Zoeken

Daar zit muziek in

Blokfluit spelen met een klas ongemotiveerde veertienjarigen. Het behoorde niet tot de persoonlijke levensdoelen van mijn muziekleerkracht, maar eerder tot het leerplan waar hij aan gebonden was. Elke week hetzelfde liedje: een uitgebluste leerkracht die zijn blokfluit nam en demonstreerde hoe je een lied speelt, om zich daarna tot de klas te richten, ‘dit liedje gaan jullie vandaag leren spelen’. Op het forum van vogelvisie.nl lees ik dat er verschillende meningen bestaan over welke vogel het geluid van een blokfluit benadert. Sommigen beweren een bosuil, terwijl anderen overtuigd zijn dat het om een zwartkop gaat. Er gaan ook stemmen op richting diamantduif. Toen ik in het onderkoelde collegelokaal zat te luisteren naar mijn fluitende leerkracht, dacht ik niet aan vogels. Vogelgeluiden, of elk ander rustgevend geluid, waren nog verder weg toen de klas uitgenodigd werd om mee te fluiten. Op het examen moesten we elk om beurt een lied spelen. De leerkracht had een grijns en een grijs potloodje om je te beoordelen. Een jongen uit mijn klas kreeg een één voor aanwezigheid. Hoe hij dat klaarspeelde? Hij legde zijn muziekboek open zodat hij de partituur van het lied kon lezen (de eerste noot is een sol). Daarna bladerde hij naar de laatste pagina van zijn boek, naar de grepentabel (hoe positioneer je je vingers om een sol te fluiten?). Na elke noot keerde hij terug naar de grepentabel. ‘Ik heb genoeg gehoord’, zei de leerkracht na zeven noten, en het kleine potloodje kraste een één op de puntenlijst. Muzieklessen op zijn smalst: een opgelegd oubollig lied spelen op je blokfluit en daarop beoordeeld worden door een onverbiddelijke leerkracht met een petieterig potloodje. Onlangs keek ik naar The Eddy, een miniserie over een Jazz club in Parijs, geregisseerd door Damien Chazelle. De serie toont muziek als taal, elk personage gebruikt muziek om te communiceren. Iedereen vindt zijn plaats in en door muziek. Je hoeft de constructies van jazz niet te begrijpen om te weten wat de personages je willen vertellen. Muziek verbindt, troost, lijmt, stimuleert, spreekt, redt, creëert en eert. Ik had de serie graag integraal gezien in de muzieklessen van weleer. Dan was mijn blokfluitkennis beperkter, maar kiezen is niet altijd verliezen. Mijn jongste dochter leert piano spelen. Ze musiceert met een verpletterend plezier. Het gaat niet enkel om haar vingers op de juiste toetsen te zetten, het gaat vooral om de voldoening van het creëren. Een instrument leren spelen is soms instrumenteel, maar het is hoe dan ook niet bedoeld om te beoordelen met een grijs potloodje.   Dochter (met een zelfgemaakt castagnette in de hand): Mama, luister hier eens naar! Moeder: Wat is dat? Dochter: Hier zit muziek in.

Lore Dewulf
6 0

Gift

Ik herinner me nog goed de tijd dat ik onbekend was en mijn columns níét wekelijks door 40 mensen gelezen werden. Wat was dat een waardeloze periode. Bij de bakker moest ik de volle prijs betalen voor m'n croissants, in de boekhandel deden ze alsof ik Jan met de Pet was die de nieuwste Kampioenenstrip kwam kopen en vrouwelijke loopsters lieten me opvallend minder vaak hun ontblote boezem zien wanneer ik hun richting kwam uitgelopen. Nu dat allemaal veranderd is, kan ik me geen leven meer voorstellen als onbekende Vlaming, hoewel ik net heb uiteengezet hoe goed ik het mij allemaal herinner. Zo'n supersterrenstatus, ik kan het iedereen aanraden. Daar zit natuurlijk het probleem. Ik maak amper dt-fouten, schrijf hashtags als Hemingway en heb in m'n adembenemende illustraties lang geen 50 tinten grijs nodig om de lezeressen ondeugende gedachtes te bezorgen. Maar niet iedereen is geboren met zo'n onuitputtelijke massa talent als ik. Dat is, doordat ik zo bescheiden ben, iets wat ik te vaak vergeet. Een vriend van me werkt in de fabriek waar ze de lucht in Maltesers pompen. Acht uur per dag werkt hij zich krom aan de lopende band, iets wat ik ook heb gedaan als jobstudent en waar ik overigens zeer goed in was. Dag na dag verzekert hij dat elk chocoladeballetje even knapperig is als het vorige. Je wil niet weten hoe hard mensen het verlíézen als hun Maltesers niet consistent zijn in knapperigheid. Deze kameraad draait daar dus dagelijks zijn nikkel af en krijgt er een habbekrats voor in de plaats. Als ik hem dan vraag waarom hij niet kiest voor zo'n leven vol rijkdom en aanzien als het mijne, zegt hij: 'Maar Hans, snap jij het dan niet? Ik ben helemaal niet zo uniek als jij. Gewone stervelingen als ik hébben geen keuze. Stop met die bescheidenheid en besef dat jij staat waar je staat door jouw uitzonderlijke gaves.' Na enkele dagen ben ik dat alles weer vergeten, niet zozeer omdat het me niet interesseert, maar vooral omdat mijn geheugen echt niet zo buitengewoon is. Daar heb je die bescheidenheid weer. En de vervelende kanten aan de roem? Die zijn er ook, hoor. Met jeuk die zich nog maar een beetje in de buurt van je zitvlak bevindt, leer je best zo snel mogelijk leven, want in het openbaar aan je achterste krabben is geen optie meer. De magazines zouden nogal smullen. Daarnaast is het onmogelijk om meer dan 10 meter aan een stuk te wandelen zonder dat je grootste fan om een selfie komt vragen. En 10 meter verder word je opnieuw aangeklampt door een grootste fan. Verder voelen vrouwen van middelbare leeftijd zich zo vrij om tijdens fotomomenten in je billen te knijpen. Hoogst onaangenaam, behalve wanneer je op dat moment jeuk aan je achterste hebt. En dan zijn er ook nog de afgunstigen, de lastigaards die willen dat jij hén speciaal behandelt in plaats van omgekeerd. Zo hebben sommige bakkers de arrogantie om te doen alsof ze me niet kennen om me alsnog de volle prijs van hun croissants te kunnen aanrekenen. Kleine mensen. Ach ja, allemaal klein bier vergeleken met de voordelen. Ik zou niet meer kunnen terugkeren naar dat leven van nietsbetekenende dertien-in-een-dozijner. Oké, ik maakte misschien meer tijd voor mensen. Ik stond klaar, luisterde. Maar uiteindelijk help je één iemand. En nu? Nu bereik ik wekelijks 40 verschillende volgelingen en inspireer ik hen met m'n kunst. Omdat ik wéét dat ik hen die spark kan bezorgen. Dat idee van hoop. Die glimlach na een ondraaglijke dag van lucht in Maltesers pompen. Ik ben het levende bewijs dat je je dromen kan waarmaken en dat ook jij misschien ooit een god wordt voor een heel leger van bewonderaars. En dát is waar ik het voor doe.

Hans Verhaegen
26 1

Het boek

Voor ieder van ons ligt er een boek. Het is een ontzettend lijvig boek met erg kleine lettertjes. Je kunt je hele leven wijden aan het lezen, bestuderen en naleven van de inhoud. In dit boek staan al je overtuigingen, levenslessen, conclusies, verwachtingen, oordelen, beschermingsmechanismen en alles dat je werd ingeprent. Het beschrijft wie je denkt dat je bent en moet zijn. Er is ook een uitgebreid hoofdstuk gewijd aan wat normaal en acceptabel is en wat niet. Een deel van het boek hebben we zelf geschreven en andere delen werden door anderen ingevuld. Zo heeft onze cultuur bijvoorbeeld voorgeschreven hoe ons leven en keuzes er horen uit te zien. Onze opvoeding heeft eveneens een steentje bijgedragen aan het volume van het boek. En dan is er nog ons genetisch materiaal dat de stijl en toon van de tekst bepaalt. Het is een soort van handleiding waar we ons bij twijfel tot wenden. En we twijfelen veel. Veel mensen staren gefixeerd naar hun opgeslagen boek. Hun ogen wenden zich nooit af van de letters. Het hoofd blijft permanent gebogen boven de pagina’s. In feite hebben ze zelfs niet meer door dat ze aan het lezen zijn. Wat ze zien wordt als realiteit en absolute waarheid aangenomen. Wat daar staat, is waar ze in geloven. Als ze het hoofd zouden oprichten en rondkijken, krijgen ze het gevoel alle houvast te verliezen. Ontmoeten ze iemand die op een totaal andere wijze dan de voorschriften handelt, dan zullen ze verontwaardigd verwijzen naar de paragrafen die volgens hen van toepassing zijn. Het boek bakent een ruimte af waarbinnen er geleefd kan worden. Het dicteert een zijnswijze. Het is menselijk om structuren, patronen en betekenis te zoeken als leidraad in de hoeveelheid keuzes die in een leven gemaakt kunnen worden. Het boek heeft een zelfbeschermende functie en dient als ankerpunt. Door het naleven van de voorschriften hopen we rust te vinden. Als compensatie tegenover de  alomtegenwoordige en fundamentele bestaansonzekerheid. Maar het is ook zeer beperkend. De inhoud van ons boek kan zonder dat we het beseffen sterk afwijken van onze authentieke aard. We hopen goed te doen door het boek bij twijfel te raadplegen, terwijl we onszelf daar misschien eigenlijk kwaad mee doen. Want misschien wijkt onze authentieke zelf wel sterk af van alles wat onze opvoeding, cultuur en omgeving voorschrijft. En dan verloochenen we onszelf door het boek in plaats van onze ware zelf te volgen. Het vraagt een open geest, moed en zelfvertrouwen om je hoofd te rechten, het boek dicht te klappen en rond te kijken. Want de ruimte rondom het boek is werkelijk oneindig. In de ruimte rond het boek is alles mogelijk. De enige leidraad in die weidsheid is je hart en gevoel. Wat goed voelt, dat is daar de norm. Het kan goed zijn dat je persoonlijke keuzes veroordeeld of afgekeurd worden omdat ze sterk afwijken van wat er in de meeste mensen hun boek staat. Constructief omgaan met die oordelen zonder jezelf in te binden is een kracht die doorheen de tijd kan versterkt worden. Je kunt jezelf leren om stabiel in je authenticiteit te blijven staan terwijl anderen niet begrijpen of goedkeuren wat je doet. Je zou het jezelf anderzijds erg moeilijk maken indien je het boek definitief van tafel zou vegen en alle voorgeschreven structuren negeert. Want de maatschappij waarin we leven rekent erop dat je bepaalde voorschriften volgt. Het is wel handig om te weten wat er verwacht wordt en welke stappen er moeten gezet worden indien je iets wil bewerkstelligen in de collectieve realiteit. De regels hebben een functie. Ze zijn er om chaos te weren en alles in goede banen te leiden. Maar ze hoeven ook niet te serieus genomen te worden. Het is gezond om de voorschriften te accepteren en te respecteren, maar om tegelijkertijd wel te beseffen dat ze geen ultieme waarheid zijn. Doe jezelf een plezier door zonder oordeel of schaamte te dansen in de ruimte rond het boek. Door vrijuit te spelen en onbegrensd te visualiseren over wat je graag zou bereiken in het leven. Ongeacht wat er in je boek staat kun je jezelf onvoorwaardelijk liefhebben, met geduld en mededogen. Verlos jezelf van de voorgeschreven beperkingen door met een kinderlijke open blik verwonderd rond te kijken. Zo’n boek is tenslotte maar een nietig ding ten opzichte van de oneindigheid van het universum.

KarolienDeman
25 1

rechtstreeks signaal / zon

beeldeen sonde uitgestuurd om te crashen  crashtbeweegt je mee in een organisch aangetrokken blik richting hetgeen opkomtopnieuw & opnieuw hetgeen je strekt van je lichaam dat in licht nu baadt en circuleert tussen omstandigheden en fenomenen, danst er pluizig in rond als een kleverig aangetrokken ornamentwaarna je lacht en signalen halveert want wat zijn ze nog zonder directe impact? laat maar zweven hier — laat maar liggen hierhet één raakt het ander, het andere raakt niets dan zichzelfen beweegt mee de cyclus die wederom begon, inhaleert een beeld, dat als data voor zijn voeten lag te schokschouderen en verder bleef vibreren en crasht wat gebeurdeover het groene uitgestrekt liep iets dat aangetast was, stopte bij een middendeelin de huidplooien wordt alsnog geabsorbeerd wat aangeleerd wordtzonder techniek de survival van de dag laten gebeuren en terugkerenwaarbij het groene zich afscheurde van de romp klei leem zand materieen waar het knelde vertelde men de dagen zich verderwant niets dat ging stoppen als het was begonnen   de afspraakzonder er bij stil te staan stonden we te kijken naar het glinsterende lichtpunt hoog boven ons dat groter werd en werden we er échter uit, uit iets als ons of in ons of nu nog, hoog boven ons, langzaam neerdalend, crashend in een landschap vol haat en gehaspel waarbinnnen lijnen werden getekend die weinig gemeen hadden met wat wij nu nog hadden want van een oorsprong was er geen sprake meer; dit was geen oorsprong maar een verloop; dit was geen lijn maar een cirkel; en is het omdat je erom vroeg dat er iets zou kunnen bestaan als het één trekt het ander aan maar trek deze soort terug naar een natuurlijke staat door luid neer te crashen op kopstukken, op headhunters, op koppensnellers, op pandverpatsers, op een coherentie die hier staat te wachten tot die lichtbubbel eens iets anders doet, anders dan telkens opnieuw nieuw, waarna ze neerkomt en invalt op je plooien en wat je zoal bent als ze op je neerdaalt; wat ben je nog, nu je hier niet meer zomaar de situatie claimt als een bezit, maar dat je er eerder een omranding van maakt, een middendeel, waarbij het groene zich eerst uitstrekte en aansloot en dan besloot dat het mooi was geweest, dat het groots was geweest, dat het scheuren betekende zich van iemand te ontdoen onafhankelijk van lichtinval en datgene ertussenwat dan overbleefals een signaal een lichtstreepzonder verhaalalleen maar door er te zijnomdat dat is waar we voor tekenden

Dries Verhaegen
20 0

Het familiaal wetenschappelijk kapitaal

Net op tijd val ik binnen in het auditorium. De zaal zit afgeladen vol met universiteitsstudenten. Ik ben er één van. De prof die vooraan staat, kijkt de zaal rond en begint zijn betoog: ‘goeiemorgen dames en … heer.’ Iedereen kijkt rond en jawel, er zit één mannelijke student in de zaal. We kennen hem allemaal. Normaal zouden er nog twee andere mannelijke studenten in de zaal moeten zitten, maar die hebben na onze uitgaansavond van gisteren blijkbaar minder karakter dan ik. Drie mannen versus meer dan honderd vrouwen, dat is de realiteit in een opleiding Pedagogische Wetenschappen. Waarom kozen al die vrouwen en die drie mannen pedagogische wetenschappen en geen STEM richting, hoor ik u denken? De laatste jaren blijkt het criterium ‘wetenschappelijk kapitaal’ steeds crucialer in de studiekeuze voor een STEM richting. Sociologe Louise Archer onderzocht het wetenschappelijk kapitaal en kwam tot de bevinding dat vooral mensen uit de onmiddellijke omgeving interesse in STEM wekken. Ze noemt dit family science capital: wie opgroeit in een gezin waarin één of beide ouders beroepsactief zijn als wetenschapper of als ingenieur hoort thuis aan de keukentafel specifieke gesprekken. Deze gesprekken kunnen de belangstelling voor een STEM richting wekken. In haar onderzoek bij 1700 Britse jongeren vond ze dat de 92 meisjes die bijzondere interesse hadden in wetenschappen, er meer dan 60% opgroeiden in een gezin met een hoog family science capital. Waarom er dus zoveel dames kiezen voor humane wetenschappen, zoals bijvoorbeeld pedagogische wetenschappen en niet voor een STEM richting? Reken en tel. Het family science capital hier in huis is laag. Na een korte check van de familiestamboom kan ik meedelen dat er slechts één grootouder positief bijdraagt aan het family science capital van mijn dochters. Sinds het lezen van dit onderzoek probeer ik me aan de keukentafel te distantiëren van reacties als: ‘Oh fysica, dat snap ik geen jota van!’. In het secundair onderwijs stonden fysica en chemie bovenaan mijn lijstje ‘minst favoriete vakken’. Daar zitten mijn leerkrachten van destijds zeker voor iets tussen, maar dat is een ander verhaal. Ik wil mijn dochters onbevooroordeeld laten beslissen of ze al dan niet fan zijn van deze materie. De schoonheid van fysica en chemie wordt mij wel duidelijk als ik samen met mijn dochters naar Superbrein kijk op Ketnet. Voor wie het programma niet kent: Lieven Scheire ontvangt drie teams die tegen elkaar strijden om de titel van superbrein. In het programma mogen de kandidaten onder andere spectaculaire proeven uitvoeren en nadenken over mogelijke experimenten. Dat zat niet in het lessenpakket in mijn schooltijd. Wat dan wel? Formules moeten overschrijven van het bord (Waarom schrijf je niet? Omdat de formules in mijn boek staan. Je moet de formules overschrijven. Doe ik niet. Ok, dan ga je nu naar de directeur. Goed, dan moet ik tenminste de formules niet overschrijven.) en erlenmeyers molesteren (Wat? Hebben jullie weeral een erlenmeyer gebroken?). Weet je wat het toppunt is van family science capital? De familie Curie. Voor de goede orde: dit is geen grap. Vier Nobelprijzen op hun schouw. Marie Curie won er twee. Ze won de Nobelprijs voor de Natuurkunde met haar man. Acht jaar later won ze er nog één, deze keer de Nobelprijs voor de Scheikunde. Ik vraag me af of er ook zoiets bestaat als family human science capital? Zoniet, dan moeten we dat misschien in het leven roepen. Ik wil hier gerust aan bijdragen vanaf mijn keukentafel. Er is ook nog plaats op mijn schouw, mocht dat ooit nodig zijn. Moeder: Als je sneller wil met je rolschaatsen, kan je best een hellend vlak zoeken. Dochter: Ok. Ik begin met de opdaling, want de afdaling vind ik nu nog te eng.

Lore Dewulf
26 1

2dehands

Er bestaat geen betere manier om een idee te krijgen van hoeveel idioten dit landje bevolken, dan door iets te koop te zetten op 2dehands.be. Voor hen die het zich kunnen permitteren om hun ongebruikte rommel ergens in een put te smijten of te laten verrotten op zolder: prijs jullie gelukkig. Zolang Humo, De Standaard, De Morgen of – for god’s sake, als het echt moet – HLN mijn columns consistent blijven niet-kopen, heb ik echter niet de middelen om mijn aftandse shizzle met 100% verlies te dumpen. Ik probeer dus geregeld iets aan de man te brengen op de digitale rommelmarkt en ik daag hen die aan de stelling in m’n eerste zin twijfelen uit om een keer hetzelfde te doen en gewoon te wachten. Afhankelijk van wat je verkoopt – op het moment van schrijven zijn zetels met de gezellige kontafdruk van de vorige eigenaar trending, doe ermee wat je wil – zal je al snel doorkrijgen dat er op de site maar een beperkt aantal types rondhangen. Met wat geluk komt de eerste reactie van de beleefdste van hen allen, namelijk de uitzonderlijke soort die nog werkt met ouderwetse taalconventies zoals de aanspreking en het gebruik van werkwoorden. Na een vriendelijke 'hallo' of 'beste' volgt dan steevast de eerste van de enige twee openingszinnen die gebruikers van de site tot hun communicatieve toolbox rekenen: ‘Staat het nog steeds te koop?’ Het is verleidelijk, maar in het belang van je nieuwe business antwoord je best niet met: ‘Betrapt! Wat gaf het weg? Het feit dat het online staat op een zoekertjessite?’ Nu begrijp ik maar al te goed dat de Mohammeds en Yusefs onder ons de hierboven genoemde tactiek hanteren. Deze brave knullen hebben namelijk keer op keer voor dat ze contact zoeken en het aangeboden goed magischerwijs nét verkocht is. Maar waarom Tom Peeters uit Keerbergen opent met diezelfde zin is mij een raadsel. Hoe dan ook bespaar je jezelf best de moeite, want als je de fout maakt om pas te antwoorden wanneer het jou uitkomt, ben je te laat. Gefeliciteerd, je hebt zonet kennis gemaakt met de ik-heb-de-aandachtsspanne-van-een-goudvis-en-de-nood-aan-onmiddellijke-behoeftebevrediging-van-een-baby. Hopelijk heb je een zetel te koop gezet, want die zijn hot. De volgende reactie zal in dat geval niet lang op zich laten wachten. Was het uitroepteken in m'n antwoord te agressief? De smiley te sletterig? Terwijl er onzekerheden bovenkomen die je niet meer gevoeld hebt sinds je ergens begin 2000 sms'te naar een nummer dat je op een fuif had losgepeuterd, loopt de volgende melding al binnen. Deze keer met de andere openingszin waarmee de chatservers van 2dehands gevuld zijn: ‘Wat is je minimumprijs?’ Hier heb je wat ik het niemand-heeft-me-ooit-uitgelegd-hoe-bieden-werkt-type noem. Waarom zou je ook dat tijdsintensieve spelletje spelen en bod na bod over en weer kaatsen als je op de man af kan vragen hoe wanhopig de verkoper is. De ergste gevallen van deze soort hebben zelfs het lef om, nadat je de minimumprijs hebt gegeven, tóch nog af te bieden. Ga hier alsjeblief niet in mee, tenzij jíj graag aan de mensen van Van Dale uitlegt waarom ze hun boeken opnieuw kunnen drukken omdat je de definitie van het woord 'minimum' waardeloos hebt gemaakt. Maar vrees niet, de meeste van deze idioten geven het op als je hen voldoende hard verwart. Een simpele ‘Zazawie!’ antwoorden op alles wat deze persoon je verder vraagt zou in dit geval dan ook moeten volstaan. En kijk, voor je het weet, krijg je een bericht van de laatste en vermoeiendste variant. De magisch denker, de dromer, de een-nee-heb-je-en-een-ja-kan-je-krijgen. Oftewel de 2dehandsworst die denkt dat de hele wereld even idioot is als hij en 10 percent van je vraagprijs biedt omdat er misschien, je weet maar nooit, zou het niet, wie niet waagt, niet wint... Dit is het type dat op een iPhone-zoekertje van 500 euro reageert met: 'VOOR 50€€ VANDAAG OPGEHAALT!' Mijn reacties op dit specimen zijn dan ook qua niveau vergelijkbaar met de bieder en gaan van ‘Ik denk dat je mijn zoekertje door elkaar haalt met je moeder! ;) Vriendelijke groeten.’ tot ‘Ik bezorg het je vandaag nog helemaal gratis als jij me een geldig bewijs van sterilisatie stuurt.’ Wanneer ook dat niet genoeg is om iemand af te schrikken en ik het antwoord ‘Wat is je minimumprijs dan???’ krijg, ben ik meestal al volop naar immo-sites aan het mailen. Voorlopig heeft nog niemand gereageerd op mijn bod van 100.000 euro voor die villa in Keerbergen met een enorme zolder, maar hey, wie niet waagt...

Hans Verhaegen
36 0