Wat zeg je?
Wat zeg je?
Sorry ik heb u niet goed verstaan, kan je dat even herhalen?
Wablief?
Mensen vinden dat ik stil ben, dat mijn letters klankloos zijn.
Ze zeggen dat ze mij niet verstaan, dat mijn woorden hen niet bereiken.
Watte?
Wat heb je gezegd?
Daar is het weer, een vraag om verduidelijking.
Een verzoek om luider te praten, om mijn mond wijd open te zetten en mijn klank te laten weergalmen.
Een verzoek om mijn stilte te laten vallen en hen te vergezellen in een symfonie van gebrul en getier,
Want mijn stilte is een gat in hun geluid en dit proberen ze tevergeefs te sluiten.
Ze kijken mij aan met verwarde blikken, opgetrokken schouders, en open handpalmen.
Enkel en alleen maar om hun onbegrip voor mijn woorden te laten blijken.
Zo blijft het doorgaan, het constant terugkeren van hun vragen.
Vragen die vragen voor een herhaling van mijn vraag dat eigenlijk geen vraag was maar een zin dat nooit is toegekomen.
Vragen die mij met elke vraagteken dieper en dieper terugduwen naar een afschuwelijke plek.
Een plek, waar ik machteloos moet toekijken hoe mijn woorden zich voortbewegen,
in kleine groepen hun koppen bij elkaar steken en zinnen trachten te vormen.
Maar ieder probeersel loopt drastisch af want de woorden zijn niet meer dan gedrochten.
Woorden die op niets slaan, woorden die er maar voor de helft staan, woorden die uit elkaar vallen.
Het is een treurig tafereel die ik moet aanschouwen, want ik kan ze niet helpen.
Ik ben gebonden aan de grond, mijn lippen gezegeld door de schaamte, mijn tong gedroogd door de twijfel.
Ik ben gebonden aan de grond!
Terwijl zij zich voortbewegen naar mijn mondholte.
Ik zie ze lopen, Ik voel ze lopen, in mijn mond en op mijn tong,
Met hun scherpe ‘k’s en hun gladde ‘s’ en, allemaal mooi naast elkaar,
Geduldig aan het wachten op de samensmelting die van hen een geheel zal maken,
Een prachtig geheel, een antwoord op de vragen.
Maar ze blijven wachten want met elke ‘Wablief’ wordt het moeilijker om de woorden te zien,
Met elke ‘Wat zeg je’ wordt het moeilijker om de letters te combineren,
Met elke vraag wordt het moeilijker om een antwoord te formuleren.
Dus blijven ze daar maar staan, met hun puntige ‘i’s en hun bolle ‘o’s,
Wachtend op de versmelting die van hen een geheel zal maken.