Zoeken

Tip

Oma

Mijn oma heeft een rode Citroën. Ze appt me of ik thuis ben. Niet of ik tijd heb.          “Heb je zoetjes?” Vraagt ze.         “Anders heb ik ze zelf ook wel in mijn tas.”   Mijn oma neemt nooit zomaar iets aan. Mijn opa vaak haar jas.         “De wereld is daadwerkelijk rond!” Zeiden de astronauten van de Apollo 8. 1968. Ze konden iedereen zien van bovenaf.         “We zijn maar tijdelijk op deze bol. We zitten samen in hetzelfde schuitje.” Zei de verslaggever. Mijn oma zat met statische haren voor de TV.         “Vrouwen willen te veel!” Stond er de dag daarna in de krant. Mijn oma sloeg hem dicht. Ze haalde haar rijbewijs en reed het pad af. Haar moeder wist niet waar ze moest kijken.   Ik heb in het buitenland gewoond. Ik had een vriend, kat, ligbad en balkon. Ik ging altijd op de fiets. Ik vroeg niemand om geld, voor een rijbewijs bijvoorbeeld.         “Maar het is meer vanuit ecologisch aspect”, zei ik.         “We zijn maar tijdelijk op deze bol.”         “Vrouwen weten niet wat ze willen!” Stond er op  social media. Ik bleef lezen.   Toen ik ziek werd, moest ik dat zomaar aannemen. Ik schudde de dokters lachend de hand. Ik maakte dat zelf wel uit. Mijn vriend daarna ook, met mij. Ik maakte mijn studie niet af en mijn spaargeld op.    Ik doe het zoetje in de thee. Oma legt vijfhonderd euro op de keukentafel van mijn ouders.         “Dit is een begin”, zegt ze. “Voor je rijbewijs.” Ik moet huilen.         “Ik heb het altijd heel goed gehad.”         “Ik ook”, zeg ik. Ik wil in haar hand knijpen.         “Dus” - zegt ze, ik heb niets gevraagd  - “dan kan je zelf bepalen wanneer je weer gaat.”   En vastberaden rijdt ze het pad af.

Julia Dobber
72 0

Tinder avant la lettre

Ik dacht hém uit te kiezen in een asiel, maar dat draaide enigszins anders uit.  Het werd één van de wonderlijke ervaringen die ik nooit vergeten zal, hoe zou ik kunnen, die zomermiddag van lang geleden, al lijkt het niet zo lang.  Of is de tijd dan zo selectief vergleden ?   Gezelschap voor de eenzame uren, zomaar te koop, dat zijn de snuffel- en knuffeldieren die in hokjes worden te kijk gesteld na meestal een niet al te fraaie jeugd. Reden voor mij om eens op (be)zoek te gaan. Lief, elegant, middelgroot, rustig maar temperamentvol, snugger, kortharig en gehoorzaam, zoiets bedenk je dan op weg naar je doel, wat ik naderhand niemand nog aanraad te doen, maar ja, beter wist ik toen ook niet.   Eerder is het zoals je een partner ontmoet, of tinderen in real time, de fysieke aantrekking doet het werk voor jou. Swipen naar links, deze niet, ook niet, euh niet, misschien, hmm ja, of toch niet, de kwispelkoddige, jankende, hijgende en opspringende kandidaten solliciteren elk op hun manier, maar vraag niet naar mijn criteria die hun kansen hebben gedoseerd. Er was maar één die mij reeds van veraf in het vizier had, kop omhoog in majestatische zithouding maar met een gecontroleerd enthousiasme alsof hij wist dat ik toch niet zou kunnen weerstaan. Dat bleek, en een uur later zaten we samen onder de appelboom - wie genoot het meest - een vraag die ik me daarna nog dikwijls heb gesteld.   Ik dacht ik noem hem... Mop, zijn oude naam, of beter, Snoopdog, of Hunter - jawel het betrof een 'hij-hond' - maar zelf verkoos hij Bas, kort en duidelijk, en een nieuw leven. Een leven in de hoofdrol, waarom niet ?   Kilometerwandelingen, stokken apporteren, samen uit en thuis, samen spelen, blaffen, samen in de zetel aan de haard met de katten, rollebollend en aaiend, genietend, samen over het strand hollen, droog en nat, Bas hier komen en zit, pootje low-five...  Ik weet nog hoezeer ik hem miste tijdens mijn jobtijd en hij mij ook, denk ik.  Een kortverhaal is per definitie sneller ten einde dan andere,  so be it.  Ik maak het dus pijnloos kort. We hadden het samen fijn, meer dan tien jaar lang. Onvervangbaar fijn. Nu heb ik nog Luna en Zinzi, de katten, en telkens als ik wandelaars-met-hond zie voorbijtrekken mijmer ik nog even na, zoals nu .

Halfdubbel
28 1

Rootless Queen

‘Mijn roots heb ik nog steeds, hoor. Ik ben ze nooit verloren.’   Ze laat de wijsvinger van haar rechterhand over de cassettebandjes in het rek glijden. Met haar linkerhand knijpt ze zachtjes in de mijne. Ik hou mijn adem in en tel de seconden voor ze ontdekt dat er een cassette ontbreekt in de rij.   Nog voor hij zijn intrek nam in het bejaardentehuis, waren we er samen al eens heengegaan, zij, haar grootvader en ik. Op de metro erheen zat hij steeds uit het raam te wijzen en vertelde hij honderduit tegen me, in een taal waar ik geen woord van begreep. ‘Hij wijst de plekken aan waar hij heeft gewerkt,’ leerde zij me achteraf. Ik wou eindeloos doorvragen, waar hij vandaan kwam, hoe hij hierheen was gekomen, waar hij hier eerst had gewoond, hoe het voelde om aan te komen in een land waar hij niemand kende.   Ik steek de cassette in de speler op de vloer en ga ernaast op mijn buik liggen. Voor ik de afspeelknop indruk, aarzel ik even. Zou ze nog wel werken? Zou ik zo alle stemmen horen die destijds haar grootvader bereikten, zoveel duizenden kilometers overbruggend, als antwoord op de stemmen die hij hen telkens zond?   Even hoor ik enkel ruis, dan weer die taal waarvan geen woord me bekend voorkomt. Minutenlang luister ik naar de melodieën van de stemmen - mannen en vrouwen, kinderen en ouderen. Dan blijft er één stem over. Haar gezangen komen van ver, maar tegelijk zijn ze ongelooflijk dichtbij. Zijn vrouw, flitst door mijn hoofd, voor ze hem achterna reisde. Haar oma.   Een auto die voorbijraast op straat haalt mij uit mijn trance. Op het bandje weerklinkt enkel nog ruis. Door het geopende raam hoor ik een flard van een liedje opstijgen uit de auto. Ruthless Queen, heet ‘t. Mama zong het altijd, als ze het eenmaal op de radio hoorde, verdween het voor de rest van de dag niet uit haar hoofd. Vroeger dacht ik altijd dat de titel Rootless Queen was. Koningin zonder roots.   ‘Betekent je naam eigenlijk koningin?’ De kuiltjes in haar wangen zijn weer daar. ‘Iedereen denkt dat altijd. Maar eigenlijk betekent mijn naam schitterend, of gelukkig.’ Haar wijsvinger heeft de plek bereikt waar het cassettebandje ontbreekt.   ‘Voor wie supporter je straks tijdens de finale van het WK,’ vraag ik, ‘België of Marokko?’

Felix Sandon
22 1

Sterfoefeningen (5)

  Om dezelfde reden bestaat er liefde voor cicaden, voor de onschuld van een kikkertong. Ik zweeg. Veel hing er niet meer van af. Het was de allerlaatste date, een laatste kans, zou je kunnen denken en over de fluit kan gezegd worden dat hij groot genoeg is, over de lieve Lada Niva dat hij omnium verzekerd is (dat waren mijn woorden).   Het voltrok zich in een fonduerestaurant. Besteld was een fles water, die beloofd had zacht te bruisen. Buiten lagen de graanvelden er geschoren bij en haar vrucht was een glinsterding, een sterfoef, knipkunst en een roos was in haar vel gebrand (zo zei ze). Las ze iets van mij?   Een ober bracht een pot op poten. De olie is heet, let op (sprak hij). Daarom is het beter om nog wat rond de pot heen te draaien met de roestvrijstalen spiesen, eerst van het water, van de teleurstelling te proeven.   Gelukkig kwamen we uit hetzelfde dorp. We wisten wat te zeggen. Zij woont wel niet zo dicht bij de grens, langs de Steenweg op Neumunster. Ja. Dicht bij het onverkoopbare zelfmoordhuis (legde ze uit).   Dat het pand te kraken is, er een dompelton is, de waterleiding niet eens afgesloten sinds de feiten (ze ging maar door) en ik stak mijn spies in een tuutje merguez. Hoe ik het heb kunnen volhouden, al die tijd? Het lijkt een wonder (dacht ik).   Ik nam alvast slokken water, werd stilaan doof en het ontging mij. Dat alles eetbaar is. Onderbroeken. Pijnboomwortel. Zonnepanelen. De excrementen van de laatste ijsbeer. Leeg stond ze op tafel, een waarborgfles en ik betaalde.         uit de reeks 'Schrijfoefeningen voor de dood'  

Bernd Vanderbilt
0 0

True Sorry

De trompetsolo van Ibrahim Maalouf scheurt voor de zestiende keer door onze boxen. True Sorry, haar lievelingslied en daarom ook het mijne. Met haar hoofd op mijn borst en mijn vingers die ritmisch door haar rode lokken gingen, konden we uren blijven luisteren naar de platenspeler. Het deed haar denken aan Libanon. Ze vertelde over de drukbezochte markten en hoe oom Badr er kikkererwten verkocht. De beste kikkererwten van Beirut, zo goed dat zelfs de joden ze kwamen halen.     -Als er één ding is waarom ik joden wel kan uitstaan, is het hun humusverslaving. -Haha, ieder zijn charmes hè. -Wat zijn mijn charmes dan?   -Gho, waar zal ik beginnen? Alleen nog maar over je rode haren kan ik bijbels schrijven. En dan zwijg ik nog over je ogen en je heupen.   Ze springt rond mijn nek en smijt haar groene ogen vlak voor de mijne.   -Beloof me dat je niet verliefd op me wordt. Beloof het me, alsjeblief.   Ik neurie met het nummer mee en neem de ingrediënten die op mijn bureau liggen. Ik trek het zilverpapier strak tegen het lege rolletje keukenrol. Twee rekkers zorgen ervoor dat het zilverpapier stevig gespannen blijft. Mijn stem klinkt als C-3PO die net een baard in zijn keel begint te krijgen.   -Master Luke, I am your father. -Euh dinges, Star Wars! -Correcto, maar welk personage? -Ja, die gouden robot… Je weet wel, die dat op Indra-unibrow van de wasserette lijkt. -Ik moet een naam weten, anders zero punten. -Komaan, Isaac, niet zo streng. Je weet dat ik daar opgewonden van word. -Hmm, het lijkt wel alsof iemand de jury wil omkopen. -Ik zou niet durven.   Ik durf niet. Wat als ze niet opneemt? Of als het nummer fout is? Ik pak de wegwerpgsm uit de onderste schuif van mijn bureau en toets de nummer in die slordig op het bierkaartje staat. Ik heb nog nooit zoveel betaald voor een bierkaartje. True Sorry eindigt opnieuw, maar deze keer haal ik de naald van de plaat. Ik pluk de plaat van de speler en steek ze in de hoes. Pour Isac & Tara, staat er met een zwarte alcoholstift op geschreven. Isaac en Tara, wat klonk dat toch zo goed.   -Hallo? Hallo, wie is dit?   Rabbi Louis leerde me over het proportionalisme. Goed en kwaad zijn zo sterk vermengd in onze wereld, dat de moreel juiste keuze niet die kan zijn voor het absoluut goede, maar de keuze is voor het minste kwaad.   -Ik mis u.   https://www.youtube.com/watch?v=HXzv7P7qGdM  

Ram Ordon
4 1

Bill, de krokodil

Een vrijgevochten handtas. Zo noemt hij zichzelf. Dat is hij ook wel, maar hij is nog zo veel meer. Hij is een vechter. Een bijter. Een man die, nee, een dier dat recht op zijn doel afgaat en niet opgeeft voor hij dat bereikt heeft. Hij is een voorbeeld voor iedereen die vooruit wil in het leven. Hij klaagt niet. Hij blijft niet bij de pakken zitten. Hij grijpt zijn kans en gaat ervoor.   Weinigen onder jullie weten dat Bill geboren is in Australië. Hij kwam uit een ei gekropen in een krokodillenkwekerij. Het ei was waarschijnlijk geroofd uit een nest in het wild, maar niemand weet nog hoe dat precies zat. Toen hij vier werd, was hij klaar om gestroopt te worden. Maar het lot sprong hem te hulp. Een vreemde handtassenontwerper uit Europa had het plan opgevat levende krokodillen te verkopen als handtas. Bill werd niet alleen omwille van zijn mooie schubben, maar ook dankzij zijn stoere blik uitgekozen. De handtas was bedoeld voor carrièrevrouwen die hun zakenpartner wilden intimideren, maar werd net zo vaak gekocht door huisvrouwen die eens wat anders wilden. Bill kwam bij een dame uit de laatste categorie terecht. Hij was blij dat hij leefde, maar zijn vrijheid had hij nog niet terug.   Inderdaad. De twee handvaten met ingelegde edelstenen op zijn rug en de zilveren rits in zijn zij, zijn een blijvende herinnering aan zijn dagen in slavernij, toen hij onder de arm van een doktersvrouw uit Knokke van de ene vernissage naar het andere feestje werd meegesleurd. In vele damesbillen heeft hij zijn tanden gezet. Plagerig. Zonder verkeerde bedoelingen. Al hadden de dames dit vaak anders begrepen. Hij heeft zich zo een tijdje geamuseerd. Maar het begon te knagen. Hij wilde zelf bepalen wat hij deed en waar hij naartoe ging. Hij wilde vrij zijn. Hij deed wat geen handtas hem ooit had voorgedaan. Hij kwam in opstand tegen zijn eigenares. Velen hebben ondertussen geprobeerd zijn voorbeeld te volgen. Weinigen slagen. De repressie is hard. Bill ging tactisch te werk. Toen zijn bazin uitgeteld van de vele gin-tonics op haar bed lag had ze hem nog vast bij zijn rughengsels. Hij lag met zijn muil vlak bij haar hoofd. De verleiding was te groot. De drang naar vrijheid overmeesterde hem. Hij beet haar kop er af.   Chapeau, Bill. Daar was moed voor nodig.   Je bent een leider. Dat heb je al laten zien in de korte tijd dat je als onafhankelijk volksvertegenwoordiger een nieuwe wind door het parlement joeg. Je hebt het getoond in je activisme voor handtassenrechten. Met je televisiewerk en je muziek laat je iedereen van je mateloze talent meegenieten. Je bevlogenheid heeft een vonk ontstoken, die binnenkort een woeste vlammenzee van protest zal worden. Er is wat op til. Voor alle handtassen ter wereld breken betere tijden aan. Daar heb jij voor gezorgd. Nu je protestsong 'Save the handbags' de hitlijsten aanvoert, denken velen dat je al op je hoogtepunt bent. Ik geloof dat niet. Ik ben er zeker van dat je nog veel meer in je mars hebt. Misschien kom je wel op de proppen met hangmatten van madammenvel. Wie weet. Het is maar een ideetje.   Maar ernstig nu. Ik heb gehoord dat het je voor de wind gaat. Je gaat trouwen. Je wordt binnenkort vader. En (ik heb de goedkeuring van je management om dit te vertellen) de deal met Hollywood voor een verfilming van je leven is zo goed als rond. Driemaal proficiat.   Als plaatsvervangend voorzitter van de Liga voor de Bevrijding van alle Handtassen, is het me dan ook een groot genoegen, beste Bill, jou deze award voor meest inspirerende persoonlijkheid van het jaar te overhandigen. Kom hem maar halen. Hij is helemaal voor jou. Geef hem een daverend applaus, dames en heren: Bill, de krokodil.   24/06/'17    

tijl
21 1