Zoeken

Tijdloos

Het was alweer een hele tijd geleden dat we nog samen gekomen waren. Een hele resem verworvenheden, vanzelfsprekendheden dienden teruggedraaid te worden. Omdat ze verkeerd bleken. Omdat ze in alle eerlijkheid een klucht van een idee waren geweest. Omdat we te zat waren. Te ver heen in de olie. Te diep in het glas. Tussen opgedroogde druiven. Rozijnen noemt men dat. En als je lang genoeg in de spiegel kijkt. Je gezicht. Onherkenbaar. In de schaduw van zijn plooien. Vind je dat niet raar? Dat wij spreken over oceanen. Over melkwegen als het moet. Dat wij zien doorheen muren. En lichtsnelheden. Vermorzeld. Zonder een spatje puin. En dat we ondertussen wegkwijnen in onze eigen duisternis. Vind je dat niet raar? Je zou het raar moeten vinden. Als je nadenken zou. Zonder vooroordelen. Zonder premisse. Hypotheseloos. Als een vrij mens. We nemen er het lijstje bij. Te schrappen: Democratie. Emancipatie van de vrouw. Geld. Religie. Tijd. Als we daar nu eens mee zouden beginnen? Dat lijkt me haalbaar vóór de pauze. Koffie schrappen we vooralsnog niet. Thee? Dat blijft een twijfelgeval. Koekjes? Niet meer van deze tijd. Tijd? Nog verkrijgbaar tot de noen. Goed. Democratie, dus. Wat doen we in de plaats? Of schrappen we het gewoon? Niemand zal het merken. De mensen hebben nooit echt iets in de pap te brokken gehad. We behouden de formaliteiten nog één, twee, drie decennia. Gommen elk jaar wat weg. Tegen 2050 weet niemand nog dat het ooit anders was. En tussen haakjes: Het evolutionair verdwijnen van de noodzaak tot herinnering loopt gesmeerd. Geen kat die het merkt. Hersenen passen zich aan. Google eyes. Externe geheugenunits. Gigabits & bytes. Vol manipuleerbare informatie. Beheers het verleden. Bepaal de toekomst. Het heden is een illusie. Next. Emancipatie van de vrouw. We kijken elkaar aan. Plooien onze lippen simultaan. Breder en breder. Gelijk een ondergaande zon aan de einder. Barsten ten slotte in schaterlachen uit. Storm op zee. Vuurwerk. We scheuren van de rollercoaster. We beloofden voldoening en vrijheid. Verschaften stress, rilatinekoters, E-nummers en grote betonnen kooien. Gomden reeds aan tijd. Want voor wat hoort wat. Je kunt niet alles hebben. Weg ermee? Ja, alstublieft, voor hun eigen goed. Schrappen die handel! Moet er wat in de plaats komen? Tijd. Tot aan de noen. Daarna bekijken we dat wel weer. Tijd dus. Nog heel even. Next. Geld. Opnieuw kruisen onze blikken. Doch, onze lippen golven zich niet. De zee is bedaard. Van ongeloof gaan liggen. Op een bedje van zichzelf. Had je ooit kunnen denken dat ze het zouden omarmen? Een sprookje dat opgeraakt. Als je niet meeheult. Als je niet weet wat men denkt te weten. Als je niet kunt wat iedereen kan. Als je het niet verder vertelt. Versnipperd in kleine anekdotes. Zonder enige moraal. Moraal! Dat ze ook dat zouden slikken. Een goed en een slecht. Een hemel en een hel. Wat een brug! Religie! Het lachen is ons vergaan. We schrappen zwijgzaam. De stilte dreunt over tafel. De klok tikt. En tikt. En tikt. En niks verandert. We draaien rond. In een ellips. Rond onszelf. Gewichtloos. We slurpen de laatste seconden tijd naar binnen. Nooit smaakten ze zo vol en zoet en als een zuchtje wind. We knikken. Het is tijd om haar te schrappen. Het is tijd voor iets anders. Het is tijd voor tijdloosheid. Niemand zal het merken. Er restte ons immers weinig. Geen haan die er naar kraaien zal.  

Evy
0 1

we are based on deception kaat arnaert en rosalie vw 11-11-2011

bienvenue, wilkommen welkom welcome   I start first in english because you know they won the war, and as you see this exposition is about world war I   (nu komt dus een stukje Prince mijne all time favoriete) my name is katinka arnardo. i am an art critic Rosalie asked me to be here. and talk to you, and reflect with you about here work. so, Dearly beloved I think We are gathered here today to get through this thing called life   Electric word life It means forever and that's a mighty long time But I'm here to tell you There's something else The afterworld lady’s and gentleman, there is A world of never ending happiness You can always see the sun, day or night   So when call up your doctor in Brussels Instead of asking him how much of your time is left Ask him how much of your mind, baby.   Cause in this life Things are much harder than in the afterworld In this life You're on your own and I am not gonna talk anymore in english   ik ben Katinka Arnardo, kunstkritikus van het weekblad kut kult kunst in english kiss cult art   u ziet aan mijn haar dat ik mijn werk zeer serieus neem. ik pas mij namelijk aan aan het werk van de kunstenaar en ik heb hier geluk want ik mocht hier mijn lievelings kleur gebruiken. ( Kaat met elektriekblauwe pruik) toen ik twee weken geleden een lezing hield over Luc Tuymans dan had ik een bijvoorbeeld grijze pruik. Ik vond het belangrijk om helemaal mee in zijn werk te vervagen. ik vind het belangrijk dat je merkt dat ik de kunstenaar helemaal snap het gaat hier zeer duidelijk om het gebruik van kleur: voor mij is kleur primordiaal in kunst. kleur is “sesam open u”, kleur is vibratie, kleur glinstert. kleuren geven me informatie over mijzelf en anderen. ik wordt daar echt lyrisch over: wanneer ik me in een blauwe kamer bevind, mijn lievelingskleur, en een soort lichamelijke gewaarwording voel, weet ik dat er voor mij in die kleur informatie verborgen ligt. Het is alsof blauw met mij in contact probeert te komen, mijne plexus solaris trekt dan samen en iedereen ziet aan mij dat ik in contact ben met de ruimte, met de schilderijen, ik zweef en voel wat de kunstenaar heeft bedoeld. ik doorleef dat, ziet ge ik wordt dan kunst, één met enfin, een installatie of ne gekapte steen, het doet er niet toe, maar hier dus op deze tentoonstelling, kan ik me vereenzelvigen met dat kanaal, want ja het is een lied, een taal, een geheugen van iets van een verleden in kleur gezet, ik wordt daar zo gelukkig van maar bon radeloze Rosalie heeft een hele expositie bij elkaar geverfd een hele zaal met rood en groen en recht en rond en gevoelig gekweld bezeten. En daar wij van het leven van Rosalie weten dat het een kosmische strijd om de kleur en de vorm en de toets en de verfhuid de blabla de bloblo de blauwblauw is, dat ieder stilleven een snauw van wanhoop, ieder portret een sterfhuis van smart is, een kreet en een aanklacht, zijn wij voordat er museale aandacht komt, voor de kunstenaar zijn vragen, en voor de pers hier lucht van krijgt komen kijken, of zij nu nog leeft en haar beide oren heeft, en ja hoor Rosalie wilt zoals elke kunstenaar het betaamt als klassiek opgenomen worden in de heldengeschiedenis van kunst en cultuur maar rozalie Waarom, waarom die wapenstilstand. Het is nochthans nooit wapenstilstand in je hoofd. eh rozalie Daarop beste gepriviligeerde uitgenodigden heb ik Katinka Arnardo hoofdredacteur en kunstcriticus van het befaamde blad Kut Kult Kunst een antwoord.   de wereld is een verhaaltje, en wie dat het beste kan vertellen mag de verteller zijn.. en voor alle duidelijkheid.. dat ben ik.. de wereld is een vliegmachine en een vliegmachine dat heeft een piloot... de wereld is een hond en een hond heeft vlooien, de wereld is een cadeau, en cadeaus dat koestert ge hoe lelijk dat het ook is. wereld is pikant schijt... niet naast kijken en zonder grip, de wereld  is een wemelend zoemend bijke en een bij prikt u àls ge uw plek niet kent mensen die altijd weglopen van bijen... zit gewoon stil.. laat em gerust.. de wereld is druipende honing.. en honing plakt en maakt u dik als het niet juist gebruikt de wereld is een herfsteblaadje en als ik dat zie vliegen dan wordt ik gelukkig de wereld is dartel, gul en vrijgevig. de wereld is goud en golden is silence but my heart can't stop beating this loud loud rythm of glitter and love glitter and love, love and love, pounding in my body, pumping in my brain gold gold gold, it is driving us insane en gij meneer, gij ziet er  een beetje geel uit dat is een kleur waar ge niet op of onder kunt, zijt gij nu gelijk stuifmeel of zand? of is het u lever of uw gal. dat is ok,meneer,  sommige mensen vinden geel schoon.. vraag bijvoorbeeld aan een schildpad wat schoonheid is en hij zal zeggen dat dat zijn wijfje is.. haar twee uitpuilende ogen die bijna uit haar kop springen vraag het aan een boer en hij zal misschien twijfelen tussen de kont van zijn koe of die van zijn vrouw.. vraag het aan mij en ik zeg zeg blauw, blauw zo flauw dat ge het bijna groen zou noemen,  het blauw van een koekoek dat den nacht streelt het is een blauw dat afscheid neemt omdat het lichter wordt het is blauw dat gelijk rood is.. daar graaft ik in innig wilt zijn, dat riekt naar welkomen, het  doet mij doet zoeken naar de tetten die ik nooit heb gehad, snap ge? het rood van een man die met zijne schuurpapieren baard lichaam belijdt... of ik die in mijne rode soutien op ‘t zijne rijd. puntje puntje ijt ijt ijt.. mijn vader zou zeggen: rood dat plak aan mijn kakpapier als ik te veel en te te vol, te graag en met spijt … rood gelijk een ruwe kaak van’t gefrot van de winter die bijt, niet het rood van boerebollekeszakdoeken rood, van schaamte, terechte schaamte voor’t paniek van’t vreemde... bang van de dood met het bloed.. en ge wordt blauw,  en blauw dat is het onmetelijk kille gevoel dat ge er bij krijgt... als ‘t er een soldaat op u rijdt zonder spijt... buktje wuvetje kgo je nar us duwn! hahahaa dat wil’t zeggen buigt uw vrouwken, kga u naar huis duwen .. jamma... ik bent efkes kwijt... ‘t ging over de lucht... ‘tging over de lucht.. tging over de wereld.   de wereld hypnotiseert  zoals kolen gloeien, en ze houdt u warm aan de stoof. Rosalie en ik zitten graag aan het vuur, maar niet aan de haard.   wij zijn soldaten en ge heb het nog niet in de gaten de uren gaan lang duren uw deurklinkers gaan verzuren buren zullen u haten muren tegen u praten principes, en kaders en wapens en iets op ijven zullen altijd onmacht blijven het is tijd. tijd voor rare dingen, tijd om het niet te willen vatten om te stoppen want wat als de electriciteit uitvalt. hooba hooba hooba shakkaa .. hooba hooba ok,  stel u voor we zitten in een kunstgallerij en het is zeer warm en de zaalwachter snurkt zachtjes. En ik werp een blik langs de muren en ik zie handen en ogen en hier en daar verdwijnt een gezicht onder een vlek licht. Als ik mij naar een portret van Rosalie keer dan houdt iets me terug. Van het doek werpt een soldaat een heldere blik naar mij, hij staat rechtop, heeft het hoofd licht achterover geheld, in zijner handen, tegen zijn kopergroene pantalon houdt hij zijn fallische telescoop gericht en ik kan mij niet aan een zekere bewondering onttrekken niets dat aanleiding geeft tot kritiek. Grote voeten, smalle handen, brede worstelaarsschouders, een glimmende Hercule Poirotsnor en een helm en een zweem van fantasie. Een bescheiden elegantie Hij biedt jullie op hoffelijke wijze de gladheid van zijn rimpelloze geweer en gelaat, de schaduw van zijn glimlach zweeft zelf over zijn lippen. Maar zijn zwarte ogen glimlachen niet. Hij ziet er vijftig jaar oud uit maar dat is door al die miserie, hij is nog zo jong en fris vijventwintig of dertig. Hij is schoon, ik zie er van af naar tekortkomingen in hem te zoeken maar hij laat mij niet los. Ik lees in zijn ogen een rustig en onverbiddelijk oordeel en ik begrijp alles wat ons scheid. Het raakt hem niet hoe ik over hem denk, Zijn oordeel gaat als een zwaard door mij heen. En het trekt mijn recht tot bestaan in twijfel. En het is waar, ik heb er mij altijd rekenschap van gegeven dat ik niet het recht bezit om te bestaan. Ik ben bij toeval verscheen, ik besta als een steen, als een plant, een microbe, mijn leven zet zich lukraak voort in alle opzichten, het geeft me soms vage tekens en andere keren voel ik niks anders dan een gemurmel zonder gevolg. Maar voor die soldaat thans dood, is het anders geweest. De slagen van zijn hart en de gedempte geluiden van zijn organen waren voor hem kleine zuivere en plotseling optredende rechten, gedurende de oorlog had hij zonder in gebreke te blijven gebruik gemaakt van zijn rechten om te leven, om te blijven bestaan. Wat een prachtige zwarte ogen, er gaat niet de minste twijfel door. Hij had steeds zijn plicht gedaan, zijn gehele plicht als zoon, als echtgenoot, als vader, als hoofd van zijn bedrijf. Hij had ook zonder zwakheid zijn rechten opgeeist: als kind het recht om goed opgevoed te worden in een eensgezinde familie, het recht op de erfenis van de vlekkeloze naam, als echtgenoot het recht om goed verzorgd te worden, het recht om omringd te worden door tedere genegenheid, als vader het recht om vereerd te worden en als officier het recht om zonder gemopper gehoorzaam te  worden. Want recht is nooit anders dan de andere kant van een plicht. plicht, plicht,  plicht is vullend en met een hele lange nasmaak. hmm.. misschien gelijk gal, ‘tlaatste stukse, tlaatste... en ‘ t begin van ‘als ge niks meer te kotsen hebt’ en groen jaaaaa die fosforbommen jong........ zeer bevreemdend allemaal.. ik heb vanalles gelezen en ge zocht naar vanalles om het te begrijpen. maar vanalles dat zwijnestront en zwijnestront dat stinkt. en geuren das voor een andere keer. rosalie houd van bevreemding.. de bevreemding zit in haar kleuren... het roos en het is oranje en het  is groen en het is oneetbaar, gelijk electriek, ‘t is lawaai en het blijft tuten gelijk een bom ietske verder van uw bed, het is een even universeel geluid als een geluid van een dampkap. het flitst door ons kop maar het zit niet in ons lijf... of niet meer... groen is wat de mensen van dromen maar meestal missen. groen is natuur, en natuur is waar goed en kwaad geen naam meer hebben en  waar de mens verdwijnt. voor natuur is een mens zijn kop daar te klein voor.. een mens probeert giftig maar ons gif dat zit alleen maar in’t kopke en we blazen dat uit gelijk koue lucht en de aardbol die die vangt het op en de wilde woeste blaast het weg en de marie louise gaat op en neer. De Marie-Louise danst op en neer Ze gaat dwars door de woeste orkaan En de huilende wind gaat weer wild tekeer Maar de Marie-Louise zal nooit vergaan Lalala.... Maar de Marie-Louise zal nooit vergaan   als je in het midden van een verhaal zit is het eigenlijk helemaal geen verhaal. maar alleen maar een verwarring, een donker gebrul, een blindheid,een puinhoop van gebroken glas en houten splinters. een huis in een wervel wind of een gezonken marie louise door een ijsberg waar iedereen op dat schip roept en schreeuwt.. stop het stop het. het is alleen achteraf dat het zoiets als een verhaal wordt. wanneer ge het vertelt tegen u zelf of tegen iemand anders   ik heb een bruin vermoeden dat we allemaal het leven proberen te pakken door elkaar te pakken, we are all soldiers serving time op een planeet een bruin vermoeden, dames en heren, dat is een  kleur die lijkt op grijs. het is een kleur die triestig is. het zegt me dat er  dan misschien niks zal worden van de menselijkheid en van de liefdadigheid en van de bescheidenheid en van de matigheid, en van de wijsheid en in het zwartst als een half pond lood van op zestighonderd passen afstand wordt afgevuurd, en ik heb van horen zeggen dat als er een half pond lood het lichaam uiteenrijt en sterft in een onbeschrijfelijk lijden.. en als ogen worden uitgebrand en  als het ‘t laatste geluid de oergeluiden zijn van vrouwen en kinderen die onder het puin liggen... dan zijn de kleuren zijn weg! en dat allemaal om  de gril van een paar mensen   en dat is’t.   de vuile handen en het schoon geweten staakt makkers staakt het vuren helpt kinderen helpt buren voedt moeders voedt de monden heelt vrienden heelt de wonden sloopt mensen sloopt de muren staakt makkers staakt het vuren   we zitten in elkaars plek? nemen een ander zijn stek? en wat blijft er over? van een mens gemaakt op een plek die ontploft?   tis kapott kop op een schammel krukske een kleine parasiet.. een klein brokstukske met een stukske brok in de keel in het gat in het bloedvat in het hart in het haar onder denagels tussen de tanden in het snot uit z’n strot want der was weer een aan't sterven der is gemot op een muil stuk tand der is geschoten een put tis geen toneel tis slecht toneel tis een slecht stuk stuk in uw kloten tzie geel die blauwe plek 't etterd   kleur kleur kleur   Rothko schilderde eerst kleur en stillekes vervaagden zijn kleuren tot grijs, tot zwart, tot hij zelfmoord pleegde op 67jarige leeftijd. Zijn kleuren waren weg en dan ging hij. Niks is zo definitief als de dood, dat is niet erg. dat is onze enige zekerheid.   het is goud waard en goud is stilte en stilte dat geeft toegang en toegang laat u binnen   en binnen laat u buiten en buiten kunt ge uw neus snuiten goed lieve mensen dear beloved   Rosalie wilt leven en iconen en kleuren terug, ze ontdekte haar imaginair kleurenpalet en ze wapende zich met fantasie, met fictie, met een penseel, met een dansje, met muziek, dat kan ook de midlifecrisis zijn maar omdat ik haar werk begrijp en hier liever sta met een blauwe pruik in plaats van een grijze, moedig ik jullie aan: dans met ons mee! en als ge twijfelt dat ge niet durft dansen bijvoorbeeld: twijfel is goed, twijfel kan angst zijn maar angst ook hoop. En hoop dat is nen berg waar ge over moet klimmen en achter u laten.. en van klimmen krijgt ge dorst, zullen we ene drinken en klinken op het leven? en het succes. eigenlijk is hetgeen hier verteld wordt op de vernissage even interessant als de portretten. Dat is pas kus kult en kunst, dus laat u gaan, ik schrijf wel een zeer beklijvend stuk aan één stuk, stuk, kut, kus kult kunst, kukulekuuu! Time to wake up and smell the vodka Santé op wapenstilstand Skoll Nasdrovie campai cheers EINDE X

lucia Rozenkin
17 0

dement ja het is bijna kerst toen dacht ik aan mezelf

Dement, zo mooi zo jong en zo dement allez zeg niet dat ge ‘t niet kent Waar zijn mijn sleutels waar is mijn jas en dju waar heb ik mijn sjakosse gezet onder tafel onder’t bed en mijne gsm oh gij hebt hem kunt ge mij dat niet zeggen aah god mijnen ipod ipad een gat in mijn kous in mijn schoen in mijn geheugen in mijn broek in den emmer in de put input output putpuutpuuuut tararaa ze zou nog eens haren kop vergeten zeggen ze hare kop mijn lijf als ik over u wrijf als ik ons heen en weer frot dan word ik zot of just nie ge ziet dan bollekes kegelkes in roos, geel, paars karambol en pats dat was dus een orgasme of een fantasme nee want dan denkt ge weer geweer schiet als gij schiet dan zijn mijn gedachten eindelijk dood ge wist ze met een wit vlekske njam njam bèèèè wat hebt ge geten? artisjok sjok sjok ruk nog eens fuck nog eens gooi uw kat buiten en wandel ma waar zijn mijn sleutels waar heb ik mijn sjakosse gezet retteket ik stop neem mijn raket voilà de wereld ging vandaag vergaan ik ben naar buiten gegaan kortsten dag van t jaar waar is mijnen apocalyps waar is mijn doem waar is mijnen engel waar is mijn roem vroem vroem ‘k heb de sleutels gevonden ze zaten in de sjakosse op ne stoel onder’tafel mijnen ipad ipod vol compote ‘t is een complot ‘t waarde gij gij gij gij zot mot oei allez dan weer gefrot en sorry en nog eens sorry ik ben dement jong schoon elastisch en dement met dat ben ik content ge kunt zeggen neurotisch dyspractisch manisch sossis ik wil nie weten wat het is als ‘k mij maar niet moet verantwoorden verexuzereren sexuzeer twas spermalheur ik wou wel tourette op mijn tette gloriaaa heiilig wij houden van sneeuw en van kalkoen  

lucia Rozenkin
0 0

Overweging van het koor

De tijd is gekomen. De chronologie van de cyclische voorvallen. Persephone moet terug naar haar geliefde. Want zo hoort heer Hades beschreven te worden. Als bron van de liefde die haar alleen daarom wegsleurt uit het leven. En zo is het altijd de liefde geweest. De liefde voor het lichaam, de liefde voor het genot, de liefde voor de macht, de liefde voor het geld. Met het woord ‘liefde’ valt de mensheid dan ook alles wijs te maken. Alleen raken ze zo snel verblind door die flinter van het goddelijke dat ze duisterder gaan zien dan ooit. Met de herfst die rondwaart tussen de bomen, wordt het verval steeds duidelijker ingezet. Demeter kan de pijn niet langer dragen en laat haar takken hangen. De twijgen die ooit fris en monter waren, verschrompelen alsof ze nooit bewogen hebben in de wind en nooit geleefd hebben. Demeter wist dat het moment zou komen dat haar mooie dochter haar ontrukt zou worden. Ze wist het, maar deed er niets aan, kon er ook niets aan doen. De vastgelegde cirkel kan niet zelfs niet door de goden doorbroken worden. De oerharmonia mag nooit verstoord worden. Zelfs niet door wezens van wie de krachten uitstijgen boven wat uitdrukbaar is. De mensen hebben die harmonie nooit erkend. Hun eeuwige balanceren brengt hen ten gronde. Noch de oude aristocraten, noch de prille democratie hebben ook maar een kleine lichtflits gezien. De ene na de andere krijgt zijn onvermijdelijke tijd, maar of de mens na ooit in staat zal zijn te regeren is nog maar ten allerzeerste de vraag. En zo tollen de dagen voort.

Expialidocious
0 0

Het spel

De klok tikt. Ze tikt. Ze tikt maar door. Morgen. Morgen zullen we wel zien.   Voor mij ligt het restant van wat niet zo lang geleden een berg cocaïne was. En ik. Ik ben ‘s werelds grootste bergbeklimmer. Meesteralpinist.   Kon ik maar slapen. Maar in mij brandt nu het vuur van duizend zonnen. Eeuwig. Gewelddadig.   Er is een vrouw. Mijn vrouw. Van mij. Gewonnen in een pokerspel. Nee, mijn talent voor manipulatie nemen ze me nooit meer af. Niet dat. De menselijke geest is mijn speeltuin. Ha! Round and round we go!   Naast de bestofte spiegel ligt een revolver. Een kanon. Magnum .44. Ik hou van mooie dingen. Bombastische dingen. Ik draag mijn beste zwarte pak. Italiaans maatwerk. Achter de revolver staat mijn heupfles. Zilver, met mijn initialen zwierig gegraveerd in het ranke lichaam. De Bourbon die er in zat, die zien we nooit meer terug.   Wall Street. Fuck! Ik doe nog een lijn en neem de revolver in mijn hand. Het is een aangenaam gevoel. De manier waarop het beest perfect gebalanceerd in mijn klauw past. Door het gewicht voel ik me oppermachtig. Het ivoren handvat glijdt als fluweel door de palm van mijn hand. Ik laat de cilinder draaien en mik. Ik mik op de muur tegenover me. Wat een kale muur. Ooit was hij wit. Nu kijkt hij me spottend aan met z’n bruine vochtplekken.   De vrouw. Achter de muur moet ze ergens zijn. Of misschien is ze boven. Ach wat! Het maakt ook allemaal niet uit!   Ik balanceer op de achterste poten van de gammele stoel, maar houd mijn blik strak gericht op die verdomde muur. Dirty Harry. Klaar om de trekker over te halen. Ik veins een schot en de ingebeelde terugslag brengt mijn hand naar omhoog. Even lijkt het alsof ik mijn evenwicht zal verliezen, maar nee. De stoel staat weer met al z’n voeten op de grond. Cool.   Rechts van me staat het zware eikenhouten bureau. Ik heb het tegen de deur geschoven. Niemand komt erin. Niet vannacht. Buiten woedt een storm. De helft van New York is naar me op zoek.Boven hoor ik gestommel en het gerinkel van glazen. Ik schreeuw tegen de vrouw dat ze stil moet zijn. Verdomde hoer.   Je moet het heft stevig in handen houden. Ook als de wereld om je heen in elkaar stort. Er is slechts één weg, één richting en dat is vooruit.   Op het schap achter me staat een ouderwetse radio. Naast gekraak hoor ik occasioneel ook muziek. Tom Waits herkauwt een zeemzoete ballad met de finesse van een versleten betonmolen. Ik sta recht en trek mijn vest uit. Voorzichtig hang ik het over de stoel. Ik stroop mijn mouwen op. Eerst links. Dan rechts. Uit de borstzak van het vest vis ik mijn ebbenhouten kam. Ik tem mijn gitzwarte haren met drie precieze halen.   Ik wandel rond de tafel. Eenmaal. Tweemaal. mijn lederen schoenen kraken. De houten vloer kraakt. Alles kraakt.   Die verdomde vrouw. Ik had ze nooit mogen accepteren. Ze ziet er goed. Dát wel. Maar wat moet ik nu in godsnaam met een vrouw?   God. Vanaf het kruisbeeld boven de radio staart die deemoedige lul me afkeurend aan. Ik laat hem kordaat mijn middenvinger zien en vraag ‘m wat-ie er van vindt. Geen respons.   Ik trek de bovenste lade van het bureau open en vind wat ik zoek. Wat ik nodig heb. Een pakje Lucky Strike, gouden aansteker erbovenop. De klik van de aansteker. De vlam waar voorheen niets was. Het knisperend geluid wanneer vuur en sigaret elkaar ontmoeten. Een perfect moment. Gretig vul ik eerst mijn longen en daarna de kamer met baldadige blauwe rook.   Meer gestommel. Ze probeert vast het huis uit te komen. Dom kind. Ik probeer al jaren te ontsnappen. Deze plek, kent geen uitweg.   Ik steun met beide ellebogen op het tafelblad. Handen in het haar. Het is warm. Het is heet. Zweet verzamelt zich in opstandige parels op mijn voorhoofd. Één van de onverlaten rolt langs mijn neus naar beneden. Hij valt recht op de sigaret die uit mijn linker mondhoek bengelt. Vlak boven mijn hoofd hangt een oude gloeilamp die een warm geel licht verspreidt. Ze zoemt. Zoemen. Zoemen zonder eind.

Dimitri
0 0

Second hand mythology

Teach history as if history teaches you: that mankind is still wailing the desert, still walking its Exodus, still stalking a god who created earth in 6 days and then fell asleep eternally, making universe bleed internally. ‘Après moi le déluge’ God said  and turned his head. Leaving us with oceans of hours to realise that history is not His story, its ours. And while we walk this infinite Sunday, limping our way through time, we take 2 steps forward one step back:   +1 the first settlements +2 the rise of empires -1 imperialism   +1 Industrial revolution +2 Technological evolution -1 Ecological breakdown   +1 prosperity +2 health care -1 overpopulation   Out here in the West we forget to feel, that consumption is our Achilles’ heel and every time we kneel for banks and dollar Goliath grows taller and David smaller.   Thus teach us to walk tall, yet respect all things small. Teach us that for half a century it’s been five to twelve now. That humanity became a gigantic, packed Trojan horse evolving towards the sun - wrapped as a poisoned present for the Gods on a run. Teach us that 1 Icarus times 7 billion equals mankind. Teach us to practice what you preach, that in the end no man is left behind.   With few Phoenix’s to rise up from this globe, Few  heroes to guide us through concrete labyrinths with Ariadne’s rope. So many teachers needed to restore hope.   So reach us, unleash us, teach us Not to kneel but to feel not to steal but to heal Not to avoid but to involve Not to exploit but to evolve Teach us ... to teach    

Joachim Stoop
0 0

Schizofrenie

Ken je t gevoel dat je als kind van een iets te steile heuvel holt zodat je je benen bijna van onder je lijf rent? Dat je daarbij ofwel in je broek piste van t lachen ofwel je voet zwaar verstuikte? Wel, dit is de perfecte metafoor van hoe mijn gedachten werken: kans tot lachen, risico op tranen, maar wel zo intens en zo on-vergetelijk mogelijk. Alsof mn gedachten me telkens een stap voor zijn, loop ik in mn eigen schaduw… in constante achtervolging - … waanzin gewoon!     Laat ik starten op t ‘Zuid: aan die arty farty horizontale fontein. De buurt van musea, schone vrouwen en andere kunsten. Ik zie enkelingen die nog steeds verstoppertje spelen met de economische crisis en maar niet worden gevonden. Snel genoeg in hun Porsche om hen weg van de tsunami van de algemene malaise te voeren. Hun GPS ingesteld op de veilige buurten van t stad. Nee, hun satelliet reikt niet tot 2060! Ze zijn de lottowinnaars van hetzelfde systeem dat een crisisje hier en een vervuild planeetje daar veroorzaakt. Maar met een dikke nek is het blijkbaar moeilijker achterom kijken.   -----------   Vooruitkijken is mijn motto. T’zuid is namelijk ook de plaats van antiek, mode, fusion-cooking, fotografie, cultuurhuizen en andere verworvenheden. Ik beken dat een deel van me zich hier toch thuis voelt. Hemel en hel zijn buurlanden…   ------------------------   Ik wandel verder richting oud-justitiepaleis. Liberté, égalité, fraternité. Ken je ze nog? De verlichting boven het gebouw hapert. De verlichting in de wéreld staat op knipperen. Mensenrechten -aan. Darfour -uit. Indignados -aan, Goldman Sachs- uit, Occupy Wall Street - aan, Geert Wilders en Sharia4belgium uit. We hebben nieuwe lampen nodig -liefst op zonne-energie- om ons van dwaallichten tot vuurtorens te maken. Als een kat 9 levens mag hebben, waarom de mensheid dan geen 2 renaissances? In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zijn geen kleine lettertjes te lezen; geen clausules te bespeuren, geen procedurefouten mogelijk. Op rechtvaardigheid valt niet af te dingen, meneer, want het is onze enige houvast; de enige rode draad in het bestaan - rood van liefde, rood van bloed, steeds rood van beide. We staan met zn allen in een overvolle lift te wachten op … verdieping. De lijn ts. goed en kwaad is flinterdun geworden; dus moeilijk met het blote oog te zien - mss sta ik er wel pal bovenop … met mijn maatje 50.    ------------------   Mijn voeten brengen me naar de andere kant van de behoeftepiramide van Maslow: ’t Noord. In de Handelsstraat zie ik een man op een bankje. In een chaotische wereld van beurstransacties, twitters, face en andere books klampt hij zich vast aan zijn eigen boekje: de koran (het had evengoed een bijbel of thora kunnen zijn). Een mens die slechts één boek in het leven leest en blijft lezen -hoe heilig dan ook, beperkt zichzelf- het is als met een telescoop naar een bladje papier staren … - en zoals de sterren die we nu zien al eeuwenlang zijn uitgedoofd - zo hebben de Adams, Evas en andere dogma’s al generaties lang hun houdbaarheidsdatum overschreden. MAAR: het is wél dezelfde koran die deze man aanspoort om aalmoezen te geven aan de minderbedeelden (de Sakat). Het is datzelfde boek dat respect oproept voor de ouderen. Ik zeg altijd: ‘Wie het kleine niet eert, krijgt het kwade niet verteert.‘     Er zijn 2 soorten verdraagzaamheid. Bij de eerste komt er iemand expres op je tenen staan en jij ziet het door de vingers. AAAAAA! Tis ok, zenne, blijf nog maar efkes staan, ik kan het wel aan, ik ‘verdraag‘ het wel! Moet je bv. verdraagzaam zijn tegen iemand die onverdraagzaam is tegen een homoseksuele vriend? Moet ik mijn rode draad van mensenrechten telkens doorknippen omdat ik op ‘t zelfde moment zoveel mogelijk begrip en verzachtende omstandigheden moet inroepen? Cultuurrelativisme of niet: een burqa blijft een burqa, kindermisbruik blijft kindermisbruik -ook, en vooral- in een biechtstoel.   Bij de tweede -betere- vorm van verdraagzaamheid gebruik je je oren én je empatische vermogens. Als je lange tenen hebt, is de kans groter dat er iemand op trapt, maar als je allebei een stap in de goede richting zet, daalt het risico dat je iemand tegen de schenen trapt. Ooit schreef ik: Empathie is een totaal onderschatte schat waarvan de landkaart ver zoek is er is geen enkele waan zinnig behalve die vrede vol waant, geweld loos en elk leger leeg.   In het Midden-Oosten heeft men het spreekwoord: ‘een vijand is iemand wiens verhaal men nog niet heeft gehoord.’ In het Wilde Westen zong ene Nina Simone: ‘You don’t have to live next to me, just give me my equality.’ Samen weten we meer. Deze vuist op deze vuist en zo gaan we naar boven. Ben ik schizofreen?     Het is immers mijn zelfde huid die kippenvel krijgt bij klassieke Arabische muziek, als bij de Def Jam Poetry van Mos Def en co. Het is mijn zelfde bloed dat kookt bij de oorlogsdrift van Amerika als bij de uitvoering van de Sharia door de Taliban. Het zijn dezelfde grijze haren die ik krijg van de Grand Canyon tussen kansarm en belachelijk rijk, als bij elke vorm van onverschilligheid, religieus fanatisme en ander sluikstort van de geest.    -----------------   Potentieel zie ik iedereen graag. En hoewel het moeilijk is om met deze liefde zowel op t Zuid als op Noord geen blauwtje op te lopen,…hoewel ik af en toe zoals hier en nu wat gal moet spuwen, is mijn eindbalans positief. Want ik zie gewoon zovele vuurtorens: Ik zie mijn anderstalige studenten die samen geld inzamelen voor het goede doel en van elkaars nationale gerechten proeven. Ik zie de vreedzame sfeer als je in Borgerhout naar de Perry’s fruit gaat -waar chassidim en moslims symbolisch met elke gekochte banaan en elke verkochte ananas de muur afbreken.  Ik zie de geweldige initiatieven van een stad met zomerfabrieken en reuzeolifanten en kleine duikers die het volk buitenlokt en noord en zuid verenigt. Ik zie deze Open Mic want tegen de stroom in kan je de mensen makkelijker in de ogen kijken.   --------------------   Ken je t gevoel dat je als kind van een iets te steile, groene heuvel holt zodat je je benen bijna van onder je lijf rent? Dat je daarbij ofwel in je broek pist van t lachen, ofwel je voet zwaar verstuikt? Vandaag is het niet anders: alsof ik de Niagarawaterval door een trechter probeer te persen.        Analiseren is kanaliseren plus fantaseren is transformeren   -----------------------   Uiteindelijk wandel ik richting centrum van de stad. In ‘t stadspark kom ik mezelf tegen: … nee, niet symbolisch gesproken: nee, echt 2 Joachimmen die samen in het gras gaan liggen, zij aan zij, in het midden van de stad. In het midden van alles -……… net als de waarheid      

Joachim Stoop
0 0
Tip

Grondvesten

In een straatje zonder eind wonen we in het laatste huis. Wij…dat zijn ik en jij, en jouw ik en mijn ik, en haar zijn en zijn zijn en jullie en zij zijn hier ook thuis. Het huis is van iedereen. Het huis is dus ook van A.    Ons huis is een immens kluwen van penthouses, gesloten asielcentra, kraakpanden, stallingen met bakfietsen, gebedsruimtes, koosjere keukens, Jaintempels, diamantwinkels, achterkamertjes, casino’s, banken, scholen, groene serres, jazzy zolderkamers, bordelen, cellen, supermarkten, yogaklasjes, kindercrèches, chichabars, nachtwinkels, koffieshops, dakterrassen, loften, parlementen en circustenten.  Een allegaartje aan stokpaardjes, divergerende genen en op de spits gedreven gedrevenheden houden stevig huis in dit moeilijk Westers huishouden.   Een enorm trappencomplex tracht deze ettelijke kamers te verbinden, vooroordelen te ontbinden, baan te ruimen voor baanbrekende openheid en een doortastende blindheid. Maar zelfs in het stapvoets verkeer raast men mekaar voorbij in oorverdovende dovemansgesprekken, gebeden naar een voor mij onbekende god, muziek in oortjes als atomaire deeltjes, en het vingergetik op de nieuwste speeltjes. We zijn als een dakloze die speelt met een bos gevonden sleutels.   Op de gang -onze publieke ruimte- botsen we af en toe onder de maretak van wat overkoepelend zou moeten zijn, maar vergeten ogen en blikken te vangen, gemoederen te sussen -laat staan wangen te kussen.   Onze enorme woonkamer telt niet genoeg hoeken om verstoppertje te spelen, rust te verslinden, langzaam af te tellen om elkaar binnenkamers te gaan vinden. Afgeworpen oogkleppen slingeren rond, maar worden te vaak weer opgepikt alsof we bij een gedwongen huwelijk in een omgekeerd Stockholm-syndroom worden verstrikt.   “Ik pik dit niet“, zeg ik. “Ik pik dit niet,” zeg jij. En als kippen zonder kop lopen we de muren op en dansen we uit de maat met totaal verschillende muziek op onze iPod.   Op elke potje past een deksel -maar niet in onze keuken. Tupperware ligt verspreid in de overvolle kast en geen mens weet nog combinaties te maken tussen zwart en wit, jong en oud, fake en goud. Naast de keuken is het berghok- tot op de nok gevuld met wat vooruitgang voorgoed heeft achtergelaten:de volledige Winkler Prins, floppydisks, in het pre-internettijdperk door blozende jongens in krantenwinkels met eigen zakgeld betaalde playboys, Atari’s en Sega‘s, walkmans en cassettebandjes met pennen erin om de draad weer terug te draaien, draden rond afgedankte huistelefoons, evangelies, mayakalenders, polaroids en sleutels van berghokken tot op de nok gevuld. Tja, zelfs vergetelheid wordt al te vaak vergeten…   Terwijl betweterigheid en onbegrip zich als houtwormen tot in onze bovenkamers wurmen, stroomt er drijfzand onder verzuilde fundamenten en staat ons huis op een hellend vlak. Wie roept dat sommigen dan maar moeten verhuizen, kan zelf maar beter weggaan van onder ons gezamenlijk dak.   Nee, we moeten de diversiteit aan kamers niet slopen, maar net bouwen aan méér trappen én gangen én deurmatten om bij elkaar naar binnen te lopen. Meer leuningen,meer houvast om samen afgronden weg te hopen, meer rode draden om elkaars eindjes aan elkaar te knopen.   We moeten het belang van vóórkomen voorkòmen, vooroordelen veroordelen en van de neoliberale profiteurs profiteren.   We moeten de tuin in, afstand bewaren om erna met klare blik de klus te klaren. We moeten de tuin in om het verstarde geloof in ‘mijn God is goddelijker dan de jouwe’ te verbannen. We moeten de tuin in om ons vurig geloof in consumptie op het Olympische vuur van meer en beter en sneller en nog beter te verbranden. We moeten de tuin in, want in niemandsland is iederéén vreemdeling. We moeten de tuin in … om te ontdekken hoe mooi ons huis er vanbinnen zou kúnnen uitzien.   En pas dan … dán kunnen we terug doorheen dezelfde deur naar een thuis waarin we elkaars anders-zijn ontzien        

Joachim Stoop
0 0
Tip

Opgezet spel

Dag, ik ben Yana en ik moest van juf Eva komen vertellen over beestjes. Ja, beestjes, daar weet ik veel van, beestjes, die wonen bij mij. Mijn pa zegt soms: Yana, ge zijt zelf een beest. En hij zegt hoe belachelijk is dat nu: gij laat van die dikke spinnen over uw armen lopen en gij durft niet eens naast die dikke van uw klas te gaan zitten. Ja, dat snapt hij dus niet, hé. Maar die Bea, dat is echt geen gewoon. Bea, daar is zelfs die Bin dinges, die Bin allez, Bin Lader bang voor. Mijn pa is voor niks of niemand bang. Mijn pa die zegt dat hij dat wel eens zal oplossen. Hij zegt dat hij die Bea zo eens bij haar bandjes zal pakken en dan heel ver in de zee gooien. Ik heb dat gezegd, aan Bea, maar ze geloofde mij niet. Ze lachte mij uit. En iedereen van de klas lachte. Ze wezen naar mij, haha, wat denkt die wel, zeiden ze en ze wezen naar mij en naar de vuilbak. En weet ge wat Bea toen deed? Die lachte niet. Die wees niet. Die pakte mij met één hand en die gooide mij helemaal ondersteboven in die vuilbak. Echt waar. En ze riep ‘stinkdier!’ en dat ik in mijn kot moest blijven.   Ik vond dat niet erg hoor, van die vuilbak. Want daar liggen kruimels en klokhuizen. En dat lusten mijn muizen graag. En dat is heel moeilijk te vinden, klokhuizen. Want wij eten thuis nooit appels. En ik vind chips niet zo gezond voor een muis. Of voor een hamster, want die heb ik ook. Ik had er twee, maar op een avond, ik weet echt niet hoe dat kwam. Ik doe dat hok áltijd op slot. Maar op een avond, toen had ik ineens nog maar één hamster. En mijn ma wist van niks en mijn pa wist van niks en die andere hamster wist ook al van niks. Die zat ver weg in zijn buis verstopt en die wou er heel lang niet meer uitkomen. Die was ook al gebuisd, zei mijn pa.   Mijn pa zegt altijd dat ik goed mijn best moet doen op school. Want dat ik anders later ook bij de veedeeaa, de vee dee bee cee, moet gaan werken. Allez, mijn pa werkt daar niet echt, hij volgt daar les. Iets heel speciaal, dermie euh taxi euh taxidarmie of zoiets. Ik vroeg aan mijn pa, ik vroeg Pa, moet gij dan mensen met buikpijn naar 't ziekenhuis rijden? En toen zei mijn pa, awel Yanake, ik zal u dat eens haarfijn uitleggen, maar hij mocht niet van mijn ma. Ze vindt dat niet tof, van die taxidarmen. Maar mijn pa zegt dat hij met die taxi’s al onze problemen gaat oplossen. Maar eerst moet hij nog veel oefenen.   En als hij oefent, dan doet hij dat in de kelder. En dan mag ik daar niet komen. Maar ik kom daar graag, want soms laat ik daar mijn spin los en dan spelen wij verstopperke in den donkere. Maar nu gaat dat niet meer, want mijn pa moet studeren. Maar gisteren, toen was de kooi van mijn spin ook al leeg. En mijn ma wist van niks. En mijn pa was aan ’t studeren in de kelder. En ik dacht, misschien is de spin al gaan spelen. En oei, als mijn pa die dan maar niet vindt. Want ik mag geen beestjes laten rondslingeren. Ik moet die altijd direct terug opruimen. Dus ging ik heel stillekes naar de kelder. En daar was mijn pa. En daar was mijn spin. En ook mijn hamster die ik kwijt was. Ze keken allemaal heel kwaad naar mij, maar mijn pa was de enige die bewoog want de anderen stonden op stokskes. Dat had mijn pa gedaan. Voor zijn studies. En toen zei hij dat ik aan Bea moest vragen of ze ook eens wou komen spelen.

Ruth A
55 2