zee- en strandplezier steevast een smerige berg vuilnis achterblijft op onze Belgische stranden. Blikjes, plastic, luiers, ja, zelfs maandverband, zowat alles wordt dagelijks achtergelaten op het strand. Ik dacht meteen: dat knap stukje menselijk gedrag verdient een snedig stukje op mijn blog. Of misschien toch niet. Ik heb immers graag dat mijn columns een glimlach toveren op het gelaat van de lezer. Omdat die lezer zich in iets herkent, omdat hij wordt ontroerd door wat hij leest of gewoon omdat hij het om te lachen vindt. Het waarom maakt eigenlijk niet echt uit, maar wel die glimlach graag. En daar knelt het schoentje toch vandaag. Want wat kan er ook maar enigszins grappig zijn aan een bende onnadenkende kuddebeesten – nochtans net als zij die hun afval wel flink sorteren en braaf in de juiste vuilnisbak deponeren, behorend tot die vorm van zogenaamd ‘intelligent leven’ die wij mens noemen - die, na een dagje genieten van de schoonheid en de weldaad van de zon en de zee, hun windschermen weer netjes opplooien, hun badlakens grondig uitschudden, hun gebruinde voeten secuur afborstelen (want we willen geen zand in huis, hoor, stel u voor) om dan hun schup af te kuisen en het strand achter te laten als een gore vuilnisbelt? Niks. Daar is echt niks grappig aan. Wat bezielt hen? Is het puur egoïsme? Après nous le déluge? Doen ze het vanuit één of andere misplaatste overtuiging dat ze het wel verdiend hebben om hun vuiligheid door anderen te laten opruimen? ‘Waarvoor dienen anders de mannen van de vuilkar? Daar betalen wij toch belastingen voor?’ Ligt het aan de warmte? Een zonneslag? Een dagelijks terugkerende vlaag van collectieve verstandsverbijstering? Of ben ik gewoon te streng? Misschien is het wel goed bedoeld? ‘Ach kijk, er zit nog een restje ketchup in het frietbakje, laat maar liggen, zoet, zo hebben de dolfijnen er ook nog wat aan. Ja, tuurlijk, dat blikje cola ook, kan nog wel dienen, hoor, als huisje voor een kreeft of zo.’ Seriously. Precies of er dobbert nog niet genoeg plastic in de zee. Vergeef me het woord onnadenkend. Vergeef me het woord kuddebeest. En begrijp me vooral niet verkeerd. Hoewel tussen tienduizenden anderen gaan liggen bakken en braden niet my cup of tea is, heb ik wel al veel mooie momenten beleefd aan ’t zeetje en heb ik ook echt helemaal niets tegen mensen die wel graag voor bakharing spelen. Ieder diertje zijn pleziertje. Ik heb ook niets tegen mensen die al eens graag een hapje eten of een drankje nuttigen op het strand. Dat doe ik zelf ook als ik er ben. Maar ik neem wel mijn vuilnis mee als ik ermee klaar ben. Altijd. Is het leuk om met een vol poepzakje, een berg vuile luiers, een stuk of wat plakkerige waterijswikkels en een dozijn perzikpitten in de hand de weg naar huis weer te moeten aanvatten? Neen, dat is het niet. Maar wees er maar zeker van dat tussen tientallen (honden)drollen, vuile luiers, vieze wikkels en afgekloven pitten van anderen moeten zitten nog veel minder leuk is. En - hoewel ik ze het, toegegeven, niet kan vragen - ben ik er vrij zeker van dat de vissen en bij uitbreiding alle andere planten en dieren in de zee het volmondig (en liefst zonder plastic erin) met me eens zijn. En kom, geef toe, als je ’s ochtends je hele hebben en houden tot op dat allermooiste plekje van het strand gesleurd krijgt, is het toch maar een kleine moeite de boel er ’s avonds ook weer af te halen. Niet? Ik denk het wel. Dus, lieve mensen, lieve lezers, lieve kuddebeesten allerhande: geniet. Geniet met volle teugen, van de zon, van de zee en van het strand maar - alsjeblieft - houd het daarbij gewoon voor iedereen plezant!

Bregtje Van Bockstaele
0 0

Zonder tegenbericht

“Tijdens de zomermaanden spendeert een mens toch wat tijd op een terras”, zei ik tegen mijn vrouw, terwijl we op een ochtend in onze vakantie vanop een terras de langzaam voorbijgaande voetgangers gadesloegen. Het was precies een vertraagde film die zich voor onze ogen afspeelde. Alsof de warmte hun voeten naar beneden drukte. Even had ik het idee om zoals juffrouw Magda in onze tweede kleuterklas ‘voeten opheffen’ te roepen, als we tijdens een wandeling met zijn allen in het zomerse zand ‘stoeberden’.  Eén van de voorbij slenterende koppels nam plaats aan het tafeltje naast ons. Ook al hadden we zelf een aardige conversatie, ik kon niet nalaten om hun gesprek te volgen. “Wat bedoelt ze daar nu mee? Op die uitnodiging”, vroeg de vrouw aan haar man. “Zonder tegenbericht staat er in de mail. Ik weet echt niet wat ze hiermee bedoelt.” Het leek me een eenvoudig gegeven en ik veronderstelde dat haar man meteen het antwoord zou geven. Of dat ze het zou opzoeken in haar telefoon die ze al een tijdje vast had. Maar de man haalde zijn schouders op. “Oei, geen idee schatje”, antwoordde hij terwijl hij verder van zijn drankje genoot. De vrouw bleef er over doorbomen. “Zonder tegenbericht. Wat bedoelt Francine hier nu mee?” Ik kon de neiging bijna niet weerstaan om te zeggen dat ze niets moet doen om op de uitnodiging in te gaan, maar de volgende zin van de vrouw deed me besluiten om het niet te doen. “Weet je wat”, zei ze. “Ik ga Francine een bericht sturen, om te vragen wat ze bedoelt met zonder tegenbericht.” “Goed idee schatje”, zei haar man. We zijn helaas niet lang genoeg blijven zitten om te horen wat Francine geantwoord had, maar het was een mooi begin van een zomerse dag. Dat wel.  

Rudi Lavreysen
48 0

Pleidooi voor meer vrouwen in de criminaliteit

Gisteren ging ik naar Ocean’s Eight kijken met mijn vriendin. Ik deed dat om haar een plezier te doen, zoals je dat doet in een relatie waarvan je hoopt dat die langer dan een zwoele zomervakantie zal standhouden. Je gaat dan mee kijken naar films waar je op voorhand van denkt ‘Meh. Mogelijks heb ik hier nog drie weken nachtmerrie’s van. (Ik kan haar dan in elk geval gewoon wakker schoppen.)’ Om het kort te houden: Ocean’s Eight is een Hele. Goede. Film. Zo één waarvan je, als je buitenkomt, tegen alle bioscoopbezoekers wilt gaan schreeuwen: deze! Deze film moet je zien! Vergooi je tijd niet door naar andere middelmatige experimenten te gaan staren! Ik had er bijna kermiskraamallures van gekregen, zò enthousiast was ik.Want hoewel ik de hele film lang bang aan het afwachten was tot hij eng zou worden (‘Wanneer hakt ze die vent zijn tenen eraf? Wanneer spat er bloed op de juwelen? Wanneer zal het vogelnest op Helena Bonham Carter’s hoofd instorten?’), het grootste deel kon ik alleen maar denken: Aah! Leuk! Clever! Ik geef toe: mijn enthousiasme kwam grotendeels voort uit het feit dat er eindelijk een grote kaskraker is die niet alleen de Bechdeltest haalt, maar die ook nog eens een cast heeft van stuk voor stuk fenomenale actrices, die de kans krijgen te schitteren - niet alleen in een mooi kleed, maar ook in een rol waarin hun talenten helemaal tot hun recht komen. Een actiefilm met acht vrouwen in de hoofdrol: het hart van de vijfjarige activiste in mij sloeg er meteen een heel stuk sneller door.Het deed me denken aan toen ik de eerste keer ‘Bedtijdverhalen voor Rebelse Meisjes’ in mijn handen hield, een kinderboek dat vergeten vrouwen doorheen de geschiedenis opsomt. Nog zo’n voorbeeld: ‘Meisjes en Wetenschap’ (een abominabele vertaling van wat gewoon Women in Science was, overigens). Marketeers lijken te beseffen dat deze boeken niet enkel door een vrijgevochten en zonder beha op de barricade paraderende niche worden gekocht, maar ook door mensen die gewoon geloven dat meisjes het verdienen om verteld te worden dat ze heel wat in hun mars hebben, want de reclamecampagnes voor deze boeken zijn nog niet eens zo slecht. Ik koop ze alvast allemaal - het is een ontwikkeling waar ik een hypotheek voor zou aangaan. Na de film, op de fiets naar huis, vroeg mijn vriendin wat ik ervan vond. We dachten terug aan toen we de all-female Ghostbustersfilm zagen, en overwogen om een container dvd’s te kopen zodat we iedereen in onze omgeving ermee konden bekogelen. Zo lyrisch waren we over een film waarin we rolmodellen vonden, personages met wie we ons konden vereenzelvigen. Zò gelukkig met een verschuiving in entertainment die erkent dat vrouwen meer zijn dan *comic relief*, lustopbjecten of emotionele vaten die spontaan exploderen wanneer ze in de spiegel kijken en hun oogschaduw vloekt met hun schoenen. Eindelijk. Nu we vijfentwintig zijn.Stel je eens voor hoeveel méér misdadigsters er al hadden kunnen zijn - een wereld om van te dromen. Deze film komt op de lijst met films die onze dochter moet zien, zei ik. (We hebben geen dochter, maar ook een onbestaand kind kan nooit rolmodellen genoeg hebben.)We spraken niet uit hoe kort die lijst maar is - voor ons, twee hoogopgeleide, blanke vrouwen van goede komaf, maar we dachten het allebei. En we werden beiden even stil.De nachtmerries kwamen toch.

Anke Vandoolaeghe
13 0

Geluk zomaar ineens

Het meisje met de staartjes had, omdat haar vader onderwijzer was, een voetje voor in het middelbaar onderwijs. Dat dacht zij. En dat zag ik aan haar.Hoewel geen van ons zich een houding wist te geven op de speelplaats, zijnde een duffe carré die voorbehouden was voor de leerlingen van de ‘lagere’ cyclus – een vervelende nuance die kon tellen: al in het secundair, maar toch nog klein, was zij haar opgewekte, kraaiende zelf. Een troep eerstejaars waaronder mijn klas liet zich door haar op sleeptouw nemen.Hadden we daarvoor de lagere school doorlopen, om hier, nu we ingesloten waren tussen de flanken van het imposante schoolgebouw en nu wij ons eindelijk tot de 'groten' mochten rekenen, kinderachtige spelletjes te staan spelen?Het meisje met de staartjes lachte als een geit. Twee volgelingen draaiden aan het springtouw. Volgens de instructies moesten wij achtereenvolgens inspringen, tien keer “jumpen”, het springveld verlaten zonder de continuïteit van het spel te verstoren, een stomp stoepkrijt nemen en onze naam op de tegels krijten. “Zo leren we mekaar snel kennen!” blaatte het meisje met de staartjes. Ik had het gevoel dat ik haar al meer dan genoeg kende, gluurde tussen de haren van mijn te lange froufrou door op zoek naar gelijkgestemden die een deelname aan de activiteit evenmin ambieerden. Ik vond er geen.En toch kon het haast niet anders dan dat er meisjes waren die het al springend stonden te besterven. De een was er niet op gekleed, moest plassen of kon totaal niet springen, de ander had al borsten, een derde stond te stuntelen met een half afgekloven appel in de hand. Het conformisme speelde de hele klas parten. Maar niemand liet daar iets van merken. Het speelkwartier was om voor ik aan de springbeurt was.Een meisje greep me mij de schouder toen we naar het klaslokaal troepten.“Gered door de bel” zei ze. We werden vriendinnen.Vandaag dacht ik - zomaar ineens - aan haar. “Geluk laat zich niet zoeken,” zegt men, “het overkomt je, het grijpt je bij de schouder."

Julia Carax
0 0