Zoeken

33 GRADEN WEG VAN MEKKA

Als er nu één plaats ter wereld is, waar een gelovige denkt dat hij volkomen veilig is, dan is dat toch in een kerk, een moskee of in een synagoge. Als je om de zoveel uren, alle dagen of minstens één keer per week gaat bidden om je tweede leven in het hiernamaals veilig te stellen, dan is dat toch de plaats waar je veronderstelt dat de goden een oogje in het zeil zouden houden. Niet dus. Een geschifte Jodenhater kon in Pittsburgh ongestoord 11 mensen neerschieten en geen God die deze dolle schutter tegenhield. Eventjes een onoplettendheidje van het opperwezen en je was sneller in de hemel dan verwacht.  Nu, zelf zou ik niet meer zo gerust zijn in mijn persoonlijke Jahweh, als je weet wat hij allemaal tijdens de wereldoorlog met het Joodse volk liet gebeuren. Hij zag toch maar mooi de andere kant op toen er zo’n zes miljoen van je voorvaderen uitgehongerd, vergast en iets te snel gecremeerd werden. Raar dat zo’n geïndoctrineerde gelovige mensen er dan nog steeds op vertrouwen dat die hemelbewoner almachtig is, alles ziet en hoort en dat die wel één van de dagen de nieuwe Messias naar beneden gaat sturen. Maar blijven hopen natuurlijk.. Wat ging er door die Turkse hoofden heen, toen ze vernamen dat ze al zo’n kleine 40 jaar in de verkeerde richting zaten te bidden? Een moskee in het Turkse stadje Sugoren staat niet richting Mekka! Hebben ze daar nu schrik dat hun gesmeek niet in de Mekkahemel aangekomen is?  Een roedel religiedeskundigen breekt zijn hoofd nu over het feit of al die gebeden nu ongeldig zijn. Zit je daar al 37 jaar, vijf keer per dag, dat is met de schrikkeljaren erbij zo’n kleine 13550 keer, met het zicht op de kont van je buurman, gebeden te prevelen en dan komt zo’n nieuw aangestelde 24 jarige snotneusimam je plots vertellen dat Mekka een 33 graden de andere kant opligt. Hebben ze ondertussen al uitgevogeld welke God er op die verkeerde plaats in dat stukje hemel bivakkeert? Denk niet dat die zich bezighoudt met het doorsturen van al die smeekbedes. Eigenlijk ben ik er bijna van overtuigd dat de God van de getuigen van Jehova daar zijn stekje heeft. Vandaag zag ik die muffe straatschuimers weer ineens, twee aan twee, richting de sociale woningen stappen. Misschien dat hun Jehova wel gezegd heeft, dat hij door de jaren heen zoveel leuke gebedjes vanuit de moskee ontvangen heeft, dat hij denkt dat daar zijn achterban nog wel wat zieltjes zouden kunnen overtuigen.  Maar een docent islamstudie gooit roet in het religieuze eten, de Koran staat plots een bidrichting- afwijkingsfoutmarge van 45 graden naar Mekka toe.  Ja voor alles is een uitleg… Bij ons mag een Kerstmarkt,  plots geen Kerstmarkt meer heten om andere geloofsovertuigingen niet te schofferen. Het moet nu wintermarkt zijn. Hebben onze kinderen wegens de neutraliteit dan ook ineens geen kerstvakantie meer?  Moet dit dan niet de wintersveertiendaagse worden?  Nu ben ik zelf een atheïst en ze mogen van mij alle religieuze namen en tekens verbannen. Ik heb daar totaal geen probleem mee. Maar dan ook consequent alle religie tekens. Geen Christelijke kruisen in openbare gebouwen, scholen, banken en bij de bakker naast de kerktoren. En om de atheïsten onder ons niet te schofferen geen tulbanden, keppels, hoofddoeken en alles wat maar enigszins naar het geloof verwijst uit het straatbeeld elimineren en tenslotte iedereen voor zijn eigen religie flink laten betalen . En dan moet de VTM kokkin Dumont, als ze op televisie kookt, ook haar Katholieke kruisjes-oorbellen eventjes uitdoen.   Sim, 30 oktober 2019

Sim
0 0

IEDER ZIJN HOBBY

Moesten jullie ook zo lachen toen dat koddige voetbalmakelaarsadvocaatje kwam vertellen dat zijn cliënt een vurige verzamelaar was van luxe uurwerkverpakkingen?  Geestig hé? Nu verwacht je inderdaad niet van zo’n maffiamakelaartje dat hij postzegels verzamelt, maar je vermoedt dat er minstens een collectie Porches, Ferrari’s of Lamborghini’s in zijn garage zouden staan. Dat zo’n spelersmakelaar een verzameling lege doosjes zou bezitten,waar voorheen voor zo’n kleine 8 miljoen euro aan super de luxe uurwerken zouden ingezeten hebben, dat gelooft toch niemand. Natuurlijk ieder zijn hobby, maar toch… Is er iemand in dit voetbalschandaal al aan de pols gevoeld? Gaan ze de omkoopuurwerken uit de scheidsmouwen schudden? Loert het supportersvolkje vanaf nu naar de polsen van voetballers, scheidsrechters en clubmanagers, kortom naar iedereen die zich met transfers bezighoudt? Of roepen ze vanaf nu, bij elke mogelijk verloren partij, dat de wedstrijd getrukeerd werd?  Operatie Propere Handen ging van start en een aantal witwas-, fraude- en matchfixing- corruptiefiguren werden voor ondervraging opgepakt. Nog diezelfde avond kwam dezelfde roedel ‘rijke- criminele- mensen- verdedigingsadvocaten’ weer met hun aan aandacht verslaafde kop op de televisie blaten dat hun cliënten onschuldig waren. Dat ze alleen maar een beetje zwart geld met Dixan hadden wit gewassen of ze links of rechts misschien vergeten hadden een centje aan de fiscus door te geven. Enfin dat ganse miljoenentransferzaakje gelijkt meer en meer op een corrupte winstgevende mensenhandel.   Gepetto begrijpt het helemaal niet meer. Hoe kon zijn houten pop zijn leugen-dna nog zo kwistig aan advocaten en politici ronddelen? Hebben jullie je ook zo geërgerd aan al die politieke pulp en beleidsbagger? In allerlei kakelprogramma’s lulden alle politici de afgelopen weken elkaar de verdoemenis in. Leuk om te horen dat sommige draaikonten plots aan een soort chronische dementie leden als er met de vinger gewezen werd naar de tijd dat ze het zelf voor het zeggen hadden. Gaan we na de verkiezingen nu eindelijk gezonde, frisse en propere lucht krijgen of blijft het allemaal bij gebakken lucht? Links, rechts kattenvitesse, voetbal en politici in de tutterfles… Ik ben al lang blij dat al die lijsttrekkersdebatten nu eindelijk voorbij zijn, dan kunnen we nu eindelijk opnieuw over belangrijker dingen, zoals Zwarte Piet beginnen kwekken…   Sim, Edegem 17 oktober 2019

Sim
0 0

Hati Hati

Ik had het moeten weten dat het maar een paar dagen ging duren voor ik in dat tropisch paradijs vol trouwkleedwitte stranden de ziel uit m'n lijf zou zitten schijten. Elk man verdient maar een beperkt volume gelukzaligheid natuurlijk. Wat ik niet had kunnen voorspellen is dat ik me tijdens De Grote Nasi Goreng Exodus ook nog eens in foetushouding zou staan balanceren op iets wat nog niet half op een wc leek. De laatste week heb ik ontdekt dat dat duidelijk niet de anekdote is die mensen verwachten als ze je vragen hoe het in Bali is geweest.   Oké, ze had ons gewaarschuwd, ja. Laat je inenten. Poets je tanden met flessenwater. Geen ijs in je drank. Bla bla bla. Ik wil die van 't reisbureau wel eens nee zien zeggen de achtendertigste keer dat er weer zo'n Indonesiër, krom van de onderdanigheid, dat welkomstdrankje brengt, met zoveel ijs dat Antarctica er melancholisch van wordt. Want die onschuldige Balinezen denken natuurlijk: ‘Het is hier warm voor die Belgische toeristen. Ik geef dubbel zoveel zodat ze zich kunnen verfrissen. Heilige Bataru Guru, die gaan dankbaar zijn!’ Vertel dan maar eens dat je die smerige bacterieblokken niet moet hebben uit angst om hun hele noedelpaleis vol te pompen met stront. Ik zeg het je, ijs zou ze pakken, die van 't reisbureau.   Exact zeven prachtige, zorgenvrije dagen heeft het mogen duren voor ik voelde dat het noodlot was aangebroken. Ik herkende het prikkelbaredarmproces al van twee eilanden afstand. Het begon zoals altijd met wat gerommel in de verte. Tintelingen in de buik, bijna vlinders. Vlinders die veranderen in langzaam, toegebrachte, messteken. Dan de kop die begint te koken. En als laatste, de paniek. Als in: het moet hier geen minuut langer duren voor ik op een pot zit of ik beer mezelf onder en plein public als een tweejarige die de speculaaskast heeft ontdekt.   Dus daar hing ik. Boven het toilet van het eerstvolgende eettentje dat we tegenkwamen in the middle of nowhere. En tentje mag je letterlijk nemen, in tegenstelling tot toilet. Met een hoofd gloeiend van de dikkedarmweeën, stond ik er volledig verlost van eigenwaarde te bevallen boven een put in de grond. Mikkend om alles zonder fouten van gat tot gat te krijgen. Op tien minuten tijd raakte ik er ongeveer alles kwijt behalve m’n schaamtegevoel. Dat werd alleen maar groter toen mijn oog viel op het on-feil-bare doortreksysteem van een ton water en een plastic bekertje. Met een scheur in. Ik moet de foto’s van lokale charme als deze op een of andere manier gemist hebben toen ik door de reisblogs scrolde.   Toen ik een miserabele dag of tien later thuiskwam, stond mijn dokter mij op te wachten met een cocktail van antibioticapillen. Mét ijs alstublieft, want we doen eens zot, nu het terug kan. Nog geen half uur later zat ik opnieuw op de plee, maar dan wel met de meest gelukzalige glimlach in dagen op m’n gezicht. Zeker zeven keer heb ik doorgetrokken in dat uur dat ik daar als een koning op m’n witte troon zat. Ja, soms moet een mens al eens reizen om dat porselein onder z'n sterretje opnieuw te waarderen.

Hans Verhaegen
17 0

Mag het iets meer zijn?

   Nee, vandaag geen beschouwingen over het vak van de beenhouwer en zijn gekende verkooptechnieken. Wel, en wie had dat gedacht, over Staatssecretaris Francken, die als geen ander de kunst verstaat om met woorden in te hakken op Jan en alleman. Er  is natuurlijk wel een onderwerp te vinden dat meer tot de verbeelding spreekt, maar soms worden  er grenzen oververschreden, zelfs in het... asiel en migratiedebat.  Staatssecretaris Francken zet de herhuisvestingen tijdelijk on hold. Omwille van de 'opstoot' van assielaanvragen. Nochtans heeft dezelfde Staatssecretaris, in alle stilte, beslist om  tegen 1 januari 2019, een groot deel van de Lokaal Opvang Iniatieven (LOI) in de gemeentes te schrappen. De indianen zouden zeggen, deze blanke man spreekt met een gespleten tong. Wat er nu gebeurt , stond in de sterren geschreven. Opvangplaatsen schrappen en dan zeggen dat er geen plaats is. Er zelf voor zorgen dat Europese afspraken niet kunnen nageleefd worden, il faut le faire. In de verste verte geen journalist te vinden om even doortastend door te vragen. Dus operatie geslaagd, geen haan die er over gekraaid heeft.  Ome Rik weet het ook wel, het asiel en migratiedossier  is een zéér moeilijk dossier. Maar zoals gezegd, er zijn grenzen. Het moet me van het hart. 11 november is de honderdste herdenking van het einde van WO I. Hopelijk wordt er dan ook gesproken over de 1,5 miljoen Belgen die naar Frankrijk of naar het neutrale Nederland zijn gevlucht. Luidkeels wordt  er heden ten dage geroepen dat de waarden van de verlichting verdedigd moeten worden. En wat met het verdedigen van de christelijke waarden? in Jezus naam! Mag het iets meer zijn?

dirk adijns
0 0

Aangeschoten

Ik schrok ervan, toen ik het krantenartikel over het failliet van Würst las, het hotdogrestaurant dat indertijd opgericht werd door Jeroen Meus. Vooral omdat hotdogs me zeer genegen zijn. De geur van zuurkool en gebakken ajuin die zich in je neus nestelt. Hemels gewoon. Jeroen Meus verstond de kunst om er met zijn "haute dogs" een extra toets aan te geven.   De tweede reden waarom het artikel opviel, was het gebruik van enkele aan voeding gerelateerde spreekwoorden. Ik wil u graag een plezier doen en de betekenis van deze zegswijzen toelichten. U kan dit wellicht ooit gebruiken tijdens een familiefeest, als u om een wist-je-datje verlegen zit. Wanneer diezelfde oom of schoonbroer met zijn flauwe moppen opnieuw met alle aandacht gaat lopen.   "Würst zit in de puree", was de kop van het artikel. "In de puree zitten" is verwant met "in de rats zitten". Rats is soldatentaal en je kreeg dat bij het door elkaar koken van groenten en aardappelen. Zie ook het Franse ratatouille. Iets verder in het stuk las ik dat "het vet van de soep" was bij Würst. Dat is dan weer familie van "het vet is van de ketel". Als het beste of het meeste voordeel weg is, wanneer de room van de melk geschept is. Kijk, daarmee komt u behoorlijk intelligent over, als u dat aan tafel vertelt.   Maar u kan nog verder gaan. U kan zeggen dat de hotdogs bij Würst "peperduur" waren. Die uitdrukking herinnert aan de tijd toen peper zo duur was dat de korrels als betaalmiddel werden gebruikt. Of je zegt dat Würst niet langer "zelfbedruipend" was. Dat komt oorspronkelijk van dieren, die in hun eigen vet gebraden werden. Daarna werd het gezegd over mensen die in hun eigen onderhoud voorzien, zonder steun van anderen.   Nadat u deze wetenswaardigheden bij het kerstdiner hebt verteld, zijn uw familieleden van ellende en jaloezie ongetwijfeld in de drank gevlogen. Dat is het moment om te vertellen dat u weet waar de uitdrukking "aangeschoten" vandaan komt. Het is eigenlijk een jagersterm. De jagers gebruikten het woord "aanschieten" als ze het wild met een schot raakten, maar het dier nog wankel op zijn poten kon staan. Later is men dat woord ook beginnen gebruiken voor mensen die iets te diep in het glas hadden gekeken en even wiebelig op hun benen stonden.   Beste lezer, als u dat allemaal uit de doeken doet tijdens het familiediner, beschouwt men u voortaan als de intellectueel van de familie. Het voordeel is trouwens dat u elk jaar dezelfde weetjes kan vertellen. Want na al die glaasjes herinneren ze zich dat toch niet meer.  

Rudi Lavreysen
0 1

Alleen maar Engels

“Ze spreken daar alleen maar Engels”, zei mijn collega. Hij had het over de Nederlandse stad waar ze hem niet begrepen. Ik kon het enkel bevestigen. Al is ‘alleen maar’ lichtjes overdreven. Maar in het Rotterdamse hotel waar we verbleven maakten we hetzelfde mee. “Het mag in het Nederlands, wij komen uit België”, glimlachte ik aan de receptie. Maar het hielp voor geen meter. De receptioniste ging vrolijk verder in het Engels.  Op het strand van Scheveningen was het van het zelfde laken een pak. Ik meende me aan de Hollandse geplogenheden aan te passen en bestelde een pilsje aan de jongedame van het strandcafé. “A beer for you sir?”. Dat pilsje was haar bekend. Iets later (het was nogal warm die dag) vroeg ik naar een ‘pintje’, maar dat kende ze niet. Het was die namiddag op het strand dat ik aan onze pa moest denken. Hij zou nog eens moeten terugkomen. En verbazend vaststellen dat niet alleen het dialect verdwijnt, maar ook stilletjes aan het Nederlands. Zo vertelde hij vaak die anekdote over de ingenieur in het fabriek waar hij portier was. Die belde met de vraag of hij samen met zijn collega kon langskomen. Ze gebruikten toen nog uitdrukkingen in het dialect die je vandaag niet meer hoort. Om te zeggen dat je ‘dadelijk’ kwam, klonk het zoveel als “ik kom bè djème”. Het lag op zijn lippen om het op die manier tegen de van oorsprong Franstalige ingenieur te zeggen, maar hij kon zich net inhouden. Hij vroeg aan zijn collega hoe je dat alweer in het Nederlands zei. Het eerste wat bij hem opkwam was ‘ik kom bij demen’.     Och, het verandert allemaal. Dat kan op zich geen kwaad. Maar dat terugkomen, dat zou toch eens moeten lukken. Al is het maar voor één keer.

Rudi Lavreysen
79 0

Aan de kassa

Ik vermoed dat niemand het weet. Ik beken: Ik vloek graag. En veel. Niet altijd luidop, maar toch. Godverdomme zit als eerste klaar. Godvermiljaarde leerde ik van mijn broer. Potverdekke was de favoriet van mijn vader -God hield hij er graag buiten- of ook wel nonde, nonde… , gevolgd door een diepe zucht. Dat betekende dan zoveel als: Hier is niets meer aan te doen.   In de nabijheid van kinderen houd ik me in. Tot op zekere hoogte. Twee weken geleden ontglipte mij een iets te luide Godverdomme. Ze schrok. Had ze niet gewoon al wijzend vanop haar fiets gevraagd: ‘Waarom staat Bassie op dat bord?’ Niet een keer vroeg ze dat, wel tien keer, evenveel als het aantal clowneske borden langs onze dagelijkse fietsroute. ‘Houd je handen aan het stuur’, riep ik.  Ze zweeg. Tot het volgende bord: ‘Mama, waarom staat Bassie hier?’   Godvermiljaarde, dacht ik. Straks wil ze daar echt naartoe. ‘Ik denk dat het van een circus is’, zei ik. Ze drong aan: ‘Heb jij daar kaartjes voor?’ Ik veinsde: ‘Ik zou niet weten waar ik die moet halen!’ Een diepe zucht. Ze zweeg.   Tot de volgende avond: ‘De juf zegt dat je zelf kaartjes kan kopen aan de kassa.’ Het werd wazig in mijn hoofd. In de mist verscheen een grote circustent. Op de eerste rij, een kind met haar vader. Hij lachte en genoot. Zij straalde.   Ik zweeg. Tot die zondag, aan de kassa: ‘Eén volwassene en één kind’. Zij kon haar geluk niet op. Ik straalde. Nonde, nonde.  

african swallow
0 1

Dietjes en datjes

Vult u, in gedachten, even volgende zin aan:‘De man, die het meisje mishandeld had, kreeg van de rechter ***’Mogelijke antwoorden waren: een ongenadig verdict, een levenslange gevangenisstraf, of … een emotionele schadevergoeding. Het onderwerp van bovenstaande zin valt immers onmogelijk af te leiden. Waarde taalgenoten, wat een gat in onze grammatica! Laten wij deze gapende leegte vullen met enkele gepaste achtervoegsels, indien het woord voorafgaand aan de bijvoeglijke bijzin een voorwerp is. Voor mannelijke woorden: die -> dieno.Voor vrouwelijke woorden: die -> dieva. Indien de man dus de agressor in onze voorbeeldzin is, blijft het betrekkelijk bijwoord ‘die’. Indien hij het slachtoffer is, ‘dieno’. Einfach einfach, zou ik zo zeggen. Ah! Ik hoor de moderne 21ste-eeuwse medeburger reeds kreunen. Man versus vrouw, het achterhaalde onderscheid. Hoe zit het met transgenders? Hoe zit het met uniseks namen zoals Chris en Yentl? Welk woord kiezen we voor gemengde groepen? Pakken we het aan zoals de Fransen, voor wie één man in een stadion vol vrouwen volstaat om het genus voor de hele groep te veranderen? Neen, neen en nog eens neen. Voor gemengde groepen, het onzijdig meervoud en geslachtstwijfelgevallen gebruiken wij voortaan een apart woord: die wordt dieto. Dit probleem doet zich niet voor bij het enkelvoud van onzijdige woorden. Als zij een voorwerp in de zin zijn, geldt: dat -> datyf. Inderdaad, een zeldzaam nuttige modificatie! Ik ben er zelf ook bijzonder trots op, dat mijn intellectueel vernuft voor maar liefst 24 miljoen mensen dagelijks een meerwaarde zal mogen betekenen.De met stomheid geslagen lezer wenst nu ongetwijfeld een nieuw Groen Boekje aan te schaffen. Wel, deze mogelijkheid wordt u vriendelijk aangeboden. Met de code !R0N!3 krijgt u 20% korting op uw aankoop, waarvan de auteur van dit artikel slechts hetzelfde percentage winst opstrijkt. En dat allemaal, u raadt het reeds, uit liefde voor onze voortaan nog mooiere Nederlandse taal.  

Amaryllis
0 0

Vooroordelen en darts

Vooroordelen. Ik heb ze. Ik lijd eraan. Nog steeds. Zelfs na 39 jaar ervaringen opdoen op dit bolletje sterrenstof en na 15 jaar lesgeven aan nieuwkomers van alle pluimage. Vooroordelen werken als darts: je gooit negen keer tevergeefs richting roos en wanneer de tiende keer raak is, onthoud je enkel die ene worp. Vooroordeel 1: Mispoes Een moslima uit Pakistan zit tijdens een spreektest van top tot teen gesluierd in haar zwarte bijna-boerka. Dat uitzicht werkt blijkbaar nog steeds op me in. Op de vraag waarom ze naar België is gekomen, antwoordt ze: omdat de vrouwen in mijn land minder kansen krijgen. Hier in België is het modern en mag ik werken. Vooroordeel 2: Mispoes Een man uit Bosnië is al de ganse cursusperiode opvallend stil. Niet echt handig voor een mondelinge module. Zijn houterige houding en bloeddoorlopen ogen interpreteerde ik -redelijk onbewust- als desinteresse of erger.Bij dezelfde spreektest over de komst naar België blijkt dat hij hier al 28 jaar woont (en nu pas in niveau 2.2 zit! Hoe kan dat in godsnaam? … vooroordeel 3: Mispoes) Daarna gaf hij eerst toe dat hij enorm gesloten is en deed vervolgens in verrassend goed Nederlands zijn verhaal. Zijn teruggetrokken attitude en vermoeide blik kregen voor mij gaandeweg een totaal andere invulling toen hij vertelde over hoeveel vrienden en familieleden hij in de Joegoslavische oorlog had verloren, over zijn scheiding, zijn depressies, over de overuren die hij jarenlang aan de Antwerpse haven deed om zijn zonen te laten studeren. ‘Ik was vòòr de oorlog helemaal niet zo gesloten.’ Het stuwmeer van zijn stilzwijgen was zodanig doorheen de dam gebroken, dat hij de vijf minuten spreektijd fel overschreed en andere cursisten pas volgende les aan bod konden komen. Vooroordeel 4: Mispoes Vraag nu aan honderd FB-vrienden om een moslimterrorist te tekenen en je krijgt ongeveer een afbeelding van mijn Afghaanse cursist. Toen ik polste naar zijn welbevinden in België, was hij uitermate positief. Enkel miste hij zijn familie, vooral zijn mama want die lag chronisch ziek in bed. Hoe moet ik dit zeggen? Zijn bedroefde ogen in combinatie met de uitspraak van het woord ‘mama’ deden mijn pijltje zo fel afwijken, dat het naast het dartsbord terecht kwam. Vooroordeel 5: Raak Vraag nu aan honderd FB-vrienden om een oudere bibliothecaris te tekenen en je krijgt ongeveer een afbeelding van mijn Syrische cursist. Wat blijkt nu? Hij was gewoon écht bibliothecaris! En nog wel in de grote nationale bibliotheek in Damascus. Hij beheerde tienduizenden oude manuscripten op 500m van het paleis van Assad die soms op officieel bezoek kwam. Wat een volstrekt ander leven heb je, als je je een paar jaar later in een klas in Borgerhout bevindt tussen mensen van de hele wereld met allen slechts één en hetzelfde boek voor hun neus. Vooroordelen: laten we vooral wat minder pijltjes proberen gooien.

Joachim Stoop
41 0

Glimlach van de dag

  Om de zon in volle glorie van achter de wolken te lokken, gaf ik in mijn NT2-klas de opdracht om een positief verhaal te schrijven rond een verrassende ontmoeting, een grappig toeval, een hoopvolle boodschap. Er was hierbij slechts één doel: de leraar doen lachen -met glim of schater. En de taal moest natuurlijk ook wel een beetje kloppen. Het is tenslotte les Nederlands.Het verhaal van een Afghaanse cursist ging zwaar en zenuwslopend van start: na zijn eerste twee weken in België te hebben doorgebracht in een gesloten asielcentrum in Brussel, werd hij met een treinticketje enkel richting open asielcentrum van Kapellen gezonden. Nu laten we je los, Samir. Van hieraf moet je gaan.Op het briefje las hij zonder enig begrip: Kazerneweg 35, 2950 Kapellen of stel dat jij in Afghanistan bent en enkel Nederlands begrijpt: کازنیویوګ 35، 2950 کاپیلین Met het adres in de hand ging hij koortsachtig op zoek naar hulp van medereizigers op perrons en in treinen. Tenslotte kwam hij opgelucht aan in het station van Kapellen. Oké, en wat nu? Sommige mensen waren behulpzaam, anderen lieten hem links liggen. Hoopvol wandelde hij in de vermeende goede richting en stopte een auto met een heel vriendelijke man die hem vroeg waar hij naartoe moest. ‘Stap in!’ Hij gaf het briefje aan de man. ‘Ik rijd je erheen’ moet hij gezegd hebben in die taal van Mars. Met gebaren vroeg de man of hij kleren nodig had. Wou hij een stuk chocolade? Ja, dat wel. Hij zou de man nooit vergeten. Zo vriendelijk, en wat is het woord … gastvrij.Ik vroeg of hij de man ooit nog heeft teruggezien.‘Nee, nooit meer. Maar ik had in de auto zijn telefoonnummer gevraagd en ben diezelfde dag nog als een gek Nederlands beginnen leren om hem na een paar maanden in een perfecte sms te kunnen bedanken. En dat heb ik gedaan. ’ De glimlach.De zon.

Joachim Stoop
30 1