Zoeken

bommelding

Op een miezerige dinsdag in de herfst, rond tien uur, zit ik, Felix Dekeizer, aan de balie van het Nationaal Museum van de Speelkaart. Low C van Supergrass speelt zachtjes op de radio. Collega Eduardo bevindt zich in de keuken of het toilet. Er zijn nog geen bezoekers. Buiten is het redelijk fris. Vanochtend was het mistig. Plots rinkelt de telefoon.   ‘Goedemorgen. Nationaal Museum van de Speelkaart. U spreekt met Felix.’ ‘Ha, onnozele clown! Bonjour! Hoe is’t?’ zegt een man verward. Wat heb ik nu weer aan de hand? denk ik. ‘Goedemorgen. Hoe kan ik u helpen?’ ‘Gij kunt mij niet helpen! Onnozele! Imbécile!’ Ik luister aandachtig. Ik voel me niet beledigd. Eduardo arriveert aan de balie en heeft twee tassen koffie bij zich. Ik leg m’n balpen neer en gebaar met m’n gestrekte wijsvinger voor m’n lippen dat het stil moet blijven. M’n collega zet de radio meteen zachter, knikt en kijkt me veelbelovend aan.  ‘Ge zijt nen dikke imbécile, manneke! Hé, copain, luistert ge nog?’ lalt de beschonken man. Ik noteer het telefoonnummer dat ik op het kleine, lichtgroene schermpje van het telefoontoestel kan lezen: 02/740 74 69. ‘Ik luister.’ Op de achtergrond hoor ik geroezemoes. ‘Ik hem ik nen boem verstopt. ’t Is te hopen dat ge ze vindt, hé, copain.’ ‘Wat heeft u verstopt?’ vraag ik beleefd. ‘Een bom! Onnozele imbécile! Versta de gij geen Brussels? Ik zen niet van de slimste. Ik geef dat toe, maar vandaag is’t feest!’ Ik blijf aandachtig luisteren. ‘Ik drink van mijn rood wijntje, hé. Clown van het museum. Excusez, hé, ça va? Niet inhaken, hé.’ Ik draai me om en kijk naar m’n collega. Ik doe teken en schrijf in m’n logboekje in drukletters: ‘BOMALARM VALS’ gevolgd door een groot vraagteken. Eduardo leest dat. Hij kijkt ernstig en kribbelt met een andere balpen onder mijn woorden ‘wat nu’ gevolgd door een klein vraagteken. Ik kijk hem aan en haal m’n schouders op. Geen van ons beide is al erg ongerust. De Brusselaar vervolgt: ‘Hebt ge het begrepen? Nen boem, mateke. ’t Zal nen explosieve dag worden daar in Turnhout!’ Ik twijfel of ik de halvegare een vraag zou stellen, maar doe het toch. ‘En waarom legt u een bom?’ ‘Daarom!’ roept de man luid, impulsief en opgewonden. ‘En omdat jullie teveel pornografie tentoonstellen,’ vervolgt hij. ‘Ik heb het veurige week nog gezien. Da werk daar van die imbécile … allez … hij is van de Kempen en heeft niks met speelkaaarten te maken. Ik kan nu niet op z’n naam komen. Allez … (lange stilte) … Jef … Jef Geys! ça va? … (korte stilte) … luistert ge nog?’ ‘Jazeker, ik luister.’ ‘Pure porno is dat! Zelfs één van jullie introductiefilmpjes bevat een erotisch getinte scène. Schande! Nondedju! Schande!’ gaat het luider en luider. Ondertussen belt Eduardo, even verderop, naar de lokale politie. ‘Allez, imbécile, ik ga u laten. Nog nen explosieve dag, hé!’ en tot slot ‘ça va?’ ‘Prettige dag verder mijnheer,’ zeg ik vriendelijk en denk Het is overal iets.   Exact vierenveertig minuten later wordt er in Schaarbeek, in de Huart-Hamoirlaan 23, een tweeënvijftigjarige, zatte hoogleraar godgeleerdheid van de K.U.L gearresteerd op verdenking van pover acteerwerk. De tenlasteleggingen staan beschreven in de Strafwet en betreffen de openbare veiligheid en de openbare orde: vals bomalarm en bedreigingen. Wat is er mis met die mens?            

Hubert Grimmelt
15 0

AANSCHEID

Men noemt het 'afscheid', maar het scheiden is niet af. Het is net begonnen en het moet nog een lange weg afleggen. Ik sta helemaal achteraan, niet omdat ik te laat ben, maar omdat er al zoveel mensen zijn. De eulogie weerklinkt reeds en het is koud in de kerk. Ik beroep me op typische dingen die je alleen maar doet omdat je ze kent en niet per se omdat ze werken, zoals in de handen wrijven en ademen, een paar keer opzettelijk rillen en wat wiebelen op je benen. De illusie aan opgewekte warmte die daarbij vrijkomt, vervliegt meteen weer telkens wanneer iemand de deur opent in de zijbeuk. Het kuchen en het snikken van de aanwezigen en de opgerakelde herinneringen van enkele dappere lezers, inclusief de krop in hun keel bewegen zich voort op geluidsgolven die culmineren in een heuse tsunami waar ik sta, waardoor ik overladen word met verdriet, maar weinig kan zien of horen. Een oude vriend heeft het over zijn zachtheid die hem heeft aangeraakt en iedereen knikt instemmend. Hij vertelt ook over hoe zijn vriend een fanatiek sportman was. 'Hij was zo actief, altijd maar gaan fietsen. Maar ook altijd platte band.' Die zalvende woorden laten een lach door de tranen breken. Een troost daalt neer en nestelt zich tussen de stoelen van zijn vrienden en familie als een warm deken in dit kille huis van God. Het is een heel lange dienst. Naast hartzeer heb ik ook pijn in mijn benen. Bij het naar buiten gaan laat ik mijn blik glijden over de bekende en onbekende natte wangen. De mijne zijn droog. Ik ben een man die kan huilen, maar dat gebeurt met films of muziek. Soms ook uit nostalgie. Bij zoiets droevigs als dit houd ik het altijd droog, maar boort het verdriet zich een weg naar binnen, zodat ik aan andere dingen lijd. Verdriet kleeft aan mijn binnenkant en klauwt zich daar vast. Liever zou ik huilen. De frisse buitenwind doet goed, alsof nieuwe hoop komt aanwaaien. Mensen vallen elkaar in de armen. Zelf kende ik hem niet heel goed, maar bij elke omhelzing krijg ik een stukje verhaal op mijn borst gedrukt dat ik niet kende. Iemand omklemt me met zijn zin voor zon en zomerfestivals, iemand anders geeft me zijn enorme passie voor de scouts door en van een derde krijg ik zijn liefde en geduld voor zijn drie dochters tegen het hart gedrukt. Ik weet niet of ik nu meer of minder spijt voel dat ik hem niet beter heb gekend.  (voor Pieter)   

Lennart Vanstaen
21 5

Waar de stijlen in elkaar overvloeien

Waar de stijlen in elkaar overvloeien roep je: eureka! Van latente naar opvallende zelftherapie, gooide ik mezelf naar iets beters. Tussen de vele muren van de instelling, groeit een belangstelling naar jezelf graag zien.  San Diego Serenade van Tom Waits klinkt mijn oren ondertussen in, terwijl massaal veel personages ontstaan in de bufferzone tussen bedenken en vergeten.Hier in dit andere thuisoord, het kleine kamertje waar Dries via zijn laptop poëzie zingt, kan men spreken van een noodzaak. Een noodzaak om een stijlbreuk in gang te zetten, of een noodzaak om er één te voorkomen. Wat er dan per ongeluk gebeurt: een flits, een error: heruitgevonden passie. En ik weet: niemand hoeft ooit nog even mooi te zijn, als jij dat in mijn herinnering bent. Met de herinnering heb je soms voldoende beschikbaar geluk voor je uitgespreid liggen. Met dat beschikbare geluk gedij ik soms op voldoende wijze. Van nature uit ben ik eerder ongelukkig, maar dat is nooit echt een (echte) last geweest.  Jij bent er nog, in de tekst, in de aanslag op de binnenkant van mijn geweten. Ik hoef niets te vergeten om er beter van te worden! Tracht eens naar je eigen voorbeeld fanatieker te worden. Het helpt om momentum uit te rekken. En jij werd er geheel onbevangen uitgeplukt, zin per zin, woord voor woord.Uit de put van de terugval, door de trechter van de thrill of life, moet ik zien hoe jij vertaald wordt, naar iets onbetaalbaars, en er geheel door wordt ingenomen. Ik vind je wel terug als daar nood aan is. Waar ik poëzie probeer te overstijgen, mijmert de lezer dan maar verder. Het vervolg is even waardevol, daar waar de stijlen in elkaar over mogen vloeien.

Dries Verhaegen
20 1

Kerstreclames

Het is weer zover, december, de mooiste tijd van het jaar. Tenminste, als je de supermarktreclames mag geloven. Dit jaar zijn ze weer mooier en uitgebreider dan vorig jaar. Twee eenzame mannen die ruzie hebben, een meisje dat last heeft van prikkels. Gelukkig komt het wel allemaal goed en is niemand alleen met Kerst. Als je tenminste dan je inkopen maar doet bij de supermarkt in kwestie. En je hoeft niet te denken, ik ga naar een andere supermarkt, één die niet van die overdreven reclames maakt, want dat is niet mogelijk. Ze zijn allemaal hetzelfde. Ok, de Aldi, die zegt het geld liever uit te geven aan goede aanbiedingen. Nou, eigenlijk is dat nog niet zo’n slechte gedachte. Want ik kan me ook zo maar voorstellen dat er mensen zijn die naar die reclames kijken en denken, ‘dat kan ik helemaal niet betalen.’ Die mensen zouden ook graag zo’n rijk gevulde tafel willen hebben en Jan en alleman uitnodigen voor het Kerstdiner. Maar dat gaat niet want de voedselbank verzorgt wel eten maar niet op zo’n manier.  Nee, ik begrijp best dat deze tijd zich bijzonder goed leent om lekker bij elkaar te kruipen. Kaarsje aan, drankje, hapje, gezellig. Ik ga dat ook doen hoor. Ik kan alleen niet zo goed tegen het ophemelen en idealiseren van de feestdagen. Je moet met de hele familie aan het diner. Net of dat altijd goed gaat. Je zou de families niet de kost moeten geven waar ome Jan aan het eind van de avond bijna slaags raakt met ome Bert. Omdat ze allebei een borrel te veel op hebben en de familievete weer in alle hevigheid toeslaat. Eigenlijk vind ik dat wel grappig. En dat dan hun vrouwen proberen de boel te sussen. Je kunt mensen niet dwingen gezellige dagen te hebben. Maar goed, dat verkoopt natuurlijk niet. Dus daarom kijken we allemaal naar zoete gezinnen, in allerlei samenstellingen, met kadootjes onder de boom en de meest exotische gerechten op tafel. Ik ben niet alleen met Kerst. En ik ben ook niet zielig. Maar ik mis wel iemand met Kerst. En die stomme reclames drukken me steeds weer met mijn neus op de feiten. Ik zal blij zijn als het allemaal weer normaal is.      

Machteld
7 1

Monopoly

Ik loop door straten waar steeds weer opnieuw huizen of appartementen te koop staan. Straten, waarin ook overal oude prachtige huizen compleet opnieuw worden opgeknapt.            Het Zuid van Antwerpen bruist, vooral de bouwsector en de projectontwikkelaars en vastgoedmakelaars tieren hier welig. Ik loop door straten waar steeds weer opnieuw huizen of appartementen te koop staan. Zoals de bubbeltjes in een glas bruiswater stijgen en stijgen hier de prijzen- er lijkt geen limiet in zicht. Er valt hier nog maar weinig te huren en ook dat wordt duurder en duurder. Ik loop door straten waar steeds opnieuw huizen of appartementen te koop staan. Met de vele reeds gedane projecten, lees verkochte huizen en appartementen in luxe staat, verandert de buurt.  Er komen massaal bakfietsen, elektronische fietsen en deelsteps bij.  Meer en meer straten worden fietsstraten -al dan soms met op de weg enorme gaten. Ik loop door straten waar steeds weer opnieuw huizen of appartementen te koop staan. De Brederodewijk is gelukkig nog niet helemaal verloren aan al de investeerders. Maar goed ook. Want een Oud Zuid dat even kil en lelijk is als het Nieuwe Zuid kunnen we hier echt missen als kiespijn. Ik loop door straten en passeer huizen en appartementen die allemaal te koop staan. De straten zelfs en de hele  buurt lijken te koop te staan. Er valt geld te verdienen met die prachtige oude huizen die na een opknapbuurt drie keer zo duur doorverkocht kunnen worden.    De buurt is op een kantelpunt want straks gaat hier alleen nog het  grote geld wonen.  Er is veel horeca, maar op bepaalde plaatsen blijft het bruisende Zuid op zaterdag avond dicht of sluit men al vroeg. Teveel bruisen zal het grote geld waarschijnlijk in zijn slaap verstoren. Ik loop door straten waar steeds weer opnieuw huizen of appartementen te koop staan. Ik woon hier maar drie jaar en zie de buurt al veranderen.  En ik weet dat dit maar één buurt in de stad is waar dit gebeurt en dat Antwerpen maar één stad is met buurten waar dit gebeurt.  In waarheid is het Zuid maar één van de vele speeltuinen van gentrificatie.  Eén groot monopoly spel met de realiteit, dat wereldwijd wordt gespeeld.

Maike Bretschneider
15 0

ik heb een huis

Ik woon in een huisIk woon in een dakappartementik woon in een veredelde studio€650 euro flappen de maandin de eerste week van de maand betaaldvaste kosten niet inbegrepenhet geld via mijn glijdende uren job behaaldik woon hier alleen in dit huis het heeft geen dampkamphet regent binnen langs de veluxenrechtstaand douchen is niet mogelijkhet  heeft geen thermostaat maar wel aftandse chauffages uit de jaren stillekesde kabels afgeknipt, duct tape er rond gewikkelder komen vonken uit het stopcontact als ik ze insteekeen simpele drukknop was er teveel aan mijn huisbaas is Assyrisch als enige Vlaming in deze blokben ik alsook de enige die werktop het tweede verdieprechts onder mijwoont een mandie in het zwart fietsen in de garage maakthij kent niet het verschil tussen ja & nee& kent zelfs het woord hallo niethij lacht & knikt alleen maar links onder mijwonen drie vrouwenze werken alle drie niettwee van hun zijn zussenze gaan naar de voedselbank op het eerste verdiepwonen twee oude vrouwen & de kleindochter van godwieweetwievandetweeéén van de oude vrouwenis gehandicaptde appartementenblok heeft geen lift  iedereen buiten mij in deze blok is Assyrisch                                                         iedereen& we zitten hier in Mechelen   remember Melikam Kucam ?   NV-AA   Nieuwe-Vlaams/Assyrische Alliantie ik zie de problemen van de maatschappij hierik zie de problemen van de maatschappij uit mijn raamik zie de problemen van de maatschappij buiten deze vier muren Ik zie veel te vaak zwarte Afrikaanse vrouwen       hun buggy’s op de bus zeulen zonder hulpm’n stelt er zich geen vragen bijiedereen moet ergens geraken de dag van vandaager schuilen heelder minidorpen in rijhuizen op Nekkerspoel Ik zie 43-jarige geëmigreerde Marokkaanse manneneen godganse dag met nagelpistolen schietenvoor hun familie hier & die in Marokko te onderhoudenze worden er op de werkvloer er dagelijks aan herinnerd                           & met de vloer gelijkt gemaaktomdat ze Marokkaan of Moslim zijn door mensen die niet Marokkaan of Moslim zijn ik zie de problemen van de maatschappij ik zie onbekende Balkan manneneen godganse dag op hun knieën zittenvoor zichzelf staande te houdenpal voor de Duitse winkelketens met geel/blauw logoop Nekkerspoel & de Leuvensesteenweghun handen kletteren & rinkelen zoals de gemiddelde fietsbel Ik zie Libische fietskoeriersdoor de pleurende regen ploeteren& in gebrekkig Nederlands producten leverenaan veel te chique bekakte Antwerpse vleesrestaurantsvoor daar herinnerd te worden aan Gaddafi& voornamelijk de kleur die ze dragen& dat mannen & vrouwen wel degelijk gelijk zijn aan elkaar ik zie de problemen van de maatschappij Ik zie bijna nooit twee mannen hand in hand lopenin dit heiligdom, mijn stad Mechelenin centrum Arrogantwerpen kan dat welslechts éénmaal op zeven jaar tijd hierwerd dit beeld mij gegundeen tekenend beeld an sichmaar  wie wilt dan ook dat zijn situatie nodeloos uit de hand loopt door hand in hand te lopen Ik zie Marokkaanse slagersvoor hun geslachte konijnen & te vettig gehakt met olijven inzich intens geraakt & beledigt voelendoor oudere atypische Belgische damesomdat die nog nooit een verse dadel hebben gezien& zich afvragen wat dat in godsnaam in dit land doetze snappen niet hoe de ongedroogde versie hier geraakt ik zie de problemen van de maatschappij ik zie super capabele werknemersdie ooit in de buso belanden door gebrek aan& niet gebrek aan verstand van hun kanteerder door gebrek aan & begrip voorvaak is de makkelijke weg gemakkelijker als de moeilijkede meeste kinderen leren a b c d sommige leren je hebt ADHDhopelijk valt er te leren uit de fouten sommigen krijgen het nooit geleerd Ik zie de problemen van de maatschappij& wie ben ik ik ben iemand in een huiseen huis zonder beeldbuismaar ik zie de problemen van de maatschappijdus kijk misschien eens uit de ramendan kunnen we tezamen besluitendat in deze gans grote bende van ellendemensen sukkelen & constant stenen smijten door elkaars ruiten   ik zie de problemen van de maatschappijjij ziet ook de problemen van de maatschappijwij zien de problemen van de maatschappij ik zie de problemen van de maatschappij& wie ben ik ik ben iemand in een huisik ben iemand in een huis zonder beeldbuis                                    fuck de brainwashbakik zie de problemen van de maatschappijik ben iemand in een huis& ieder huis heeft zijn eigen kruismaar hier buiten ligt uw& mijn echte thuis& zonder elkaar & zonder naast elkaar te staanzijn we nooit echt thuis  

Schrikkentist
0 0

Moeder

Denk niet naarTerwijl de oneindige regen valt.Adem in en uit.   Dat is genoeg.Terwijl van alles op je leven knalt.   Denk niet naar Terwijl de oneindige regen valt. Adem in en uit.   Het is niet jouw fout, Dat alles anders komt, Dan je had gehoopt.   Denk niet naar Terwijl de oneindige regen valt. Adem in en uit.   Het gaat bergaf gaan en heftig worden. En sneller dan je nu kunt beseffenGaat het een van je liefste mensen treffen.   Denk niet naar Terwijl de oneindige regen valt. Adem in en adem uit.   Het is niet jouw fout, Dat je gelijk had met jouw vermoeden.   Denk niet naar Terwijl de oneindige regen valt.Adem in en uit.   Nog is er tijd. Genoeg tijd zelfs, Om je moed terug te vinden. Denk niet naar Terwijl de oneindige regen valt.Adem in en adem uit.   Ook in lange afstanden  Sluimert dichtbij zijn .   Denk niet naar  Terwijl de oneindige regen valt. Adem in en uit.   Nog is ze niet verdwenen. Geen schaduw van zich zelfs.   Denk niet naar Terwijl de oneindige regen valt.Adem in en uit.   Nog is ze er en heeft je nodig Meer dan ooit   Denk niet naar  Terwijl de oneindige regen valt.Adem in en uit.   Pak je moed vast. En je moeder nog vaster. Zolang ze er is.   Denk niet naar Terwijl de oneindige regen valt. Adem in en uit.   Het leven valt vaak tegen. Maar in tegenslag kan je ook sterke vinden, Waarvan je niet wist dat je ze had.     Denk niet naar  Terwijl de oneindige regen valt. Adem in en uit.   Bereid je voor, Want ze gaat verdwijnen en  Een schaduw van zich zelfs worden.   Denk niet naar Terwijl de oneindige regen valt. Adem in en uit.   Dit gaat een zware weg worden, Die geen mooie einde zal nemen.   Denk niet naar Terwijl de oneindige regen valt.Adem in en uit.   Stel je voor; De hemel weent met je mee, Om wie nooit meer zo zou zijn als ze was.   Denk niet naar Terwijl de oneindige regen valt. Adem in en uit.   Blijf doorgaan Voor je moeder.   Denk niet naar Terwijl de oneindige regen valt. Adem in en uit.

Maike Bretschneider
6 0

Re-valideren

Het was allemaal snel gegaan. Voor ik het kon vatten, kleefde er vertraging aan mijn ribben. Net als de klamme pyjama waarin ik door de ziekenhuisgang schuifelde. Mijn rechterhand geklemd rond de metalen staf waaraan een collectie infuuszakjes bengelde. In het geluid van de krassende wieltjes op het linoleum herkende ik de geruststelling van een avond waarop alle verlangens irrelevant waren. Al het worden, was nu ongecompliceerd zijn. En vanuit het zijn, zou ik vanzelf weer iets worden. Mijn sterke wil mocht nu rusten. Het pad dat zich lusvormig naar mijn beginpunt keerde, als een slang achter haar staart aan, liep dwars door deze beige gang. In de reflectie van een raam probeerde ik mijn figuur te corrigeren. Zou dit buigen gauw weer staan worden? Ik sloot het beeld af met een sussend gevoel van vertrouwen in de natuurlijke gang der zaken. Zonder mijn actieve tussenkomst, groeiden dingen rustig verder. Het verstrijken der indrukken had mij uit elkaar doen vallen en tijd zou mij weer aaneen smelten. Die tijd kreeg ik nu. Tijd om mezelf te herzien. Om mezelf te re-valideren. Rond de duur betaalde tijd bond ik, als ware het kleurrijke ballonnen, een tros gerechtvaardigde ‘neens’. Want dit proces was ernstig genoeg om mijn authentieke verlangens kracht bij te zetten. Om ze te onderstrepen met dikke zwarte lijnen die mijn tere rijke wereld afbakenden. Een fractie van een glimp in enkele gapende deurgaten bevestigde dat ik nergens anders wou zijn dan bij mezelf. De vraag was alleen: wie was ik? Hoe voelde mijn ware aard, geborgen onder al die strategieën en onderhuidse overtuigingen? Wat leefde er onder dat zware gonzende hoofd van mij? Om dat te weten, werd ik naar binnen gedreven. Ik werd open gemaakt, omdat het onzichtbare zich wou tonen. Toch zou ik niets te zien krijgen. Zolang ik mijn ogen weigerde te sluiten. In de stille duisternis, geheel zonder afleiding, zou ik mezelf haarscherp kunnen waarnemen. Ervaren wat er daar onder het sidderende oppervlak speelde. Elke avond bracht verzachting. Het uitdeinen en verstillen van de dag zette mijn kern in beweging. Het ging hier louter om het bewegen zelf, niet om de doelen die daarmee bereikt konden worden. Traag en aftastend tekende ik mijn contouren uit. Het moest geen plaatje worden, noch moest er een lijn inzitten. Zolang ik de grenzen maar voelde. Ik trok ze dicht tegen mij aan, hulde mij erin en ervoer de vrijheid die in simpele kleinheid woont. De muren van deze gang waren geen beperking, maar een omkadering. Als zwierige accolades bakenden ze het veld af waarin ik ontplooide. Trillend strekte ik er mijn kwetsbare voelsprieten uit. Tastend houvast zoekend naar dat wat nog overeind was gebleven. Aan het eind van de gang vond ik mezelf in een aquarium. Onderworpen aan immer zoemend elektrisch licht en een dreunende filter die het water helder hield, maar het contact met de aarde vertroebelde. Een gevoel van verspilling overviel mij. Was het geen zonde om die hoogst intelligente natuurlijke schoonheid zo in te blikken, in verkrampte cirkels te laten draaien? Om de genialiteit en uniciteit der natuur zo klein en gecontroleerd te houden? De vissen verstonden de projecties die uit mijn hoofd kwamen niet. Wat hen betrof was er niets anders dan de voorbijgaande ervaring, onbelemmerd door bewustzijn of gedachten. Eén met de vorm die ze aannamen, één met het water en de plastic planten, zonder weerstand noch oordeel, opgaand in de beleving die zich nu voordeed, alsof er niets anders mogelijk was. Natuurlijk was alleen de mogelijkheid die zich nu aandiende werkelijk. De vissen waren altijd thuis, terwijl ik vergeefs beschutting zocht onder holle denkbeelden. Ik was dan ook groter dan de vissen, groot genoeg om over grenzen heen te kijken. En om te jammeren dat ik mij elders bevond. Reiken naar wat niet was, ontnam mij de kracht om te zwemmen. Ik zou naar de oppervlakte gedreven zijn als de vissen mij niet de diepte hadden ingeduwd. Hun ogen waren zo gevuld met leven dat ik enkel zuivere leegte kon onderscheiden. Een leegte waar ik slechts van kon nippen zonder te proeven. In hun stilzwijgen ontwaarde ik een lied over de berusting van het komen en gaan. Het levensritme dat omhelst en loslaat, doodknijpt en leven inblaast. Ze lieten zich meevoeren met de oneindige stroom van verschijnen en verdwijnen zonder het besef van iets geweest te zijn. Deze vissen belichaamden de aanvaarding die ik mij eigen kon maken. Aanvaarden was glijden in plaats van schrapen. Dat kon ik zien aan hun intacte glanzende schubben, in contrast met mijn gehavend voorkomen. Onder het aquarium hing een A-4tje met instructies en waarschuwingen. Negen uitroeptekens als soldaten naast het stellige verzoek van iemand die streed voor een stipje leven in deze steriele woestijn. Uit het vergeten verleden van de vissen had men voorschriften gefilterd. Alles dat natuurlijk en vanzelf ging, werd hier gereguleerd. De repetitieve opname van parameters had van intuïtie een mythe gemaakt. Regelmaat was de moeder van kleine zekerheden. Ook ik had mij onder haar vleugels genesteld. In de gelatenheid van de vissen las ik hun weerbaarheid. Onwetendheid was het pantser waarmee ze het bewustzijn uit hun wezen hielden. Grillige narcosedromen riepen mij weer te bed. Ik zei tegen de vissen dat ik zou terugkeren, maar deed dat uiteindelijk niet. Deze eenmalige ontmoeting bleef zich wel caleidoscopisch ontvouwen. Hun onuitgesproken woorden nestelden zich in mijn voornemens. De herinnering werd verankerd, houvast bij felle wind. Het benoemen der dingen vond nog weinig hechting na mijn bezoek aan het aquarium. De laagjes betekenis die ik overheen ervaringen schilderde, vertoonden al snel barsten. Ik hing mijn interpretaties aan de haak en wortelde in stilstand. Daar, zonder gewoel, zou ik gaan bloeien. In het meest vruchtbare zijn dat om niets vroeg.

KarolienDeman
22 1