Zoeken

Dierenvrienden

Met het staartje tussen mijn duim en wijsvinger bungelt Chokotoff,de hamster, zo dood als een perkamenten pier voor mijn ogen. Ik had hem zojuist helemaal uitgedroogd vanonder zijn loopradje getrokken. Mijn hart bloedt. Hoe had ik, vier dagen geleden toen we naar Amsterdam vertrokken, in godsnaam het idee opgevat dat hij met zijn kooitje beter af was voor het raam. Dan zag hij nog een beetje licht en kon hij de vogels zien voorbij vliegen! Dat zal wel. Vier dagen lang had de zon meedogenloos haar snikhete stralen op Chokotoff botgevierd. Van pure miserie was het beestje onder het rad gekropen, zodat het toch de afkoeling van een paar schaduwstrepen op zijn chocoladebruine velletje kon voelen. Het is niet de eerste keer dat we een onschuldig dier onbewust de dood injagen.   Jaren geleden besloten mijn ouders om alleen op reis te gaan en lieten, mits vele bedenkingen, de vier kinderen thuis. We zworen op onze kinderzieltjes dat we braaf zouden zijn en dat alles goed zou verlopen. Trouwens onze buren hadden de opdracht gekregen om ons doen en laten met argusogen te volgen. We moesten alleen zorgen voor Pietje, de kanarievogel en de zwarte merel buiten in de kooi. Mijn moeder had hem ooit gevonden met een gebroken pootje. Hij kon niet meer vliegen. Elke morgen voor ik naar mijn vakantiewerk ging, maakte ik nog een wandelingetje door de tuin. Het waren prachtige zomerdagen met een stralende zon. Het was ook het enige tijdstip van de dag dat ik ervan kon genieten. Op een morgen zag ik met afgrijzen de zwarte vogel met zijn pootjes omhoog. Ik slaakte een kreet en stormde het huis in, de trappen op naar de slaapkamer waar mijn oudste zus nog in droomland lag. Ik schudde haar wakker en kon met moeite uitbrengen “De merel, de merel!”.  We stommelden de trappen naar beneden en stonden zwijgend voor de kooi. Er was geen water meer in het drinkbakje! Mijn zus greep een emmer, vulde hem en plofte het water in de kooi. De arme merel bleef kletsnat liggen. Het stomme dier had dan ook de gewoonte, telkens als hij een vers bakje water kreeg, zich eerst uitgebreid te wassen. De zon had de rest gedaan. De volgende dagen bewaakten we Pietje, met z’n vieren en kreeg het elke dag vers eten en drinken. Gelukkig is hij niet aan een indigestie bezweken.   Dit jaar vieren mijn man en ik onze dertigste huwelijksverjaardag. Hoe konden we uitgerekend op 4 oktober, Werelddierendag, huwen? Gelukkig weet Michel Vandenbossche nergens van. Anders zou de ene aanhanger van Gaia in merelkostuum en de andere in hamstertenue ons feestje verbrodden en hebben we de flikken en de media aan ons been.          

ZZW
4 0

The American (Dream) Shame

Trump (zoals in olifant) - versus - Hillary (zoals in hilarisch)   Heden ten dagen vindt men alom verspreid opiniestukjes over de Amerikaanse presidentskandidaten.    Trump krijgt het er, terecht, stevig van langs.  Dikwijls ontbreekt  een mening over het alternatief Clinton.  Waarom trouwens Clinton ?  Zij heet Hillary Rodham en dus gebruikt zij de naam van haar eens zo ontrouwe wederhelft enkel voor strategische of marketingoverwegingen.   Ook al deed Obama het protocollair volledig fout toen hij een toast wou brengen op de Queen en beging ook zijn first lady een slipper  toen zij de legendarische vorstin,  zeer ongepast,  maar wel vriendschappelijk bij de heupen nam,  zij hebben beiden “stijl”.   Noch boerenkinkel Trump noch Hillary zie ik het nadoen.   Erg bij de pinken op zijn negentigste, zei wijlen mijn schoonpa ooit  “Wat een wijf, die Hillary”, en hij bedoelde het in de slechte betekenis van het woord.  Dus anders dan Bill, wanneer hij het over “my wife” had. Mijn schoonvader was niet zo gebrand op haar vreselijk plat Amerikaans accent en haar allesbehalve gracieuze voorkomen. Ook al heeft zij er de laatste maanden hard aan gewerkt, het is niet met het inhuren van een Amerikaanse versie van Jani Kazaltzis dat ze het kan redden.   Waarom is het zo aartsmoeilijk om mensen met stijl te vinden in de V.S., laat staan een president? Wat in het oppermachige Rusland of zelfs in veel minder machtige Afrikaanse landen kan, moet  in de supermacht  van onderontwikkelde Trumps toch ook kunnen?   Daarom pleit ik voor een terugkeer naar de “Constitution” van vóór Franklin Roosevelt toen een president nog voor meerdere ambtstermijnen kon herkozen worden.  Hoe is het trouwens mogelijk dat  er in geen van de 50 staten niet één fatsoenlijk mens aan de bak kan komen.   In ons 3 substaten-landje zijn wij dan toch beter af, niet ?  

Vic de Bourg
0 0

Mao was een chinees

Rijp voor opname in het “Gele Boekje”   Neuke Soms komt het als extra  bij hemd en jas Heeft niets de doen met voortplanting Maar alles met vlinder en das.   Koffieprut Het scheelt maar een letter met Koffiepreut Dat is volgens schrijver HB  een vrouw die verzot is op koffie Met andere woorden een koffieleut.   Dank Het scheelt maar twee letters met Stank Dat is wat schrijver HB soms krijgt Voor zijn zoveelste zeikerig boek.   Bleiten Het scheelt maar twee letters met Blèren Van Dale omschrijft het als blaten van een wijfjesdier Maar de ene is al een grotere geit dan de andere.   Dichten Bekend door poëten die rijmen Maar hij die geen rijmtalent had Deed het met de vinger in ’t gat.   Po-épen Het scheelt maar een letter met Poëten In Nederland draait het om uitwerpselen In Vlaanderen om bekakte dichters met een neuke (zie hoger).   Stommerik Onze Rik kon niet praten dus was hij stom Maar kijken deed hij voor twee Boven zijn optiekzaak in Brussel Prijkt  in neonletters  ’t opschrift : “Au Petit chien “   Vogelen In Nederland oude meervoudsvorm van gevleugelde dieren In Vlaanderen een werkwoord.   Lekker In Nederland een uitroep bij het zien van een mooi kontje In Vlaanderen dagelijkse kost.   Poep In Nederland stront In Vlaanderen een kont.   Fijnslagerij In Antwerpen “Twie-e schellekes hesp” In Amsterdam “Twee plakken ham”.   Zomer In Schelle bij Antwerpen “Er zit een weps op d’heps” In  Schin op Geul  bij Maastricht “Er zit een wesp op de ham”.   Zomer Westvlaming aan de Belgische kust : “Jes mi zin pupegoale van den diek geploft” Nederlander op vakantie aan dezelfde kust : “Hij is met zijn kruiwagentje van de dijk gevallen”.   Vraag en antwoord V : Wat hangt aan het raam en het blaft ? A:  In VL : een blaffeture       In NL : een rolluik.   Harrie Cotter Stilleven:  er ligt een hoopje prinsessenboontjes op tafel,  één boontje ligt verderop Opgave:  bedenk een naam voor deze compositie   Antwoord  van de Vlaming : “een Boon Apart” Antwoord van de Nederlander :  “Napoleon”        

Vic de Bourg
16 0

Dag Gaston

Veel bekende mensen brengen u vandaag en de volgende dagen hulde.  Alle gewone mensen, die u graag bezig zagen hebben niet de mogelijkheid om u publiekelijk te bedanken.  Zij zaten in hun huiskamers voor het scherm of in de ontelbare zalen die jij hebt doen vollopen.   Van wijlen mijn moeder  en vader en ook van mijn schoonmoeder weet ik het zeker dat je ze deed huilen van het lachen.   Van ontelbare andere mensen ook,  maar dat weet je zelf  wel.   Vandaag bedacht ik wat er kon zijn dat ons op een of andere manier kon verbinden,  zodanig dat ik een goede reden zou hebben om mij te voegen bij de schare Vips en BV’s die je  bewieroken.   Toen zag ik in de krant een affiche van een man met een grote bril.  Het was een onbekend iemand geschilderd door een beroemde schilder-stadsgenoot, die net als jij geboren en getogen is in Antwerpen.  En toen wist ik het.   Al een tijdje geleden kwam ik erachter dat je net dezelfde bril droeg als de mijne. Het montuur en de glazen….krak hetzelfde.    Nu scheel ik wel wat jaartjes met jou maar ik hoor de optieker het al zeggen:    “Gaston, ge stoat er goe mee. Het mokt aa een fameus pakske junger”.     En “Das just!” , dat was niet gelogen.  Je zag er stukken jonger uit en door jouw bril en door jouw pretogen zag men ook jouw jonge ziel.   Enfin,  dank zij onze bril voel ik mij, heel even, speciaal genoeg om  jou in naam van velen te bedanken voor de lach,  en al huilen clowns niet, ook voor de traan.  Merciekes Gaston !

Vic de Bourg
0 0

de Vlaemsche tale

(niet of juist wel voor NL-ers)   Anno 2015 schreef Ann De Craemer in haar rubriek “ Ik hou van taal”  (De Morgen) een tekst in het West Vlaams dialect.  Voor wie die taal niet verstaat, hierbij een poging tot vertaling in een ander Vlaams streektaaltje.   Vruuger in den taid da bieste nog kosten klappen sprak iederiên dialect. Het durp was hiêl de weireld en verder dan de kerk en de café oep den hoek kwamen de mensen nie, en het was dus nie noedig da ge iet anders as dialect kost klappen.   Vandoag is het twieëduzend vuftien en is den taad vriët veranderd.  De weireld is een durp en alleman is mé malkander in contact, en omda we malkander zaë verstaon, klappen we schoên vloms.  Allé of toch iet dat er wa op trekt : de tussentoal, moar nie die Frank en Simmoneke in Thuis klappen.   Ik vin da spatig. Pas oep: ‘k vin het nie persé spatig da de wereld groeter is gewurre dan ’t durp. Ik vin het wel spatig da we daordeur veul schoên woorde van os dialect ont kwèit spelen zen. Pakt na het toltje wo da ‘k in oepgebracht zen. Ik denk dak van de leste generaotie zen die nog de echte woordenschat ken. Veul van mijn kameraoden geven les in ’t middelboar, en ze zeggen da de jong gaste een “bord” giên “talloer” mier noemen en “altijd” zeggen in de pluts van “altaaid”.   ’t Spatige on hiêl die zoak is da de woordenschat van de tussentoal ienheidsweust is en de toal is pertang oep zen shoênst as er wa varioatie in zit. Er zen woorde in veul Vlomse dialecten die ont staarve zen woa da we bij stoan.  ‘k Denk da da een groête rede is veurwa da “Bevergem” oep Canvas zoeveul succes héé : ze klappen doar nog écht West-Vloms en de mensen missen da. Joeng gasten zeggen vandoag “rolluik” mor bei os is da een “blaffetuur”. Ne “sloeber” is ne “pagadder of ne kastaar” , “nee” is “niejet”, een “zadel” is a “zoadel” , “jawel” is “das zeker da” of “joa zenne”, een “mooi meisje” is “a schoê maske” , “spaghetti” das Italiaans en bei os bleft da ’t zelfde, just as nen boterham, doar is toch niks verkierd oan ? “Met volle snelheid”  weurt dan misschien “mé volle vitesse” .  Is da na nie vriêt spatig da al die woorden ont verdwâne zen ? Heet de taol nie viêl mier kleur en reuk me zoên woorden derin ?   ’t Is daorum da die Westvlomse madam nen oproep wilt doen :    Bleft astenblief die woorden gebruike en liert ze on ulle pagadders. Heure professer Nederlands on den unief van Gent hee altei gezee da een kind da in ’t dialect is oepgebracht loater twiêtoalig is, zodus moet niemand zenne neus oeptrekken veur het dialect en denken da ‘t “marginoal” zaa zijn. Dikke ziever. Dialect is rijkdom. Doet dus ulle best en lot os toal die rijkdom nie verlieren. Die Madam van de gazet wilt de moakers van Bevergem bedanken omda ze ’t Westvloms zoe schoën tot zijn recht lot kome. Ze weurt er content van, want as ze het Nederlands mé een schoên huis za vergelaiken dan is het dialect de wermste koamer van da huis en heur familie en beste kamerôden zitten do, bij den open heird en bij t’ vuur en ’t is doar altaid vriêt gezellig.   Hugo Claus, onze groête schrijver en ne West Vlôming hee het het schoênst van al gezee :   Ik leen uw lucht in mijn woorden. Uw struiken uw linden schuilen in mijn taal. Mijn letters zijn: West-Vlaanderen duin en polder   “t Is tijd dat 't gedoan is” , da woaren Claus zen leste woorden of 'het is tijd dat het voorbij is', in 't deftig Nederlands.   Lot et mé os dialect nog nie gedoan zen en kekt morgen allemoal vanneir nor Bevergem en as awe klenne iet vroagt da ge nie verstoân het, zegt dan gewoên load en doadelijk : “Wadde ?”  

Vic de Bourg
161 0

Een hagelwit kostuum ?

Van de Italiaanse topontwerper Roncalli   De charismatische Angelo Roncalli was geliefd bij jong en oud. Voor zijn vernieuwende ideeën werd hij gerespecteerd door  vriend en vijand.   Inmiddels werd hij, terecht,  heilig verklaard.  Het gaat hier met name over de innemende “Man in White” die beter bekend stond onder zijn pseudoniem Johannes XXIII.   Door het samenroepen van het Tweede Vaticaans Concilie vernieuwde hij de katholieke kerk van weleer.  Een van die vernieuwingen was dat voortaan de zwarte soutane van de priester door een “clergyman” mocht worden vervangen.   Dit tot grote opluchting van vele pastoors en kapelaans maar evenzeer van hun huishoudsters (en hier en daar een koorknaap) die allen verlost werden van het langdurig "deboutonneren" van de ontelbare knoopjes.   Was het omwille van zijn omvangrijk postuur, of was hij toch wat ouderwets? Was er obstructie vanuit de Romeinse Curie (rokken tot daar aan toe, maar rode of paarse pakken!)?   Waarom heeft de man toen niet de toon gezet en is hij niet meteen in een wit kostuum verschenen op het balkon aan het Sint Pieters Plein?   Wij zullen het allicht nooit weten en van zijn meer bekrompen opvolgers kon men niet verwachten dat zij het ijs zouden breken. Voor de eveneens heilig verklaarde JP 2 zou het tijdens zijn vele wereldreizen nochtans een stuk comfortabeler geweest zijn.   J.M. Bergoglio, ook al een naam die aan een Italiaanse modeontwerper doet denken en ondertussen beter bekend als de populaire paus Franciscus, zal hij het waar maken?   Zou het inderdaad geen zegen én statement zijn deze beminnelijke man voortaan in een hagelwit maatpak te zien aantreden?  En dat hoeft geen Hugo Boss , Gucci of Zegna te wezen, een simpele Argentijnse “sastre”  zal de job wel klaren. 

Vic de Bourg
15 0
Tip

overschat en overroepen

Ik las onlangs ergens dat 1 op 10 Nederlanders graag een boek zou willen schrijven (en uitbrengen uiteraard). Ik weet niet hoe het met de cijfers voor België zit maar vermoedelijk zijn die van een zelfde strekking. Hoe moet een mens dan in alle ernst schrijver willen zijn? Hoe moet je je onderscheiden? Veel komt tegenwoordig – noodgedwongen – aan op zelfmarketing, tenzij je er natuurlijk op rekent gewoon een genie te zijn en ‘bij toeval’ ontdekt te worden door een uitgever, maar laat ons wel wezen, dat is zonder directe contacten eigenlijk quasi ondenkbaar. Zelfmarketing dus, een blog, facebookposts, aansluiting bij groepen over lezen, literatuur en schrijven, en maar hopen dat je er op een of andere manier uitspringt, of op den duur zoveel volgers verzamelt dat de literaire wereld je wel au serieux moét nemen. Hoe dan ook, al dat ge’kijk-eens-naar-mij-en-hoe-goed-ik-wel-ben is enorm vermoeiend en bovendien een serieuze aanval op je zelfrespect. Ik heb constant het gevoel dat ik te hard probeer en net daardoor nooit serieus zal worden genomen door een sector die misschien wel zwaar overschat want vooral erg gesloten en elitair is? En toch blijf ik proberen. Ik neem deel aan verhalen- en gedichtenwedstrijden, haal hier en daar een keer een longlist, won een keer derde plaats, niet slecht, maar ook niet bijzonder. Een kennis met kennis van zaken zei me dat het overigens niet per definitie de winnaars zijn van dat soort wedstrijden die vanzelfsprekend een kans maken op succes, misschien een beetje zoals het parcours van winnaars van talentenjachten vaak ondergeschikt blijkt aan dat van de runners-ups (is daar een goed Nederlands woord voor? want ik ben zeg maar all for taalbehoud en zo). Ik stuur mijn schrijfsels ook graag in naar de meer serieuze literaire en culturele tijdschriften, maar krijg daar voornamelijk het deksel op de neus. Niet lang genoeg, niet kort genoeg, niet literair genoeg, kortom niet goed genoeg. Ik zie ook wel dat wat vandaag als literatuur de wereld rondgaat anders is dan wat ik schrijf (of is dat weer defensieve bescheidenheid?), maar of het daarom minderwaardig is, is maar zeer de vraag. Misschien een keer een schrijfcursus volgen, is een vaak gehoord advies. Tjaaa. Om eerlijk te zijn zou mijn grootste motivatie daarvoor een opportunistische zijn – namelijk dat dat ‘wereldje’ erg klein en ons-kent-ons is. En wanneer je dan in het oog springt van de docenten, dat je makkelijk kan worden doorgeschoven aan hun achterban en zo is de bal aan het rollen, mogelijkerwijs. Maar laat ik nu een dubbel gevoel hebben over dat soort toelaatbaar nepotisme. Natuurlijk zou ik ergens willen dat ik persoonlijk bevriend was met een Tom Lanoye, een Annelies Verbeke of een Griet Op de Beeck, en dat die uit vriendschap en respect voor mijn talent (want dat heb ik, wordt mij ook meermaals verteld) hun contacten inzetten en me op die manier een duwtje kunnen geven. En aan de andere kant wil ik het godverdomme gewoon zélf doen en verdienen. Maar dan moet ik dus opboksen tegen de overige twee miljoen (pakweg, mijn snelle berekening van 10 procent Vlamingen+Nederlanders) doodgewone burgers die ook bijzonder genoeg willen zijn om hun verhaal of boek gepubliceerd te krijgen. Geen conclusies aan het eind van dit betoog. Enkel de pijnlijke waarheid: dat het verdomd moeilijk is om in jezelf te blijven geloven terwijl je jezelf ziet verloochenen door goedkope zelfpromotiestunts op facebook en watnog, om toch maar gezien, gehoord en vooral gelezen te worden. De beste oplossing lijkt me eenvoudigweg een opening vinden in het space/time continuüm en ‘Midnight in Paris’-gewijs vijftig jaar teruggaan in de tijd en de eerlijke strijd aangaan, vanuit de mogelijke illusie dat het toen allemaal makkelijker was, beter, puurder, weetikveel. Schrijven, ploeteren, uitwisselen met andere kunstenaars en een plekje bemachtigen aan het firmament van Nederlandstalige schrijvers. Als ik heel eerlijk ben weet ik ook wel dat ik me nooit had kunnen meten met de Daisnes, Couperussen,  Timmermansen, Clausen en zo verder. Maar misschien nog net met de Walschappen of Lampo’s?  (bescheidenheid is een overroepen kwaliteit) In de grond komt het er op neer dat je altijd in jezelf moet blijven geloven en moet blijven werken om je doel te bereiken, maar dat er vaak (té vaak?) momenten zijn waarop je eigen innerlijke stemmetje dat van de zogenaamde kenners met veel overtuiging echoot: niet goed genoeg, ga wat anders doen. De vraag is of je als schrijver recht hebt van bestaan op basis van je talent en het geloof in jezelf, of enkel en alleen op basis van de kredietwaardigheid die je wordt verschaft door een onafgelijnd en mogelijk overschat maar zeer reëel instituut, zijnde de ‘literaire sector’.   (Ik hoop stiekem maar gewoon dat het waar is dat de aanhouder wint en dat ik uiteindelijk moge worden geaccepteerd, gedécouvreerd, gewaardeerd, geromantiseerd, gesavoureerd, genepotiseerd en op welke manier dan ook: gepubliceerd. Zie je, ik probeer gewoon te hard.)

LL Rigby
35 0

KUDDEGEESTSYNDROOM

Het was begin mei en stralend weer toen we in Colmar tussen de peperkoekenhuisjes, als in een Anton Pieck tekening, rondliepen. De terrasjes en restaurantjes waren overvol en iedereen genoot van het voorjaarszonnetje. Aan de brug over de Ill weerkaatste de zon op een eenzaam vastgeklonken hangslotje. Het verliefde paartje, dat dit slotje hier in Colmar opgehangen had, had vermoedelijk niet genoeg gespaard om tot aan de bruggen van Parijs, Rome of Praag te geraken. Dan vraag ik me af, wie was er als allereerste op het idee gekomen om hangsloten, als teken van eeuwige liefde, aan bruggen op te hangen? Was het de dochter van de slotenmaker die wel eens wat anders wou dan zo’n blinkende ring? Of wou zij gewoon kijken of de jongeman in kwestie bereid was de romanticus uit te hangen alvorens de beloofde wip erachter zou volgen? Was het de zoon van de ijzerhandelaar die vergeten was om voor zijn lief een bos bloemen te kopen en besloot om op het allerlaatste moment zo’n hangslot mee te graaien? Is hij erin geslaagd om zijn lief wijs te maken, dat een slot vastklinken op een brug over een rivier het summum van romantisch liefde was? Vertelde hij haar dan ook dat, wou de liefde eeuwig duren, zij de twee sleuteltjes in de rivier moesten gooien? Of hielden zij elk een sleuteltje bij zich, in geval van? Moesten, vanaf dat moment, alle vrijers in plaats van met ringen, bloemen en pralines met een hangslot over de brug..of nog beter aan de brug komen? Enkele jaren geleden nam het hangsloten kuddegevoel zo’n vaart dat men de idiote brugwildgroei in Parijs moest verwijderen. Daar dreigde de reling van de brug het te gaan begeven door het gewicht van de eeuwige liefdesijzerwinkel. Als dan zo’n hangslot, door een arbeider met een tang doorgeknipt werd, voelden de partners dan een soort elektrische schok? Ging de relatie vanaf dan bergafwaarts? Werd er dan bij een mogelijke breuk niet alleen over de verdeling van de inboedel, het huis, de bankrekening, de kinderen en de hond geruzied maar ook over wie van beiden nu die reis terug moest ondernemen om dat hangslotje terug te vinden en het opnieuw te openen, de vrijheid tegemoet? Dus beste verliefden, als jullie nog steeds de drang voelen, zoek geen plaatsje meer aan de bruggen in Parijs, Rome en Praag want die hangen al overvol, maar over de brug van de Ill in Colmar is er nog plek zat. Als er één van mijn lezers binnen afzienbare tijd richting Colmar moest reizen, laat mij dan vooral weten of de kuddegeest hier  al heeft toegeslagen en of de hangslotenverkoop ook hier in stijgende lijn gaat.   Het was het lange weekeinde van Hemelvaartsdag en de zon bleef nog steeds van de partij. Vermits wij op de camping te Colmar constant, aan de overkant van de rivier, het lawaai van de autostrade hoorden, besloten wij nog enkele dagen te blijven rondhangen in de overweldigende natuur van de Vogezen. De camping in Xonrupt-Longemer, lag lichtglooiend tegen de helling, direct aan het meer en beloofde volledige rust. Maar door het warme weer ontwaakten niet alleen de insecten, maar tevens de kudde motorrijders. Met honderden hadden deze midlifecrisismannetjes zich in lederen outfits gehesen. Het waren merendeel Duitse dikke mannen met stoere jassen met doodshoofden en bezweringstekens  op de rug. Op hun kale en grijze hoofden droegen ze een soort leger pothelmen.  Onder de helmen zwiepten niet alleen hun lange Vikingbaarden maar ook minuscule paardenstaartjes of lange vlechten heen en weer. Ze waren lekker met de mannen alleen de hort op.  Daar gingen ze dan. Niet alleen of met zijn tweeën, maar met minstens tien tot twintigen achter elkaar aan. Eerst hoorden wij ze achter de camping doorschetteren, vervolgens bromden ze met een hels lawaai langs de overkant van het meer, om dan al racend de berg op te gaan. Het lawaai van de ene groep motoren was nog niet volledig uitgestorven of je hoorde de volgende motorbende al als een gigantische hommel dichterbij zoemen en langs de camping denderen. Eventjes hoorden wij de vogeltjes fluiten en dan kwam daar weer zo’n troep penopauzers voorbij knetteren. Het ganse lange weekeinde leek het of we onze caravan op de weide van Francochamps gezet hadden.  De zware motorjongens hadden de tijd van hun leven, berg op, berg af  en natuurlijk de kick van hun helse motorgebrul. Leve de natuur! Zondag in de late namiddag werden de periodes van stilte langer en langer. Het lawaaizootje bromde terug richting heimat en moeder de vrouw. Nu heb ik zo’n paar dikke Duitse Schweinefleisch motards eens van wat dichterbij bekeken en ik vrees dat geen enkele normaal denkende vrouw zo’n soort man ook maar één blik zou gunnen. Dus is het best te begrijpen dat al hun affectie wel eens alleen naar hun zware blinkende motor uitgaat. En dan heb je nog die kudde bontgekleurde weekendfietsers. Rond het meer van Longemer, maakte men een fietspad dat qua breedte niets moest onderdoen met een volwaardig auto rijvak. Als jullie nu denken dat die opgefokte peletonfietsers hiervan gebruik maakten, heeft het duidelijk niet begrepen. Met zijn vijven op één rij, denkend dat ze in de Tour de France of in de Giro d’Italia reden, trapten ze zich zigzaggend een ongeluk op de rijbaan. Ze lieten een trein van sputterend wachtende auto’s achter zich aanschuiven. Als er dan een auto of  een vrachtwagen luid toeterend wou voorbijsteken en hun teken deed dat er voor hen een speciaal fietspad aangelegd was, joelden ze van verontwaardiging, waaierden nog breder uit en gaven de automobilisten het vingertje. Een kudde koeien is blijkbaar nog intelligenter dan een roedel wielerterroristen. Maandag hadden wij eindelijk het fluiten van de vogeltjes, het kabbelen van het meertje en de immens mooie natuur terug voor ons alleen. Maandagavond, beau temp pour les canards, het regende pijpenstelen. Tijd om zuidelijker te trekken, de kudde gepensioneerde voorjaarvakantiegangers achterna.   Sim, 13 mei Sahune Drôme Provençale

Sim
31 0

WHY WHY WHY DELILAH

Vanmorgen liet ik op Kapaza, Marktplaats.be/nl en Tweedehands.be/nl volgende advertentie zetten: Te huur of te leen, voor minstens drie weken, chaotische (oude) grijze Tom Jones. Voor al diegenen die nu hun wenkbrauwen lichtjes optrekken, ik heb manlief echt niet ingeruild om met Tom Jones Frankrijk te doorkruisen hoor.  Ik zal jullie vlug eventjes het laatste deel van mijn advertentie , ‘Tom Jones’, verklaren. Toen we hier op 1 mei aan de camping te Strasbourg aankwamen, bleek het beheer van de kampeerplaats weer in handen te zijn van een troep stadsambtenaren. Deze hadden blijkbaar geen van allen ooit met een tent, caravan of een camper rondgereden, want dan zouden ze wel geweten hebben dat kamperende mensen, die uit alle uithoeken van Europa via allerlei filegevoelige snelwegen kwamen, nooit getimed op een bepaald uur op een camping konden aankomen. De receptie bleek gesloten van 12 tot 14 uur, de ambtenaar moest opgestoord zijn boterhammetje kunnen opeten. Wij stonden dus als eerste voor de gesloten slagboom met achter ons een Nederlandse caravan en een lange rij met een tiental Duitse, Zwitserse en Franse campers. Om beurten zag je de echtparen aan de gesloten deuren van de receptie duwen, op hun uurwerk kijken en mompelen dat dit niet meer van deze tijd was. Soit, wij hielden dan maar een parkinglunch in de caravan, drentelden wat op de camping rond tot het tijd was om ons aan te melden. Een breed glimlachend Nederlands echtpaar stapte op ons toe. Zei Mijnheer Noorderbuur: “Weet U, wat wij zojuist tegen elkaar zeiden?” Nee, dat wisten wij niet..maar wij hadden de indruk, aan Mevrouw’s  lachende ja- knikkende aangezicht te zien, dat we dit snel te weten zouden komen. “Mijnheer, U gelijkt als twee druppels water op Tom Jones!” Nu hadden ze manlief zijn stemgeluid als eens met de vibrato van Urbanus vergeleken, maar deze vergelijking was nog nooit eerder gemaakt. Ik bekeek manlief en vond dat hij net zo veel op Tom Jones geleek als mijn gat op een peperkoek en zingen kon hij ook al niet. Het echtpaar glunderde, het leken zo’n twee oprechte lieve vakantie- Hollanders te zijn.  U herkent ze wel, die rondreizende identieke tweelingen, allebei met hetzelfde lekker makkelijk kort grijs kapseltje, met identiek dezelfde regenjack, identiek dezelfde rugzakjes, identiek dezelfde wandelschoenen en blijkbaar een identiek ver gevorderde vorm van cataract. “Ach”, zei ik, “altijd die aandacht in Las Vegas gaat ook ons tegensteken, altijd die hordes vrouwen achter mijn man aan gaat vervelen, dus we dachten, laat ons maar eens lekker gewoon doen en met de caravan in Frankrijk gaan rondtoeren. Zingen kan altijd nog!” Nou, dat was nou hartstikke leuk gezegd. Ik wou onze lieve noorderburen echter niet laten gaan zonder nog een goede raad mee te geven. Zo snel mogelijk in Nederland eventjes beiden een bezoekje aan Hans Anders of  Pearl  inplannen.  Om twee uur stipt gingen de lichten in het receptiegebouw aan, de deuren werden ontgrendeld en twee bediendejuffrouwtjes kropen achter de computer. Wij waren als eerste aan de beurt. Toen de receptioniste ons inschreef, zei manlief ineens: “Wat prettig, dat U wat eender aan het werk ging, toen U zag dat er zoveel mensen voor de gesloten deur stonden.” “Hoezo?, antwoordde het onthaaldametje terwijl de mondhoeken van haar geforceerde klantvriendelijke glimlach al iets omlaag gingen: “Twee uur is twee uur, stipt,  pil!” Ik dacht eventjes: “wat staat mijn Tom Jones daar nu allemaal te bazelen?” Vermits ik gewoon ben aan zijn soms sarcastische opmerkingen, duwde ik de ‘It’s not unusual’ neuriënde Tiger de deur uit vooraleer de zaak kon escaleren. Ik begreep er niets meer van. De roem was hem nu al naar het hoofd gestegen? Toen onze rijdende villa wat later op de ‘green green grass of the camping stond,  leverde manlief plots een gevecht met het wc- blok van de caravan. Het sanitair onderdeel wou er plots niet meer in. De godverdommes en miljaardes begeleiden het in- en uitgeschuif van het pipi- opvangelement. Dit zijn nu juist de dingen die je uittest vooraleer je met je caravan vertrekt, niet? Mijn adrenaline stress piekte op een gegeven moment zo erg, dat ik Tom Jones met alle plezier een ‘sex bomb’ onder zijn gat wou verkopen! Manlief had gewoon constant een knop verkeerd gedraaid!! Nadat hij zelfs een dutje van een drie kwartier gedaan had, stelde hij tevreden vast, dat het amper kwart voor twee was en we wel heel snel met alles klaar waren. Het was dus helemaal geen schimpscheut naar het receptiejuffrouwtje geweest. Zijn uurwerk was gewoon stilgevallen en zijn herseninhoud die de tijd bijhield vermoedelijk ook, want ieder normaaldenkend mens zou zich afvragen… Tot daar het verhaal over Tom Jones. Om het verslag over het begin van de advertentie : Te huur of te leen ‘chaotisch (oude) grijze…te vertellen, moeten we eventjes een paar dagen terug in de tijd gaan, met name naar de donderdag, vrijdag en zaterdag voor 1 mei. We schrijven donderdagavond toen ik plots, zonder verdere aanwijsbare verwittigingsymptomen, 38 graden koorts bleek te hebben. Hete golven sloegen uit mijn oren en mijn neus en tenen leken om beurten hete worstjes om dan na een paar minuten rillend in ijsblokjes te veranderen. In mijn hersenpan ramden nu en dan, 100 kleine mannetjes gelijktijdig op een trommel. Mijn hoofd voelde aan als een voetbal die balanceerde op een luciferstokje. Volledig gedrogeerd kroop ik in bed, zweette een nachtje overdadig en vrijdagochtend leek het koortsduiveltje verslagen. Wat niet wou zeggen dat ik al helemaal normaal reageerde. Het was zo’n beetje een slow motion action movie. Zouden we dan toch de caravan maar uit de stalling halen? Eens met de caravan voor onze deur, duwde manlief de mover tegen de wielen om ons rijdend huis op onze oprit te plaatsen. Voor al diegenen die geen caravan met mover hebben zal het volgende verslag compleet idioot klinken, maar geloof me, diegene die wel met zo’n gemoverde sleurhut rondtrekken, zullen onmiddellijk met dit verhaal mee zijn. Voor ons huis bleek het kastje waarmee we de mover van de caravan telegeleid konden besturen niet te functioneren. Het rode lichtje brandde niet, dus geen contact. Nieuwe batterij werd in het kastje gestoken. Dan ging het lichtje in het mover- kastje plots aan, snok, manlief had de handrem van de caravan vergeten af te zetten. Mover terug af de wielen gehaald. Misschien de boel geblokkeerd. Mover terug op de wielen geplaatst. Contactlichtje terug uit. Opnieuw andere nieuwe batterij in het kastje, lichtje eventjes aan, lichtje uit. Lichtje aan, lichtje uit. Om gek van te worden maar het kon mij allemaal niet veel schelen want de koorts kroop letterlijk sneller bij mij binnen dan dat de caravan ooit op de oprit zou komen te staan. Na veel chaotisch geknoei stond de caravan dan toch na een uur eindelijk op zijn plaats. En toen is manlief eventjes in de handleiding van het mover- kastje gaan lezen. Bleek dat je, identiek zoals vorig jaar en alle  jaren daarvoor het geval geweest was, tweemaal kort op het moverkast-knopje diende te drukken om contact te maken. Poepsimpel, alleen had Vercauteren het eventjes vergeten…grrr. Als jullie nu denken dat dit het enige verwarde voorval was, waarom ik manlief nu eventjes op een tweedehands- site aanbood, heeft het volgende nog niet gelezen! Op zondag 1 mei reden wij dus richting Strasbourg. Wat denken jullie van een man die zelfs zijn GPS dame niet verstond. Als ze zei: “Opgepast versmalde rijstroken”, hoorde hij “opgepast maalderijspoken”, alsof dit de normale GPS- taal zou zijn.  Bij het betalen aan het benzinestation in Luxemburg vond hij plots bij het ingeven van onze creditcode aan de terminal, de nul niet meer op het pin- betaalkastje staan. “Ou est le zero?” De kassierster riep vanachter haar glazen stulpje waar de nul zich bevond, maar na driemaal wablief? en wat zegt U? (in het Frans natuurlijk) geroepen te hebben, kwam de kassadame uit haar hok gevlogen en duidde, met een zucht, de nul aan. De inktaanduiding was inderdaad weggeveegd, maar volgens mij staat die nul al jaren op zo’n pinautomaat nog steeds op dezelfde plaats. Na alle wabliefs, wattes en wat zeg je, is het leuk om weten dat je man hoorapparaten bij zich had, alleen staken ze niet in zijn oren maar lagen die in het kastje van de caravan. Ach dit is nog steeds niet de enige echte rede waarom ik manlief in de aanbieding zette, luister en huiver! Zoals steeds schoven wij bij de tolstations steeds aan de verkeerde rij aan. Alle auto’s bumperden door het tolstation, alleen onze rij draaide weer een hele tijd stationair. Reden te meer om manlief te horen sakkeren: “Verdomme, dat duurt nogal! Weer nen ouwe sassa daar van voor zeker, die niet weet hoe hij met een bankkaart moet betalen?” Dus toen wij voor de bareel van de péage kwamen,ging het zoals al duizend keer daarvoor, kaartje erin, bankkaart erin, betaald, poortje open en hop erdoor. Zo’n tien kilometer verder, juist na de affiche “Welkom in Strasbourg, het centrum van Europa, opnieuw een tolstation. Kaartje erin, bankkaart erin, bankkaart bleef erin, bankkaart kwam niet meer terug te voorschijn. Vervolgens, manlief uit de auto en met een schuldige blik begon hij op alle knoppen te duwen.. Mijn superchaoot had de creditkaart in het gleufje gestoken waar normaal de cash euro biljetten moesten ingestoken worden en het ‘tolbetalingsmechanisme’ had het lekker doorgeslikt. Inderdaad weer zo’n oude sassa, die niet wist hoe hij met een creditkaart moest betalen…Gelukkig is er bij al die onbemande tolgeld- inslikkers een hulpknop aanwezig. Aan het lief mevrouwtje dat ons ter hulp kwam, bekende manlief schaapachtig grinnikend dat hij een stommiteit gedaan had. De betaalunit werd geopend en de tol- hulpdame moest  bijna de ganse binnenkant afbreken om aan onze creditkaart te geraken. Na een minuut of tien was mijn stresslimiet volledig bereikt toen manlief smalend en lachend met zijn bankkaart in de hand  zei: “Voilà geen paniek,  alles was weeral opgelost.” Het was niet zijn stomme fout, maar gewoon omdat ik hem zenuwachtig maakte,  had hij de kaart in het verkeerde gaatje gestoken. Wat een onrecht! Why, why, why Delilah…Ik had nota bene, met mijn gedrogeerde koortskop, nog nooit zo stil geweest en zo weinig commentaar gegeven! En toen zei mijn verstrooide professor nog als glunderend hoogtepunt: “Wij beleven nogal avonturen hé!” Ik kon alleen maar reageren met: “Hoe noem je dit, een avontuur? Een aflevering van Falty towers zeker, met als titel : Onder mijn man zijn grijze haardos wordt het één verwarde chaos! Ik hoor jullie al denken, hou toch eens rekening met manlief zijn leeftijd! Wel manlief is als een chaoot geboren vermoed ik, het kan dus alleen maar erger worden.  En toen moest het verwarrende campinggebeuren er nog bovenop. Dus bij deze, al wie mijn Tom Jones wil huren of lenen en hem voor een tijdje uit mijn atmosfeer wil komen halen, tot mijn koorts en mijn adrenaline opnieuw tot nulpunt gezakt zijn,  be my guest! Ook moet ik jullie van manlief zeker laten weten dat ook ik wel eens volledig de mist in ga. Toen we eind september de caravan in de stalling achterlieten, vergat ik het knopje van onze ijskast uit te zetten. Om de mover- batterij op te laden blijft de elektriciteit van de caravan in de stalling aangesloten en deed ons ijskastje dus overuren.  Nog voor ik alles in onze rijdende villa kon inladen, mocht ik dus met mijn Neurofen- hoofd, mijn verschuivende mayonaisehersens en mijn verkrampte nek en schouders, met de haardroger op maximum warmte, eerst de iglo in onze ijskast ontdooien. Ach nobody is perfect en we zijn elkaar waard. Eventjes denken, welke man kleurt de haren van zijn echtgenote zoals een volleerde kapper? Wie raspt het eelt van haar voetjes? Wie kneedde met Voltaren het griepvirusje uit de verharde schouders? Ja zeker! Jullie zijn nu allemaal stikjaloers zeker? Hopelijk is het nog niet te laat? Onmiddellijk mijn advertentie op Kapaza, Marktplaats en Tweedehands annuleren. Niemand krijgt mijn blunderende grijze Las Vegas- ster! Toen we ’s anderdaags hand in hand door het zonovergoten gezellige Strasbourg wandelden, kwam er plots een mooie jongedame, met een papier en pen in de hand, onze kant op. De vrijwilligster van Artsen zonder grenzen  bekeek ons met een vragende glimlach. Ze begreep helemaal niet waarom wij beiden ineens als twee idioten begonnen te schaterden. Zij had natuurlijk niet verstaan wat ik juist tegen manlief gezegd had: “Kijk uit Tom Jones, watch out Pussycat, hou je foto gereed, ze komen om je handtekening!”   Sim,  Strasbourg, 4 mei 2016  

Sim
0 0

HEMELEN

Als ik ’s avonds niet onmiddellijk de slaap kan pakken, lig ik zo soms in mijn bed allerlei dingen te bedenken. Leven wij inderdaad boven onze stand, als we straks weer als twee zigeuners met onze caravan door Europa gaan trekken? Leven wij boven onze stand als we elke winter naar het warme Tenerife trekken, zodat wij tijdens deze periode geen gepeperde rekening voor Belgisch gas- en elektriciteitsverbruik moeten betalen. We minimaliseren tegelijkertijd onze Vlaamse waterconsumptie door te douchen op Spaanse bodem. Wij eten en drinken daar aan de helft van de Vlaamse café- en restaurantprijzen en komen lekker vol apothekersloze vitamientjes terug. Soms gaan mijn overpeinzingen verder dan dat. Ik las gisteren in de regionale krant dat twee Edegemenaars beweren dat Edegem tijdens Wereldoorlog I van bombardementen gespaard bleef, omdat wij hier toch een Onze-Lieve-Vrouw van Lourdesgrotje hebben. Alle randgemeentes hebben kerken en kapelletjes afgeladen vol met Jezus- en Mariabeelden, maar die werden wel gebombardeerd. Welke kronkel moet je bezitten om zulke theorieën heden ten dage nog in de krant te laten verschijnen.   Hoe zien de gelovigen het hiernamaals en is er daarboven voor alle biddende medemensen één hemel? Kan het dat er maar één moslimhemel zou zijn waar de zelfmoordterroristen samen met hun islamitische,uit elkaar geblazen en geslachte offers (woordspeling!), gelijktijdig aankomen? Het lijkt me nogal onwaarschijnlijk dat de zielen van de ontplofte en vermoorde moslims in volledige harmonie met hun terreurzaaiers door één poort zouden kunnen. Heeft hun God dan misschien voor drie afzonderlijke halalhemels gezorgd? De eerste poort is vermoedelijk gereserveerd voor de martelaren die dan onbekommerd  ogenblikkelijk aan het ontmaagden kunnen slaan. De tweede poort is dan voorbehouden voor de echte brave mannelijke islamieten en ergens ver weg is er een achterpoortje voor de hoofddoekvrouwtjes. Ja alles lekker van elkaar gescheiden. Als je op aarde niet gezamenlijk mag bidden of zwemmen, dan veronderstel ik dat je er ook niet tezamen mag zweven, niet waar? En in de Joodse hemel, is daar nog plaats genoeg? Het zal na wereldoorlog II wel hevig drummen geweest zijn daarboven. Hun God zag al het onrecht dat hun aangedaan werd lijdzaam aan, zonder in te grijpen. Zou jij je doodadresje dan nog tot in der eeuwigheid in zijn residentie willen onderbrengen? Wapperen hun pijpenkrullen niet uit en vliegen hun plastiek zakken over hun hoeden, hun hoofddeksels en hun pruikjes niet af als ze ten hemel opstijgen? Zijn er een paar bevoorrechten die hun plaatsje daarboven al via briefjes in de Klaagmuur gereserveerd hebben? Dan vind ik persoonlijk de Boeddha hemel veel esthetischer, sorteren per soort, recycleren en terugsturen. Reincarneer nog maar een paar keer en als je ten langen leste van de allerlaagste kaste omhoog geklommen bent en eindelijk alles goed doet, dan misschien mag je er wel in. Zo kan die hemel nog onbezoedeld eeuwen meegaan. Nu nog die christelijke hemel, hoe zit dat daar? Mogen daar alle soorten christenen samen de dood vieren? Mogen zelfdoders, moordenaars en pedofiele pastoors en priesters samen met hun slachtoffers op dezelfde wolk rondscharrelen? Worden de protestanten en de evangelisten er angstvallig weggehouden van die andere geïndoctrineerde Lourdesgangers die Maria en al die andere heiligen er nog bijslepen? Is er een speciale verdieping voor gelovige homo’s, Scientology sekteleden of de getuigen van Jehova?  Is er ergens in een donker afgelegen steegje een restafval- hemeltje voor al diegenen die voor het Jezus- tijdperk  geleefd hebben. Wat gebeurde er met al die Neanderthalers, Egyptenaren, Hunnen, Grieken en Romeinen die dus niet in dit sprookje konden geloven? Ik vermoed dat de christelijke God er een eigen verborgen agenda op nahoudt. Heeft hij een afzonderlijk hoekje in de hemel waar alle creatieve zangers, ongeacht hun religie en soms liederlijk leven opgevangen worden? Het is tenslotte al van 1971 geleden dat hij de musical Jesus Christ Superstar op ons losliet. Misschien dat James Last een nieuw concept op poten aan het zetten is. Zou John Lennon daarboven nog welkom geweest zijn nadat hij, met zijn ‘Imagin’, het bestaan van religies en een hemel in vraag stelde? Mogen overdosis gedrogeerden zoals Michael Jackson en het zelfmoordnachtegaaltje Whitney Houston nog meezingen in zijn volgende hemelse compositieschepping? Heeft hij aan Demis Roussos, David Bowie en Thé Lau niet genoeg om als achtergrondkoor te zingen of laat hij nog snel wat halleluja- Afrikanen naar de eeuwige jachtvelden opstijgen?  Oefent La Esterella “Oh Lieve Vrouwetoren” als hoofdaria of wacht de vader nog op de komst van kabbala Madonna. Met zo’n naam verdien je minstens paradijselijke hitparaderoem in het nirwana.  Zitten de Voice of Europe, Eddy Wally en Zjef Van Uytsel nu op hun wolk te stampvoeten. Opeens zien ze de hoofdrol in de volgende goddelijke musical aan hun neus voorbij gaan, nu de Heer totaal onverwacht, de ‘Purple Rain’ Prince, voortijdig naar het walhalla riep als nieuwe zingende hoofdrolspeler .    Sim, zachtjes wegdoezelend                Edegem, 23 april 2016

Sim
0 0

Monoloog: Reizen

Verre reizen, ik heb er echt helemaal niks mee. Ze zijn voor mij zoals de artikels uit de roddelboekjes: much ado about nothing. Vroeger was een mens al gelukkig als-ie voor zijn 20ste de zee zag. Tegenwoordig word je aanzien als een kortzichtige cultuurbarbaar als je op diezelfde leeftijd nog geen voet hebt gezet op alle 7 continenten. Reizen is hip en trendy. Nou mij niet gezien. Het begint al bij die verschrikkelijke luchthaven, waar je uren moet wachten. Daarna volgt er een ellelange vlucht die volgens mij ook totale tijdsverspilling is. Doe mij maar een warm bad en een goed boek. Verbeelding brengt je op veel meer plekken dan eender welke reis. En in je verbeelding is het òòk altijd goed weer als je dat zou willen. Als vrouw neem je bovendien altijd te veel mee op reis. Bijvoorbeeld: dat ene witte jurkje waar je toch al een beetje kleur voor moet hebben voor je het kan aantrekken. Het zou toch zonde zijn dat je nét dat jurkje niet in je koffer hebt gestopt, terwijl nu net dé gelegenheid zich aandient om het wel aan te doen. Geef toe: vele dames onder jullie herkennen dergelijke hersenspinsels. Als ik dan al eens op reis ga, twee dagen naar De Panne ofzo, dan kom steevast met een koffer thuis waarvan 10% is gedragen en 90% verfromfraaid gewoon mee op vakantie is geweest. Alleen als wassen en strijken een hobby van je zijn, kan een mens daar gelukkig van worden. Maar goed, ik heb ze natuurlijk ook, de vrienden die elk jaar naar één of ander exotisch oord trekken. Zodra ze thuis zijn nodigen ze je uit voor een soort debriefing van hun reis.. Alsof ze moeten bewijzen dat ze er effectief zijn geweest. Het begint al bij de 1000 foto’s die er in dit digitale tijdperk worden genomen. Niemand weet eigenlijk nog wat er net op de kiekjes te zien was, inclusief de reizigers zelf. Toch blijft iedereen uit beleefdheid ‘oh’ en een geïnteresseerde ’aha’ uitbrengen bij het bekijken ervan. Was dit nu de witte of de blauwe Nijl? Geen hond die het nog weet, maar het leverde wel een mooie plaatjes op. Als gevolg van de foto’s komt het verschrikkelijkste der verschrikkelijkste: de reisanekdotes. Reisanekdotes zijn naar mijn mening zoals kinderen: ze zijn alleen geweldig als het die van jezelf zijn. Iemand anders ermee opzadelen, is volstrekt irritant. Toch doet iedereen alsof de vertellende reiziger echt hét waanzinnigste ooit heeft meegemaakt. ‘Een slang gewoon op jullie terras? Neen! Echt?!’ Nu vraag je je waarschijnlijk af waar het tussen mij en dat reizen is misgelopen. Welke traumatische ervaring mij zo ver dreef dat ik mijn laatste vakanties vooral aan de Noordzee vertoefde. Dat komt , beste mensen, dat komt door mijn grote broer. Toen die 18 werd, vroeg die voor zijn verjaardag een reis naar Amerika. Het zou mijn eerste verre reis worden. Zo gezegd, zo gedaan: wij vertrokken met ons gezin naar de US of A. Nu moet je weten, mijn broer is niet bepaald de aangenaamste reisgezel. Niet alleen heeft hij de verschrikkelijke gewoonte om ons mee te tronen naar enkel zaken die hij wil zien, mijn broer vindt het ook een absolute must om steeds de plaatselijke culinaire specialiteiten te proeven. In het geval van Amerika: steak, hamburgers en ‘All you can eat’-ketens. Steak en hamburgers daarvoor ben ik nog wel te vinden, het was vooral die ‘All you can eat’ die voor mij de deur dicht deed. Ben je er al wel eens geweest? In zo’n vreetschuur? Het concept is simpel: je gaat er binnen, legt een vooraf bepaald bedrag neer en eet vervolgens zo veel je wil. De ruimte zelf is onderverdeeld in 4 eilanden: drank, voorgerechten, hoofdgerechten en desserts. Op zich lijkt het verhaal tot hier toe nog redelijk alledaags, het zijn echter de taferelen die er zich afspelen die het er in mijn ogen tot een oord van gulzigheid en verderf maken. Waar in normale omstandigheden een mens op restaurant van elke gang 1 gerecht kiest, kan je hier volledig losgaan en dienbladen volladen en verorberen in de hoeveelheid en volgorde die u zelf belieft. Er waren mensen die zo dik waren, dat ze twee zitjes nodig hadden om te kunnen tafelen. Als het ene dienblad leeg was, waggelden ze weer naar het buffet om daar een volgende lading eten te scoren. Ik sloeg de situatie gade en likte van mijn gigantisch zelfgemaakte soft ijsje. Overigens enige wat ikzelf die avond door mijn keel kreeg.   De rest van de reis was ook niet bepaald een voltreffer. Hotels met letterlijk 5 sloten op de deur tegen inbrekers in LA, opdringerige bedelaars in San Francisco en de weg kwijtraken in de Grand Canyon. Als klap op de vuurpijl was er dan nog het afgrijselijke Las Vegas of zoals ik het noem ‘De hel op aarde’. Na een veel te lange rit op bus waar de airconditioning op -5 stond, arriveerden we in deze bloedhete duivelse oase. Het was alsof God de vader zelf met de hamer des oordeels op mijn hoofd sloeg, als straf omdat ik er naartoe was gekomen. Overal flikkerede lichtjes en rinkelende belletjes. De hele dag én de hele nacht. Mocht ik de tijger van Sigfried en Roy zijn geweest, ik had al veel sneller in iemands arm gebeten, zo gek werd in ervan. Brussel een ‘hellhole’? Moet u eens naar Las Vegas meneer Trump!   Toen we na 3 weken Amerika weer aankwamen in België had ik het echt gehad met dat verre reizen. Doe mij maar de Noordzee of in een gewaagdere bui Italië. De wereld? Daar zullen mijn vrienden mij wel over vertellen, foto’s genoeg.

Ans DB
131 0

grenzeloos

Dit land is magisch. Niet omwille van de stranden en groene heuvels, niet omwille van de bescheiden maar warme mensen, niet omwille van de heerlijke geur van wilde bloemen, rozemarijn en lavendel, niet omwille van de lucht, die de avondhemel in alle kleuren van de regenboog tooit. Hoewel. Misschien is het precies de lucht die alles anders doet ademen en bewegen en zo de magie doet ontstaan. Op de meest onverwachte momenten, in de meest verdoken hoekjes wacht de magie hier op je. De magie van een ontmoeting die voorbestemd lijkt te zijn. De magie van een plek om te wonen die op het eerste gezicht maar matig voldoet aan de noden, en uiteindelijk de exacte belichaming is van het onbestemde droombeeld van een jarenlange zoektocht. De magie van een kikker, die er ondanks zijn ingebouwde sociale matrix voor kiest om in zijn eentje in jouw badkamerkast te komen wonen, zodat je elkaar iedere ochtend vrolijk goedemorgen kan toekwaken.  De magie van wanneer je denkt dat het niet meer mooier kan, er nóg een cadeautje voor je voeten valt. Je voelt je zo goed dat je zelfs met plezier mijmert over vroegere tijden, vroegere landen, vroegere mensen. Je dwaalt af naar de herinnering van het vertrek. Uiteraard dacht je bij het afscheid, het uitzwaaien en omhelzen en loslaten, dat daar, tussen al die mensen en dingen en contexten, ook je demonen stonden. Je zag hun grijns wel – vanuit je ooghoek – maar schoof het beeld achteloos terzijde. Je gooide je rugzak over een schouder, draaide je om en vertrok. Naar je lotsbestemming. Je wist dat de reis lang kon duren, maar dat baarde je geen zorgen, ze zeggen immers dat de reis belangrijker is dan het doel. Maar oh, kijk daar, je bereikte het doel! Je wist dat het bestond, je geloofde dat het moest bestaan, maar was niet zeker of je er in dit leven nog zou komen. En je kwam er. En nu ben je er. En na inrichten en afstoffen en uitpakken en installeren en meermaals op je knieën de goden danken dat je je bestemming zo snel mocht bereiken en dat het mooier en beter is dan je had kunnen dromen, na dit alles volgt de stilte. Wondermooie stilte, slechts af en toe onderbroken door wat gekwaak. Een stilte die, zuiver als ze is, langzaam maar zeker toch op je gemoed begint te werken. Een stilte die vragen lijkt toe te roepen. Een stilte die je slapeloze nachten bezorgt, van niet-begrijpen, van verwarring.  Je vraagt je af waar het nog schort, wat je tekort komt. Je vindt een heleboel antwoorden van pragmatische aard, maar kijkt dan rond in je paradijs en glimlacht bij het zien van de bloemen, de vogels, de bomen en de haast fluorescerende hemel en bedenkt dat er niets wezenlijks is om ongelukkig over te zijn. En dan plots zie je ze. Achter de grootste boom, de boom die je schaduw en troost biedt, de boom die met je spreekt als er niemand anders in de buurt is, precies achter die boom komen de hoofden van je demonen tevoorschijn, met dezelfde grijns op hun gezicht als bij het afscheid. En je beseft: er was nooit een afscheid, er was nooit een vertrek, een reis, een zoektocht, een vinden , een aankomst, een bestemming. Je was altijd precies waar je was: onderweg. De kikker en de wetenschap te zijn waar je moet zijn bieden troost voor de diepe eenzaamheid die je overvalt. Wanneer je beseft dat je ook hier, in het paradijs, de strijd met je eigen demonen moet aangaan, alleen. Over welke grens je ook je tent opslaat, hoeveel kilometers je ook laat tussen wat was en wat moet zijn, hoeveel beter de parameters van temperatuur – menselijk en andersoortig – ook zijn, de strijd met jezelf is grenzeloos. Pas als je de moed hebt om, op welk terrein dan ook, het gevecht aan te gaan, is de bestemming in zicht. Toegegeven, een beetje magie kan helpen.

LL Rigby
0 0

SPAARCENTEN

Gisteravond at ik, voor het slapengaan, nog een uiterst zout droog worstje. Om de caloriewaarde wat te beperken spoelde ik het door met een glas Cola Zero. Ik lag te woelen in mijn bed. Het leek wel of ik een heel lijk van een salami- varken aan het verteren was en de cola cafeïne flitste door mijn hersenpan. Maar het was niet alleen die avondlijke snack die mij uit mijn slaap hield maar alle andere bekommernissen. Waar moest ik nu nog naartoe met mijn miljarden euro’s? Vermits ik nu nog niet kon slapen, waar kon ik dan nog slapend rijk worden? De fiscus achtervolgde ons al van in Luxemburg. Sommige politici, die ons jaren met een vermanend vingertje verweten hadden dat wij netjes onze belastingen moesten betalen, want dat alleen daardoor het einde van de tunnel in zicht was, waren ook in het bezit van zo’n belastingsontsnappingsrekeningetje op een Luxemburgse bank. Zij konden ons nog op tijd waarschuwen. Luxleeks kwam dichterbij en de banken drongen erop aan om met onze zakken vol euro’s de eerste de beste exprestrein richting Genève of Zurich te nemen om daar in alle geheimhouding een nieuw sjoemelaccount aan te vragen. Wie had er ooit kunnen denken dat die zwijgzame Zwitsers plots, in een vlaag van eerlijkheid, onze namen zouden vrijgeven. Geen geld, geen Zwitsers bleek al lang geen betrouwbaar spreekwoord meer te zijn. Gelukkig lieten ze er een paar jaar van dreigen overheen gaan, zodat wij, de rijke stinkerds, tijd genoeg hadden om onze fraudehandel ergens in de belastingparadijzen op de Maagdeneilanden te parkeren. Wij kozen eieren voor ons geld en wilden onze clandestiene activa nooit te lang op een eiland met zo’n naam resideren. Hier zouden in de toekomst de moslims weleens kunnen komen oefenen alvorens ze daarboven met die 72 maagden aan de slag zouden moeten. Dus het was een kleine stap om richting Kaaimaneilanden met vakantie te gaan. Met koffers vol bankbiljetten trokken we richting George Town. Vermits geld de wereld regeert, vonden we daar probleemloos accijnsvrije achterpoortjes.  Het was complete chaos toen de fiscus ook deze oplichting op het spoor kwam. Nu wilden ze toch het begrotingsgat dichtrijden met een bijdrage van ons vermogen. Kaaimantaks! Voor geen geld ter wereld zouden wij ons kapitaal aanspreken! Terwijl het gepeupel lekker 50% van hun inkomsten aan vadertje staat moest afdokken, zouden wij massaal met de Holland-Americalijn een luxe cruise boeken doorheen het Panamakanaal.  Vermits geld stinkt, hadden niet de geld lijdende regeringen maar een horde geld ruikende journalisten onze fraudeeradresjes probleemloos getraceerd. Panamapapers ! En daarom slaap ik nu niet meer goed, mijn naam gaat nog vallen tussen alle groten der aarde. Straks wordt ik in één naam genoemd met Spaanse en IJslandse ministers, met de Ceo van Cirque du Soleil, met vermaarde belastingontduikerfamilies, met miljarden verdienende sportmannen, met filmacteurs, met vakbondsnamen en met door belastinggeld rechtgehouden bijna failliete grootbanken… Waar moeten wij, de graaimiljonairen nu nog ongemoeid met onze zwarte fraude centen, criminele extraatjes, bonus- afkoop-  en uitstappremies naar toe? Waar kunnen wij ons geld nog belastingvrij laten slapen? Misschien in het Turkije van Erdogan, waar detail lekkende, bemoeizuchtige en waarheid schrijvende journalisten onmiddellijk van de scene verdwijnen? Zelfs stiekem aangekochte Toscaanse villa’s met bijbehorende wijngaarden kwam de diepgravende fiscus op het spoor. Misschien is het wel veiliger als ik mijn miljardjes gewoon, in pakjes van duizend, in zwarte sokken onder mijn bed verstop! Hoeveel zwarte sokken, liefst maat 42 tot 46 moet ik in Zeeman of Wibra aankopen om mijn droominterest niet teveel te laten verdampen? Wie wil er zijn centen niet verstoppen voor een minister president die beweert dat wij met zijn allen boven onze stand leven? Alles en iedereen uit de weg! Dringend reisje Panama boeken! Ik moet asap mijn Panamees kluisje en belastingontduikrekeningetje leegmaken. Eens ter plaatse krijg ik de kluis niet open!! Ik sleep er een boormachine bij en tracht het slot te forceren. Het boren klinkt oorverdovend. Het lukt niet! Het zweet drupt langs mijn opeen geklemde verontwaardigde kaken naar beneden. Hyperventilatie!  Ik schrik wakker. Manlief heeft zich tegen mij aangeschurkt en snurkt met veel herrie recht in mijn rechteroor. Hij opent geen kluizen maar zaagt dikke eikenhouten boomstammen door. Mijn hartslag komt tot rust. Waar ging die nachtmerrie nu werkelijk over? Over regeringen en schurkenbanken die ons geld willen afnemen en ons willen laten betalen om onze aalmoes te willen beheren? Ik glimlach als ik aan onze povere pensioentjes denk en aan de appeltje- voor- de dorst -spaarrekeningetjes waar onze centjes met elke ooglidknipper devalueren. Panamamiljonair..hoe kom ik er bij?   Sim, Edegem 18 april 2016    

Sim
5 0

KOMEN ERGEREN

Vorige week kwam ik erachter dat het heel bedroevend gesteld is met doorsnee televisie kijkend Vlaanderen. Na het bekijken van het dagelijkse tv aanbod, glijden wij met zijn allen af naar het niveau van een open inrichting. Schaamteloos herhalen ze alle series van vorige eeuwen. Zonder blikken of blozen gooien ze de herhaling van de herhaling, compilatie van de compilatie op de beeldbuisprogrammering. De televisiemakers schamen er zich dan ook helemaal niet meer voor om allerlei randdebielenseries op ons los te laten. Wat ik niet snap is dat wij, de consument deze lariekoek klakkeloos binnenhappen. Hebt U ook de eerste twee afleveringen van “Patrouille Linkeroever” gezien? Mooie cast die zich zonder gewetensbezwaar in zijn hemd laat zetten in een, volgens de schrijvers, ongelofelijk komische televisieserie.  De echte politieagenten zullen zich ‘blauw’ geërgerd hebben toen ze zich, in deze parodie, als zwakzinnige nietsnutten op het televisiescherm zagen blunderen.  Heeft er iemand van jullie tijdens het beloofde uurtje grappig en kolderiek entertainment zijn mondhoeken ook maar eventjes naar boven weten gaan? Mijn kleinzoontje van 9 jaar had er hartelijk om moeten lachen. Daaraan kan je zien dat zulke televisieseries alleen gemaakt zijn op het niveau voor volwassen geestelijk gehandicapten! Kan iemand mij de opzet van dit slappe afgietsel van de film Police Academy eventjes uitleggen?  Is het de bedoeling dat de doorsnee Vlaming zich na het bekijken van zulke laagdrempelige series zich iets minder idioot gaat voelen. Ach het kan nog erger. Terwijl ons nationale net ons godgeklaagd met de tiende herhaling van de kampioenen blijft trakteren, kunnen wij ook nog steeds weg zappen naar één of ander kookprogramma. Waar is de tijd dat elke keukenpiet en -prinses alle zenders afschuimde om dat ene gerechtje te vinden, waar hij of zij op oudejaarsavond de vrienden van hun sokken zou blazen. Van ‘Dagelijkse kost Meus, over SOS Piet, namaakwimper Sofie links laten liggend, langs Jamie Oliver,  per Nigella’s comfort food en Rick Stein’s wereldwijde culinaire omzwervingen, via Njam-televisie naar Komen Eten. Kaften vol probeerreceptjes werden er afgedrukt. Waar is de tijd, dat Komen eten nog over koken ging? Het was een roerig showbizzweekje. Hebben jullie het vorige week ook gezien? Of durven jullie het niet bekennen, dat jullie ook behoren tot die zwakbegaafde kijkcijferidioten die, net zoals ik, op Komen Eten afstemmen?  Spijtig voor die ene deelnemer, de echte hobbykok, die bij zo’n drietal malloten aan zo’n losers tafeltje terecht komt. Vorige week, een zingend, kokend en dampend  kwartet dat zich zonder scrupules liet te kakken zetten. Vier hobbykoks die strijden om de eer..Welke eer? De trofee van de meest gegeerde uitlachtelevisie? Een jonge Italiaanse schone, die inderdaad aan gans Vlaanderen bewees, dat ze als 21 jarige al een flink potje kon koken. Een jolige arbeider die van zichzelf vond dat hij na Geubels, Cannaerts en Hoste, de leukste thuis was en die kon stroopsmeren als geen ander. Een half Marokkaanse- Vlaamse solo zanger, die waarschijnlijk op het dieptepunt van zijn carrière zat en al pottenroerend zijn zangimago wat wou oppoetsen en Marina Wally. Jullie weten wel, de dochter van. Volgens haar eigen zeggen en een traan wegpinkend, had haar vader, de cultfiguur Eddy Wally, aan zijn enige dochter de fakkel doorgegeven. Misschien wel de fakkel, maar van enig zangtalent was alsnog niet veel meer te merken. Eddy zou van op zijn wolk supporteren voor Marina’s kookkunst.  De seniorenversie Marina deed zo wanhopig haar best om als de nieuwe lichting Wallies, al kwelend met een Marilyn Monroe jurk rond te zwaaien, zodat heel Vlaanderen haar onderbroek kon bewonderen. Bij de veel jongere Komen Eten arbeider sloegen de vonken in de pan en zwierde het Marina-geslijm in het rond. Het Wally strooplikken werd aflevering na aflevering echt zielig. Na elk gerechtje dat La Wally aan haar medekandidaten voorzette sprak zij de gevleugelde woorden: “Met heel veel liefde gemaakt.” Elk gerecht werd door drie dolenthousiaste medekokers al zingend aan tafel gebracht. De Italiaanse toekomstige mama mia zat er wat verloren bij en je kon duidelijk zien dat al die geïmproviseerde liedjesteksten haar de strot uitkwamen (en niet alleen bij haar!) . Tussen de soep en de petatten vraagt dan zo’n programmamaker aan de hobbykoks of ze zich als complete ordinaire carnavaleske idioten willen ontpoppen. Deze zender maakt openlijk misbruik van imbecielen en het televisiekijkend gepeupel lust er wel pap van. Spijtig genoeg vreet het doorsnee volk zulke oerdomme programma’s! Komen eten werd komen knoeien, komen pochen met je borsten en komen zingen. Ik vraag me af of deelnemers aan zulke uitzendingen niet tegen zichzelf zouden moeten beschermd worden en eerst naar een spruitjespsychiater zouden moeten gaan. Die zou aan deze simpele zielen ongezouten moeten meedelen, dat als ze meededen aan Komen Eten, heel Vlaanderen geconfronteerd zou worden met hun meelijwekkend gezang. Ach het is allemaal een kwestie van smaak en over smaak kan men niet redetwisten. Ik vind het echter wel degelijk genant, voor die ‘would be’ zangers, dat de helft van België, getuige kon zijn dat je noch zingen, noch koken kon. Toen, na een in de soep gelopen veel te pikante tagine, de half Arabische medezanger zijn punten dan ook nog wat wou opschroeven, door iedereen plots klef, schatteke, lieveke, copain, snoezepoezeke en ons Marinaatje te gaan noemen, kon ik het van ergernis niet meer aanzien en zapte weg naar ons tweede openbaar net. Daar lieten ze juist een hoop joelende Afghaanse mannen en huilende Moslim vrouwen zien. Ik was mij er niet van bewust dat Komen Eten tevens in het Midden Oosten druk bekeken werd. Toen ik ’s anderdaags de soep, de bloemkolen met witte saus, aardappelen en worsten voor manlief neerzette en hem telkens verklaarde: “Met heel veel liefde gemaakt” kreeg ik van hem een dwaze blik. Het was diezelfde blik die de meeste studenten in hun ogen kregen, net voor ze de spot dreven met een optreden van een beginnende Eddy Wally en met eieren en tomaten gingen gooien.   Sim, met heel veel liefde geschreven                   Edegem, 11 april 2016  

Sim
28 0
Tip

Wat bindt meisjes van 54 en Peter Sagan?

Het moest er van komen. Mijn hele ik verzet zich tegen onontkoombare verzakkingen, blubber, flapperende bovenarmen en een middel dat langzaam verdwijnt als de dooi die traag maar zeker verder schrijdt. Alleen kondigt de dooi een blij begin aan, mijn dooi is het startschot van een langzaam verdwijnend meisje. Ik heb mij nog niet overgegeven. Het wereldbeeld van een horde dames in bruine driekwartbroek en een blauwe fleecetrui op een rustig fietstochtje op een warme maandagmiddag bestrijd ik met elke snelle vezel die ik nog heb. Ik sta dan ook op de eerste rij in een workshop high-energy dancing. Ik moet mijn buik intrekken om er even lichtvoetig, strak en gezwind uit te zien als mijn lerares. Beeld ik het mij in of kijkt zij bij tel “twee” iedere keer bezorgd in mijn richting? Mijn klasgenoten volgen haar feilloos, maar ik vind dat de pasjes meer iets zijn voor the Royal Ballet School. Ik benadruk bij mijn lerares dat mijn gebrek aan coördinatie een probleem is dat ik al had van mijn kindertijd. Zij moet begrijpen “niet iets dat te maken heeft met mijn leeftijd”. Zij knikt dan ook begripvol en stuurt mij heel vriendelijk oefeningen op die deze zwakte moeten repareren. Veel oefenen voegt zij er aan toe, maar wij weten allebei beter. Het is tijd voor fase 2. Ik trek mijn stoute schoenen aan en schrijf mij in bij een fitnessclub. Wat ik precies wil? vraagt de jonge balie-en sportbegeleider. “Ik wil spieren”, hoor ik mezelf zeggen.  De jongen loodst mij door de inschrijving en neemt mij mee, na een haperende start bij het toegangshek, op tocht doorheen het hele centrum. Ben ik echt de enige die in het draaihek blijf hangen?  “Hier is er iets dat heel vriendelijk is voor de gewrichten”, toont hij met een wijsvinger aan. “Altijd heel veilig en toch een volledige work-out voor alle leeftijden.” Heeft hij mijn vraag niet gehoord? Ik wil spieren. Dat zeg ik dan ook nog eens met veel zelfvertrouwen en zelfs aplomb. Hij knikt maar zijn linker wenkbrauw toont grote twijfel. Wij komen aan in de spierafdeling. Het lijkt mij net de opslagruimte van het materiaal uit een hardcore pornofilm. Er hangen overal instructieplaatjes merk ik, maar toch….ik bedenk in een angstige flits dat dit wel eens de little death te veel voor mij zou kunnen zijn.  Het zal weken duren voor ik alle standjes zal snappen en nog eens weken om aan een uitvoering toe te komen die verborgen camera toelaat.  Toch ga ik naar huis met een goed gevoel. Ik heb gedurfd! Ik ben een fitnessruimte binnengewandeld en niemand is gillend naar de nooduitgang gerend. De rest van de dag maken mijn endorfines overuren. Ik heb dan ook geen scrupules als ik languit in de zetel Gent-Wevelgem bekijk met nog 140 km te gaan. De bijendans tussen Cancellara, Sagan, Vanmarcke en Kutznetsov overstijgt de dagelijkse portie soap, fictieve en de mijne. Als Peter Sagan even later wint, besef ik dat mijn gekozen weg, weliswaar vol koppige ontkenning en onbegrensd naïef geloof in eigen lichaam, de enige juiste is. Peters overwinnaarsinterview barst van een ongecompliceerde vanzelfsprekendheid. Het was de hele dag “volle gas” en er was een sterke wind licht hij toe. Ondertussen steekt hij achteloos een haarstreng vast en wrikt hij het micro-oortje los. Ik streel teder mijn glanzende fitnessclublidkaart.

Anne-Marie De Clercq
18 2

Trein

Meer dan vijfentwintig jaar lang pendelde ik dagelijks met de trein naar Brussel en dat was heel dikwijls een echt avontuur.   Jarenlang ging het goed, af en toe eens een staking, af en toe eens een 'persoonlijk ongeval' (eufemisme voor iemand die het leven niet meer zag zitten en dus op het verkeerde spoor terecht kwam) maar al bij al heel betrouwbaar. Heen en weer in zo'n minuut of vijfenveertig.   En toen liep het mis. Een of andere nieuwe topman wou zijn stempel drukken op de goed geoliede machine en dat is de trein nooit meer te boven gekomen.   Een gewone ochtend in dat rampzalige treinjaar. Ik werd wakker gewekkerd om zes uur, zodat ik om acht uur kon punten op het werk. Alles verliep vlotjes en zelfs de trein vertrok op tijd. En dan begon het avontuur. Het was winter en ijskoud, maar in de trein was het lekker warm. Ik verdiepte me zoals gewoonlijk in een boek en keek niet op of om. Jarenlang reizen op hetzelfde traject geeft je een soort ingebouwde klok mee: 'Het geluid van het ondergrondse station in Mortsel', 'De tweelingbrug bij Duffel', 'Het station Van Mechelen' Zonder opkijken voel je waar je bent, hoor je waar de trein voorbijrijdt.   Ik voelde dat er iets niet goed zat, keek uit het raam en zag ... Antwerpen Noord. Nee, dit was niet het spoor naar Brussel. 'Ben ik op de verkeerde trein gestapt? Ben ik op weg naar Roosendaal?' Stilte in de luidsprekers. De trein stopte met knarsende remmen, het licht ging uit. De luidsprekers bleven zwijgen. Na tien minuten malende gedachten en vragende ogen naar de medereizigers 'Wat is hier aan de hand? Zijn we gekaapt?' Eindelijk gekraak in de luidsprekers 'Geachte reizigers, de trein is op het verkeerde spoor terecht gekomen. We kunnen pas weer vertrekken richting Brussel (toch de juiste trein) als we toelating krijgen van het seinhuis. Gelieve ons te verontschuldigen voor de opgelopen vertraging' Daar stond mijn trein naar Brussel op het rangeerstation Noord: richting Nederland. Dit station is nu het alom geroemde Park Spoor Noord. Zouden ze het rangeerstation in een park hebben veranderd om de treinen naar Brussel op het juiste spoor te houden?   Ondertussen was het bijna tijd om op het werk in te punten en de trein stond nog altijd in Antwerpen Noord. En het werd kouder en kouder, want samen met het licht was ook de verwarming uitgevallen. Ik deed mijn handschoenen en mijn jas weer aan en trappelde wat met mijn voeten om warm te blijven, maar veel hielp dat niet. Ik dook weer in mijn boek en probeerde te lezen in het halfduister om de kou te vergeten. Eindelijk, rond negen uur, floepte het licht weer aan, begon de verwarming weer te draaien en kwam de trein in beweging, traag maar zeker. Traag, want het duurde bijna een half uur voor de trein het station Antwerpen Oost passeerde om dan eindelijk in Berchem het spoor naar Brussel weer te vinden.   Aan het einde van de rit, om elf uur, vroeg de stem in de luidspreker nogmaals of we haar wilden verontschuldigen. Een waarom ook niet? Onvoorziene omstandigheden horen altijd een beetje bij het reizen, ver of dichtbij. Bovendien had ik me lekker lang in mijn boek kunnen verdiepen met dank aan de verstrooide machinist.  

Lin Jansen
0 0

Netwerkfrustratie

De basis voor elk geslaagd netwerkevenement is een uiterst banaal ding. Inderdaad: een degelijke naambadge kan - in nauwe coöperatie met de deelnemerslijst - het netwerken enorm 'faciliteren'. Maar vind je ook niet dat sommige organisatoren nu net iets te veel te innoveren? Wie regelmatig congressen of seminaries bijwoont heeft al van alles aangereikt gekregen... en helaas is niet elke verandering een verbetering. Een efficiënte badge is een basisrecht op een dure conferentie.  Maar blijkbaar heeft de evenementensectorfederatie nog altijd niet wetenschappelijk uitgevogeld hoe dit simpel #firstworldproblem het best wordt aangepakt. Want wat is eigenlijk het beste formaat, de beste grondstof en het beste letterfont voor een duurzame en optimaal leesbare badge? Hoe wordt die het best vastgehecht aan zijn drager (m/v)? Welke maffia is er bijvoorbeeld in geslaagd om onze klassieke badge met speld of clip te bannen van de grote conferenties ten voordele van de lanyard? Je weet wel, dat veelkleurige en gesponsorde 'textiellint' rond je hals? Daaraan bengelt dan een in plastic omhuld naamkaartje, zo onwelvoeglijk laag dat het onleesbaar is. Zeker als de naamzijde constant tegen je buik wiebelt... Sommige organisaties verafschuwen de enorme arbeidskost van het één voor één klaarmaken van plastic badgeclips. Zij prefereren de op A4 bladen geprinte badges van zelfklevend papier of textiel. Eerlijkheidshalve moeten we hier getuigen dat deze oplossing minderwaardig is: ze kleven ofwel te hard of te weinig. Ook de leesbaarheid is vaak problematisch: want deze badges zijn meestal kleiner dan het standaardformaat 90 x 54 mm. En wegens die ene lange naam gebruikt men ongetwijfeld voor alle badges hetzelfde minuscuul lettertype. Het kan zelfs nog gekker. Onlangs lanceerde een Antwerpse professor een high-tech badge. In zijn harde badge met knoopcelbatterij zit zelfs een heus elektronische votingsysteem verwerkt. Tijdens het debat kunnen de aanwezigen hiermee stemmen. De resultaten worden meteen geprojecteerd. "Afhankelijk van je antwoorden krijgt je badge ook een corresponderend kleurtje. Zo kan iedereen daarna op de netwerkreceptie zien hoe je over de zaken denkt", voegt hij er nog fijntjes aan toe. Zijn dure badge bevat zelfs een digitaal visitekaartje, dat je kan uitlezen met een smartphone. En alsof dat nog niet voldoende is weet je badge wanneer je (volgende) sessie gaat beginnen. Laat dat storend gepiep nu net problematisch zijn als je, dankzij die naambadge, tijdens de pauze eindelijk lekker interessant staat te netwerken...PhV

De Cre(a)dacteur
0 0

ENQUÊTEFORMULIER

Vorige week kreeg ik een enquêteformuliertje in mijn mailbox. Men vroeg me of ik eventjes tijd had om een vragenlijstje in te vullen. Het zou maar een luttele vijf minuutjes duren. Men zou mij een aantal vragen voorleggen over toerisme, politiek, reclame en wereldse zaken. Ach jullie kennen ze wel, dit soort idiote enquêtelijstjes, maar manlief zat op zondagochtend naar het programma De zevende dag op één te staren, dus die vijf minuutjes van mijn vrije tijd zou de zaak niet maken. Dus ik klikte vol goede moed de eerste vraag aan : 2016 is nog maar pas begonnen, hebt U al aan vakantie gedacht? Wat dacht U van een supergoedkoop weekje all in Turkije, Marokko, Tunesië of Egypte? De Turkse toeristische sector speculeert sinds kort op wereldreizigers met een overvol bravoure- en avonturenhoofd. De Turken bieden sinds kort Expeditie Robinson- waardige eilandhoppen- cruises aan, van het Turkse vasteland naar de Griekse eilanden. Er zijn alleen enige zwemvereisten aan verbonden en een eigen reddingsvest in je bagage meebrengen is een pluspunt. Het is tevens te verstaan dat de tour- operatoren met ‘knalaanbiedingen’ de toeristische moslimsector opnieuw de markt in willen prijzen. Wij echter, zoals zo velen, willen niet meer om half vier ’s ochtends, bij het krieken van de dag door luidsprekergeroep uit ons warme vakantiebed gejengeld worden en thee slurpend en alcoholloos onze vakantiedagen doorbrengen. Ik begrijp ook dat de eens zo ‘bomvolle’ hotels er nu toeristloos bijstaan. Als wij echter couscous, tagines en baklava willen eten, aan een waterpijp willen lurken en hoofddoekjes in de plaatselijke kasbahs willen zien rond schuifelen, kunnen we evengoed ineens in Antwerpen blijven. Wat voor ons vroeger oosters exotisch was, krijgt sinds een paar jaar een ‘explosief’ nasmaakje. Onze vakantieagenda zit voor de rest van het jaar ‘bomvol’ caravanideeën en om daar nog een eventueel, door een touroperator gesoldeerd voorgekauwd,  reisarrangement naar een Islamitisch land aan toe te voegen, zit er voor ons duidelijk niet meer in. Veel liever zitten wij nu op Tenerife, het eiland van de eeuwige lente in plaats van in één of ander moslimland in de nasleep van de mislukte Arabische lente.  Ik heb het woordje Tenerife nog niet ingetikt of plots ploppen er allerlei Canarische aanbiedingen mijn PC binnen. Het zal weer maanden duren alvorens deze irriterende, te koop of te huur, aanbiedingen van mijn computer verdwijnen.   Dus op naar de volgende vraag. Beschrijf in een paar woorden wat U vindt van de Turteltaks. Na mijn antwoord op de vorige vraag zullen de enquêtehouders zich nu al beklaagd hebben, dat ze mij wijsgemaakt hebben dat de vragenlijst maar een luttele vijf minuten zou duren. Denken ze nu werkelijk dat er ook maar één iemand is, die nu dijenkletsend en vrolijk dansend deze taks gaat betalen? Zoals de rest van Vlaanderen willen wij geen belastingen betalen voor de gesubsidieerde zonnepanelen van onze buurman. Maar wacht eens even! Is de Turteltaks eigenlijk niet de socialistische Freya- factuur die wij nu met zijn allen moeten afbetalen? Hoe zat dat dan juist? Lag Freya Van den Bossche na een copieuze barbecue, in de tuin wat te mijmeren? Liet ze toen een knallende wind en dacht ze toen: “Eureka, windenergie, dat is de toekomst!” Toen de socialistisch babe wat verder nadacht, ontdekte zij al vlug dat al een ander kopstuk van de Spa langs de steekpenningenkassa gepasseerd was, toen er een bos windturbines in zee geplaatst werden. Dus die vondst werd afgevoerd. De zon brandde op haar gezicht en daar kreeg zij plots een nieuwe ingeving. Zonne-energie. Alle bewoners, die in het bezit waren van een riante bankrekening konden hun daken van zonnepanelen laten voorzien. Hier bovenop kregen zij dan nog een royale staatssubsidie en jaarlijks groene stroomcertificaten zodat zij de volgende jaren de elektriciteit aan sterk verminderde prijs konden binnentrekken. Pech voor de armoedzaaiers wier spaarrekening ontoereikend was en die lijdzaam moesten toezien hoe mooie daken plots in ingewikkelde puzzelstukken veranderden. La Freya stond duidelijk niet op de eerste rang toen de lange termijn visies uitgedeeld werden. Zij had dan ook geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat een paar maanden later alle magazijnen van havenbedrijven, alle serres, boerenschuren en alle industrie- en fabrieksdaken vrolijk gesubsidieerd naar de zon reflecteerden en dat de big business ceo’s massaal de groene stroom certificaatjes schaamteloos binnenreven. In plaats van geld in het laatje te brengen, werd het subsidieputje een gigantische niet meer betaalbare begrotingskrater! De uitdrukkingen “het verdwijnt als sneeuw voor de zon” en “voor niets gaat de zon op” kregen ineens wel een heel specifiekere betekenis. Als deze knoeiboel minister ergens in de private sector aan het werk geweest was, zou ze na zo’n debacle met een nazinderende trap tegen haar achterste en een ontslagbrief onder de arm onmiddellijk richting werklozenopvolging getorpedeerd zijn! Maar onze nieuwe lichting politici komen blijkbaar de laatste tijd, via vader op zoon of dochter, onvoorbereid de politiek ingeschoven. Na elk nieuw fiasco, belangenvermenging en na elke regeringsmiskleun worden ze dan later met een riant loon en dito bonussen aan het hoofd of in de beheerraad van één of andere staatsfirma geparachuteerd of opteren ze voor een Europees zeteltje. Na de nieuwe verkiezingen kon de derderangs politica niet snel genoeg en zonder één woord van sorry aan de bevolking, de portefeuille met de gebakken peren aan de volgende regering doorschuiven. Annemie Turtelboom, de nieuwe minister van energie,  kreeg samen met haar overgangsvet ineens het hete hangijzer- dossier in de maag gesplitst. Het was zonneklaar, zij zou het varkentje wel eens heel snel wassen. Zij zou deze bodemloze zonnepanelen subsidieput als de bliksem terug laten opvullen. Door wie? Door ons, het gepeupel. Wij, die niet in het bezit zijn van zonnepanelen, moeten nu de gesubsidieerde investering van onze buurman mee ophoesten. Nu zouden wij toch verwachten dat ministers die hogere studies gedaan hebben minstens iets over breuken en pro rata geleerd zouden hebben. Deze stof heeft Turtelboom blijkbaar nooit onder de knie gekregen. Of er nu achter de elektriciteitsaansluiting één persoon leeft, die dagelijks één Nespresso koffietje laat doorlopen en ’s avonds slechts één uurtje televisie kijkt, of er woont achter een aansluiting een elektriciteitsverslindend gezin van tien man, met elk zijn eigen televisie en computer en een wasmachine en droogkast die constant staan te draaien, Turtelboom belast elk elektriciteitsaansluiting die in huis komt met één en de zelfde afbetalingstaks. Als je dan nog de pech hebt om in een appartementsgebouw te wonen met een speciale meter voor het licht in de hall, de gang en de werking van de lift, dan ben je werkelijk helemaal gechareld. Dan mag je nog eens hetzelfde zonnepaneeltaksje in het aantal appartementen opdelen en betalen. Dan ineens kan Turtelboom zonder blikken of blozen, de regel van drie uitleggen. Het consumentenblad Test Aankoop gaat met deze onrechtvaardige taks naar de Raad van Staten. Ik hoop dat ze al de krullen uit Turtelboom’s haarcoupe weg procederen. Vervolgens kijk ik naar de volgende vragen en zakt de moed mij bijna in de schoenen: “Hebt U al uitgeprobeerd of vloeibare Dreft inderdaad drie keer langer meegaat dan elk gewoon ander afwasmiddel? Blijken Uw tanden twee tinten witter na het poetsen met Colgate Max White? Hebt U er al eens over nagedacht om een asielzoeker in huis te nemen? Ten eerste, is onze tuin niet lang genoeg om er zulke lange tafels in te zetten, zodat schoolkinderen, er alle met Dreft afgewassen borden op kunnen plaatsen en dan juichend naar de minitafel wijzen met de borden afgewassen met het goedkopere middel. Ten tweede, hebben wij trouwens niet zoveel borden. Ten derde, als ik mijn zoontje, tekens weer, zoals dat jongetje in de reclame tegen zijn vader, zou horen zeuren, dat hij nu reeds maanden op die lege fles van Dreft wacht om een ruimteschip te kunnen maken, dan hadden bij mij de stoppen al lang doorgeslagen. Ik had de groene Dreft smurrie terstond in de afwasbak leeggespoten en mijn kind ondertussen al drie lege flessen van het is eender welk goedkopere afwasmiddel cadeau gedaan om mee te spelen. En nee, enquêtestellers, ik hoef geen staaltjes van vloeibare Dreft of van Colgate Max white, tenzij U er ineens een zonnebril bij insluit.  Ik moet er niet aan denken om op een morgen op te staan met een wit fluoriserende eetkamer zoals Maurice Engelen van Praga Khan of een Dana Winner veel te groot oogverblindend knalwit pianoklavier in mijn mond. Inderdaad heeft manlief al eens het idee geopperd om een mooie 18 jarige asielzoekster in huis te nemen ( een Thaise zou ook nog wel voldoen) , maar toen ik aan hem haar toekomstige taken opsomde, leek manlief totaal iets anders in gedachten te hebben. Om een mannelijk islamitische jeugdige testosteronbom in huis te halen, zijn we beiden ondertussen al veel te oud geworden. Wij vieren onze oudejaarsavondnacht nog het liefst met onze vrienden en niet in één of ander politiebureau tussen proces verbalen van aanranding en verkrachting. Voilà, beste enquêteurs, ik ga nu onze caravanreis verder plannen, mijn buren hun zonnepanelen verder afbetalen, mijn afwas in de afwasmachine zetten, mijn tandjes poetsen met Prodent en me verder opboeien over de laksheid van de Europese gemeenschap betreffende de vluchtelingenstroom.   Sim, met een brede pepsodent smile       Edegem 18 maart 2016               

Sim
57 0

MOBIELE SLAVEN

Ongeveer een twintigtal jaar geleden, lang voordat de mobiele telefoonterreur Europa in zijn ban had, zaten we op een Italiaans strand in Ventimiglia. Voor ons ijsbeerde een jonge man, met alleen een zwembroek aan en een maffiazonnebril op, voetjesbadend door de branding van de Middellandse Zee met een gigantische GSM (Geen Snoer Meer) aan zijn oor. Het was zo’n komiek gezicht dat we onmiddellijk in een deuk lagen, een beeld om nooit te vergeten. Wat we toen nog niet konden vermoeden was, dat zulke toestanden zonder pardon de hele wereld zouden gaan overheersen. We hadden hier de voordeur van ons Tenerife huurhuisje nog niet achter ons toegetrokken of we werden al geconfronteerd met een luid roepende Duitse man die, ons allemaal verplichte mee te luisteren hoe hij mobiel iemand  de huid vol schold. Hij schreeuwde zo luid in het opengeklapt telefoontje dat, volgens ons, de toehoorder aan de andere kant van het mobieltje hem zelfs zonder provider intercontinentaal kon horen roepen. Zelfs de ruimtevaarders in het rond de aarde toerende ISS ruimtestation, hielden de vingers in de oren. Een beetje verder de straat op kwam een Spaanse dame ons tegemoet. Aan haar linkerhand sleurde zij een oude obesitas mopshond  met zich mee, die zelfs de tijd niet kreeg om zijn veel te korte pootje tegen een muurtje op te heffen. In haar linkerhand had zij een smartphone en haar rechterduim deed overuren. Terwijl zij, al stappend, haar mailberichten controleerde, botste zij frontaal tegen ons aan. De vrouw keek ons verontwaardigd aan, sleurde haar platsmoelworst het voetpad af en liep bijna met hond en al onder een juist passerende auto. Wat verder de straat af, was de bushalte en daar zaten de chronische twitter- en facebook- verslaafde schoolgaande tieners op de bus te wachten. Zonder met elkaar te praten, loerden ze allemaal naar de schermpjes. Je kon zelfs in je blootje tussen de tieners gaan staan, een pirouette draaien en eindigen in een grand écart, zonder  dat de mobiele junkies het zouden opmerken. Hoogstens zou er een van hen, van je optreden, een foto of een videoke maken en dit zonder een krimp te geven op You Tube zetten of met Whatsapp versturen. We besloten naar de wandeldijk van Las Galletas te slenteren om daar ergens op een terrasje een koffietje (hmm hmm, dit geloven jullie toch niet? Koffie? Een alcoholhoudende barraquito, Sangria of een Mojito werd het, maar zwijgen hoor want het was nog redelijk vroeg in de ochtend) te gaan drinken. Op de dijk kijken verschillende toeristen, die geen gratis Wifi in hun huurappartementjes hebben, met de pc of tablet onder de arm, spiedend rond of er ergens een vermelding uithangt dat men op dit terrasje gratis kan internetten. Zij hebben nog geen notie dat je bij Vodafone een mobiel betalend wifi- toestelletje kan kopen waarmee je lekker vanuit je eigen living of op je balkon in de internetwereld kan rond surfen. Zij laten zich vervolgens aan een tafeltje voor vier neerzakken en Skypen, schaamteloos dit tafeltje bezet houdend, met de thuisblijvers totdat hun enige bestelde tasje koffie door de zon bruin aangekoekt en volledig uitgedroogd naast zich staat.  Naast ons zaten een Engelsman, een Engelsvrouw en een Engelspeuter aan het Engelse Breakfast. Ma en pa waren beiden mobiele junkies. Terwijl ze met de ene hand in hun thee roerden, stelden ze hun Facebookprofiel bij, sms’ten, swapten en emailden ze zonder dat ze zich nog van hun peutertje bewust waren. Het was een uiterst braaf kind dat met zijn stukje brood in de dooier kliederde en vervolgens het eigeel vanuit zijn mondje tot in zijn oortjes uitsmeerde. Het peutertje had al een paar keer met zijn lepel op de tafel gemept om de aandacht van zijn smartphone- ouders op te eisen.  Ma en pa keken echter niet op van hun beeldschermpjes en hadden dan ook niet onmiddellijk door dat peuter de witte- bonen- in tomatensausprojectielen vrolijk met zijn lepel in het rond afschoot. Ach, de ober moest de zaak tussen de met saus besprenkelde klanten en het ‘ouderlijk gezag’ komen sussen. Aan de andere kant van onze terrastafel zat een Italiaanse man met een fles rode wijn en één glas voor zijn neus. Hij had zijn mobieltje tegen zijn oor en luisterde met enige tegenzin naar het gekakel aan de Italiaanse kant. Nu en dan schonk hij zijn glas terug vol, dronk een teug en stamelde: “No Julia, non lo sai! Mama mia, Julia, non lo sai!” De rode wijn verdween zienderogen in de Italiaanse Romeo. “Madre Madonna, JULIA NON LO SAI!!” Hij herhaalde repetitief steeds dat ene “ik weet het niet”-zinnetje. Ofwel was  Julia een enorme Italiaanse zeur, ofwel had bij deze rode wijn Romeo zich reeds een milde vorm van het Korsakov- syndroom aangemeld en stond Signore Alzheimer reeds voor het overwinteraars- appartementje te trappelen. We betaalden de ober voor onze consumpties en besloten, door al de Italiaanse mobiele aanhoorde lulkoek, om in een plaatselijke Pizzeria te gaan lunchen. Voor ons stapte een Spaanse schone. Zij droeg oortjes en praatte in een onzichtbare microfoon. Zij lachte hardop, kwetterde wat en sloeg met haar armen om zich heen zwaaiend met haar hand tegen haar hoofd. Met een debiele verliefde glimlach vervolgde zij haar betoog in het luchtledige. Wij vinden blijkbaar ondertussen zulke taterende telefoon- solo- artiesten heel gewoon. Vroeger zouden wij zulke mensen, die hardop tegen zichzelf praatten en ook nog eens ongecontroleerde Tourette handelingen uitvoerden, in één of andere instelling plaatsen. Maar het kan nog erger. In het Italiaanse restaurantje zaten een West Vlaamse oma en opa overwinteraar samen met hun kinderen en kleinkinderen, oma’s verjaardag te vieren. Deze rondgetallen- verjaardag viel midden in de Belgische krokusvakantie en het leek de grootouders wel leuk, om op hun kosten het nageslacht een vliegreisje, één weekje gratis Costa del Silencio aan te bieden. En  nu zaten ze op de grote dag, aan het gezellige feesttafeltje bij uitstek. Jarige oma roerde wat ongelukkig in haar bord spaghetti en opa stak zuchtend een stukje osso bucco in zijn mond. Ze keken beiden bedroefd het verjaardagstafeltje rond. Dochter en schoonzoon leken twee mobiele hooligans. Dochter twitterde en schoonzoon praatte, met de webcam op, met zijn collega’s thuis. Het jongste kleinkind speelde een internetspelletje en stak, tussen de knallen door, een stukje pizza in zijn mond. Eventjes kwam er een schuchtere glimlach op oma’s gezicht, toen het oudste kleinkind achter haar kwam staan en een selfie van hen beiden nam. Toen schoof de kleinzoon terug aan tafel en zette het fotootje stante pede op Facebook, whatapp en You Tube, zodat de thuisblijvende familie, die dit feestgedruis moesten missen toch nog konden meegenieten. Opa trachtte de sfeer nog een beetje te redden, en vroeg in het Oostends dialect of er nog rode wijn bijgevuld moest worden en of de kinderen nog nieuwe coca cola wensten. Gestoord deed het kinderpaar teken met hun vingers naar hun lege glas en knikten de kleinkinderen bijna onzichtbaar met hun hoofd richting grootouders.  Ja, moest ik de jarige oma zijn, ik vulde hun glazen bij met Rohypnol, vitriool en batterijzuur. Zeker weten. Volgend jaar zal deze opa, samen met oma, haar veertig keer goedkopere verjaardag met hun tweetjes, zonder die respectloze wifi- terroristen vieren in een klasse restaurant met kreeft en champagne. Hoe deden wij dat vroeger? Hoe communiceerden wij destijds?  Waar was de tijd gebleven toen iedereen zijn problemen niet in het openbaar rond belde? Als je de wifi- en smartphone- fanatici een beetje negeert, moet ook ik toegeven dat de kabelloze internetwereld ook heel veel voordelen biedt en de aarde in een dorp veranderd is. Straks open ik mijn Vodafone- wifi- toestelletje en mijn pc en laat ik mijn verhaaltje weer op jullie los. Zet mijn columns op seniorennet en blogspot en lees eventjes wat de andere bloggers zoal te vertellen hebben. Via email en Facebook blijven wij verbonden met familie en vrienden op het thuisfront of ergens anders ver in de wereld en tuimelen onze kleinkindjes schaterend bij ons binnen. Wij sms’en naar onze vrienden mede- overwinteraars om ergens af te spreken, wij lezen jullie gekke mails en ergeren ons aan de Belgische krantenartikels maar storen niet de ganse omgeving met ons getater. Ik ‘geloof’ tevens onvoorwaardelijk en ‘heilig’ in de evolutieleer van Darwin en kan nu al vermoeden hoe de mens van de toekomst er binnen enkele miljoen jaren uit zal zien. Een groot robotachtig individu met slechts één niet geïndoctrineerde hersencel. Voor zijn ogen een virtual reality bril, een webcam boven op het hoofd, een ingebouwde GPS in de oren en een supergrote smartphone- duim.    Sim,  6 maart 2016 Costa del Telefonio  

Sim
22 0