Zoeken

Niets (Een Inzicht)

Onze (Nederlandse) taal is soms ontoereikend en kan sommige zaken niet benoemen. Nog niet. Volgens mij kan het woord 'niets' 2 betekenissen hebben: ofwel is er werkelijk niets, een leeg hol vacuüm dat we ons niet kunnen voorstellen en ons petje te boven gaat.  Ofwel is er wel iets, maar blijft het onzichtbaar voor ons en benoemen we dit gemakshalve als niets.  Vergelijk het met een dichte mist. Je ziet maar een paar meter ver, maar de gebouwen, de stad en de mensen zijn er nog steeds.  De missie van de wetenschap en wetenschappers is om hetgeen wat we nog niet kunnen verklaren daar een antwoord op te bieden en angst weg te nemen. Het onzichtbare proberen zichtbaar te maken.  Ik bemerk dat veel mensen 'angst' hebben, massaal hun toevlucht zoeken tot het geloof. Veel respect, maar ik heb andere houvasten om mijn weg te vinden in dit leven.  Ik bemerk ook dat veel mensen dingen die ze niet kunnen verklaren toeschrijven aan een hogere 'macht' of ' kracht', god, allah of jahwe genaamd. Ok, dat mag, maar persoonlijk vind ik dit problematisch. We worden teruggekatapulteerd naar de Middeleeuwen en ik zie dat veel mensen met het beschuldigende vingertje naar elkaar wijzen. Mensen, zijn we dan écht niet slimmer geworden? Écht niet? We kijken massaal naar domme tiktok filmpjes, we verliezen ons massaal in debiele dwaze onzin op televisie, .... Nee, niet voor mij. Jullie mogen doen wat jullie willen. We zijn tenslotte vrij, maar kom me niet vertellen hoe ik mijn leven moet invullen en dring me jullie mening of overtuiging niet op aan mij. Wederzijds respect en begrip daar draait het voor mij om. 

Canniball
5 0

Verslag van het verlies van de aarde aan de ijstijd en de invloed daarvan op de ontwikkeling van de homo sapiens

Als ik naar een artiest uit het verleden kijk heeft die niet hetzelfde bewustzijn als Lana Schwartzwalt Het is alleen eerlijk daarom leven we in dezelfde wereld we waren onderweg naar dezelfde realiteitsgraad omdat we de aarde niet hadden dat hebben wij als mensen gedaan heranalyse van het bewustzijn van de homo sapiens daarom leven wij in diezelfde wereld waarin kwaliteiten gegeven zijn in plaats van ze te verdienen de vorige wereld was in het niets de reden voor het verlies van de aarde Het verlies van de aarde enkel poëzie kan dat formuleren als het resultaat van dezelfde omwenteling die al de redevoering was volgens mijn standpunt zijn we in niet meer dan dat afhankelijk van ons eigen bewustzijn dat volgt daaruit en wat is de wereld dan louter dan mijn zicht 2049 de steden zijn weer verloren gegaan voor de tijdsgeest en ik besta nog altijd maar een land is nu ook weer niet de vertaling van de aarde het verlies van de aarde is de voorkennis van voorgeboorte deze keer heeft iemand dat wel gezegd nu kent poëzie een aderlating wat betreft mijn redevoering de reden voor misbegrip is het moment maar ik zal niet sterven aan mijn woorden middeleeuwen ik zal niet sterven aan mijn woorden daarom zeg ik alleen maar het volgende nu is overzicht niet langer een vorm van voorkennis daarvan de culturele versie Het verlies van de aarde aan de ijstijd en de invloed daarvan op de ontwikkeling van de homo sapiens een poëtisch aforisme zonder ontstaansmythe een aforisme is een kruik zonder voorkennis die gevonden lijkt ook al heb ik ze zelf gemaakt dat is geen verlies van het moment ik schrijf niet voor de verklaring en dan mis ik iets in mijn handen omdat ik het nog niet heb opgeraapt om dezelfde reden het nut van een redevoering is nog niet gevonden ook niet voor een schip zonder bewustzijn waarvan de bewijskunde de golven is reflectie is nu mijn ode aan de zonde geen poëzie zonder vormverlies maar het is dan ook een toekenning ik kan het omkeren zonder wende naar het begin maar dat mag niet om overduidelijke redenen het eindigt bij bedoeling Het verlies van de aarde aan de ijstijd en de invloed daarvan op de ontwikkeling van de homo sapiens wat is de betekenis in relevantie zonder verlies van het verleden ik weet het niet maar nu heb ik een woordspeling tussen mijn tanden omdat de koude teveel is voor mijn lichaam eigenlijk deden we dus gewoon aan tijdsbehoud omdat ik hier anders alleen ben op een moederziele ijsvlakte  en nu kan ik een etruskische vaas schilderen God ik ben ontgoocheld want U heeft mij met Uw Niets verdeeld over tijd en ruimte mij en mijn mensen dat betekent dat ik Uw leider ben God de leider van Uw keuze mijn clandestiene voorkeur in een grot is het behoud van vormverlies zonder betrekking dan kunnen mensen voor altijd vrij zijn zonder dat die voorliefde voor het moment dat alleen wil zijn én de illusie dat je dat in een eternaal moment moet beslissen eindelijk zonder recreatie zijn de stilte zal beslissen ik heb respect voor de idee en daarom schrijf ik het gedicht uit maar ik heb gele tanden die blekken met de schoonheid van dit ijs als iets patroonmatig vastgesteld kan worden waar komt dan die kou vandaan het eindigt bij bedoeling en het gebrek aan herinnering is nu wetenschap waarom is poëzie dan een twijfel voor diezelfde weerkaatsing er zit een stijlfiguur tussen hetzelfde tandvlees ik gebruik hem om een speer op een mammoet te richten de toekomst bestaat en dat is het probleem een probleem zonder voorstelling moet ik dan praten of eten nooit zal ik mij onderwerpen aan omstandigheden poëzie maar dat is toch wat ik denk en niet wat ik aan het doen ben ben ik blind van het denken of blind van de koude waarom is mijn rug leeg en de toekomst zichtbaar zal ik sterven het kind dat ik ooit was voor deze ijsvlakte God zal nooit het onderwerp van reproductie worden daar grijpt een poëet de laatste twijfel van de samenleving nooit zal ik hem in eten voorzien  

Robijn Bodijn
6 0

Jouwen we even samen? (3de plaats bij 'Hooray for the essay')

Toen ik nog voor de klas stond en een leerling op spieken betrapte, antwoordde die: ‘Maar mevrouw, zij was ook aan het spieken.’ In plaats van schuld te bekennen, wees de leerling een klasgenoot aan die dezelfde fout maakte. Hij legde de vinger op de grootste wonde van een startende leraar: ik was niet consequent. Ik zag de fout wel bij hem, maar niet bij die andere. De leerling bracht me in een lastig parket. Wat moest ik doen? Hem straffen, en de andere leerling van wie ik het niet had gezien ook? Die laatste ontkende natuurlijk staalhard dat ze gespiekt had. Of zou ik alleen de leerling straffen die ik wel had betrapt, en riskeren dat ik geen rechtvaardige rechter was?  Veel bedenktijd heb je niet op zulke momenten. Mijn geest zocht in sneltempo naar een oplossing. Uit de diepste krochten van mijn database borrelden er frasen naar boven die ik als kind had gehoord. ‘Leg uw polleke eerst op uw eigen hoofd, en kijk wie eronder staat’, zeiden mijn kleuterleraren als we klikten. Ook populair: ‘En als de ander in de Dender springt, doe jij dat dan ook?” (In andere regio’s bestaat die formule ook, vernam ik later. Je vervangt de Dender gewoon door de plaatselijke rivier.)  De hedendaagse leerling schudt meewarig het hoofd bij zulke stichtelijke antwoorden. Maar mijn kleuterjuffen hebben me kennelijk goed geïndoctrineerd; het jeukt nog steeds verschrikkelijk als mensen het ene kwaad proberen opheffen met een ander kwaad. Als ze niet naar zichzelf willen kijken of hun verantwoordelijkheid ontlopen. De jeuk heeft een naam. ‘Two wrongs make a right’ is een veelvoorkomende drogreden in discussies. Denk aan argumenten als: ‘Wij stoten misschien veel CO2 uit maar China nog veel meer’, waarbij je het probleem in eigen land relativeert door naar een land te verwijzen dat hetzelfde doet, maar nog erger. Op dezelfde manier kan een spreker vergoelijken dat onze begroting in het rood gaat, want die in andere landen ook. Het is aanvaardbaar, want de andere doet het ook. Iedereen rijdt wel eens met een glaasje op, toch? Naaste familie van ‘Two wrongs make a right’ is het bekendere ‘whataboutism’. Dan vergelijkt de spreker het ene kwaad met een andere misstand. Denk aan discussies waarbij beschuldigingen over ‘censuur’ van Vlaams-Nationalisten en ‘cancel culture’ van zogenaamde wokies tegen over elkaar gesteld worden, zoals Mia Doornaert hier doet: “De linkse filosoof en vakbondsman Robrecht Vanderbeeken ziet in zijn recente opiniestuk (DS 4 april) niets dan censuur en “slaafsheid” in Vlaanderen. Dat komt doordat de Vlaams-nationalisten “de VRT aan de ketting leggen” en de cultuur censureren. Je moet maar durven. De afgelopen decennia is de cultuurwereld juist slaafs in de pas gaan lopen van een ‘links’ dogma, van een taalpolitie, van een boycot (alias cancelcultuur) van foutgelovigen.”  In een opiniestuk over politieke hygiëne schreef lector Verkeerskunde Kris Peeters: ‘Kwaad zijn over de oplopende kosten van het energie-eiland, maar niet over die van de Oosterweelverbinding? Sommigen kunnen dat”. En arbeidseconoom Stijn Baert stelde in De Afspraak dat we verontwaardigd zijn over de extreemrechtse burgemeester Guy D’Haeseleer in Ninove, terwijl we amper spreken over Molenbeek, “waar Vooruit een coalitie lijkt te vormen met drie partijen die voor een stuk geloof voor verlichting stellen. Catherine Moureaux van de PS die vraagt of we een plaats kunnen inrichten waar exclusief meisjes met elkaar in contact kunnen komen, of Team Ahidar dat onverdoofd slachten heroverweegt, bijvoorbeeld. Ik denk dat dat tot ingrijpendere ontwrichtingen van de maatschappij kan leiden dan dat men in Ninove misschien Vlaams zal moeten spreken in een sportclub.” In beide gevallen drijft de boot weg van het oorspronkelijke onderwerp. Peeters blijft niet bij de oplopende kosten van het energie-eiland, Baert leidt af van de mogelijke impact van Guy D’Haeseleer.  Het jeukt nog erger wanneer ik vaststel dat ik zelf die spiekende leerling ben, en in de val trap van de vergelijkende vingerwijzing. Na de column van Herman Brusselmans werd er terecht op gewezen dat je niet elke Jood verantwoordelijk kan stellen voor de oorlog in Gaza. Maar waarom vroegen we dan in 2001 en 2016 wel dat elke moslim afstand nam van de aanslagen, gepleegd door enkele terroristen? Een vriend stelde mijn beeld bij. Ook toen waren er betogingen van mensen die het opnamen voor moslims. Het was niet zo zwart-wit als ik het me herinner. Misschien is dat ook een eigenschap van deze drogredenen. De nuance wordt van de vergelijking gevijld. Een drogreden is een schema, eerder dan een complexe wereld.  En toch ben ik niet de enige die als een gek op inconsequenties jaagt. O wee als je een rijke socialist bent, een christendemocraat met een maîtresse of een ecologist met een verleden als vliegende reporter. Je gesprekspartner kan die eigenschappen uitvergroten, waardoor men geen oren meer heeft naar je inhoudelijke argumenten. Hier gaat het om de tu quoque-variant, of ‘jij ook’ voor wie het Latijn minder machtig is. Die specifieke vorm van de ‘two wrongs make a right’ wordt ook wel de jij-bak genoemd, of in het volkslatijn: de pot verwijt de ketel. Bijvoorbeeld, een spreker wijst erop dat vlees eten slecht is voor het klimaat, en jij werpt tegen dat je hem onlangs met smaak een steak zag verorberen. Maar is het dan echt niet geoorloofd om hypocrisie aan te klagen? De twee maten en twee gewichten, weet u wel. Die moet je toch blootleggen? In haar column ‘Er is niks mis met een drogreden’ fulmineert wijlen Beatrijs Ritsema tegen wat ze ‘het zoveelste vrome preekje tegen het tu quoque-argument’ noemt, een column van Suzanne Wuesten. ‘Als vergelijkingen met overeenkomstige situaties taboe verklaard worden, kun je helemaal nergens meer een discussie over voeren’, betoogt Ritsema. Als voorbeeld haalt ze de airconditioned mansion van ‘profeet van de planeet’ Al Gore aan. ‘Zelfs als je níet Al Gore persoonlijk wil aanvallen, geeft het argument alsnog inzicht in de al te menselijke kloof tussen idealen en de dagelijkse praktijk, toch zeker relevant voor de klimaatkwestie.’ Ritsema beschouwt de retorica als een kunstvorm, waarin alle argumenten in een redenering erop gericht zijn om het gehoor te overtuigen en mee te slepen. ‘Een gloedvol spreker gooit zijn hele hebben en houden in de strijd en het publiek bepaalt zelf waardoor het zich laat begoochelen. Wie het er niet mee eens is, roept altijd: drogreden!’ Ze heeft ergens een punt: het is wat geconstipeerd debatteren als je de hele tijd beducht bent voor drogredenen. Misschien is het wel iets diepmenselijks om tegenstrijdigheden te detecteren. Toch jeuken de tu quoque (het is best een mooie naam voor een kriebelig beestje, de toe-kwokwee) en de andere drogredenen, vooral wanneer de spreker er zijn passiviteit mee wil rechtvaardigen. Ik hoef niks goeds te doen, want die andere doet ook niks goeds. Maar dan komt de spiekende leerling me weer voor de geest, met zijn treiterige glimlachje, en hij fluistert me in: “mevrouw, u doet het toch ook wel? Bent u niet net zo kleingeestig als ik wanneer u hypocrisie aanklaagt? Of denkt u echt dat uw rechtvaardigheidsgevoel dan spreekt?” “Je bent een hardleerse tu quoque-ist”, zeg ik hem, maar ik gun hem wat terrein. “Misschien mag het wel, als iemand echt een morele autoriteit is en zich daar niet naar gedraagt. Maar ik wil gewoon dat debatten om inhoud draaien, is dat dan zo erg?” “U krijgt weer rode vlekken in uw hals”, antwoordt hij me. Voor ik het weet, krab ik me.  Ritsema wijst in haar column op een kil aspect van mijn rechtvaardige logica. ‘Het kind dat roept “wat je zegt ben je zelf’ gaat geen inhoudelijke discussie aan, maar kaatst simpel terug. […] Er is niets op tegen om die gevoeligheid of angst te exposeren.” Zonder het zo te benoemen, raakt ze aan wat Freud projectie noemde: men schrijft onderdrukte gevoelens of verlangens onbewust toe aan een externe bron. De verliefde leest aspecten van zichzelf in haar liefdesobject, de pestkop valt de kwetsbaarheid van zijn slachtoffer aan. Terwijl hij zijn eigen kwetsbaarheid wegduwt. En wie een ander van zedeloosheid beschuldigt, laat misschien zijn eigen seksuele verlangens niet toe. Jezus wees al op dit mechanisme in het Nieuwe Testament: “Waarom kijkt u naar het splintertje in het oog van uw broeder en besteedt u geen aandacht aan de balk in uw eigen oog?” Zo, de tu quoque is een psychologisch verdedigingsmechanisme. Verslijt de spreker dus niet voor een huichelaar, zoals Jezus deed, maar breng begrip op voor zijn onderliggende onrust. Is dat geen fijn krabben tegen de jeuk? Maar wat als het om bewuste afleiding of misleiding gaat? In de VS win je verkiezingen als je zegt dat je tegenstander in de cel hoort, terwijl er rechtszaken tegen je lopen. Of als je beweert dat je tegenstander dom is, terwijl je eigen argumenten soms kant nog wal raken. Daartegenover is begrip toch wat naïef.  Moeten we niet alle zeilen bijzetten om die drogredenen te ontmaskeren, misschien met AI die ze instant rood kleurt in een tekst of het geluid dempt in een video? Ook in opiniestukken van weldenkenden, en liefst nog voor de publicatie. Misschien is dat te betuttelend. En is het hard opboksen tegen het commerciële succes van die redeneringen, tegen de herkenbaarheid en de populariteit van het retorische kunstje.  Op zoek naar een nog gepastere zalf tegen de jeuk, ging ik te rade bij de virtuele apotheker. ChatGPT. Vindt u dat een essayist onwaardig? Ach, ik durf wedden dat u ook al een keertje bij ChatGPT aanklopte, misschien wel om slimmer te lijken dan u bent. O, die verdomde jeuk, daar brandt ie weer.  ChatGPT geeft je meteen een masterclass. Maak de drogreden expliciet, breng de discussie terug naar het oorspronkelijke punt, gebruik feiten en framing, blijf kalm en professioneel, vat samen en stel een directe vraag,… Goede tips, maar je moet er al een geoefend journalist of gehaaid politicus voor zijn. En je spreker zal ongetwijfeld geïrriteerd reageren als je hem publiekelijk van een drogreden beschuldigt.  Misschien ligt het beste krabben wel in de gelijkheid. Want de two wrongs en tu quoque onthullen dat we fouten van dezelfde orde maken en dezelfde dingen ondergaan. Kortom, dat we op elkaar lijken. Enkele weken geleden stonden er twee politica’s voor het Gentse stadhuis, die elkaar zeer goed hoorden.  Desondanks riep de ene: “Wij werden uitgejouwd. Door jullie aanhangers.’ Waarop de andere iets zei als: ‘Maar wij werden ook uitgejouwd. Door jullie aanhangers.’ Toen de camera’s weg waren, besloten ze:  “O, dan werden we allebei uitgejouwd. Goed dan. Jouwen we nu even samen?”                                

Pons
48 0

ONZE levende AARDE;

Stel u eens voor de aarde als, levend. Waneer de zwarte damp van onze menselijke uitstoot onze planeet zal omringen, dan zal onze aarde kuchen. Iedere kuch betekent een verstoorde wierewal van winden, de ademhaling van onze planeet, die dwarrelen, die verwoesting na verwoesting veroorzaken. De mens kan alleen het kuchen proberen te stoppen. Hopend dat het kuchen zal stoppen.    Stel u eens voor de aarde als, levend. Waneer de zwarte damp van onze menselijke uitstoot onze planeet zal omringen, dan zal onze aarde kuchen. Iedere kuch betekent een verstoorde wierewal van winden, de ademhaling van onze planeet, die over elkaar dwarrelend verwoesting na verwoesting veroorzaken. De mens kan alleen het kuchen proberen te stoppen. Hopend dat het kuchen zal stoppen.      Stel u eens voor de aarde als, levend. Waneer de zwarte damp van onze menselijke uitstoot onze planeet zal omringen, dan zal onze aarde kuchen. Iedere kuch betekent een verstoorde wierewal van winden, de ademhaling van onze planeet, die over elkaar dwarrelen, die verwoesting na verwoesting veroorzaken. De mens kan alleen het kuchen proberen te stoppen. Hopend dat het kuchen zal stoppen.    ****************************************************************************************** foto GALLERY  https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/ schilderij RITME https://www.2dehands.be/q/verf+ed+ritme+akkoord/ ********************************************************************************  

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST, nen tjolder, nen dommekloot
4 0

Ten-Dienste-van-de-Godsdienst

De eeuwenlange dogmatische Katholieke onderdrukking en achtervolging heeft geleid tot oncontroleerbare, onvoorspelbare en onbetrouwbare machtsuitingen die de Kerk onafhankelijk kon en mocht opleggen binnen een breed kader van ruimte en tijd: Het straffen, Het vervolgen, De Schaamte en De Schuld, Het Misbruik, De Zonde, Het Martelen en Het moorden behoren tot de huiveringwekkende ambivalentie van een smalle, heteronome en instrumentele morele machtsstructuur die als transcendentale dogma overheen de geschiedenis van de mens heerste. Echter, na 2 eeuwen van dergelijke geschiedkundige ervaringen zijn er toch nog 2 miljard mensen die het anders zien en de Roomse oude heersers bijtreden in hun transcendentie eerder dan in hun starre patriarchale & structureel dogma. Is dat niet vreemd?Wat maakt een ideologie als dergelijke theologie zijnde zo aantrekkelijk voor de mens? Wel, hierbij volgt een opsomming: - De noodzaak aan onderling vertrouwen - De afwezigheid van competitie of enige vorm die de mens aanzet tot individuele of collectieve (sportieve) strijd, - De laagdrempeligheid tot het toetreden tot een dergelijke gemeenschap - De vrijblijvendheid tot het toetreden tot een dergelijke gemeenschap, - De gemeenschappelijke aanwezigheid of afwezigheid van een individuele teleologie, - De ervaring als individu te behoren tot een bepaalde gemeenschap waarbij wederzijdse gedragingen, meningen en opvattingen worden erkent als onderdeel van een gemeenschap zonder daaraan verbonden consequenties, - De individuele voldoening is ondergeschikt aan de gemeenschappelijke voldoening. De gemeenschappelijke belangen zijn primair aan de individuele belangen en geven niet zozeer de noodzaak aan existentie van het individu weer, echter wel de noodzaak aan de essentie van zijn onderdeel zijnde (of als individu behorende) tot een dergelijke gemeenschap

Matthias1983
4 1

Schrijven Zonder Poespas

Schrijven is voor mij geen verheven kunstvorm of een ingewikkeld proces. Het is eerder een natuurlijke manier om mijn gedachten, gevoelens en ervaringen om te zetten in woorden. Ik hoef geen sierlijke zinnen te bedenken, me te houden aan complexe literaire regels, of de poëtische kant op te zoeken. Wat ik op papier zet, vloeit direct uit mijn hoofd en mijn hart, zonder dat er een filter of verfraaiing aan te pas komt.   Het is alsof ik een gesprek voer met mezelf, waarbij ik de innerlijke chaos van gedachten en emoties probeer te ordenen en vast te leggen. Voor mij draait schrijven om eerlijkheid. Het gaat om het rauwe, het pure, om wat er daadwerkelijk in mij omgaat. Het hoeft niet per se mooi te zijn, en het hoeft al helemaal niet aan te slaan bij een breed publiek. Wat ik schrijf, hoeft niet te inspireren of te raken. Het belangrijkste is dat ik mezelf erin herken. Dat is voor mij voldoende.   Het schrijfproces geeft me de ruimte om helderheid te scheppen in de wirwar van gedachten die soms door mijn hoofd raast. Het helpt me mijn gevoelens te begrijpen en de wereld om mij heen te plaatsen. Het is geen middel om indruk te maken op anderen, noch een streven naar perfectie. In plaats daarvan draait het om echtheid, om het authentieke vast te leggen zonder te oordelen over de vorm of de inhoud.   Schrijven is voor mij een soort spiegel, waarin ik mijn innerlijke wereld kan zien en begrijpen. Soms is dat beeld mooi, soms lelijk, maar dat doet er niet toe. Wat telt, is dat het oprecht is en dat ik er iets van mezelf in kan herkennen. Schrijven biedt me een manier om te groeien, om te reflecteren en om dichter bij mezelf te komen.   Het gaat niet om perfectie, maar om echtheid.

Guy Van Damme
16 0

Mannen mogen huilen, maar bij voorkeur in luminescente protuberansen

Al bij al heb ik een gemakkelijk leventje dat gespaard blijft van acute tegenslagen. Maar natuurlijk zijn die er al geweest en zullen er meer komen. Wat ik me afvraag, is: zou ik op dat moment wenen? Ik denk het niet. Doorheen de jaren hebben mensen die meer overhellen naar de emotionele slag me proberen verzekeren dat er niks verkeerd is aan huilen, of aan een man die zijn gevoelens toont. Dat kan allemaal goed zijn en in principe heb ik weinig gêne en mogen de mensen van me denken wat ze willen. Maar mijn terughoudendheid om te huilen ligt bij het fenomeen op zich. Dat ziet er gewoon niet uit. Kijk alleen maar wat het met het gezicht doet. Waar een glimlach, een brede smile of een schaterlach net het mooiste in iemands gezicht naar voren halen, dan brengt schreien alle lelijkheid tevoorschijn. Er zijn zovele vrouwen en mannen die een saai of ietwat neutraal gezicht hebben, en bij een glimlach wordt dat het mooiste snoetje ooit, en lijkt het of een stuk van het Paradijs erdoor straalt. Bij iemand die gaat wenen, is het als volgt. De mond vertrekt zich tot een lelijke grimas. Tandvlees en kwijl worden zichtbaar. Het gelaat wordt onnatuurlijk rood. Spreken gaat in een hoog stemmetje, stotterend en onverstaanbaar, alle controle kwijt. Diepe groeven doorsnijden de hoofdhuid. Brillen worden nat en dampen aan, make-up loopt uit. Kortom, een vreselijk gezicht. Dat wil je toch niet? Nee, dan ben ik liever een man die niet huilt. Het is niet het tonen van de emoties dat me tegenhoudt, het is de praktische en esthetische vormgeving van het eindresultaat. Dat had toch veel mooier gekund. Stel dat de natuur heel dat tranengedoe en die gezichtscontracties achterwege had gelaten. In plaats daarvan wordt de diepste, droefste emotie in het menselijk lichaam tot uiting gebracht door een sierlijk en waardig gebaar. Ik doe maar een voorstel: beeld je in dat bij hevige emotie ergens uit je arm of bovenop je schouder een sierlijk wiegende, ietwat flubberachtige protuberans groeit. Die klimt tot net boven je hoofd uit en geeft een zachte, warme gloed, als van een lavalamp. En af en toe komt er een ronde druppel van los, die dan als een vuurvliegje ten hemel opstijgt. Je zou een restaurant sfeervol kunnen verlichten, puur door er wat mensen neer te zetten die aan het schreien zijn. Of bij herdenkingen van een tragedie, kunnen nabestaanden en sympathisanten bij valavond in een kring rondom een straathoek staan, met hun zachtjes wiegend, lichtgevende fantoomlid boven hun schouders. Hun gelaat baadt in een sepia licht terwijl enkele sierlijke drupjes als vuurvliegjes kringen maken in de nachtelijke lucht. En heel die tijd blijven grimassen achterwege en kan iedereen een waardige conversatie voeren. Ja, mocht dat huilen zijn, dan zou ik het met plezier in ‘t openbaar doen.

Pvw
11 2

De Grote Politieke Show!

In een land hier ver vandaan—nou ja, eigenlijk gewoon hier om de hoek—stond een grootse verkiezingsstrijd op het punt los te barsten. De arena: het politieke podium. De hoofdrolspelers: onze geliefde politici. Volledig uitgerust met frisse pakken, stralende glimlachen en een eindeloze voorraad loze beloften. De Opkomst De eerste kandidaat, een meester in het spreken zonder ooit iets te zeggen, betreedt het podium. Laten we hem Bartje Blabla noemen. Bartje belooft alles en nog wat: gratis huizen, lagere belastingen, en elke vrijdag een gratis frietje voor iedereen. Het publiek gaat uit z’n dak. Ze weten al dat het te mooi klinkt om waar te zijn, maar ach, gratis friet is altijd goed. Dan is er Sofie Sprookjes, die beweert dat ze de files zal laten verdwijnen. Hoe? Door "strategisch geplaatste regenbogen" te bouwen waar auto's overheen kunnen rijden. "Innovatie!" roept ze vol overtuiging. "We zullen samen door die regenboog rijden naar een betere toekomst!" Het publiek knikt, hoewel niemand echt begrijpt wat ze bedoelt. En natuurlijk kan Gerrit Grootspraak niet achterblijven. Zijn specialiteit? Zijn stem verheffen zonder dat er inhoud in zit. "Wij zullen het tij keren! Een nieuwe dag is aangebroken!" schreeuwt hij met uitgestrekte armen, alsof hij een soort politieke Jezus is. Maar niemand weet precies wat die nieuwe dag inhoudt. Boeren? Regen? Niemand die het weet. De Verkiezingen Na een maandenlange campagne vol kleurige posters, nietszeggende leuzen en overvolle markten waar kandidaten handen schudden met baby’s en honden (want iedereen weet dat hondenstemmen cruciaal zijn), is het moment eindelijk daar: de verkiezingen. De stemmen worden geteld en... jawel, Bartje Blabla en zijn team van onzichtbare daden winnen! De Daden (of het gebrek eraan) En dan komt de echte test: regeren. Bartje staat nu op het punt om zijn wonderlijke beloften waar te maken. Maar zodra hij z'n stoel in het bestuursgebouw warmt, blijkt dat zijn geliefde frietjesbudget ergens is verdampt tussen de koffieautomaten en de jaarlijkse kerstborrel. "Ach," zegt hij nonchalant, "we moeten eerst even een paar onderzoeken doen. We willen toch wel weten wat voor sausjes mensen erbij willen." Sofie Sprookjes? Haar regenboogplannen worden geschorst, want de regenboogbruggen bleken toch net iets te duur. "We hadden het regenboogfundament iets steviger moeten maken," mompelt ze. Ondertussen verandert het fileprobleem in een dagelijkse snelwegpicknick. En Gerrit Grootspraak? Nou ja, hij blijft gewoon dingen roepen vanaf de zijlijn, met dezelfde retoriek als voorheen. "Een nieuwe dag zal komen!" blijft hij volhouden. Wanneer? Dat blijft een mysterie, zoals het recept van cola of waarom sokken altijd verdwijnen in de wasmachine. De Uitsmijter Zo gaat het leven verder in het politieke circus. Verkiezing na verkiezing, met steeds nieuwe beloften en steeds dezelfde uitkomst. Politiek in dit land is als een grootse toneelvoorstelling: iedereen klapt aan het einde, ook al hebben ze geen idee wat ze zojuist gezien hebben. Veel blabla, weinig boem boem—en dat is precies zoals ze het gepland hebben.

Guy Van Damme
32 1