Zoeken

Begijnen 2.17

Het is zo ver! Eindelijk weet ik  wat ik wil worden: begijn. Hoe ik tot dat besef ben gekomen? Wel, ik zat met een vriendin met een kledingstandje op een tweedehands verkoop. We verveelden ons stierlijk, want zoals dat regelmatig gaat op zo’n evenementen, waren er meer verkopers dan kopers. Gelukkig had mijn vriendin, die van het spirituele type is, de ‘Hapyness’ meegebracht. Dit magazine belooft je de weg naar balans en innerlijk rust in je leven te vinden.  We bladerden  door de pagina’s innerlijke balans en kwamen zo voorbij een artikel over vrouwen en vriendschap. Zo zouden vrouwen al eeuwen, al dan niet gedwongen, de neiging hebben om ‘clubjes’ te vormen. Het rode avondlicht, boekenclubs,  naailessen, Pussy Riot,  The Spice Girls: allemaal verdoken of minder verdoken vormen van feministische bendevorming. Zo ook: de begijnen. Begijnen duiken voor het eerst op rond de middeleeuwen. Het waren alleenstaande vrouwen die binnen de Rooms-Katholieke Kerk deel uitmaakten van een soort van vrije lekengemeenschap. Het verschil tussen begijnen en de beter bekende nonnen, is dat begijnen geen eeuwige geloften aflegden. De enige gelofte die ze aflegden was die van kuisheid. Ook anders is dat begijnen hun geld en onroerende bezittingen mochten behouden.‘Dat is het!’ porde ik mijn vriendin aan.‘Ga jij een gelofte van kuisheid afleggen?’ vroeg ze met opgetrokken wenkbrauwen.‘Kuisheid da’s een ruim begrip,’ antwoordde ik kordaat.Verder in het artikel lazen we dat de laatste begijn ter wereld zou zijn overleden in Kortrijk in 2013.‘Een uitgestorven ras!’ kirde ik opgetogen tegen mij vriendin. ‘Als we snel zijn, dan kunnen we de eerste zijn in een nieuwe generatie van begijnen.’Mijn vriendin gniffelde en schudde met haar hoofd. Later die avond zat ik er toch nog verder over na te denken. Hoe kon het zijn dat in deze tijd waar in de media steeds vaker wordt verteld over het stijgend aantal alleenstaanden, een groepering als de begijnen was uitgestorven?  Was het enkel dat Rooms-Katholieke dat vrouwen tegenhield?  Konden we dat niet gewoon een beetje naar de achtergrond duwen, zodat ook dames met andere geloofsovertuiging zich konden aansluiten? Misschien kon ik wel een nieuw soort van begijnenbeweging stichten? Ik ben ook alleenstaand, verdien ook mijn eigen geld en toch voel ik nu ook niet meteen een roeping om bij een kloosterorde in te treden.  Het lijkt me best gezellig om met een bende dames samen te hokken. Ik zag mezelf ineens al lopen langs de kleine gezellige huisjes die je in een begijnhof vaak ziet. Ik zou stoppen met werken en enkel nog groenten kweken in mijn tuin. De rest van de dag zou ik schrijven en lezen. Wat een geweldig leven! Ik nam mijn computer en zocht op google naar meer info over begijnen om nog meer te weten te komen over mijn nieuwe groep toekomstige vriendinnen. Aan mijn enthousiasme kwam echter abrupt een einde. Mijn oog viel namelijk op de foto’s van deze vrije vrouwengemeenschap. Zwarte gewaden en witte kappen alom. Ze zagen eruit als karakterloze pinguïns. Dit kon niet waar zijn. Ik sloeg mijn laptop teleurgesteld dicht en aaide snel liefkozend met mijn hand over mijn designer outfit. My precious, dacht ik. Geen enkele zelfstandige vrouw zou haar lievelingsoutfit willen missen. Dat en slechts dat, besloot ik, was dus de hele reden van het uitsterven van begijnen.

Ans DB
35 0

PIS, PLAS, POEP EN KAKCONTRACT

Vorige weken ergens in de krant:   “Consternatie in Nederland nu aan het licht is gekomen dat een rusthuis van een concern dat er zeker twintig uitbaat bejaarde bewoners een “plascontract” laat tekenen. Daarin staat dat ze slechts drie keer per dag naar het toilet mogen. Gisteren maakte RTV Rijnmond bekend dat in rusthuis Grootenhoek in Hellevoetsluis, behorend tot de groep Careyn, de bewoners op vaste tijden om 11, 14 en 18 uur naar het toilet kunnen gaan. Buiten deze tijden om is dat niet mogelijk, of doet het personeel daar moeilijk over. Soms moeten bewoners wachten met toiletbezoek totdat het personeel klaar is met de koffiepauze.” Als U in Nederland woont, hebt U dan al samen met Uw uitvaartverzekering, een pamper rekening en een plascontract afgesloten? Als U zulke onzin van onze noorderburen leest, denkt U dan als tachtig jarige al eens twee keer na over dat euthanasiepilletje. Misschien hebt U al eens rondgekeken op welke spoorwegovergang U het best met Uw rolstoelwielen kan blijven steken voor er zo’n zelfmoordexpresstrein U uit Uw plaslijden komt verlossen. Stel je voor dat zo’n plascontract een Europese stelregel wordt! Willen wij, zelfs wanneer we gehandicapt en lichtjes dementerend zouden worden, dan nog wel op deze wijze oud worden, als anderen voor ons gaan beslissen wanneer we mogen pissen en kakken? Je moet maar toevallig in zo’n rusthuis met tweedehands verzorgers terechtkomen. Is dit misschien het begin van het opruimen van de steeds groter wordende bejaardenberg? Oké zulke maatregelen ontspruiten uit het brein van rusthuismanagers met een schrijnend personeelstekort. Ik kan me echter niet voorstellen dat zo’n rusthuisopperhoofd zijn eigen moeder of vader een halve dag met een ‘moeraspamper’ tussen zijn benen zou laten zitten! Dit idee is toch van de pot gerukt! Of juist niet, kak of gene kak, de pot op en wel op de uren die in het contract vastgelegd werden. Terwijl U drukt en tevergeefs wacht tot Meneer de Bruin zich meldt, vermindert U in één keer de werkdruk van het personeel. Als negentig jarige niet-Alzheimer rusthuisbewoonster, die echter niet meer zelfstandig uit haar bed of uit de rolstoel kan, heb je dan toch schijt aan zulke contracten! Je moet maar juist na de verversbeurt van 11 uur de drang voelen opkomen om een bruine trui te gaan breien. Moet je dan wanhopig je laxerende verteerde en gecomposteerde avondmaal zitten terugduwen totdat zo’n Nederlands rusthuis verzorgstertje haar koffiekoek met bakje troost doorgeslikt heeft? Kunt U zich voorstellen hoe het moet voelen als men U, tussen de vooropgestelde uren, met een sompige naar ammoniak geurende pamper in Uw rolstoel hijst en U de gangen richting refter door duwt? Kan U ook reeds voelen hoe U tevergeefs Uw bruintje tussen de contracturen zal proberen terug te duwen? Al staat de sluitspier nog zo strak, aan Uw kont kleeft strakjes kak. Leuk dat Uw lotgenoten, die met U samen aan de 12 u lunch zitten, U al op afstand  kunnen ruiken als U komt aanrijden. Leuk om als U met zijn allen de gehaktballen met puree tussen Uw tanden zit te vermalen, de stront langs Uw steunkousen naar beneden sijpelt. Het woordje smeerpijpen krijgt dan ineens de juiste betekenis, niet?  Toen pissen, plassen werd is het gezeik begonnen! Het Nederlandse plascontract plan lijkt wel een Big Brother bejaardenaflevering. Welke incontinente, gehandicapte, Alzheimer of Korzakov dementerende houdt het langst stand zonder tussentijds onderhoudsscenario? Wie het eerst een plas of een mosterd- bruinkleurige baggervijver onder zijn rolstoel krijgt, vliegt er onverbiddelijk uit. De winnaar wint een persoonlijke toiletverzorgster, inclusief een jaar gratis pampers en mag de WC eend voeren op elk gewenst uur van de dag. Het is onbegrijpelijk dat in een land waar, in het tijdperk van de centrale verwarming, waar kinderen nog nooit een schoorsteen gezien hebben, men zijn hoofd breekt over de Zwarte of de Schoorsteen Pieten en tegelijkertijd met zo’n bejaarden- zeikplan op de proppen komt.  Gehandicapte senioren, AOW’s  en licht dementerede noorderburen verenigt U en vraag massaal in België asiel aan een paar meer of minder zullen de zaak niet maken! Wij hebben hier nog verzorgsters die met plezier Uw pamper zullen verversen!    

Sim
168 0

PEUMPERSWEUDEN

Vraagje: In wat voor ‘pampermaatschappij’ leven wij nu toch? Ik las vorige weken in de krant dat men in Zweden de teruggekeerde jihadisten, gratis woonst, gratis rijbewijs en belastingvoordeel wil schenken! Zijn ze daar nu helemaal van de Zweedse pot gerukt? Ik zou nog verder gaan en ze allemaal een job geven. Vermits de doorsnee jihad- collaborateur met zijn herseninhoud zelfs geen Ikea kast in elkaar gezet krijgt, stel ik voor dat ze allemaal een militaire opleiding bij de Zweedse staat aangeboden krijgen. Bij het leger krijgen ze dan een versnelde opleiding bij de Svenska ontmijningsdienst en dan kunnen de Zweuden ze onmiddellijk terug op missie sturen. Zij weten als geen ander waar hun IS- vriendjes hun booby traps, bergbommen en springstoffen verborgen hebben en hebben voor de volgende vijftig jaar gegarandeerd werk.  Als er dan al eens eentje op een mijntje trapt is er nog geen kalf verdronken. Staan de doorsnee rökt -kaviarpastasmeerders en köttbullarvreters nog achter zulke stupide krantenuitspraken?  Vindt men in de andere Europese lidstaten niet, dat het lijkt alsof de hersens van de Zweedse politici aangetast werden door de, meestal jarenlange, thuisgestookte alcohol ? Raar dat er van geen enkele normaaldenkend Europees land commentaar kwam. Waren de Europarlementariërs allemaal teveel bezig met hun postjesstoelendans en het Canadees handelsverdrag? Zaten ze met zijn allen op de televisie naar debatten tussen de Amerikaanse presidentskandidaten te kijken en zich te verkneukelen hoe Donald modder trumpetterde over Hilary of waren ze te opgefokt door Poetin’s  spelletjes Stratego en zeeslag? Was de Russische vloot misschien via het Kanaal en de Middellandse Zee onderweg om voor ons de zuidelijke Europese grenzen eens degelijk af te bakenen?  Europa blijkt er tot op vandaag niet veel van te bakken. Tot op heden kunnen we duidelijk niet voorkomen dat dagelijks opnieuw overladen opblaasbare bootjes en luchtmatrassen vol zwarte gelukszoekers van de Libische oever weggeduwd worden en onze richting uit dobberen. Heel veel vroeger verzamelden wij,als kind, voor de arme negertjes, tonnen zilverpapier van de ingepakte repen chocolade. Wat ze daar, in dat donkere Afrika allemaal met die vrachten zilverpapier deden, bleef voor mij toen en tot op dit moment een gigantisch groot raadsel. Toen ginds de zilverpapierberg geen echte oplossing bood, gingen de hulporganisaties allerlei evenementen bedenken om geld in te zamelen.  Het meeste bij elkaar gebedelde geld diende vervolgens om de riante lonen en het grote wagenpark van de zaakvoerende hulpverleners te betalen. Met de overgebleven kruimels besloten de humanitaire instellingen om in de Afrikaanse hongerdorpen waterputten te graven en er pompen bij te installeren.  Al na drie maanden zag je de zwarte vrouwen terug met bidons op het hoofd en emmers aan de hand, op blote voeten, twee kilometer afleggen om drinkbaar water te gaan halen. De dorpswaterput lag er verlaten bij en de mooie koperen pomp hing bij de dorpsoudste in zijn hut te blinken. Het was opnieuw een waterdruppel op de hete kokende Afrikaanse plaat. Daarna betaalden wij met zijn allen, via onze belastingen een deel aan ontwikkelingshulp. Geld dat nooit bij de noodlijdende bevolking terecht kwam, maar waarmee de plaatselijke corrupte presidenten en koningen hun kastelen nog wat rijkelijker lieten versieren. Nog een vraagje: Nu de wereld voor deze Afrikanen, via satelliet en internet zo klein geworden is, schrikken wij er dan van dat die zwarten nu de omgekeerde weg, richting noordwaarts, vanwaar het geld ooit kwam naar oorsprong, onze geldbeugel, al stappend, varend of zwemmend afleggen. Zouden wij in hun plaats niet hetzelfde ondernemen om eindelijk een stukje van de op de televisie getoonde welstand op te eisen? Van honger- naar bijstandsneger. In Antwerpen werd vorige week de eerste sigaretten- en prullariaventer in dienst van de ‘zwartemannekesleurdersmaffia’ op de Groenplaats gesignaleerd, zijn zakken vol asielweigeringen en papiertjes met: U moet ons land verlaten. Voor we het weten, zullen we niet meer ongestoord op een Antwerps terrasje een koffie kunnen drinken, zonder dat we voordurend houten maskers, speren, handtassen en namaak merkkledij onder onze neus geduwd krijgen. Vraag drie: kijkt U al eens naar ‘De Buurtpolitie’ met zijn fantastisch nagespeelde maar soms lachwekkende en onnozele echte politiezaken?  In de krant stond te lezen dat echter de echte politiemensen en rechercheurs, en zeker diegenen die rond het Brusselse patrouilleren, regelmatig tegen een burn out zitten. Zouden jullie niet gefrustreerd raken als je het crapuul, met het middenvingertje omhoog, vrij voorbij het commissariaat ziet lopen nog voor je het proces verbaal uitgetypt hebt? Al wat deze agenten doen, is gewoon dweilen met de kraan open. Om hun werk wat op te leuken, sluiten ze nu intern weddenschappen af: De pot is voor diegene die kan raden, hoe lang in uren, minuten en seconden het duurt voordat een onderzoeksrechter het juist aangehouden boefje terug laat lopen. Wat voor watjes zijn die rechters! Het voorgeleide schorremorrie was al een veertigtal keer voor diefstal opgepakt en had met een engelengezichtje, met de hand op het hart, voor de veertigste keer aan de onderzoeksrechter beweert dat hij het nooit meer zou doen en werd opnieuw zonder straf  door die zachte ei-rechter terug de grote boze dievenwereld ingestuurd. Krijgen wij als burger niet stilaan het gevoel, dat deze rechterlijke schijtlijsterreacties de straffeloosheid in België in de hand werken? Wereldvreemd mag je hen niet noemen! Hoe noem je die ivorentorenmagistraten dan?? Je moet maar als slachtoffer, met een gebroken heup in het ziekenhuis liggen nadat dit handtassentrekkertje je onderuit gesleurd had en horen dat die wereldvreemde halfzachte rechters het gespuis, soms zelfs niet eens onder voorwaarden, terug vrijlaten. Met hun vermanende pasop- vingertje hebben ze het boefje toegesproken en wachten nu geduldig af tot het schoelje zijn 100ste diefstal pleegt, zodat ze hem een ‘volhoudingsmedaille’ kunnen uitreiken! Nog een vraagje: Begrijpen jullie dat sommige advocaten nog de slaap der rechtvaardigen slapen?  Hebben zij misschien een duister complot met een aantal knoeiboelmagistraten, die keer op keer door procedurefouten het tuig ongemoeid moeten laten lopen? Wat mankeert er aan ons rechtssysteem? Nu moet men mij toch eens eventjes vertellen, waarom men, een jihadmoeder, die al in de gevangenis zat, midden in terreurniveau 4, terug vrij gelaten werd in afwachting van de uitvoering van een nieuw proces in beroep! Waarom worden terugkerende Syriëstrijders met een enkelbandje en de hoop dat ze uiteindelijk ooit eens gaan deradicaliseren, terug in onze maatschappij geretourneerd? En die pedofiel, die door verschillende mensen ontmaskerd werd, waarom liet men die na ondervraging terug lopen? Waarom kunnen drugdealerkopstukken lachend het gerechtsgebouw verlaten, omdat er ergens op een papiertje een verkeerde vertaling staat?  Vragen, vragen, zoveel vragen. Gaat daar ooit een oplossing voor gevonden worden? Ik betwijfel het…meer nog ik weet wel zeker van niet! Dus laat ons al eens beginnen met aan die Zweedse idiotiska retande politiker en linkse grav laxlikkepotte te laten weten dat wij, de rest van Europa,  helemaal niet achter hun naïeve wollegeitesokken- krantenidee staan en dat ze dringend moeten stoppen met hun peumpergedeu!

Sim
0 0

HIER EINDIGT DE BESCHAVING, MEER DAN EENS HEEL ACTUEEL!

Ik weet niet hoe het met jullie gesteld is, maar het fenomeen “reacties op dagblad- en facebook artikels” houdt mij hevig  bezig. Sinds jaren lees ik gratis de kranten via het internet en ik kan niet aan de lokroep weerstaan om telkens weer de reacties op de artikels, van al die anonieme aliassen eventjes open te tikken. Bij het lezen van al die reacties lijkt het wel, dat in dit land iedereen wel zijn eigen mening dringend wereldkundig moet maken of plezier vindt in het afzeiken van andersdenkenden. Het is alsof je de beerput opent en het rioolpersluchtje rond je hoofd komt stinken. Ik begrijp nog steeds niet ten volle waarom de internetdagbladen een forum geven aan een gefrustreerde Yor, een James kont, een tisaltijdwat, een Vlaams kieken of een Zeurpiet.  Ik weet, na al dat lezen ondertussen, dat de meeste respons geschreven werd door simpele zielen of platvloerse judassen die al hun anonieme pesterijregisters on line opentrekken om hun opgekropte ergernis ergens te kunnen lozen. Ongelofelijk hoe mensen met blijkbaar een hersencapaciteit van een mini garnaal en een nog kleinere portemonnee-inhoud plots al hun frustratie en jaloezie als ‘would be’ journalisten moeten ventileren. De virtuele ruziestokers verkondigen, via reacties aan de krant en op allerlei sociale media zoals Twitter of Facebook ongezouten hun mening. Ze vallen op een laffe naamloze achterbakse manier, politiekers, bekende Vlamingen en hun collega- reactieschrijvers (die niet hun zelfde mening toegedaan zijn) met pijnlijke scheldkanonnades aan.   Het liefst zouden ze nog een cyberoorlog ontketenen, met elkaar via de webcam op de vuist gaan of virtueel met rotte eieren en overrijpe tomaten willen smijten. De meesten zijn boosaardige hufters die uit pure verveling de moraalridder willen uithangen. Vroeger kocht mijn vader een papieren krant, mompelde wat, riep vervolgens verontwaardigd wat naar mijn moeder, en daarmee was de kous af. Diegenen die thuis geen luisterende partner hadden, trokken naar een of andere bruine kroeg en hingen daar aan de toog, achter pot en pint, wat tegen elkaar te ouwehoeren. Na een nachtje leuteren over foute toestanden en hun ongenoegen over de interne- en wereldpolitiek uitgestort te hebben, sleepten ze zich dan als menselijk wrakhout richting thuis om daar hun roes uit te slapen. Vandaag de dag bestaan er bijna geen buurtcafés meer, is het sociale luisterende oor zoek en riskeer je op je bek getimmerd te worden als je andersdenkend, verkeerdelijk het foute antwoord geeft. Dus verplaatst de platvloerse woordenstrijd zich achter de computer, de pc , de smartphone of de tablet. Lekker anoniem met een alias als, Poeki, dakdekkertje, Humpidumpie of Deug niet, durven deze marginale zwak begaafden alle zangers, sportlui of Belgische politici met een zekere minachting en afgunst afkraken. O wee, de enkeling die deze bekende Vlamingen een hart onder de riem wilt steken en positief uit de hoek komt, die krijgt de volledige beerputkritikasters over zich heen. Als er om 7 uur ’s morgens een krantenartikel verschijnt, dat er die nacht op de Vlaamse wegen zich weer vier jongeren te pletter hebben gereden, staan er om 5 na 7 honderden, weliswaar goedbedoelde ‘innige deelnemingen’ en ‘sterkte’ reacties te lezen van een Mallebabbe, een Hubie , een Lief huisvrouwtje of een Sariemarijs. Op één enkeling na die ‘eigen schuld, dikke bult’ neergepend heeft. Denken die simpele van geest nu werkelijk dat de rouwende familie die ochtend niets anders aan zijn hoofd heeft dan na zo’n ongeval al deze reacties te gaan lezen? Als de Minister voor Asiel en Migratie, Theo Francken met zijn hoofd in de ochtendpers komt, dan zie je onmiddellijk aan de reacties van welke kant van de zetelverdeling de schrijfsels komen. Onder het pseudoniem van  Filip de Zomer, ssjef en Rechts worden er allerlei simplistische oplossingen aangereikt om de toestroom van armoe- illegalen tegen te gaan en kunnen er volgens hen niet genoeg teruggestuurd worden. Een ander verhaal krijg je van Rooiemia, Boeleke, Hubu en Linkseteo, die vinden dan dat ‘zwarte’ Theo niet genoeg vluchtelingen binnenhaalt en er, in hun ogen, teveel uitwijst. Diezelfde schrijvers maken dan later een reactiebocht van 180 graden als Theo met een plan komt om 2500 extra bedden voor asielzoekers te voorzien in een kazerne ergens in hun eigen gemeente of in een centrum juist om de hoek. Onmiddellijk worden er dan niet mis te verstane moordlustige haatcampagnes gelanceerd. Maggie de Block, Minister voor Asiel en Migratie, in een vorige regeringssamenstelling, werd prompt de populairste vrouwelijke minister nadat ze een, in de media opgevoerde, compleet geïntegreerde, vlot Nederlands pratende, hard werkende maar een volledig uitgeprocedeerde 18 jarige Afghaan terug naar Afghanistan retourneerde. Maggie is nu Minister van Volksgezondheid en krijgt nu bakken kritiek. Een Sprietje, een dieetgoeroe, anorexia8 en een Robinhoet  kunnen nu in alle anonimiteit onze obesitas- Rubensvrouw beoordelen op haar lichaam en niet op haar beleid. Op een artikel over de Gay Parade in Antwerpen, tuimelen stante pede een tweehonderd reacties over elkaar de krant binnen. Nog nooit heb ik op zo’n korte tijd zoveel synoniemen voor het woordje homo of lesbo gelezen. Notoire homohaters, zoals een Godismetu, Lulleman en een Engeltje moeten hun purgerende shit over deze, volgens hen, schaamteloze optocht uitstorten. Deze zedenpredikers, die nog steeds beweren dat holebi of transgender zijn een ziekte is, moesten tot in hun liezen, purperpaars van schaamte worden. Hopelijk krijgen ze in de toekomst een zoon of een kleinzoontje die alleen met een pop onder zijn arm,  in een roze pamper wil rondlopen of een babymeisje dat hun in de puberteit komt vertellen dat ze volgens ‘hem’ een stukje te weinig heeft. ’t Zal ze leren. Als Vlaams Minister van Dierenwelzijn, Ben Weyts niet van zijn standpunt afwijkt, dat onverdoofd schapen slachten niet meer in onze Westerse beschaving thuishoort, krijg je meteen een soort fonetische analfabetische reacties van een Momo, een Pitalover en een Abia3, die vinden dat zij als gasten in ons land en als nieuwe Belgen het recht hebben om voor hun Offerfeest ritueel te slachten. Daartussen staan dan de schrijfsels van Puck, Minoeke, Wafwaf en Flipper2, alle dierenactivisten, honden- en poezenliefhebbers en Gaia sympathisanten die de verstandige Minister toejuichen. Vorige zomer verscheen er in de internetkrant een artikel over klagende burgers. Na drie jaar strijd, met politie interventiesen proces verbalen werden zij nog steeds niet door de gemeente au serieux genomen. Zij klaagden over lawaaioverlast, nachtlawaai,verkeerd geparkeerde auto’s voor hun deur en tegen hun poort rotzooi achterlatende, brakende en pissende klanten van een restaurant/café/dancing in de buurt. Ten einde raad staken zij hun koppen bij elkaar, lieten een petitie rondgaan en lieten ze in hun eigen voortuin een bord plaatsen met de woorden ‘Hier eindigt de beschaving’. Direct kwam er een reactie van de restaurantuitbater, want waarschijnlijk wie het schoentje past, trekke het aan. Nu woon ik niet in de buurt en ik weet dus niet of de klachten gegrond zijn, maar iets zal er wel waar van zijn anders zouden de mensen er niet stilaan genoeg van krijgen. Of het plaatsen van zulk ‘reclamebord’ nu de juiste oplossing was om een oplopende burenruzie alsnog uit te praten, betwijfel ik, maar de omwonenden kregen nu wel een forum op de plaatselijke ATV nieuwszender en meteen een luisterend gemeenteoor. Nadat een journalist (die waarschijnlijk op een gratis etentje in het restaurant uit was) een volgens mij niet geheel onpartijdig artikeltje in de krant deed verschijnen, was het besmeurde hek van de dam. Alle lawaaizoekende tamtamklanten,  kroeg- of klaplopers en potentiële herrieschoppers, of zij daar in de buurt woonden of niet, kropen achter de computer en begonnen in de krant met diepe minachting de desbetreffende goedgeboerde villa bewoners de huid vol te schelden. Zelfs de mogelijke immobiliën waarde van hun huizen kwam sommige jaloerse schrijvers de strot uit en gaven, volgens hen, deze rijke stinkerds geen reden tot klagen. Ook iedere meelevende burger die het aandurfde begripvol te reageren, werd met bagger overgoten.  Het is meer dan duidelijk dat niet alleen in Schilde de beschaving eindigt, maar achter alle computerschermen waar anonieme aliassen, censuurloos en schaamteloos hun drek over de krantenlezers uitstorten. Weet U Mevrouw of Mijnheer, welk het alias van Uw wederhelft is? Leest U met flikkerende oogjes over zijn of haar  schouder mee, wat zij allemaal ongegeneerd op de sociale media durven schrijven. Of krijgt U het ongemakkelijk warm van plaatsvervangende schaamte als U al die beerputergernis en racistische uitlatingen van Uw partner ongewild onder ogen krijgt? Ik hoop dan maar dat alle bekende Vlamingen, politici  en ‘mede van repliek genietende schrijvers’, in de toekomst deze reacties niet meer openklikken, want niemand blijft tenslotte onberoerd na al die randdebielenkritiek.  En terecht moeten al die marginale racisten die schaamteloos in hun eigen leefwereldje hun frustratie wegtypen, vervolgd worden! Wat er in die hoofden van die virtuele ruziestokers omgaat is moeilijk te begrijpen. Dus bij deze, als ‘Heethoofdje, Pierewaaier, ArmVlaanderen en Criskras zich, na het lezen van dit verhaaltje herkennen en jullie jezelf misschien aangesproken moesten voelen om een reactie achter te laten:” Be my guest!” Na elke artikel in deze krant is er een plaats voorzien waar jullie ophemelende reacties zoals; “Leuk geschreven” of vernietigende kritiek zoals; “Simone is een supertrut, die denk dat ze schrijfster is of wat allemaal nog meer kunnen achterlaten. Lezen zal ik ze echter niet. De beschaving eindigt achter jullie computer…niet achter de mijne. Sim

Sim
0 0

BOERKA, BOERKINI, BADPAK, BIKINI, MONOKINI EN NIKSKINI

Vannacht is weer duidelijk het bewijs geleverd dat vrouwe Alla de hemel over onze contreien aan het overnemen is. Zij duwde God de Vader en zijn mannelijke pauselijke aanhang meer en meer richting Noord- en Zuid Amerika om daar nog wat gelovige zieltjes te winnen. De Getuigen van Jehova mochten van haar nog een beetje in Europa rondzwalpen. Zij vindt het nog steeds superleuk om te zien hoe deze zendelingen, keer op keer, zowel bij de inlandse bevolking als bij de nieuwe moslimburgers, de deur tegen hun eigen façade krijgen. Alla kijkt vanuit de hemel naar haar oprukkende exodus. Zij is er zeker van dat er in Europa nog meer dan plaats genoeg is om haar islamitische achterban te verwelkomen.  Als zij over haar nieuw stukje Europese hiernamaals zweeft, laat zij haar hemelse oog vallen op de stranden van Zuid Frankrijk. Zij schrikt zich een hoofddoekje. Zijn dat lijken die daar allemaal op hun buik, langs de kustlijn aangespoeld zijn? ’t Is tenslotte de Middellandse Zee! Neen, het zijn waarschijnlijk dolfijnen of walvissen. Als ze wat beter kijkt ziet ze dat het dikbuikige zonnekloppers zijn. Zij vindt het een eigenaardig fenomeen, dat hier mannen en vrouwen, waarbij de vruchtbaarheiddatum al ruim overschreden is, met een pens ouderdomsspek rondlopen, alsof ze binnen de maand van een voldragen vetbobbel moeten bevallen. Zij laat haar religieuze blik over al de stranden van de azurenkust glijden en begint echter weer te twijfelen. Moet hier haar volksverhuizing integreren? Blijkbaar zijn hier de mensen zo arm, dat ze zich zelfs geen normale kleding kunnen veroorloven. Zij aan zij liggen ze, praktisch in hun blote reet, in de zon te bakken en te braden. Hier ziet zij voor de eerste keer het werkelijke bewijs dat de Europeanen er alles aan doen om zo snel mogelijke het Arabische of Afrikaanse kleurtje te krijgen zodat de nieuwe burgers zich onmiddellijk welkom zouden voelen.  Ze begrijpt echter niet waarom er op die goudgele stranden zoveel vrouwelijke exemplaren met hun blote, verschrompelde, hangende, valse silicone -en watermeloen tieten pronken. Eventjes verder lopen ze zelfs helemaal naakt. Mannen waarvan de viriele vervaldatum met prostaat bedreigd wordt en vrouwen waarvan de overgangsopvliegers al behoorlijk verleden tijd zijn, laten alle genotattributen schaamteloos zwieren, schommelen en waggelen als ze langs de vloedlijn in de brandende zon beachbal spelen.  Niet alleen de oudere senioren maar tevens de jonge vers geïmporteerde islamitische mannen gluren geil naar de bruine hangtieten en de door de wind opstaande frambozentepeltjes. Alla is compleet uit haar lood geslagen. Hier zal ze straks wat erectiestoornissen en hartinfarcten moeten uitdelen. Ze is er inmiddels achter gekomen, dat dit naaktfenomeen totaal niets met armoede te maken heeft, maar volgens haar, gewoon een decadent gevolg is van het Westerse denken. Diezelfde blote zonaanbidsters gniffelden daarstraks nog: “Of het soms al terug carnaval was”, toen er een oudere vrouw in boerka en twee jeugdigere met boerkini’s ingepakte moslima’s pootjesbadend voorbij kwamen wankelen.  Het is ‘Allahemeltergend’, aan die neerbuigende en uitdagende Europese mentaliteit zal ze de komende jaren behoorlijk moeten werken! Nergens geen badpak, bikini, monokini of een nudist meer, alleen nog boerkini’s en vanaf nu, mannen en vrouwen gescheiden op het strand en de zee in! Duizend bommen en granaten! Ze heeft in haar nieuw veroverd stukje Europese hemel al behoorlijk haar vrouwtje moeten staan. Niets dan miserie had ze met die nog niet bekeerde mannetjes. Vorige week kwamen er vier verongelukte, in alcohol gemarineerde midlife mannetjes aan haar hemel- moskeepoort aan. Ze hadden hun zielenleuter al paraat in de hand. Ze joelden en zeurden om die 72 maagden, die Alla hun zogezegd beloofd zou hebben. Toen ze voor de zoveelste keer uitlegde, dat dit een slechte vertaling was, dat het hier alleen maar om 72 druiven ging, maar dat ze dit zo lang mogelijk verzweeg om de zelfmoordterroristen niet te ontmoedigen, was de hemel te klein! De mannen gilden dat ze dan liever terug opteerden voor de traditionele rijstpap met gouden lepeltjes. Toen ze hen bekeek en zei dat ze voor goddelijke rijstebrij een tiental jaren eerder de geest hadden moeten geven of minstens een ander werelddeel hadden moeten uitzoeken om naar de eeuwige jachtvelden op te stijgen, waren de rapen gaar!  Problemen, problemen..Indien Alla ze zelf niet meer kan oplossen, zal ze de wijze raad van haar zuster Sjaria moeten inroepen. Nu ze eindelijk die Christelijke mannelijke encycliek verdreven heeft, zal ze zich zelf persoonlijk met de vrouwen in het westen bezighouden. In het begin zullen deze westerse dames misschien wat zweten onder die lange jurken, maar alles went. De doorsnee Europese vrouw zal nog wat onhandig aan die hoofddoekjes frunniken, maar als alternatief kan ze nog steeds voor de totaal verhullende, snel overgooiende boerka kiezen. Als Alla wat later, vanaf haar wolk, tijdens de seniorenvakantietijd opnieuw over het strand uitkijkt, kan ze alleen maar besluiten dat voor de meeste bejaarde najaarstoeristen deze kleding een geweldige verbetering zou zijn.. Mooi of lelijk, dun of dik, kort of lang, een doek erover! Met wat geluk kan ze zonder veel problemen de Middeleeuwen terug invoeren. Alla moet er nog eventjes diep over nadenken hoe ze al het bloot in één keer van de stranden kan vegen. Ze heeft al een Middellandse Zee tsunami in gedachte.  Vannacht zal ze als voorproefje al eens een staaltje van haar hemelse macht tonen. Met luid dondergeroffel, flitsende bliksems, hagelstenen en bakken water laat Alla aan de bange blanke man en vrouw horen dat het haar menens gaat zijn!  

Sim
189 0

Săptămâna trecută în ziare* of VORIGE WEEK IN DE KRANTEN EN OP TV

Ermierii belgieni trebuie decât să învețe muncitori străini români sau polonezi dacă angajează! Wat zegt U? U begrijpt niet wat ik jullie schrijf? Oké ik probeer het nog een keer. Belgijskie ale rolnicy mają się uczyć zagranicznych pracowników rumuńskich i polskich, jeżeli zatrudniają one!Ja zeg, nog steeds begrijpt U niet wat ik jullie vertel! Dan bent U waarschijnlijk niet één van die Belgische boeren die recentelijk een taalbad hebben moeten nemen. Soms zit ik zo verbijsterd naar de televisie te kijken dat ik het fragment eventjes helemaal opnieuw zou willen bekijken om te zien of ik het wel degelijk goed begrepen heb. Staat daar zo’n mannetje van het Vlaams Infocentrum land- en tuinbouw heel trots te verkondigen dat Vlaamse boeren nu een cursus Pools of Roemeens kunnen volgen als ze straks seizoensarbeiders voor de fruitpluk uit Polen of Roemenië willen aannemen. Onze boeren moeten Roemeens of Pools leren als ze vreemde werkkrachten van die landen in dienst nemen!Vindt U dit niet een beetje de wereld op zijn kop? Als U straks in Spanje in de horeca aan het werk wil, zou men het dan daar niet meer dan normaal vinden, dat U een woordje meer kan zeggen en verstaan dan „Dos cervezas por favor.” Zouden de Italianen genoegen nemen met het feit dat U, in hun land als restauranthulpje, alleen in het Italiaans op de romantische toer kon gaan? Ik veronderstel dat ze waarschijnlijk ook zouden verwachten dat U buiten pronto, prego, domani, puo bacio en ti amo, zich toch ook wat kooktermen zou eigen maken. Denkt U dat een Chinees wat Nederlands zou gaan leren, als U zich daar op de arbeidsmarkt gooit? Wat is dat toch met onze halfzachte watjesboerenbondregelaars? Zou het niet verstandiger zijn om aan die Roemeense en Poolse arbeidsmigratie duidelijk te maken dat juist zij de taal van hun werkgevers een beetje onder de knie moeten hebben. Het zou toch vanzelfsprekend moeten zijn dat juist zij een snelcursus landbouwtermen- en inburgeringsboerenbond Vlaams zouden moeten krijgen alvorens ze hun kop maar in één of andere serre zouden mogen steken! Klein examentje afleggen vooraleer ze bij ons ook maar een seizoensgebonden vruchtje mogen plukken?  Ik blijf het onthutsend vinden dat onze Vlaamse landbouwers les zouden moeten volgen, omdat vreemde werkkrachten hen zouden verstaan!  Nog zo iets absurd zijn de recente krantenkoppen over relatiebreuken of echtscheidingen van bekende Vlamingen. De schatten, eigenlijk zijn ze  grappig en simpel tegelijkertijd. Wie van de lezers ligt er nu werkelijk wakker van het feit dat een acteurtje plots na 8 jaar terug single is. Wie kan het schelen of een tv vedette en haar man scheiden omdat ze vinden dat na 10 het liefdesvuur geblust is of ze gemerkt hebben dat aan de overkant het gras groener groeit. Vinden wij het niet degoutant dat een juist in de steek gelaten BV-vrouw  s’ anderdaags in de gazet laat schrijven met wie ze de copulerende nacht doorbracht. En wie zit er nog te wachten op het nieuws van een zuurkous journaliste die verklaart dat zij en haar man na 40 jaar een eind aan hun huwelijk maken. Pluim voor die echtgenoot, ik zou veel sneller van die saaie programma makende heilige boon gaan lopen zijn. Miljoenen mensen lezen de papieren en internetkranten en de scheidende partijen vragen dan ook ineens bij het verschijnen van dit ‚hot item’ tussen de lijntjes door, om hun privacy te willen respecteren. Ondertussen blokletteren zij eventjes hun privéleven in de kranten. Als de splitsende echtelieden de vuile huwelijks was in de mand willen houden, dan moeten ze hun klep houden, hun problemen in hun persoonlijke levenssfeer oplossen zonder daar heel kranten lezend Vlaanderen mee lastig te vallen. Want zeker weten, eens de echtscheiding uitgesproken, gaan we weer met zijn allen in de roddelblaadjes kunnen mee genieten van de meest vulgaire uitleg. Waar ik wel van gesmuld heb, is het verhaal dat VTM stopt met het programma Royalty. U weet wel, dat programma over onze koningen, koninginnen, prinsen en prinsessen. De kijkcijfers zouden desastreus teruglopen omdat de jeugd niet meer geïnteresseerd zou zijn in die ruziemakende, door ons onderhouden Plopsalandfamilie. Hebt U er al eens over nagedacht waarom zo’n prinses of koningin, nadat ze het glazen muiltje aangestoken heeft, plots zo’n kaasbolachtige of vliegende schotelhoed gaat dragen of zich gaat behangen met goud, edelstenen en diamantenkroontjes ?  Zal U het straks spijtig vinden, eens het programma afgevoerd is, dat U de megadure haut-couturejurkjes, waar U aan meebetaald hebt, niet meer zal kunnen bewonderen? Lacht U ook nog een beetje meewarig als U dat prinselijk nakomertje allerlei onzin hoort uitkramen en telkens opnieuw zonder vergelding door de regering op de vingers getikt wordt? Ik ben er alleszins van overtuigd dat, als onze jongste prins-rebel voor televisie durft vertellen dat hij zoveel meer belastingen aan België betaald heeft, dan dat hij ooit aan dotatie ontvangen heeft, hij duidelijk zuurstofgebrek bij de geboorte gehad heeft. In Antwerpen zeggen wij dan al ginnegappend dat we denken dat er ergens een koninklijk hoekje af is, of voor de Nederlanders, dat hij niet helemaal spoort. Zulke toestanden, waarbij een psychotisch koninklijk kakelnestje om zich heen slaat, laten alleen maar zien dat deze familie niet anders is dan de onze. Alleen teert deze, niet door het volk verkozen blauw bloed monarchie,  mee op onze portemonnee.  Ik denk dat alleen de royaltywatchers, na het afvoeren van dit VTM programma  in zak en as zullen zitten. Nu komen ze straks niet telkens weer in beeld als ze langs de kant van de weg, met Belgische vlaggetjes wuivend, zich weer een tenniselleboog zwaaien als die koninklijke Disneyfigurenoptocht voorbij komt.Diezelfde landgenoten klagen vervolgens steen en been, staken te pas en te onpas omdat de regering teveel zou uitgeven en dat zij te weinig in het loonzakje vinden of als pensioen  uitbetaald zouden krijgen. Vinden deze, in sprookjes gelovende, landgenoten nog steeds dat wij met ons belastinggeld het rijkeluisleventje van het ‚blauwe bloedvolkje’ moeten blijven subsidiëren? Pikken zij het nog steeds dat zo’n bekakt gepensioneerd Efteling-gezin met een zeker misprijzen naar zijn burgers wijzen, omdat hun exuberante dotatie verminderd werd?  VTM heeft het duidelijk begrepen, wij stevenen af op een koningsdrama... Ach, terwijl de wereld rondom ons explodeert, mensen door de klimaatopwarming straks gaan verzuipen, aardbevingen onze aarde hertekenen, een massamigratie gelukzoekers op gang komt, wij een schuldgevoel opgedrongen krijgen en uitgemaakt worden voor racisten, houden wij ons ondertussen bezig met taalbaden, BV- nitwits en voorbij gestreefde poppenkastsprookjesfiguren.   *Vorige week in de kranten  

Sim
0 0

OVER POKEMONJAGERS, ORANJEGEKTE EN DE RODE DUIVELSHYPE

Wanneer bedenk je ineens; ik word een Pokémonjager? Is dit een besef dat al een aantal dagen in je bovenkamer suddert, of plopt zo’n idee spontaan bij je binnen. En wanneer gebeurt zo’n openbaring dan? Lig je met je luie krent al meer dan enkele vakantieweken al zappend voor de televisie of verveel je jezelf zodanig te pletter voor je tablet alvorens je echt actie onderneemt? Word je door je ouders om de vijf minuten aangemaand om toch iets te gaan doen en je luie lijf uit je bed te hijsen of zie je zelfstandig het licht in de duisternis? Als je in een opwelling van ondernemingslust dan werkelijk tot inkeer komt en je snel uitdijende vakantiekont uit de sofa opricht,  gaat er dan plots een lichtje branden met de tekst; Pokémon, Pokémon?? Hoe begin je er dan aan? Zachtjes, solojacht, helemaal alleen, of  lijkt zo’n tandem duojacht je interessanter? Slenter je liever als een jagende Gaston en Leo, met zijn tweetjes door de straten? Of sluit je jezelf liever ineens aan bij het Pokémon- debielenclubje om met zijn duizenden tegelijk op jacht te gaan? Vind je jezelf ook niet ongewoon dwaas, als je jezelf in de winkelruiten weerspiegelt ziet? Zo’n opgeschoten tiener met een half neergeknakte hals en een tot een tenniselleboog geforceerde arm met daarin aan het einde een schermpje dat ergens ten velde virtuele cartoondiertjes signaleert. Zo’n fictieve figuurtjes, die jij, en met jou duizenden anderen, moet zien te vangen. Houden de winkeliers die de Pokémon-rage in hun straat bestelden er geen kater aan over? Een populatie van ongeveer drieduizend man, die door hun straat zwalpten, het verkeer volledig blokkeerden, terwijl ze alleen oog hadden voor hun smartphone, de virtuele fictieve wezentjes en zelfs geen blik in de winkeletalages wierpen? Je moet maar als grootouder juist die ene dag uitgekozen hebben om, tijdens de vakantie, met je kleinkinderen naar de Antwerpse dierentuin te gaan, terwijl er plots zo’n 15.000  tekenfilmfiguurjagers te horen kregen dat er Pokémons in de Zoo gesignaleerd waren… Hoe lang gaat het nog duren alvorens personen met slechte bedoelingen een groep jeugd naar één welbepaalde plaats gaan lokken en hun dan met een hele speciale en exceptionele Pokémon- boem gaan verwelkomen?  Een hele nieuwe generatie met artritisnekken en reumaduimen.. Wat een kleutertuinhype! Ach, er zijn al meer rages over ons heen gekomen die wij als zoete koek geslikt hebben..eens worden wij allemaal waarschijnlijk wel ooit volwassen zeker! Of niet? Het leven op onze aarde hangt aan elkaar met een hoop traditie en hypes. Een hoop hypes komen vanuit Amerika onze kant uitwaaien. Halloween is ook zo’n ‘transocean’- debielenfeestje, waarbij we met zijn allen als lugubere gekken, verkleed in skeletten, monsters of satanische moordenaars met uitgeholde pompoenkoppen bij elkaar op de stoep belletje- trek gaan doen en om snoep gaan bedelen. En wat dacht U van de ondertussen ingeburgerde traditie, om ondanks de fors uit de pan rijzende elektriciteitsprijzen, tijdens de kerstperiode onze voortuinen en gevels overmatig lichtgevend te versieren. Sinds we al jaren, in de aanloop van het kerstgebeuren, met suikerzoete Amerikaanse happy end versies van White Christmas- films overspoeld worden, hebben wij nu ook in België verschillende malloten die hun gans huis met hevig gekleurde flikkerlichtjes, glinsterende blauwe kerstsleeën, fonkelende groene en roze kerstbomen en schitterende Kerstmannen optuigen. Vanuit een ruimtecapsule kan men het energieverslindende straatje probleemloos in de donkere nacht zien oplichten. De volgende traditie zou ik eender onder de noemer carnavalsgekte willen catalogeren. De Nederlandse oranjegekte. Wie hiermee begonnen is mag Joost  weten, maar blijkbaar weet Joost dus ook niet alles. Bij alle mogelijke traditionele optochten, zoals de circusvertoning op Koning(inne)dag , tooit heel Nederland zich eensgezind in oranje. Heel der straten worden oranje geverfd en sinaasappelkleurige idioten zwaaien zichzelf een tenniselleboog als de Koninklijke poppenkast in een gouden koets voorbij komt rijden. Erger wordt nog de oranjegekte bij voetbalwedstrijden. Hier tooien ze zich met kaasbolhoeden, façon Beatrix, allerhande petten met Hollandse molentjes en hup, Holland hup bustehouders. De oranjemeute gaat, met de Hollandse driekleur op het aangezicht geschilderd, op het oorlogspad. Ze drinken zich het apelazarus, slopen vervolgens na de voetbalnederlaag, bloeddorstig, hele stadscentrums en laten een oranje vernielspoor achter zich. Mogelijk krijgt dit soort tradities stilaan ook voet aan wal in België, want toen de Rode Duivels weer als ‘de Belgische super glue’ opgevoerd werden, scandeerden, riepen, vochten en zopen, een heleboel als duiveltjes verklede en met de Belgische driekleur vol gekliederde Vlamingen en Walen, zich gebroederlijk onder tafel. Met driekleurige mutsen over hun buitenspiegels en wapperende Belgische vlaggentjes reden de supportersauto’s luid toeterend rond. Mannen dronken bier uit blikjes waarop de duiveltjes afgebeeld stonden, want mannen weten waarom. Kinderen verzamelden Rode Duivelsstickers en lazen meer in hun plakboeken dan in hun examenleerstof. We waren weer één voor allen en allen voor één België en morgen wordt er weer door het zelfde volk over de splitsing gediscussieerd. Ach elke rage loopt soms de spuigaten uit. Over de Franse autostrades staan er nu reeds borden met de vermelding: Rij veilig, hier vindt men geen Pokémons! En vandaag staat er in de krant dat de politie de Pokémon Go jagers, die zich niet aan de verkeersregels houden, gaat beboeten. Pokémon wordt dan Pakkeman!  

Sim
3 0

So you think you can art?

Een snuifje arty farty kan ik best wel pruimen. Soms is kunst op het eerste zicht misschien niet meteen toegankelijk en moet je een beetje moeite doen om het te appreciëren. Regelmatig zelfs doe ik een poging om mijn beide voeten van de grond te krijgen om mee te gaan in de gedachtengang van een artiest. Maar soms gaan dingen gewoon te ver. Zoals vorige vrijdag bijvoorbeeld. Ik ben een fervente danser. Al van kindsbeen af trippel ik rond van de ene danszaal naar de andere. Ik kijk ook graag naar dansprogramma’s op televisie à la ‘So you think you can dance’. Dus dacht ik: waarom niet nog eens naar een live dansvoorstelling gaan kijken? De sensatie van een groep dansers op een paar meter van jou te zien zwoegen, is vaak onbeschrijflijk mooi.Zo gedacht, zo gedaan. Vrijdagavond trok ik vol verwachting naar de plek waar het zou gebeuren. Ik was lichtjes gestrest, want de afwezigheid van parkeergelegenheid had ervoor gezorgd dat ik tien minuten te laat aankwam. Hijgend strompelde ik de zaal binnen. ‘Eindelijk,’ dacht ik ‘eindelijk kan ik mijn weekend beginnen met een ontspannende dansvoorstelling.’ Al snel had ik echter door dat dit geen gewone dansvoorstelling was. Neen, waar ik in terecht was gekomen was wat men tegenwoordig een ‘perfomance’ noemt. Als toeschouwers bevonden we ons rechtstaand in een expositieruimte waarin twee, laat ons ze voor de gemakkelijkheid ‘danseressen’ noemen, hun ding stonden te doen. Ze waren gehuld in vleeskleurige strapless body’s die de illusie van naaktheid moesten creëren. In het begin deed ik nog mijn best om me in te leven. De twee danseressen vormden beelden aan de hand van bepaalde poses die ze elkaar aanmaten. Ze maakten daarbij gebruik van gewaden vervaardigd uit lange stukken stof. Met mijn brein probeerde ik de poëzie in dit staaltje weinig dansante kunst te zien. Helaas begon het getoonde tafereel na twintig minuten danig te vervelen. Soms verwisselde ze van plaats in de ruimte en dan kreeg ik steeds weer een opstoot van ijdele hoop op beters. Helaas, wat we als publiek te zien kregen was meer van hetzelfde. De twee danseressen gingen om de beurt in een soort standbeeld-houding staan wat de bedoeling had om bepaalde gevoelens op te wekken bij ons toeschouwers. Het enige wat bij mij werd opgewekt was de zin om naar huis te gaan. Een beetje actie of een klein danspasje had ik op zijn plaats gevonden zo op een vrijdagavond.En toen kwam het enige wat nog miste in deze experimentele uitspatting: de eerste blote borst. Ik weet niet wat het is in de hedendaagse podiumkunsten, maar zonder naakte spelers lijkt de performance niet geslaagd. Voor je het weet zit je als onschuldige en nietsvermoedende kijker naar het schaamhaar van een onappetijtelijke acteur van middelbare leeftijd te kijken. Maar goed, gelukkig was hier geen schaamhaar te zien, noch een acteur van middelbare leeftijd. Wel vier blote tieten, die ik eigenlijk ook niet per se had hoeven zien. Na goed anderhalf uur was de performance ten einde. Beleefd klapte ik mee met mijn mede toeschouwers. Bij het buitengaan wisselde ik nog een veelbetekenende blik met de dame naast mij. We dachten beiden hetzelfde: ‘Doe ons toch maar So you think you can dance.’

Ans DB
0 0

En alles wat had kunnen zijn

Het was een al bij al fatsoenlijk frisse vrijdagavond in december. Ergens op de Grote Markt beierde een indrukwekkend klokkenspel dat het 23:45 was. Ik zat lekker warm binnen voor mijn laptop een eindje weg te tikken. De woorden tolden door mijn knetterbol en ergens vanuit de diepte van dit altijd rood blozende hoofd overviel me de gedachte dat ik niet in de stad was. Dat was een beetje merkwaardig, want op momenten als deze ben ik er doorgaans niet weg te trekken.   Noem me gerust de nachtburgemeester. Maar Aalst heeft al haar nachtburgemeester. Ik ken hem toevallig bij naam. Soms groeten we elkaar en zegt hij grijnzend: kijk daar, mijn vriend Mattietaart! Dan schudden we beleefd de handen in elkander, wisselen we even wat random shit uit. Daarna wensen we elkaar het beste pour le temps qui reste en gaan we elk in alle uitzichtloze anonimiteit weer onze eigen weg.   Dat zijn de gesprekken die eigen zijn aan de uren waarop de maan zich aan ons nachtbrakers onttrekt. Wanneer de mooiste meisjes in een hoekje van de ruimte stiekem in stilte schaterlachen en we diep van binnen weten dat er een plaats is om voor te sterven. Dat ze als priemgetallen enkel deelbaar zijn door één en zichzelf. En god, wat zouden we graag het getal 1 zijn.   Ondertussen koesteren we de voortvliegende minuten. Bietsen we weekendnacht na weekendnacht sigaretten uit elkanders jaszakken in een beurtrol waar schuldbrieven en harde contanten niet van tel zijn. Soms verstopt het zachtste meisje van de avond haar handen onder de openstaande rij knopen van je ruitjeshemd en wil je pas gaan slapen nadat je alle sproetjes op haar voorhoofd hebt geteld.   Alles is rustig, en soms toch ook weer niet. Zoals die keer toen een opgefokte zatlap een pegeltje uit je linkeronderhoektand sloeg toen je tussenbeide kwam in een ongelijk handgemeen, omdat de immer alerte Caped Crusader in jou nu eenmaal geen onschuldig bloedvergieten verdraagt.   Ergens gelooft R. Kelly dat hij kan vliegen. Ergens beseffen we dat we deel uit maken van een verwarde generatie die het geluk nooit ten volle in pacht heeft, maar daarom nog niet verder van de liefde verwijderd staat. Maar nooit vertrouwen we elkaar toe dat we ’s anderendaags verdrinken in een leegte die we zelf geschapen hebben.   Ik stopte met het typen van dit geweeklaag, krabde aan mijn castagnetten, en dacht even aan mijn working class huisgenoot, die alweer een week in het ziektebed lag met een ontsteking waar zelfs zijn lokale geneesheer geen antwoord of diagnose wist op te plakken. Hij eet nochtans zo gezond. We hadden enkele uren daarvoor samen naar The Phantom Menace en Attack of the Clones gekeken. Want aanstaande dinsdag pikken we Rogue One mee, en een beetje Star Wars-fan is dan graag wat voorbereid.   En ik dacht aan de sympathieke uitbater van de nachtbuurtwinkel niet ver van onze schurkenburcht. Een fidele gozer van boven middelbare leeftijd die iedere avond weer in zijn iets te grote kostuumvest en zelf gestreken hemd glimlacht naar al wie zijn bescheiden handelszaak betreedt. Niet iedereen beantwoordt zijn gastvrijheid evenredig, en dat is een misdaad waar ik me behoorlijk boos kan over maken. Zijn naam ken ik niet, maar in gedachten noem ik hem Ranjit, naar de al even aardige Bengalese taxichauffeur uit How I Met Your Mother.   Nauwelijks ben je binnengewandeld of hij plukt je huismerk al uit de rekken achter zijn toonbank. Je vraagt hoe de avond was en hij antwoordt dat hij niet te klagen had. Je weet best wel beter. Dat het een hondenstiel moet zijn om op dit godvergeten uur alleen in een nachtwinkel te staan. Dus wuif je het wisselgeld weg, wens je hem nog een goedenacht en peuter je bij het naar buitengaan alvast een kleine sjarel uit het pakje.   Je bedenkt je dat die kleine sjarels ooit je dood worden. Maar dat is niet erg, want je gaat toch in 2017 stoppen. Want je wil oud genoeg worden om de bloedjes van je zus te zien opgroeien. De prinses en de koning. De keizer is onderweg, en dan is het wachten op de admiraal. Nonkel snor hier zal eindeloos van jullie houden, zolang jullie zijn zeldzame stripcollectie maar niet onderpissen.   Eens thuis besef je dat je nog niet kan gaan slapen. De stad ontvouwt zich op wandelafstand steeds wijder open en lonkt naar je met de glimlach van een courtisane die je alles zal beloven ook al weet je dat ze het nooit ten volle waar kan maken.   Standvastig negeer je haar zoete sirenegezang. En daar zit je dan op je slaapkamer, aan de houten tuintafel die je een bureau noemt. Je plukt opnieuw een galletje uit het pakje, haalt de “enkel-voor-uiterst-speciale-binnengelegenheden-cendrier” boven, zet de Zalman-koptelefoon op je half bevroren oren en schuift een schijfje in de lader.   En die cd heet vanavond toevallig And All That Could Have Been. And All That Could Have Been, de live-registratie van Nine Inch Nails’ Noord-Amerikaanse Fragility v2.0 tour uit 2000. Gruwelijk goede band. Er hangt al sinds mijn veertiende een NIN T-shirt in mijn kleerkast, met het artwork van The Fragile op. The Fragile! “An album with a plot detailing the destruction of a man!” Een meisje uit het zesde middelbaar zei me op een broeierige meidag in 2001 ooit:   “Hé leuk, je luistert naar NIN.”   Dat zijn dingen waar je je als puisterige veertienjarige geweldig aan kan optrekken. En op aftrekken, als we nu toch zo vrijpostig bezig zijn.   And All That Could Have Been beukt open met Terrible Lie en eindigt 73 minuten en 52 seconden met het in 2003 door Johnny Cash zo prachtig gecoverde Hurt. NIN-frontman en bezieler Trent Reznor blikte terug met de woorden: “I thought the show was really, really good when we were doing it.”   Enkele jaren later maakte de lof plaats voor: “I can’t watch it at all. I was sick for most of that tour and I really don’t think it was Nine Inch Nails at its best.” Die ommezwaai stoelt meer op Reznors demonen dan muzikale zelfkennis. Rolling Stone Magazine ridderde Fragility v2.0 verdorie tot tour van het jaar!   Ik kocht het album ergens in 2009-2010 voor een prikje in de Gentse Veldstraat. Gevaarlijke muziek was dat. Donker, onheilspellend. Alsof iemand het hemeldak oplicht en het eindeloze schreeuwen openzet. Ik draaide de cd niet zo vaak. Dat was ook niet nodig, want ik werd in mijn studentenjaren iedere ochtend wakker met de zon in mijn armen.   Zeven jaar verder in het koude heden kondigt Nine Inch Nails een nieuwe EP aan. Het vijf tracks tellende Not The Actual Events belooft weer duchtig in de krochten van de menselijke ziel te wroeten.  “It’s an unfriendly, fairly impenetrable record that we needed to make”, verklapte Reznor alvast. “It’s an EP because that ended up being the proper length to tell that story.”   Nee, vrolijk word je niet van die Trent Reznor en zijn teksten. Met Something I Can Never Have, The Downward Spiral,  While I’m Still Here?, The Day the World Went Away en bovenal And All That Could Have Been, heeft hij nu niet meteen crowdpleasers geschreven. Maar fuck, wát een songs. Om van zijn soundtrackwerk nog maar te zwijgen.   Ja, Reznor. Hij is een beetje de duistere broer die ik nooit had. Wacht, die heb ik wel. Sterker nog, ik woon er mee samen. Hij opereert onder de naam Gewoon Ruben en giet af en toe wat sombere muziekbrouwsels door de huiskamer. En zo haalt de realiteit altijd en overal de fictieve mijmering in.

mattietaart
14 0

Verrassend Brussel

Het is waar, je was de stad wat moe.Ze bruist nog hier en daar, maar de slechte smaak overheerst. Kijk maar naar de wansmakelijke kerstversiering van de laatste jaren en de vreselijke disco-light-show op de Grote Markt. Je hebt jezelf gedwongen om met een schrijfkans mee te doen waardoor je op een voordrachtnamiddag belandt in het hart van de stad. Je nodigt iemand uit die al te graag een stukje van Brussel wil zien. Het weer valt tegen en maakt de stad nog troostelozer. Maar dan volgt een eerste surprise. Je ontdekt een winkel op het Vossenplein. Het blijkt een schatkamer aan kledij uit vroegere tijden. Hier zou je nog uren kunnen rondsnuffelen. Van hoeden met veren en jurken waarin diva’s ooit op de Brusselse podia schitterden tot zware kazuifels waarin kerkoversten pronkten in Brusselse kathedralen. Bij het verlaten horen geestdriftige klanten het slechte nieuws:  de zaak sluit weldra de deuren.  Moet dit niet beschermd worden en tot werelderfgoed uitgeroepen? Na balletjes met stoemp en kriek in ’t Goudblommeke,  één van de pareltjes uit het Brussels verleden volgt de voorleessessie  en een gastbabbel over haar Tutti Fratelli project van de iets ruwer ogende maar niet mindere diva Rheinhilde Decleir.  Met haar obligate bloem in heur haar zingt ze een liedje uit haar Nieuwe Sceneperiode. In het Aantwaarps, of wadachte?  Zij zou nog staan in één van de ruimere  jurken van daarstraks, de kazuifels niet te na gesproken. Iets later glijd je over het eerder genoemde mooiste marktplein van Europa.  De kinderkopjes zijn glad van het vocht. Een troost:  gelukkig is de kerstboom echt. Onbewust stap je nu in de goede richting. In de Koninginnegalerij is de kerstversiering iets smaakvoller, dat mag ook wel in dit peperdure winkelcomplex. Eindelijk dan toch een stukje authentieke kerstsfeer:  in de prinsengalerij verrast  een heus mannenkoor je met kerstliederen. Je vervolgt je tocht en dan krijgt het onbestemde ronddwalen plots een doel:  ‘A la Mort Subite’, een tweede parel aan de Brusselse kroon. Beroemdheden zijn en waren er kind aan huis, waaronder Maurice Béjart, Franse choreograaf, die de danswereld in België tot ongekende hoogten tilde. Hier is geen muziek, dit is een praatcafé, een ontmoetingsplek bij uitstek waar men hoofzakelijk komt  om: gezien te worden, te discussiëren, te zwansen met het toffe personeel, te genieten van de beste bieren die België te bieden heeft. Je zet je snel aan het eerste vrije tafeltje bij de ingang naast het koppel waarvan de vrouwelijke helft perfect beantwoordt aan het eerste criterium: opvallen! Een sympathieke pinguïn-ober ruimt het tafeltje.  Er is teveel tocht en je verzet je naar de tafelrij in het midden van de zaak. Ondertussen is het koppel vertrokken.  Nu zit er een oudere dame in haar eentje  naast een foto van de jonge Jacques Brel. Ze praat aldoor in zichzelf,  neen ze heeft géén gsm,  maar weet zo dat ze het tenminste tegen een intelligent persoon heeft en bevestigt op die manier het tweede criterium: discuteren! Je bent van plaats veranderd waardoor de eerste ober je zoekt en met een kwinkslag overdraagt aan zijn collega van de middenbeuk.  Het derde criterium is een feit: zwansen! Straks is het Kerstmis, dus kies je een Barbe de Noël van de Brouwerij Verhaeghe.  Goede keuze, zo blijkt en meteen is het vierde criterium beslecht: genieten! Drie tafeltjes verder krijg je plots een groepje jonge mannen in het vizier.  Eén ervan kijkt je kant op en dan merk je het.  Voor alle zekerheid kijk je nog eens richting de oude dame aan de ingang, die nu, nog steeds pratend, aanstalten maakt om te vertrekken.  Er is de foto van Brel en nu weet je het zeker.  De jongeman lijkt, althans van ver, sprekend op  Brel.  Als hij dan ook nog een onaangestoken sigaret in de mond neemt en je hem zijdelings bekijkt, lijdt het geen twijfel.  Dit is de ‘sosie’ van de jonge Jacques. Als Kerstekind kan dit tellen. En dan besef je:  hoe je het ook draait of keert,  Brussel verrast telkens weer.      

Vic de Bourg
38 2

Dear dagboek

17 november 2016 - De voorbije week was er onder mijn vrienden op Facebook enige opschudding ontstaan over een bericht dat zijn oorsprong vond op de website onzetaal.nl. Het volgende staat er in grote letters te lezen:   Nederlanders spreken (nog steeds) zeer goed Engels Uit het jaarlijkse onderzoek van onderwijsorganisatie Education First* blijkt opnieuw dat Nederlanders zeer goed Engels spreken.   Het stukje leidde tot zowel vermakelijke als enigszins zure reacties. Vooral de Walen moesten het ontgelden als de oorzaak van het magere resultaat van team Belgium (15de). Dit mag echter geen afbreuk doen aan de kunde van onze noorderburen. Hoe moeiteloos zij omspringen met het gebruik van Engelse woorden in alledaagse conversaties, mag met name blijken uit deze korte uit mijn dagboek ontleende passage. Van het steenkolen Engels is überhaupt geen sprake.   30 april 2013 - Het is de week van de inhuldiging van Willem-Alexander als koning der Nederlanden. Een Nederlandse hoogleraar aan een business school (in het Engels uitgesproken) en zijn vrouw zijn onze gasten. Hij vertelt dat hij op rust is gesteld en zich heeft toegelegd op fietsen. Niet zomaar recreatief peddelen, maar écht koersen. Criteriums rijden. De sprint aantrekken in de bochten en wat dies meer zij. Daarvoor heeft hij een fiets met een erg stijf frame (op z’n Engels uitspreken) tussen de benen. Niet die speciale versie waarvan er maar enkele 100 gemaakt zijn door BMC en ooit werd ontworpen door de beroemde Hincapie. Nee, een nog betere! Zijn eega is bescheidener, zij durft zelfs rechtsomkeert maken wanneer de fietstocht met meneer uit de hand dreigt te lopen. Ze lijkt ons thans over een meer dan behoorlijke conditie te beschikken. Ze schrijft cases (u heeft het ondertussen door) en geeft les aan dezelfde school als haar man. Ze waren na deze week bij ons erg relaxed (jawel) en hadden het zeer naar hun zin gehad ondanks de regenbuien aan het begin van de week.   Einde citaat.   Ik vond het vooral heerlijk hoe dit onbeduidend stukje uit mijn dagboek onverwacht een nieuwe context kreeg. Dit is waarom ik zo van schrijven hou. And no, I didn’t found it out!     * Onderzoek werd uitgevoerd door organisatie die taalcursussen verkoopt!

Ivan Seymus
0 0

Allemaal een beetje Hillary

Er bestond geen twijfel over: ze zou winnen. Ik ging dus met een gerust gemoed slapen op dinsdag acht november. Hillary Clinton zou samen met haar Bill weer naar het Witte Huis trekken. De ochtend nadien werd ik wakker in een andere wereld. Ik die dacht dat ik in het breeddenkende Westen leefde, werd ineens geconfronteerd met het feit dat mijn buurman daar wel eens anders over zou durven denken. Aan de reacties op Trumps overwinning op sociale media te zien, was ik niet de enige die een wake up call van jewelste kreeg. De in mij langzaam ingedommelde voor ruimdenkendheid strevende mens, schoot bruusk wakker. Eerlijk is eerlijk, als blanke hetero heb ik relatief weinig last van discriminatie. Wat ik dan wél weer ben, is een vrouw. Erger nog: ik ben een zelfstandige vrouw. Zo eentje die opkomt voor haarzelf. Grab me by the pussy and your balls will be just a good memory. Jawel dames en heren, ik behoor tot de feministen van mijn tijd. Een groep waar Trump en, helaas zo blijkt, heel wat andere mannen het nog steeds moeilijk mee hebben. Soms zijn ze er erg openlijk over, maar nog vaker zit hun seksisme onderhuids. Zo gebeurt het vaak dat een vrouw die zichzelf in eerste instantie niet als feministe beschouwde, er uiteindelijk toch één wordt. Ik ben best een kritische ziel. Als vrouw in deze maatschappij, is dat niet altijd een pluspunt. Begin jaren tachtig werd ik geboren. In die tijd leerde Madonna meisjes ‘to express yourself’. Madge was meteen mijn idool. De impact van de pracht en praal van tutu’s en schitterende oorbellen op de kleine Ans waren groot. Bijgevolg stond ik op als kind in een veel te groot onderhemdje met de paternoster van mijn tante nonneke van ‘Like a prayer’ te doen. De toon was gezet. In de jaren ’90 werd werd er nog een schep bovenop gedaan. De muziekwereld vuurde een fenomeen genaamd ‘The Spice Girls’ op ons meisjes af. Dit was ook meteen het startschot van de ‘Girlpower’. Na het rebelse feminisme dat ik al van Madonna had meegekregen, werd nu de boodschap van onafhankelijkheid voor de tweede keer door mijn puberale strot geramd. Slikken deed ik het maar al te graag. Ik kleurde mijn haar rood zoals Ginger Spice en liep rond in kledij waar Gwen Stefani alleen maar met een goedkeurende blik naar had gekeken mocht ze mij ooit in het echte leven zijn tegengekomen.Dat ik op mijn achttiende met een scriptie over ‘feminisme’ afstudeerde aan het middelbaar, is dan ook geen al te grote verrassing. Maar wat is dat nu net, dat feminisme? Wel eigenlijk is het heel simpel:  “Feminism is the radical notion that women are people” (red. Cheris Kramarae – Paula Treichler)Vrouwen zijn dus mensen, net zoals ook mannen dat zijn. Natuurlijk zijn er verschillen en heeft deze soort mens haar sterke en zwakke punten. Dat hoeft niet per se te betekenen dat het ene geslacht de meerdere is van het andere. En dan ben je een dertiger en staat de grootste staat ter wereld op het punt een vrouw aan het hoofd te krijgen. Eindelijk.Toch gebeurt het dan nét niet en word je wakker in een maatschappij waar het glazen plafond van gewapend glas blijkt te zijn. Het wordt je ineens duidelijk dat het niet voor iedereen normaal is dat Peter en Rik gaan trouwen. Je beseft dat Sumaya elke dag met de vraag worstelt of ze nu wel of niet een hoofddoek mag of in andere gevallen moet dragen. Je komt tot de constatatie dat niet iedereen denkt zoals jij denkt en dat die ‘iedereen’ dichter bij je staat dan dan je had gedacht.Laat ons dus alsjeblief niet op onze lauweren rusten en denken dat de strijd voor verdraagzaamheid reeds gestreden is. Het recht voor iedereen om gewoon te mogen ‘zijn’ moet je blijven verdedigen, elke dag opnieuw.

Ans DB
0 0

Hop 'till you drop

‘Jobhoppen’: vele trekken er hun neus voor op, maar ik heb het tot mijn specialiteit verheven. Toegegeven, het ‘hoppen’ gaat als dertiger niet meer zo gezwind als toen ik een twintiger was. Ik neem mij ook steeds vaker voor dat dit écht de laatste keer is geweest dat ik van betrekking ben veranderd.Desalniettemin, heb ik door de jaren heen wel wat tips vergaard over hoe je je eerste dag op nieuw werk het beste overleeft. Bij deze dus, mijn handleiding tot succesvol starten op je job. STAP1: Voorbereiding is allesOntbijten is belangrijk, maar vraagt tijd. Je ontbijtmok, de koffie en het brood zet je dus de avond van tevoren klaar op het aanrecht. Zo verlies je ‘s ochtends geen minuut van je kostbare tijd.Ook je outfit kies je best de avond voordien. Niemand wil te laat komen, maar ook niemand wil een foute indruk maken op dag één door een complete mismatch aan te trekken. Er zou zo maar eens een Jani in je team kunnen zitten. STAP2: Op tijd in bedHet spreekt voor zich dat je goed uitgeslapen op het appel dient te verschijnen. Wallen onder je ogen of een ochtendhumeur zijn uit den boze. Neem je lievelingsprogramma dat net dat tikje te laat begint op en kruip op tijd in je nest. STAP3: Vertrek op tijdStressen onderweg naar je eerste werkdag leidt enkel tot migraine. Vertrek op tijd, zodat je je onderweg niet hoeft te ergeren aan elk rood licht of elke trein die vertraging heeft. STAP4: Muziek doet wonderenEr is geen betere remedie tegen beginners stress dan het meekwelen met populaire meezingers. Gooi al je gène dus overboord en zing schaamteloos mee met Clouseau of Milk Inc. Ben je meer van het ruige type dan kunnen Metallica of Dr. Dre ook soelaas bieden. STAP5: Trek je goede humeur aanFake it ‘till you make it. Ook al ben je met totaal het verkeerde been uit bed gestapt, op jouw eerste werkdag ben jij het zonnetje in huis. Speel even de beste versie van jezelf en lach die tanden bloot. Een vriendelijke blik en een ‘goedemorgen’ doen wonderen.  STAP6: Praten helptTrek je mond open en praat met je collega’s. Zo leer je snel de do’s en don’t binnen een bedrijf. Je medewerkers zullen je ook aangenaam en toegankelijk vinden, wat de werksfeer enkel ten goede kan komen. STAP7: Sla de lunch nooit overEerste werkdagen kunnen erg druk zijn, maar sla nooit je lunchbreak over. Ga mee eten met je collega’s en kruip niet met je boterhammen alleen in een hoekje.In het begin zal je nog niet veel kunnen inbrengen in de tafelgesprekken. Je zal misschien sommige oud-collega’s missen en er kan zelfs een gevoel van eenzaamheid de kop opsteken. Vergeet echter nooit dat dit een fase is. Voor je het weet, praat je mee over weekendplannen en het koffiemachine dat alweer stuk is. STAP8: Blijf jezelfAkkoord: de eerste dagen moet je jezelf soms wat forceren tot vriendelijk gedrag, maar het heeft ook geen zin om je grenzen met de voeten te treden omdat je nieuw bent. Uiteindelijk zal je op lange termijn toch in stresssituaties belanden, waar je ware aard naar boven komt. Blijf dus steeds trouw aan jezelf en wat je gevoel je ingeeft. STAP9: Op tijd naar huisHet menselijk brein kan maar een bepaald aantal informatie verwerken op één dag. Het heeft dus geen enkel nut tot laat ‘s avond nog verder te werken in de hoop dat je de dag nadien al geheel weet waar de klepel hangt in je nieuwe werkomgeving. Ga op tijd naar huis, ontspan en begin dag twee met een fris hoofd.STAP10: Verwacht niet te veelWanneer je je bij thuiskomst de eerste avond een beetje down voelt, dan is dat te begrijpen. Ook het gevoel dat je je nieuwe job nooit zal kunnen en dat je alle namen van je collega’s alweer bent vergeten, is volstrekt normaal. Je bent gewoon moe. Laat het los, want het zal nog een paar weken duren eer je in het nieuwe ritme zit. Eens je weer helemaal mee bent, zal je zoals van ouds weer niet meer te stoppen zijn.

Ans DB
0 0

De 48 Inch Huismus

Zijn ellebogen rusten op de tafel terwijl hij zijn handen in elkaar vouwt. Ik kijk hem onderzoekend aan. Bruine haren en groene ogen. De persoonsbeschrijving die ik via mijn vriendin heb gekregen, klopt wel.Hij is niet meteen mijn type, maar echt een absolute no go is hij ook niet. Beetje gewoontjes misschien. Duf hemd en bruine broek, maar ik heb mezelf voorgenomen om positief te blijven en niet meteen iedere man aan wie ik word voorgesteld met mijn kieskeurige karakter neer te sabelen. Ik ben er al 33, het moet nu wel eens gaan gebeuren, dat tegenkomen van die ware. Daarover moet ik nu ook weer niet te moeilijk gaan doen.‘Ik ben zo wel een beetje wat je noemt een huismus.’ Hij kijkt me aan, bijna alsof hij er trots op is.God neen hé, denk ik, een huismus. Ik glimlach beleefd en drink van mijn drankje.Hij gniffelt zenuwachtig en gaat met zijn hand door zijn vormeloze coupe haar.‘Zo zo, ik las toch dat je zaalvoetbal speelde? Ga je dan nooit eens op stap met je ploegmaten?’ probeer ik.‘Soms tijdens het seizoen, maar dat is nu voorbij dus ligt dat even stil’.‘Dat ligt even stil,’ herhaal ik traag. Deze 38-jarige single man heeft een stilliggend sociaal leven. Vreemd doch intrigerend. Ik drink nog eens van mijn glas frisdrank. ‘Wat doe je dan buiten het seizoen op pakweg een zaterdagavond?’‘Ik hou heel erg veel van film kijken’, zegt hij enthousiast.Eureka, denk ik, een raakvlak en stel hem meteen de vraag die ik altijd aan mijn cinefiele medemens stel: ‘Welke recente film moet ik zeker nog in de bioscoop gaan bekijken?’‘Forrest Gump vind ik wel goed’, antwoordt hij met een uitgestreken gezicht.‘Forrest Gump?’ Ik frons mijn wenkbrauwen.Hij knikt vol overtuiging.‘Die is toch bezwaarlijk recent te noemen,’ zeg ik voorzichtig. ‘Of heb ik een iets gemist en is die film om de één of andere reden weer te bekijken in de bioscoop?’Hij kijkt me betrapt aan. ‘En jij werkt in de media ofzo?’ vraagt hij snel.‘Eh ja’, stamel ik verbaasd door zijn abrupte switch van gespreksonderwerp. ‘Ik verzorg de beeldafwerking van series en films. Het plannen en coördineren van de technische kant van de zaak.’Hij glundert gefascineerd. ‘Ik heb een Samsung 48 inch. 4K, 50 hertz, 11, 4 cm dik. Het ding kan wel geen 3D weergeven. Ik zou liever een 55inch hebben, maar ik weet niet goed of de kleuren daarbij nu effectief beter tot hun recht zouden komen. Wat denk jij als expert?’Ik kuch zenuwachtig en er valt een korte stilte. Tussen de beeldafwerking van tv-series en de mogelijkheden van tv-toestellen ligt er ook voor mij nog een hele wereld aan onbekende techniciteiten. Met een serieuze blik ga ik met mijn vinger langs de rand van mijn glas. ‘Dat denk ik niet,’ zeg ik dan. ‘In België zijn de tv stations nog niet in staat om uit te zenden in die resolutie.’ Ik kijk hem snel aan om te kijken of hij doorheeft dat ik de boel bij elkaar bluf.Hij lijkt mijn uitleg te slikken en knikt instemmend. ‘Goed dat ik daar mijn geld niet aan heb uitgegeven dan.’‘Inderdaad, gelukkig maar’, zeg ik ongemerkt opgelucht. ‘Wil je me even excuseren, ik moet even naar het toilet.’ In de wc steek ik mijn polsen onder koud water en staar naar mezelf in de spiegel: dit is echt de stroefste date die ik ooit onderging. Mocht het kunnen, ik zou stante pede langs het wc-raampje willen ontsnappen. Helaas is er in dit etablissement geen raampje in de wc-ruimtes. Het lot staat vandaag helaas niet aan mijn kant. Ik adem diep in en uit en keer terug naar ons tafeltje.‘Dus geen 3D op jouw televisie?’ glimlach ik gespeeld geïnteresseerd. Nog een uurtje, neem ik mezelf voor, en dan veins ik een dinerafspraak met vriendinnen.Gelukkig schijnt de zon vandaag.

Ans DB
1 0

De Heilige Reiziger

Een rustige, luilekkere zondagochtend. Buiten miezert het een beetje, maar ik zit lekker warm binnen en slurp van een zalige kop koffie. Het intense aroma van Arabica en een lekker stuk chocolade, beter kan de laatste dag van de week niet beginnen. God wist wat hij deed toen hij deze dag en Arabica schiep.  Ik ben net voor de vijfde keer de eksters in mijn tuin aan het tellen, wanneer ik word opgeschrikt door mijn telefoon.‘Hallo met Ans.’‘Ja hallo Ans, het is hier met God.’‘God? Als je van de duivel… Euh…Nou ja, ik was net aan je aan het denken.’God kucht en zegt fijntjes: ‘Jaja dat zal wel, je was zeker aan het denken dat het weer lang geleden was dat je bent langs geweest. Waar was je net trouwens tijdens de zondagsmis?’‘Ik euh…’ stamel ik.‘Zeker weer feministisch getinte verhalen aan het neerpennen over je menselijke tegenhanger: de man?’‘Ik? Neen nooit, ik schrijf enkel over de sociologische aspecten van de maatschappij en heel soms over de fauna en flora.’God slaakt een gelukkige zucht: ‘Ha ja, de fauna en de flora, juist. Ik was echt op dreef op dag 5 en 6 van de schepping. Echt fabuleuze dingen gemaakt toen. Top prestatie.’‘Ja echt heel mooi gedaan hoor, God. Dat deed niemand je ooit na’, beaam ik gemeend.‘Goed ter zaken!’ zegt God ineens kordaat, maar dan aarzelt hij even. ‘Nou ja, goed’, gaat hij op een kalmere toon verder. ‘Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: ik bel je eigenlijk om je een gunst te vragen.’‘Oh’, zeg ik en leun verwonderd achterover in mijn schommelstoel.‘En met welke gunst kan ik U dan van dienst zijn?’‘Wel, je kent toch de Heilige Christoffel?’‘Die met de baard? Patroonheilige van de reizigers toch?’ gok ik in de hoop Gods toorn niet aan te wakkeren.‘Ja die, nu wil die dus zelf ook eens op reis’, zucht God. ‘Ik hoorde dat jij naar Frankrijk ging en ik dacht: Christoffel is dan wel geen God, maar leven als een patroonheilige in Frankrijk, dat kan toch ook lang niet slecht zijn. Zou jij hem niet willen meenemen voor een paar dagen?’Ik draai met mijn ogen, want je moet weten, patroonheiligen zijn geen gewone heiligen. Ze willen steeds vers fruit, volstrekt veganistische maaltijden en als het even kan, elke dag chocolade van Neuhaus.‘Goh God, eigenlijk zit mijn wagen al helemaal vol. Zo een patroonheilige met zo’n mijter en een lang gewaad, dat gaat echt niet meer lukken.’‘Stop toch met liegen!’ buldert God door de hoorn. ‘Ik heb je wel met je ogen zien draaien! Ik ben wel God en God ziet alles! Mocht je nu eens wat meer naar de mis komen, dan zou je dat niet vergeten.’Ik schrik en stoot per ongeluk mijn kopje hete koffie over mijn benen. God straft onmiddellijk, weet je wel. Ik hoor hem gniffelen aan de andere kant van de lijn.‘Verdomme!’ keel ik.‘Hela, jongedame, hier vloekt men niet! Het tweede gebod! Je zou beter wat meer in de Bijbel lezen in plaats van de Humo.’Ik blaas over mijn pijnlijk verbrande benen.‘Bon, dat is dus geregeld: bemin uw naasten zoals uzelf en jij neemt Christoffel mee naar Frankrijk. ’‘Oké, oké’, gehoorzaam ik gedwee.‘Dat is mooi’, zegt God tevreden. ‘Ga dan nu in vrede en neem jezelf misschien ook een nieuw kopje Arabica’.

Ans DB
0 0

Gebaseerd op herkenbare feiten

‘Uw hand in de mijne.’ Het klinkt zo ongelooflijk onnozel normaal. Een evidentie, die zo evident is geworden dat de schoonheid ervan vaak vergeten wordt. De aanraking verloren en de essentie van ‘graag zien’ voorbij. Hij is vertrokken. Na al die maanden, eindelijk met heel zijn hebben en houden mijn hoofd uitgestapt. Ik zou moeten huilen maar ik voel niets.Of neen, ik voel niet niets, maar het voelt niet zoals ik dacht dat het zou voelen. Ik ga niet dood ofzo. Het is eerder een soort teleurstelling, maar dan zo eentje van de ergste soort. Misschien was dood wel minder erg geweest, want dan had ik effectief niets gevoeld. Nu is er enkel een zeurderige leegte. Eén die vreemd genoeg verschrikkelijk vol aanvoelt. Kent ge dat? Dat uw lichaam niets meer wil voelen, maar dat uw hoofd dat niet toelaat? Ge zoekt de uitknop van uw brein, maar die zijn ze bij fabricage vergeten aan te sluiten. Tot dan ineens toch alles donker wordt. En stil. En dan zijn ze daar ineens aan de horizon: die wolken. Het zijn geen kwade, grijze wolken. Neen, ze zijn zacht en roze. Er komt geen regen uit, wel fijne en warme zonnestralen die mijn ziel opwarmen.Een nieuw begin. Nog een beetje wankel op mijn benen, maar ik sta er wel. Er vliegen vogels om mijn hoofd in alle kleuren. In’t begin wilt ik ze wegjagen met al hun storend getjilp. Maar als ik dan begint te luisteren, dan hoor ik ineens dat ze een gevoelig liedje zingen. Een liedje alleen voor mij. Een liedje dat klinkt als het frisse jonge meisje dat ik ooit was. Ik zou zo graag nog eens echt verliefd zijn, in de positieve zin van het woord. Op wie maakt op zich niet uit. Gewoon dat gevoel hebben alsof ik voor de eerste keer de zon zie. Ik kijk er recht in en mijn ogen zijn verblind, maar ik kan er niet mee stoppen. Zo schoon is het. De mooiste verslaving der verslavingen. Mijn benen worden week en ik kan niet meer stappen, terwijl ik in mijn hoofd vlieg. Totaal verloren en toch de weg kennend. Intuïtief op het onbekende doel af.Iemand zijn hand vasthouden, gewoon omdat het kan. Omdat dat niet doen, een gemiste kans zou zijn. Een fout die ik mezelf nooit vergeef als ik er naast zou grijpen. Naast die hand. Ik vind het verschrikkelijk moeilijk om verliefd te zijn. Het is eigenlijk de grootste ramp die mij kan overkomen. Het neemt mijn hele ‘zijn’ over.Onzekerheid wordt een evidentie, zelfzekerheid slechts een vage herinnering.Als ik mezelf niet te dik vind, dan voel ik me zeker wel oninteressant. En als het de twee voorgaande zaken niet zijn, dan is er vast en zeker wel iets anders wat er mis is met mij. Niet goed genoeg, een tweede handsje. Een tweede Ansje. Het is de angst. Het maakt alles kapot en een leven vlak. Angst dat mijn langzaam net opgebouwde ego weer ineen zal stuiken als een kaartenhuis. Angst om op mijn bek te gaan. Mijn gezicht, maar ook mijn zicht te verliezen, verblind door liefde.Angst voor wat gaat komen, voor het onbekende. Xenofobie voor liefde zeg maar. Ze verteert alle positivisme die verliefdheid normaal met zich meebrengt. En dan staat gij daar, totaal overwacht. Onwetend, maar toch wetend. Drie dagen krijgt ge. Drie dagen moogt ge mijn hart vasthouden. Daarna moet ge het teruggeven. Meer dagen kan ik niet zonder, want zonder kan ik niet leven. Zonder kan ik niemand nog graag zien. En eerlijk, wat is een leven zonder graag zien? Wat is een mens zonder een hart om graag te zien?Drie dagen moogt ge er naar kijken en het koesteren.Tenzij ge er goed voor zorgt natuurlijk, dan moogt ge het misschien wat langer vasthouden. Mijn hart.Meer durf ik u voorlopig niet beloven.

Ans DB
0 0

Als het even kon, zou het mogen.

If the greatest thing (we’ll ever 'learn') is to love, and to be loved (in return), there must be a space, a platform, a medium, a dimension where ‘love’ and ‘the greatest thing’ can be defined and take place, independently from the lover or the loved one, in order to avoid a conflict of interest. Evenwicht is dan (“dus”) niet ‘het geluk’, evenwicht is het middel, de tool, het werktuig, de methode.. Als er dan toch een ‘moeten’ aan te pas moet komen, MOET (i) het individu (psychologie, emotie) vrij zijn om lief te hebben (recht) en (ii) onvoorwaardelijk – kansen tot - liefde krijgen ('plicht') van de maatschappij (constructie, ratio) waarin ze opgroeit. (iii) De wisselwerking tussen beide partijen, de ruimte (planeet, mensheid, spirit) waarin deze wisselwerking kan plaatsvinden, moet inclusief zijn, of ze kan (‘zal’) niet zijn. Als al wat ons wordt aangeleerd (taal, geschiedenis, etiquette, leven, denken) (a) anders had kunnen zijn, (b) alomvattend, specifiek en ‘waar’ of ‘legaal’ als ze is, of ‘legitiem’ als ze bevonden wordt, en (c) categoriek dreigt te zijn en een gespecialiseerde vorm aanneemt, dan is het compromis, wordt het conformeren aan "het" grijze (of "het" specifieke) des te moeilijker. Als dit compromis plaatsvindt in (‘door’) de maatschappij, dan komt het individu bedrogen uit, en omgekeerd. Waar zowel de één als de ander zich kan vinden in het statische, het onbeweeglijke, de status quo, het gekende, ligt het risico eveneens in het zodanig beweeglijk zijn dat beiden zich kunnen vergissen of zich verliezen in het vicieuze, het abstracte, het oneindige. Één zijn in onze verschillen is niet verschillen in ("onze") eenheid. Belangrijker nog dan het “zijn” (en de fundamentele elementen die haar kenmerken en bepalen) van soit het individu, soit het collectief, lijkt me die ruimte van interactie, die hersteld dient te worden opdat de geest open kan zijn, het collectief regeneratief, en weerom vice versa. De sleutel tot communicatie, de voorwaarde tot “safe” spaces, de noodzaak van zelfkritiek, en de roep om “vrijheid” in de breedste zin of interpretatie van het woord […] vragen om een ‘concept’ dat (in al haar coherentie en verbondenheid) zowel los van mij als van de rest staat. Investeren in een plaats (abstract en concreet) waar permanente invraagstelling (toegelaten) kan (worden) - zonder ‘schade’ te berokkenen aan het geheel en het ‘zelf’ - is dan ook cruciaal.

Pseudoniem
0 0

Relaas over de superioriteit van het Westen. In de depressiviteit.

Het leven is anders hier. Meer verantwoordelijkheden. Op de lange termijn. Je hebt minder het gevoel van groot nut te zijn omdat je minder snel je problemen overwint. Je krijgt minder vaak resultaten geboekt en je krijgt al even minder schouderklopjes op de weg er naartoe. Je kijkt mensen minder in de ogen en er is zo’n afstand die zelfs op fysiek vlak is waar te nemen, die fameuze beschermende bubbel van privacy, om elke mens. De lach-en op mensen hun gezicht zijn niet echt hier, het is een kopie, van iets wat ze op de televisie geleerd hebben. Ik voel me dom, als ik met hen in conversatie treedt, die mensen. Ik voel me dom, omdat ik niet meer met ratio alleen redeneer. En zelfs die wetenschap die broedt op kennis, feiten en objectiviteitstheorieën in de hiërarchie der dwazen is niet het enige wat scheelt. Er scheelt veel hier, in deze maatschappij, in deze superieure, Westerse, domme, inherent zieke en veeleer arrogante maatschappij. Ik ben zo boos dat ik het niet eerder zag. Ik neem me dat kwalijk. Ik draag een deel van dat arrogante in me, en ik wil het uit mijn lichaam krijgen. Wat wij eten, wat wij inademen, wat wij van stress met ons meedragen, hoe wij elkaar aanspreken, hoe wij eigenlijk geen zak om elkaar geven of hoe we er althans weinig aan doen om dat te veranderen: hoe we weinig als collectief om elkaar kunnen geven. Het is zoveel en in zoveel kleins, het zit in onze gezichtsuitdrukkingen, waarom tonen wij niet? Er is geen licht. Donker is het hier. De straten zijn anders. Grauw, blauw is echt verleden, leven er hier gelukkigen? Ik zie ze nooit, zij, zij die stralen, zij lopen niet op straat. Ze zijn er niet, of ze stralen op een ander. De straatlampen zijn stuk, de universiteiten, zij blinken, maar zij hebben geen karakter, zij schijnen niet. De zwervers op straat spreken zelfs in de wartaal der verloren kuddedieren, maar zij denken, zij zien de wereld voor wat het is, niet ingepakt in die versierde kerktoren met zo’n zilveren schotel die je in slaap sust en valse dromen doet najagen. Ik klaag je aan, Westen. Je hebt het helemaal mis.

Pseudoniem
0 1

Het verschil is ..... ORIGINALITEIT !

Als we op zoek gaan naar verschillen, is het dan niet juist de dingen die "anders" zijn die we er uit halen ? Het nieuwe verschil of het oude verschil blijkt uiteindelijk juist hetzelfde te zijn. Steeds weer wordt er gestreefd naar originaliteit en dat is juist wat iets aantrekkelijk maakt.  Je kan er van houden of het verwerpen.  Je kan bljven vast zitten aan je oude gewoontes, je origine, je veilig voelen door niet uit je cocon te stappen. Maar dan zoek je zelfs geen verschillen of originaliteit. Je houdt er van hoe het is.  Mensen die op zoek gaan naar originaliteit, zoeken naar verschillen. Neem nu onze multi-culturele samenleving. Je kan blijven hangen en zeggen : Ik ben Belg en dat is mijn cultuur en mijn gewoonte en ik stap daar niet vanaf ! Of je kan zeggen : Ik woon tussen verschillende culturen en wil daar iets van opsnuiven. Misschien zelfs iets van leren begrijpen, misschien zelfs iets van leren. Eén van de voorbeelden is het koken. Veel mensen zijn constant op zoek naar nieuwe recepten en vinden dit in de buitenlandse keuken. We hebben bijna de hele wereldkeuken in ons land en dat geeft toch aan dat veel mensen (zelfs onbewust) honger hebben naar nieuwe dingen. Naar het verschil met eigen keuken, naar originaliteit in een andere keuken. En als we de "andere" keuken gaan combineren met eigen keuken, hebben we toch iets origineels gecreëerd ? Uw stoofvlees is lekker, maar het verschil is dat ik in het mijne nu Oosterse specerijen gebruik . En dat maakt mijn recept origineel.  Een verschil wordt ook gecreëerd door evolutie. In het schrijven bijvoorbeeld is het toch normaal dat er steeds weer verschillen komen om de zoveel tijd. Ten eerste is er uiteraard het aspect zoals eerst reeds aangegeven. De mens zoekt naar originaliteit in wat hij creëert. Aldus ook een schrijver. Ten tweede is er de verandering van tijdsgeest. We leven nu eenmaal in een wereld van verandering. Het multi-culturele, nieuwe wetten, emancipatie, technische evolutie, aanpassen van de taal (nieuwe spelling, nieuwe woorden), enz. Er leeft zoveel rondom ons dat we er kunnen blijven bij stil staan of dat we er in meegaan. Natuurlijk beïnvloedt dit alles onze manier van leven, denken, schrijven.  Dit leidt tot het verschil annex diversiteit annex ORIGINALITEIT .

Bjorn Vermeulen
23 0

Herfst

    De tuin ligt er herfstig bij. Op een paar bladeren na is de Hibiscus nog slechts een bos dorre takken. Slechts in mijn herinnering is ze de met roze en paars getooide bloemenpracht die deze zomer onze tuin sierde.   Ook Muis is onder de indruk van de herfst. De hoop bladeren die bijeen is gewaaid in de border biedt haar alle gelegenheid zich lekker uit te leven.   Als ik met de bezem het straatje schoon veeg is ze niet te houden en ieder opfladderend blad bespringt ze als een mogelijke prooi. Ze buitelt met een verdorde Hibiscus bloem over de grond en houdt het gevangen door er met twee pootjes op te staan. Ineens ontdekt ze dat er meer is. Ze laat de bloem voor wat het is en stort zich vol overgave op de veger die ik klaar heb gelegd om het tuinafval op het bijbehorende blik te stofferen. Dat het blik niet van blik maar van plastic is deert niemand. Ook Muis stoort zich er niet aan. Onbevreesd gaat ze er de strijd mee aan in de stellige overtuiging het te kunnen winnen. Haar nageltjes krijgen geen vat op de kunststof steel en als ze haar tandjes in de borstel zet weet ze niet goed wat ze ermee aan moet. Deze prooi lijkt nog even iets te hoog gegrepen dus laat ze het voor wat het is: een rode plastic veger.   Als een wervelwind stormt ze door de tuin. Achter haar waaien blaadjes op die neerdwarrelen als sneeuwvlokjes. Wanneer ze met een haarspeldbocht weer dezelfde weg terugneemt springt ze naar ieder uit de lucht vallend blaadje dat ze zojuist zelf heeft doen laten opwaaien.   Dit spel zou eeuwig kunnen blijven duren en het schouwspel is zeker amusant te noemen. Alleen al om dit vermaak zet ik af en toe de deur naar de tuin op een kier en als ze de vrijheid heeft gevonden kijk ik haar na vanachter het raam. De overhangende tak van de braam vormt voor haar een uitdaging. Als ze ernaar springt lijkt het alsof ze het heeft voorzien op een niet meer door de late najaarszon gerijpte vrucht. Ze mist de braam en verliest haar aandacht door een blad dat van de boom in de tuin van de buurman haar kant opdwarrelt.   Als ik haar roep is ze in geen tijd binnen. Het kitten speelkwartier is voorbij en Muis verkiest een warme slaapplek om weer op krachten te komen. In Hummer heeft ze gevonden wat ze zocht. Een kameraad die over haar waakt en zijn warmte met haar deelt als ze in dromenland is. Een stoere vriend waarbij ze zich geborgen weet en een bink om mee gezien te willen worden. Is het geen plaatje?

Opa Koe
0 0