Zoeken

Tip

Pasklare verhalen. Paasstrijd

 Zo tegen Pasen. Tijd om te snoeien. Voor mijn deur staat manshoog het pampasgras (papas-gras zei vroeger mijn dochter). Halfweg  de dikke struik kijkt nu een gebiologeerd oogje mij aan. Doodstil zit de bruine eend middenin de rietachtige stengels. Ik kan alleen maar vermoeden hoe hard dat moederhartje klopt. Zien doe ik het niet. Eenden-ogen knipperen niet, verpinken niet. Haar pluimen gaan niet uit de bol. Niet recht omhoog. Alleen stilte en onbeweeglijke roerloosheid. Hetgeen tweemaal hetzelfde is, maar dat mag. Want het is. Haar oog staart mij blijvend aan. Het zegt: ík blijf zitten. Zij blijft zitten. Ik haal een bakje water. Wat eten eenden? Als een idioot leg ik er een snee geweekt brood bij. En dan laat ik haar. Respect. Wat doet dat beest hier, voor mijn deur? Ver uit de buurt van Water of Vijver? Is ze in de war door het Pampasgras? Dacht ze hier een veilige broedplaats te vinden? Maar veilig is ze. Daar zorg ik voor. Als ik enkele uren later nog een keer ga kijken, is ze opgestaan. Er liggen twee mooie eieren. Maar ze is gauw weer terug. Om de zoveel tijd breng ik een bezoekje. Zonder woorden even mijn hoofd in de Pampas steken.  Misschien kan ik haar aan me wennen. Telkens zit ze er. Op Paasdag breng ik mijn eigen kindje naar de luchthaven. Blond eendje. Piepkuiken. Ik hou me kloek. Of hoe moeders altijd kloek blijven. ‘Je mag maar mee tot aan de gate, mama.’ Kus geven, kruisje op het voorhoofd. ‘ Maak plezier  en wees voorzichtig.’  Uitzwaaien. Zo ver waar dit uitgegroeid kuiken heen gaat. Tien uur vliegen naar India. Ik strompel naar de Starbucks voor koffie en laat mijn tranen vrijelijk stromen. (Waarschijnlijk is ‘stromen’ voldoende, maar mijn dramagehalte behoeft ‘vrijelijk’. Less is niet altijd more. Soms is more more. Soms mag het erover zijn.) Langzaam herstel ik. Luchthavens en stations:  heerlijk. Wie zijn al die mensen? Wat zeggen ze in al die vreemde talen? Waarom huilen ze? Waarom lachen ze? Zoveel mensen om ergens heen te gaan. Terroristen, zelfmoordenaars, verkrachters, vaders, moeders, kinderen. Kom veilig terug, mijn kind.   Weer thuis, wil ik me met dat andere eendje troosten. Het lege nest gaapt me aan, gebroken eierschalen  wijzen op een blijde gebeurtenis. De vogel is gevlogen. De kuikens ook. © Goedele

Goedele Billen
38 2

Kinderspel

KinderspelHet spel was simpel, iedereen kon het spelen. Je had geen bijzondere vaardigheden of kennis nodig om mee te doen, hoewel het hielp als je iets of wat kon mikken. Er waren verschillende groottes en kleuren, die een rol speelden in de waarde van de exemplaren. Laagst in rang waren de "schieters", hoogst in rang de "boelen". Daartussen bovenden zich allerlei soorten en variaties, waar ik de meeste namen van vergeten ben, al kende ik ze toen heel goed.Ik was zes en met lege handen begonnen. Dit was op zich niet zo uitzonderlijk en al zeker niet problematisch. Alles was georganiseerd als een meritocratie: wat je had, werd bepaald door je prestaties. Opstarten was niet zo heel moeilijk, de meesten waren wel bereid om enkele "schieters" af te staan aan een beginner, en als je hier niet om durfde vragen, kon je altijd de speelplaats afschuimen in de hoop een verloren knikker te vinden.Wanneer je er enkele in je bezit had, was het niet moeilijk je collectie uit te bouwen. Op de speelplaats zaten vele kinderen met de benen gespreid. Tussen hun benen lagen dan enkele knikkers, dit waren de gewaardeerde exemplaren. Als je interesse had in iemands tentoongestelde knikkers, nam je plaats aan de startlijn en rolde je je eigen knikkers naar je doel. Raakte je een knikker, dan kreeg je hem, maar elke knikker die zijn doel niet raakte, was je kwijt. Het was een kwestie van inschatten en overwegen. De afstand tussen doel en startlijn, varieerde. De keuze hoeveel schieters je "wegschoot", lag bij jou. De keuze lag bij jou. Er waren risico's en mogelijkheden. Twijfel en hoop.Als zesjarige die niemand uit de hogere jaren kende, kwam ik in dit spel terecht. Dit eerste was ook geen vereiste, je hoefde namelijk helemaal niemand te kennen om mee te kunnen spelen. Het was een zeer uitdagend spel, elke situatie was anders en naast de hoeveel knikkers die je verwierf, kon je ook proberen gewaardeerde exemplaren in je bezit te krijgen. Langzaam bouw je op, tot je een collectie knikkers hebt, die je overal met je meesleurt. Eerst in je broekzak, dan in een klein tasje, maar op een gegeven moment heb je echt wel dat extra rugzakje nodig om dagelijks mee naar school te sleuren. Boordevol knikkers, één na één raak geschoten.Het is op zo'n moment dat het leven fijn en zorgeloos is. Niets verhindert je om ten volle van het spel te genieten. Tot iets daar verandering in brengt. In mijn geval was dit een ongeluk. De rugzak waar mijn dierbare knikkers in zaten, viel. Pardoes op de grond. Een groot deel van mijn verzameling rolde over de speelplaats. De knikkers waren niet te stoppen, ze gingen alle kanten uit. De tranen sprongen me in de ogen bij deze verschrikkelijke gebeurtenis. Vele guitige kinderhandjes grepen naar mijn dierbare schatten en ik deed hetzelfde. En hoewel de meeste knikkers eerlijk werden terugbezorgd, werden er ook een aantal onherroepelijk van me ontvreemd. Een patrouillerende leerkracht probeerde nog orde op zaken te stellen, maar gedane zaken maakten geen keer. Wat verloren was, bleef verloren.Het ergste is dat je het wéét. Je weet wat je kwijt bent en erger nog: je wordt je bewust van het feit dat je wéér en méér kunt verliezen. Het zorgeloze verdwijnt voorgoed. Het plezier van het spel gaat verloren. Alles is plots een oorlog waarin je enkel kunt verliezen. Een oorlog waaraan je niet eens aan hoeft deel te nemen. En zo borg ik voorgoed mijn resterende knikkers op in een kast op mijn slaapkamer en speelde nooit meer.Het daaropvolgende jaar draaide alles om die fantastische wezentjes die je in het wild kon vangen en voor je laten vechten. Je borg ze op in een rond balletje en trainde ze. Gelukkig waren zij niet echt en hoefde je geen ronde balletjes, maar kaartjes waarop zij afgebeeld stonden bij te houden. Die kaarten pasten heel gemakkelijk in een kinderhand en rolden gelukkig niet alle kanten uit wanneer je stapel uit je handen glipte. En zo kreeg ik op een dag enkele kaarten cadeau en trad ik in kinderlijke onschuld toe tot de wondere wereld der pokémontrainers/-verzamelaars, niet beseffend hoe onethisch het hele pokémongebeuren was. Stiekem lette ik toch wel erg goed op mijn steeds verder groeiende stapel kaarten, met de verloren gegane knikkers in het achterhoofd.Net zoals de andere leerlingen, ging ik helemaal op in de hype. We kenden alle namen en ruilden er lustig op los. We wisten hoe we "vervalsingen" moesten herkennen en legden met trots onze collecties aan elkaar voor. De blinkende en de kaarten met een hoog HP pronken bovenaan, daar waren we trots op, maar iedereen stak ook die nutteloze energykaarten in zijn stapel, zodat deze nóg groter leek. En hoeveel en welke kaarten je bezat maakte natuurlijk geen verschil in de binnen de klasmuren, maar op de speelplaats telde het écht wel. Voor ons was het geen spel, het was wie wij waren en hoe wij leefden. Dit was géén kinderspel, dit was menens! 

Fuaran
5 0

Een Mislukte Astronaut

Al wrijvend in mijn ogen en met een welgemeende geeuw, groette ik de zon die ons met een fijne, warme straal welkom heette. Na anderhalf uur meerijden in een krakkemikkige wagen die elk moment riep om een pauze, stonk naar de verbrande diesel, maar toch de eindbestemming moest halen, kwam ik wakker op de plaats waar m'n leven voorgoed zou veranderen, althans mijn visie op het leven. Ik opende de passagiersdeur en snoof meteen de frisse, zuivere zeelucht door mijn neus. Mijn vriend staarde me aan, nam me in zijn armen en fluisterde zacht en glimlachend in mijn oor: “Goeie morgen schat, goed geslapen?” Meer dan een slaperige en verwarde ochtendblik kon ik hem op dat moment niet bieden, maar ik sloeg mijn armen om zijn nek. “Vandaag zal het gebeuren”, zei hij. “Briefing!”, riep de verantwoordelijke van die dag. Alsof mijn wekker met een plof op mijn hoofd viel, was ik meteen klaarwakker. We snelden ons naar de desbetreffende plaats en sloten ons aan bij een groep van acht. Allemaal oude rotten in het vak. De een al wat beter dan de ander, de een al wat frisser dan de ander. De verantwoordelijke gaf een uitzonderlijke preek over veiligheid, regels, buddy's, vriendschap, natuur, maar mijn gedachten konden zich niet geheel richten op zijn uitgesproken woorden. Zijn slotzin kwam echter wel goed aan: “Binnen een tiental minuten wil ik iedereen aan de waterkant zien, want binnen een uurtje wordt relatief sterke stroming verwacht.” “Ook dat nog”, mompelde ik tussen mijn tanden. Alsof ik nog niet genoeg zenuwen had. Er kwam precies toch meer bij kijken dan ik aanvankelijk in mijn ideale droomwereld had kunnen voorstellen. Rustig nam ik mijn pak uit een zorgvuldig uitkozen, kwaliteitsvolle doos, want ik wilde al mijn materiaal van meet af aan goed verzorgen. De frisse zeelucht veranderde al snel naar een geur van opgewarmd rubber. Ik monteerde mijn fles nauwkeurig en volledig volgens de regels van het boekje, want je wilt toch net niet dat daar iets fout mee loopt. Mijn kleren hingen al aan een zelf ontworpen kapstok, gemonteerd aan de openstaande autokoffer. Ik duwde met volle perskracht mijn benen door het nogal spannende zeven millimeter dikke duikpak, gevolgd door mijn armen en nek. Daarboven kwam nogmaals een zeven millimeter dik pak, duikschoenen, handschoenen, een kap, een lamp, en uiteraard niet te vergeten, een loodgordel van om en bij tien kilogram. Als een mislukte astronaut probeerde ik alsnog mijn duikfles op mijn rug te krijgen. Ik stak al waggelend de straat over waarna ik de priemende blik van de vijfentwintig trappen voelde steken in mijn buik. Daar, daar moest ik over en dan was ik bij de zee. Met zo'n dertig kilo extra aan mijn lijf begon ik de klimtocht te trotseren. Hijgend en zwetend kwam ik aan bij het water. Ik keek voorzichtig rond me en zag al snel dat ik niet als enige wat vreemd en ongemakkelijk de waterkant bereikte. Enkele passen verder voelde ik een hand op mijn schouder. De andere hand trachtte mijn duikfles te ondersteunen waardoor het een pak lichter aanvoelde. Ik stapte het water voorzichtig in en tot mijn grote verbazing voelde dat zelfs niet koud aan, integendeel, het was een gevoel dat alle verwachtingen van de betekenis van het woord 'vrijheid' kon overtreffen. De man, die zo vriendelijk was om mij in het water te helpen en mijn volle gewicht te ondersteunen met zijn brede armen, keek me voorzichtig aan en stelde mij helemaal op mijn gemak. Ook mijn vriend zou me niet in de steek laten, hij stond vier meter verder ook wat te waggelen en ongemakkelijk te wezen, maar zijn ogen weken niet weg. “Ben je er klaar voor?”, vroeg de man. Ik knikte. We zakten stilaan weg in het water, hard bijtend op het mondstuk, met hersenen die volledig weigerden om ook maar één hap lucht te nemen, vechtend tegen mijn reflexen tot ik het niet meer hield. In één ruk nam ik, net zoals een pasgeboren baby, zo'n grote hap lucht dat ik er duizelig van werd. En herboren voelde ik mij helemaal. Stil, heel erg stil, geen vervelende vragen, geen nieuwe verbale info, geen telefoons die zo snel als mogelijk beantwoord dienden te worden. Zelfs mijn eigen stem verdween helemaal. De luchtbellen zochten stilaan een weg naar boven en streelden mijn wangen bij het vaarwel zeggen. Een vis kwam parmantig voor mij uit zwemmen. Haar blik vertelde meer dan duizend woorden of tekens. Het leek alsof ze me kwam vragen wat mijn bedoelingen waren. Een dier, dat ik anders koop op de vismarkt, zomaar in de oven stop en met volle smaak mijn maag in pomp om daarna languit en helemaal verzadigd en voldaan de zetel in te ploffen, vond het nodig om nu mijn richting uit te komen en mij er op te wijzen dat ik in haar habitat vertoefde, dat ik het met geen vinger mocht aanraken. En toch, toch tolereerde dat beestje mij. Het kwam in haar geheel niet mijn richting uitzwemmen met de intentie om mij op te eten of mij in een oven te stoppen. Het had er nochtans alle recht toe, want... wat deed ik daar ook al weer? Een kreeft zag hoe ik met mijn golvende bewegingen het ritme van de zee kwam verstoren en hoe mijn lamp in alle richtingen bleef schijnen, zoekend naar leven, zoekend naar een ongekende wereld waar wij van profiteren, een wereld waarin wij niet thuishoren. Hij viel me niet aan, maar kroop bang weg, zo snel als hij kon, angstig en onzeker door de nabijheid van een mens... Een mens dat in zijn ogen beschouwd wordt als een gevaarlijk beest. Een kleine krab had echter wel door hoe zwak wij zijn indien wij buiten onze eigen habitat treden en schrikt er, geheel terecht, niet voor terug om zijn scharen los te laten op een van onze tien vingers. Meerdere malen kreeg ik een waarschuwende blik mijn richting uitgespuwd die ik zomaar, alsof ik was een klein, verzwakt wezen, respecteerde. De manometer vertelde mij na geruime tijd dat mijn lucht uitgeput raakte. Volledig vertrouwend op technologie liet ik mezelf en mijn leven wederom aan wal leiden. Na het horen van de behaalde diepte, kreeg ik prompt geen adem meer. Nochtans hield ik mijn hoofd boven water en was mijn leven niet meer afhankelijk van een rubberen mondstuk. Op twintig meter diepte kreeg ik de eer om kennis te maken met ongekende en ongeziene fauna en flora, die stilaan aan het verdwijnen is als gevolg van ons leven boven het wateroppervlak. Ik, als fervent prater, want als ik in de buurt ben dan hoor je mij altijd, was ineens stil geworden. Ik leerde iets nieuws kennen. Iets dat nochtans al veel langer bestaat dan wijzelf. Alle moeite om in het water te geraken, het dragen van extra kilo's, het sleuren van de duikfles, had allemaal geen belang meer. Elke bestaande moeilijkheid werd nihil, stress en nervositeit leken sinds die dag zo onbenullig als de Mont-Blanc groot lijkt. Zolang de bewoners van het schijnbaar oneindige deel van de wereld, dat overigens door de mensheid niet gezien of benoemd wordt als werelddeel, mij er alsnog toelaten, blijft het water mijn nieuwe thuis, zonder huurgeld, maar wel met het bieden van eerbied en respect.

J. Depoorter
7 1

Goede Huisvaders

Smaken verschillen. Maar dat Karl S. een goede huisvader was, viel bezwaarlijk te betwisten. Sinds jaar en dag toonde hij zich doordeweeks een uitstekende werkkracht als ambtenaar op het gemeentehuis, en wijdde hij zich in het weekend met nooit aflatend plichtsbesef aan het vernissen van raamkozijnen, het herstellen van deurklinken en het snoeien van de buxus in de voortuin. Hij had tranen weggepinkt bij het vormsel van zijn dochter en bij de proclamatie van zijn zoon; geen dansoptreden of korfbalwedstrijd van zijn kinderpaar had hij gemist. Woorden met zijn vrouw waren net zo zeldzaam als orchideeën in Vlaanderen. En ook in de ruimere gemeenschap was Karl S. een graag geziene man: hij was het type om – te pas en te onpas, maar altijd even joviaal – met wapperde hand assistentie te verlenen bij parkeermanoeuvres; benefietverkopers vonden ten huize S. een belangrijke afzetmarkt voor lotjes, vanillewafeltjes en marsepein; en ook in zijn jonge jaren als scoutsleider was hij op kampen en weekends altijd al de eerste geweest om onder het eten plots ‘applausje voor de foers’ te roepen.   Het goede huisvader-criterium is niet enkel toepasbaar op familiale kringen, maar ook een ernstig concept in onze nationale rechtspraak. Dat wil zeggen, een rechter moet in sommige gevallen oordelen of een beklaagde heeft gehandeld zoals het een goede huisvader (een ‘verantwoordelijk’ en ‘redelijk’ persoon) past. Karl S. – lang geleden eens als jurylid voor een assissenproces uitgeloot – wist hiervan. Na jaren trouwe dienst op het gemeentehuis was hij er zelfs van op de hoogte dat ook de overheid veroordeeld kon worden indien ze niet als goede huisvader optrad. Vandaar dat hij die avond met verhoogde belangstelling van zijn Duvel nipte toen het nieuwsanker het item over de Klimaatzaak inleidde.   Hoewel je hem allerminst van activisme kon verdenken, lieten milieu, klimaat, natuur en ecologie Karl S. niet helemaal koud. In hoeverre al die termen synonym waren en of de verscheidenheid eraan wees op de complexiteit van de Schepping dan wel op de rijkdom van de Nederlandse taal, hij wist het niet; wat hij wel wist, was dat hij bij het snoeien van de buxus het ruisen van de snelweg hoorde, dat ‘SMOG-alarmen’ een terugkerend fenomeen waren geworden, dat aan België de titel toekwam van wereldwijde filekampioen, dat er bespaard werd om te investeren in oplossingen die bij voltooiing achterhaald zouden zijn en dat de kosten van dat alles intussen steeds meer doorgerrekend werden tot in de gezondheidszorg. Weken later had hij met een nieuwe Duvel naar een goednieuwsshow over lage brandstofprijzen zitten kijken, om nog een maand nadien argeloos de bus te nemen en 4 haltes later 3 euro armer af te stappen. Voor dat bedrag had hij met zijn dieselwagen makkelijk van Antwerpen tot Gent kunnen bollen, niet gehinderd door een noemenswaardige accijns of kilometerheffing – hoewel vermoedelijk toch opgehouden door stapvoets, gesubsidieerd bedrijfswagenverkeer ter hoogte van de Kennedytunnel. In het licht van de 3 euro voor een ticketje van De Lijn begreep hij nu plots wel waarom minister Weyts op de noodzaak van een lederen zedelbekleding had gewezen, al vond hij dat daarnaast ook koffie en koekjes redelijkerwijs in die prijs inbegrepen zouden moeten worden. Als goede huisvader had Karl S. dit alles overwogen. Veel van wat hij deed, had tot doel een mooie toekomst voor zijn kinderen te verzekeren. Het scheen hem toe dat, als vanillewafeltjes bij overmatig gebruik plots erg schadelijk bleken, hij zou afstappen van dat sinds lang beproefde recept en zijn schatten de iets progressievere brownies, waarmee de naar verluidt wat dromerige jeugd wel eens kwam leuren, zou voorschotelen. Bovendien vond hij de wens van zijn twee kinderen om oud te worden en (klein)kinderen op te voeden in een wereld met seizoenen en hier en daar een stukje groen nog niet zo gek. Want hoewel ze een jaar of acht geleden tot zijn grote spijt een soort van groene scouts boven de Baden Powell-versie hadden verkozen, was die wens toch geen geradicaliseerd discours maar een redelijk en legitiem verlangen.   Met macht komt verantwoordelijkheid, zoals Karl S. zich bij de opvoeding van zijn twee oogappels donders goed had ingeprent. En wie al jarenlang als goede huisvader heeft opgetreden, verwacht dat ook al wel eens van een ander. Dus toen hij hoorde dat de overheid, die snoeit in openbaar vervoer en investeert in meer beton, in de eerste plaats ‘de burger’ op zijn plichten wees, kreeg hij het toch even te kwaad. Wanneer een dag of twee na de bewuste busrit bleek dat de Klimaatzaak voort zou procederen, trok hij zijn stoutste schoenen aan en werd mede-eiser. Akkoord, BV’s waren nooit helemaal zijn ding geweest; maar nu de boodschapper iets nuttig vertelde, en zijn naam in elk geval niet Dimitri Bontinck was, had het weinig zin er op te schieten.

Lennert
5 0

Beet

De vrouw naast me op het terras draagt een mooie, felblauwe blouse. Het is de eerste dag van de lente, en meer nog dan andere jaren lijkt het de eerste dag van een nieuw leven. Ik wandelde net van Westkapelle naar Domburg. Zes kilometer zon, strand en een frisse wind rond het hoofd. De buitenbocht van Westkapelle naar Domburg is nog bezaaid met golfbrekers, uitkijkposten, en veel asfalt. Een Nissan Note staat er op de rand van de zee geparkeerd. De oude man aan het stuur heeft zijn raampje naar beneden gedraaid en geniet verbeten van de zon. Naast hem, in de schaduw en de kou, zit een oude vrouw stuurs voor zich uit te kijken. Doet ze het portier open, dan valt ze in het water. Ze houdt zich krampachtig vast aan de handtas op haar schoot. De krant die ik deze morgen nog las wist haarfijn uit te leggen waarom de belofte van die eerste lentedag ons zo dierbaar is, en verzekert me dat het weer overgaat. Straks, wanneer het echt warm wordt, zullen we verlangen naar de schaduwen binnenshuis, en de koelte van onze lakens. Het is lastig om zoveel goed geformuleerde domheid te verdragen. Het blauw van de lucht is zacht, lijkt helemaal niet op het harde, diepe blauw van de blouse. De zon speelt met de kleur, en wanneer de vrouw vergenoegd haar rug tegen de leuning schurkt, zie ik het. Net boven haar linkerborst heeft iemand een afdruk van zijn tanden achtergelaten. Er staat een kinderwagen naast haar, en telkens de baby beweegt in zijn slaap, duwt ze even met haar knie. Ze houdt haar ogen dicht, en terwijl ook ik wegdoezel vraag ik me af of ze daarmee haar ogen wil beschermen, of dat ze net haar oogleden, die delicate en verder compleet verwaarloosde stukjes huid, het plezier van de zon gunt. Dat de krant daar niks over schrijft. Wanneer de dienster de dagvis op de tafel zet, schrik ik wakker. Ik schenk mijn glas witte wijn bij uit het karafje, en terwijl ik eet, kijk ik naar de niet aflatende stroom auto's, moto's en voetgangers. De opgewonden kinderstemmen, het geraas van motorrijders die met hun gashandel spelen, de gesprekken op het terras, ik duw ze allemaal samen tot een compacte, betekenisloze geluidsbrij. Dat is nodig om me op de vis te concentreren. Excuseer. Ze moet het herhalen, voor het tot me doordringt. Excuseer. Stoort het u als ik hem borstvoeding geef? Nog ver weg in mijn gepeins kijk ik haar vol onbegrip aan. Sommigen vinden dat niet prettig. Nee, natuurlijk niet, zeg ik. Waarom zou dat me storen? Ze gebruikt gelukkig de linkerborst, met het jongetje als buffer tussen ons in. Terwijl die eet, trappelt hij een beetje met zijn voetjes. Af en toe raakt hij mijn arm, en dan schudt ze de jongen weer op zijn plek, en glimlacht verontschuldigend naar mij. Hoe heet hij, vraag ik wanneer ze klaar zijn. Olivier, zegt ze, en ze spreekt het op zijn Nederlands uit, met een harde vier op het eind. Voldaan, en veilig op haar schoot, begint hij rond te kijken. Ik trek zijn aandacht, en hij speelt even met mijn hand. Het is een boefje, zegt ze, en even later het wordt een hele kerel. Ze lijkt uit te kijken naar de uitdaging om hem op het rechte pad te houden. De beet op de blouse speelt door mijn hoofd. Deze twee, moeder en zoon, zijn zo compleet samen dat ik me nauwelijks kan voorstellen dat er nog een andere is, een volwassen man, die haar plaagt en uitdaagt, zijn lippen en tong laat spelen in haar mond, afdaalt naar haar borst, liefkozend door de blouse heen in de gezwollen tepel bijt, en dan een druppeltje melk weg likt. De afstand tussen waar zij is en een Nissan Note aan de rand van de zee is onoverbrugbaar. Ik schud de kwestie van me af. Het is de eerste dag van de lente, die ene dag dat verleden en toekomst niet hoeven te bestaan. Ze legt Olivier terug in zijn wieg, en rekent af. Mij schenkt ze een stralende glimlach. Het wordt al een beetje fris, en ik moet nog terug naar Westkapelle. Ik stap flink door over het duinpad. Het is nu vloed. De wijn eist zijn tol, en ik dwaal even af naar het verlaten strand. Ik laat mijn blaas leeglopen in de zee, en zet het daarna op een zacht, bijna verontschuldigend lopen. De zon staat al laag. Dirk Van Boxem meer op www.bijgekleurd.wordpress.com

Dirk Van Boxem
0 0

licht stofje

Ik reed van Ertvelde naar Costa Rica, maar aan het eerste rondpunt raakte ik de weg kwijt. Ik stapte uit en vroeg aan een plaatselijke landbouwer of hij de minst filegevoelige route naar de Atlantische Oceaan kende. De boer tuurde naar een windmolen in de verte. Een mengeling van tabak en speeksel sijpelde uit zijn mond toen hij sprak. Zelf was hij nog nooit buiten Ertvelde geweest - behalve die ene keer toen een suikerbiet uit zijn tractor viel en op het grondgebied van Assenede rolde - maar zijn duiven vlogen wekelijks door heel Europa. Zij konden mij met alle gemak de juiste weg wijzen. Ik haalde net mijn portefeuille boven om zijn beste duif te kopen, toen een van zijn dochters thuiskwam. Ze had blauwe ogen, lang blond haar en grote borsten. Haar glimlach was fenomenaal, haar benen eindeloos. Haar kont zag er tegelijkertijd strak en mals uit. Ze keek mij aan en vroeg of ze mij ergens mee van dienst kon zijn. Euh ja, stamelde ik, ik ben de weg kwijt. En hoe graag wil ik je borsten vastnemen en er eens goed mee schudden, dacht ik erbij. Niet veel later reden we samen op de Autoroute du Soleil, onze haren wapperden in de wind. We stopten aan een tankstation en aten een croissant. We lachten met een dikke Duitser, een luidruchtige Hollander en een achterlijke Vlaams-nationalist. Spanje was een droom. Lege snelwegen, verlaten dorpen. Voor we het wisten stonden we op een berg in Portugal te kussen alsof ons leven ervan afhing. We konden de oceaan al ruiken. Je adem kriebelde in mijn hals. De horizon trilde, of was het mijn lijf? Je gaf me jouw trui. Ik zag je tepels door je t-shirt. Licht stofje, zeker in de H&M gekocht. In volmaakt Ertvelds vroeg je of ik een kind van je wilde. Nee bitch waren wel de laatste twee woorden die op mijn tong lagen.

Maarten Verhelst
0 0

Familie opstellingen

Familie opstellingen                                                                                                                                                Familie… Je kiest er niet (bewust) voor en ze zijn verdorie heel bepalend voor je levensstroom. Achter de, vaak opgetrokken oppervlakkige façade, schuilen heel wat onopgeloste trauma’s die een woud van wezens beknot in hun groei. Ook voor mezelf is de familiestructuur een pijnpunt waar ik al héél m’n leven lang mee worstel. Rond m’n vijftigste besloot ik het kluwen van onuitgesproken conflicten achter me te laten, maar… bloed is dikker dan water en familiebanden zijn sterker dan je zelf beseft. Vooral de band met mijn moeder is me, ondanks de soms diepe pijn en het onbegrip, waardevol genoeg om er verder aan te werken. Waar er zo veel liefde is, bestaat toch ook een weg tot begrip en respect?   Dat oude kwalen en verkeerde gedragspatronen kunnen overgenomen worden van generatie op generatie lijkt me een reëel feit en toen ik in de Nieuwsbrief van Ziekenzorg las dat er een infonamiddag rond familie opstellingen werd georganiseerd, besloot ik om mijn blik open te stellen en eens te gaan luisteren naar dit fascinerend leerproces.   Het gebeuren werd gebracht door ‘Het Huis van Verbinding’ waar men er van uit gaat dat er in elke familie een onbewuste collectieve laag bestaat waarin vaak een kwetsuur schuilt die nog niet geheeld is en die steeds om aandacht vraagt. Johan Smets was deze dag onze therapeut en coach en vond zijn inspiratie bij Bert Hellinger die het Hellingerinstituut voor familie opstellingen oprichtte. Leermeester Hellinger had als uitgetreden priester en gewezen missionaris een diepe binding met Afrika en haalde volgens mij de kern van zijn opstellingen uit de oeroude familiewaarden die bij Afrikaanse culturen nog steeds van kracht zijn. Wat de meeste natuurvolkeren als vanzelfsprekend ervaren, is bij ons een vage herinnering geworden van waarden en normen. Het laat ons letterlijk en figuurlijk een beetje verweesd en stuurloos ronddobberen. Het is een soort van niemandsland geworden, een terrein dat bij het ‘in kaart brengen’ sommigen uitnodigt tot een soort van fanatisme waar ik absoluut niet van hou.   De familiewaarden die ex-missionaris Hellinger en onze coach Johan Smets propageren, zijn van de oude stempel. De man moet zorgen voor de basisbehoeften van het gezin en neemt de eerste plaats in. Ook de kameraadschappelijke wijze waarop veel ouders tegenwoordig met hun kinderen omgaan zijn volgens Hellinger en onze coach schadelijk. Alles wat gebeurt, is onderdeel van het grote geheel, waarin goede en kwade invloeden op hoger niveau samenwerken. De ervaringen van àlle familieleden, ook al zijn ze gestorven of nooit geboren, hebben een invloed op jouw eigen ervaringen. Uitsluiting in de familie is een vorm van straf, die misschien zijn oorsprong vindt in een dieper verleden, een trauma dat van generatie tot generatie wordt doorgegeven. Bij de uitspraak van coach Smets dat de minachtende houding van de Russische vrouwen een oorzaak is voor het drankprobleem van hun mannelijke partners, gaan mijn nekharen overeind staan. Als ik hier openlijk op repliceer, reageert de coach onmiddellijk en sleept me in het kernpunt van de aandacht met een vrij intimiderende oefening die m’n ‘ongelijk’ moet bewijzen. Ik bind in en zwijg.   De oefening die onze therapeut met enkele proefpersonen na de pauze uitvoert kan ik niet goed volgen, het gefluister gaat mijn zintuigelijke perceptie te boven. Ik voel me wel verbonden met de vrouw die zich als proefpersoon opgeeft en bij het systematisch openbreken van haar barrières vloeien haar tranen rijkelijk. Haar verdriet raakt me en als ik rondom me kijk en heel wat vochtige oogjes ontwaar, wordt het me duidelijk dat ik hierin zeker niet alleen sta. Het opstellen van de familieleden rond de proefpersoon komt me héél manipulatief over. Teksten worden fluisterend in de mond gelegd en als de coach zijn eigen dochter als ‘Boze dochter’ en een oude kennis van me - die me toevertrouwde dat hij een opleiding volgt in ‘Het Huis’- wordt uitgekozen als de ‘ Bepalende vader’, frons ik de wenkbrauwen… dit lijkt me echt wel héél erg in kaart gezet. De emoties van de vrouw echter zijn ontegensprekelijk oprecht, en ik kan niet anders dan me afvragen wat zij met al dat verdriet gaat doen nu de sluizen van haar emotionele dijken zijn doorbroken.   Dan lijkt het of er op de klok wordt gekeken. Het schouwspel kent een abrupt einde, de spelers staan plots allemaal op hun juiste plaats in de opstelling en er wordt omhelsd en vergeven. De coach tikt nog even aan dat de spelers uit hun rol moeten stappen en hun eigen identiteit terug moeten invullen. Einde voorstelling en voor mij, einde van een illusie.   Toch verwerp ik daardoor niet de gehele manier van denken. Familie opstellingen is méér dan wat de school van Hellinger er van maakt, en ik besluit de kern van de boodschap te behouden zodat ik het kind niet met het theater-badwater weggooi. Ik kan een zekere rust vinden in de gedachte dat er een rangorde bestaat waarin je een ‘evoluerende’ plaats beneemt. Het verleden bestaat – volgens mij- in dienst van wat je NU bent als mens. De kritiek en de opvoedende waarde die je als kind naar je ouders toe kan brengen geeft je enkel een grote onrust. Het is immers jouw verantwoordelijkheid niet. Zélfs al was de opvoeding die je ouders je gaven, niet zoals het hoort, dan nog heeft deze weg je gemaakt tot wie je bent en ligt het in jouw handen om er verder mee te gaan. . De rol van mijn ouders in mijn leven is, zelfs in de meest schrijnende, eenzame of gewelddadige momenten, nuttig geweest. Het heeft me de mens gemaakt die ik nu –in wording- ben, en daar kan ik hen alleen dankbaar om zijn. Familiebanden zijn belangrijk en je plaats hierin kennen helpt je om volmondig ‘JA’ te zeggen tegen het leven. En dàt is een universele boodschap die zonder strakke uitvoering méér dan de moeite waard is.        

Bosfee
88 0
Tip

Doodgaan

Doodgaan. Het overkomt de beste. Onsterfelijk is er geen een. Eenvoudig is het niet, het vergt wat doorzetting, maar wie maar hard genoeg zijn best doet of maar lang genoeg wacht, ziet zich uiteindelijk altijd beloond. Mensen sterven, zo gaat dat, het is een komen en gaan, maar lichtzinnig mag je daar niet mee omspringen, want buiten is buiten, niemand wordt geboren met een armbandje of stempel die je alleen onder UV-licht ziet. Hun uiterlijke kalmte ten spijt kan het bij dode mensen vanbinnen toch serieus gisten. Doden hebben moeite met het verwoorden van hun gevoelens. Ja, vaak voelen zij zich best wel rot, ‘s morgens ontbreekt hen de energie om op te staan, ze blijven liever liggen, sluiten zich af in een onverluchte ruimte, wat na een tijdje uiteraard niet zo fris ruikt. Ik voel me net een zombie, dat hoor je een dode wel eens denken. De meeste doden voelen zich aan hun lot overgelaten, een symptomatische jedoch onjuiste projectie, want de waarheid is natuurlijk net andersom. Het ontbreekt de dode niet zelden aan kritische zelfreflectie. Die neiging van dode mensen om zich op te sluiten is doorgaans dodelijk voor hun toch al schaarse sociale contacten, je merkt het wanneer je een gesprek met ze probeert aan te knopen, het gaat er allemaal nogal stijfjes aan toe en je krijgt gauw de indruk dat als jij niks zegt, er niet veel zou gezegd worden. Niet zelden krijgen dode mensen het stille verwijt koude zielen te zijn. Dat verwijt is onterecht. Dode mensen zijn gewoon erg trotse mensen, ze geven niet graag toe, ook niet ten overstaan van zichzelf, dat ze de controle wat kwijt zijn, dat het leven hen liggen heeft, liever steken ze de kop in het zand en zwijgen ze als vermoord dan openlijk te moeten erkennen dat zij, ja ook zij, zich hebben laten kisten, om je dood te schamen. En dus zondert de dode zich af, hij trekt zich terug achter een deur waar jij hem niet volgen kunt, althans niet zolang je zelf nog in leven bent. En wanneer het dan uiteindelijk jouw beurt is om te gaan liggen en de laatste deur voor je wordt opengedaan, dan zal ook voor jou duidelijk worden wat de anderen al lang weten: wanneer je dood bent, verga je niet van de pret.

joris
0 1

Upcyclingfestival

Iedereen kent het woord recyclage al.  Maar upcycling is iets nieuws en trendy.  Deze term wil zeggen dat je van oude en afgedankte spullen iets nieuws maakt.  Dat kan gaan over kunstwerken, kleding pimpen, meubels een tweede leven geven, enz…  Tot 28 april vindt in Creazi het Upcyclingfestival plaats met een tentoonstelling van leden met afgedankte spulletjes.  Als je in Creazi binnenwandelt, zie je precies of dat daar rommel ligt.  Maar je kan er meer doen dan dat je denkt.  Het zijn spullen die particulieren en bedrijven afdanken.  En die net niet goed genoeg zijn voor de kringloopwinkel.  Zo wordt op die manier de afvalberg kleiner.  Omdat Creazi 1 jaar bestaat, doen ze dat evenement.  Maar er zijn ook andere nevenevenementen er rond zoals workshops, concerten en lezingen. Voor de officiële vernissage woon ik een lezing bij van verschillende kunstenaars bij die te maken met upcycling.  Uit de conclusie is gekomen dat veel kunstenaars niet kunnen leven van hun kunst, omdat de markt er niet klaar is voor dingen die niet commercieel of interessant genoeg zijn voor een breed publiek.  Ondanks dat kunstenaars graag van alles willen uitproberen en vaak ook mislukken.  Veel werken komen trouwens het atelier niet uit.  Daarmee ben ik het volledig eens met hen. Dus blijven de meeste mensen zoals ik, dit enkel als hobby uit te oefenen.  Mijn kunstdisciplines zijn: fotografie, schilderkunst en toegepaste grafiek.  Ook ik probeer veel uit, maar veel werken zien buiten me ook het daglicht niet, omdat ze mislukt zijn.  De dingen die wel gelukt zijn, laat ik wel aan de buitenwereld zijn.  Zoals deelname aan tentoonstellingen en wedstrijden.  Meestal lukt het niet om ergens binnen te geraken, maar dat is geen ramp. Door veel te knutselen ligt het huis van mama en papa vol met kunstwerken.  In mijn appartement staan zij niet wegens plaatsgebrek  En dus probeer ik soms kunstwerken weg te doen of te verkopen, en het is niet gemakkelijk om die kwijt te geraken. Maar afgelopen zondag heb ik op de rommelmarkt op het Heldenplein in Hasselt gestaan met mijn zelfgemaakte schilderijen en boeken van mijn grootouders die weg mochten.  Echt veel boeken en schilderijen zijn er niet verkocht, maar de sfeer is er wel gezellig. Ondanks dat het koud en droog weer is.  Wel blij dat ik enkele dingen ben kwijtgeraakt en een beetje heb bijverdiend.  Zo verminderen de onnodige spullen in huis en is er plaats voor iets nieuw.

Amina
0 0

Uitverkoop

Tijdens het weekend van 6 en 7 april vindt er een uitverkoop van boeken, CD’s, DVD’s en tijdschriften plaats in de basisschool van Kuringen.  Het gaat om afgevoerde documenten van de bib die daarnaast gelegen is.  Het zijn documenten die niet meer recent zijn, dubbels of wegens te weinig uitleencijfers.  Tegen een spotprijsje van 50 cent per stuk, kan iedereen daar koopjes doen.  De tijdschriften kosten 5 cent per stuk.  Maar alles is nog in goede staat!  En nog bruikbaar! Ik profiteer van die kans.  Zaterdag sta ik daar vroeg, zodat er de meeste keuze nog is.  Ik heb niet echt gepland naar wat ik ga kopen of op zoek ben, maar ik neem de interessante dingen mee naar huis.  Omdat ik geen auto heb, ga ik er met de bus naar toe.  Met het winkelkarretje mee als gezelschap, om alles te kunnen dragen.  Uit ervaring weet ik dat er daar geen plastic zakken zijn, en enkel dozen die moeilijk meesleurbaar zijn. De boeken staan gerangschikt volgens de categorieën romans en informatief.  Maar alles staat door elkaar.  Ook bij de CD’s en de DVD’s is dat zo.  Dus veel zoekwerk om je zin te vinden.  En geduldig zijn, want iedereen wil snuisteren.  Daarmee ben ik ongeveer 2 uur zoet mee. Uiteindelijk kom ik veel met CD’s thuis met muziek uit de jaren 90, en die niet meer te vinden zijn met bands zoals EMF, Wes, Hanson, The Shamen, Charles & Eddie, Brian McKnight …  Het komt uit mijn kindertijd en ik geniet nu evenveel aan als vroeger.  Ondanks dat veel van die bands one hit wonders zijn, en allang vergeten zijn. Qua boeken heb ik vooral strips en graphic novels voor volwassenen bij, omdat ik van dat genre hou.  De verhalen zijn gewoonlijk spannend.  Met de tekeningen erbij, die daarbij ondersteunen.  Ook mijn interesse voor grafiek speelt daarbij ook een rol. Niks is recent van wat ik gekocht heb, maar dat is niet erg.  Het is ook interessant.  Het gaat nog even duren vooraleer ik alle boeken heb gelezen en alle cd’s heb geluisterd.  Tijdens de vakanties haal ik die schade met plezier in, omdat ik tijdens het schooljaar amper tijd voor heb wegens mijn lessen in het volwassenonderwijs.

Amina
0 0

Stoffenspektakel

Op een woensdagnamiddag ga ik naar het Stoffenspektakel in de Grenslandhallen.  Op de weg naar toe zie ik al mensen buiten komen met grote hoeveelheden stof.  Ook zie ik mensen binnenwandelen op dit gratis evenement.  Zelfs is het een weekdag.  Het krioelt van het volk.  Het zijn lange wachttijden vooraleer het uw beurt is om aan een kraam te kopen.  Maar het loont wel de moeite. Ik volg naailes in het CVO.  Ik ben bezig met een broek aan het maken.  Dus ik heb stof nodig.  Dus er vlug naartoe!  Tegenover de gewone naaiwinkel zijn de stoffen daar aan een goedkopere prijs te krijgen.  Vaak tegen 5 euro per meter.  Ik profiteer van hun aanbod.  Voor 12,50 euro heb ik rode stof met witte bolletjes gevonden.  Echt retro.  Daar hou ik van.  Ook van die felle kleuren!  Eens iets anders dan de meeste andere effen broeken die ik thuis in de kast heb hangen. Dit schooljaar is het tweede jaar dat ik naailes in het CVO volg.  Ik ben daarmee begonnen, omdat ik met mijn maat 44 à 46 vaak moeilijk kleren vind in de gewone winkels.  En in winkels voor dikke mensen is het weer vaak te groot.  Ik val er tussen uit.  Daarom wil ik leren mijn eigen kleren te maken.  Ten tweede ook omdat de kledingstukken niet uit de massaproductie komen en dus uniek lijken. Als ik ga winkelen, kies ik enkel bepaalde winkels binnen waar ik zeker weet dat de kleren voor me passen.  En niet winkel in, winkel uit zoals de meeste vrouwen.  Geen Berschka, Zara, Cool Cat of Pimkies voor me, want daar word ik depressief van omdat een XL volgens me overeenkomt met een gewone maat 38 en dat is niet meer normaal.  Wel MS Mode, Didi, Jack Wolfskin, Who’s That Girl, E5 Mode, C&A.  Dat zijn mijn favoriete winkels waar ze wel mijn maat hebben.  En zeker voor broeken die geschikt zijn voor mijn brede heupen.  En ook niet te laag komen.  In H&M vind ik ook wel kleren in mijn maat.  Toch koop ik daar zelden iets, vanwege de slechte kwaliteit.  Vroeger heb ik daar eens spullen gekocht, die na enkele keren wassen kapot of verkleurd zijn.  Maar voor kledingstukken die ik niet dikwijls draag, is deze optie wel goed.  Dus meestal liever duurdere kledij die langer meegaat, want op langere termijn komt dat goedkoper uit.  Waarom?  Omdat het beter is voor het milieu, want ik moet dan minder weggooien in deze wegwerpmaatschappij!  

Amina
0 0

Niet meer gratis

Iedereen herinnert Steve Stunt aka Steve Stevaert nog wel.  De politieker die in 1997 de gratis bussen voor iedereen in Hasselt heeft ingevoerd.  Het is een uniek project waar er cameramannen over de hele wereld een reportage van wilden.  Nergens in de wereld zijn de bussen gratis.  Maar aan dit mooie liedje komt er een einde.  In april hoorde ik het op het nieuws.  Normaal gezien is dat voorzien voor 1 mei van dit jaar.  Maar ik heb geruchten gehoord dat het pas voor 2014 is. Eén mei is al enkele dagen voorbij, en de stadsbussen rijden nog steeds rond.  Er zit sindsdien nog even veel volk op de bussen als voordien. De stad voert binnenkort een prijs van 60 cent per rit in.  Nog de helft goedkoper dan een normaal prijskaartje.  Voor jongeren tot 19 jaar, 65-plussers en kwetsbare Hasselaren blijft de bus nog gratis.  Als de rest definitief moet betalen, vraag ik me af of dat de bus nog zoveel volk zal trekken of niet.  Auto’s horen niet in de stad en parkeerplaatsen zijn schaars.  Je auto kwijt kunnen in Hasselt kost nog altijd meer dan een busrit.    Voor de combinatie van schone lucht en minder file hoop ik dat de stadsbussen dan nog verder rijden.  Ondanks die nieuwe maatregel mogen wij eigenlijk nog niet klagen.  Het is nog altijd goedkoper dan de rest van Vlaanderen.  Deze tussenoplossing tijdens de crisis is nog altijd het beste idee, om tegemoet te komen aan de wensen van iedereen.  Pas na de gemeenteraadsverkiezingen is het eindelijk geen taboe meer om dat thema aan te kaarten.  Sommige politieke partijen wilden toen het gratis verhaal afschaffen.  Maar deze term bestaat eenmaal niet, als we het over economie hebben.  Dus heeft iedereen eindelijk ingezien dat we geld nodig hebben om te (over)leven.  En vervoer is daarop geen uitzondering zoals onze andere basisbehoeften.  Iedereen werkt daar hard voor.  Om al die rekeningen te kunnen betalen.  Ook al is het moeilijk in crisistijden.  Maar met creatieve oplossingen komen wij tot een consensus om de harmonie tussen economie en ecologie goed draaiende te houden.

Amina
0 0

Modern Kerstmis

Sinterklaas is terug in Spanje.  Maar de Kerstman is terug in het land.  Het is een gezellige sfeer met al die lichtjes in de stad, maar niet overal even traditioneel. In mijn straat zijn de bomen versierd met witte lampjes en plastiek glazen in alle soorten en maten.  Het is sober en prachtig.  Ook is mijn straat één van de 43 deelnemers die meedoet aan de wedstrijd  van de mooiste kerstbuurt in Hasselt.  Een jury beoordeelt en kiest de 10 mooiste straten eruit.  En daarop kan gestemd worden.  Op 27 december rijden er vijf bussen vanuit het CC Hasselt naar de genomineerde straten.  Hasselaren konden zich inschrijven voor deze gratis rit.  Ik heb dat gedaan, en dit jaar ben ik er eindelijk bij.  Ik ben nieuwsgierig van hoe die andere straten eruitzien, en of dat ze mooier of lelijker zijn dan mijn straat. Een minder leuke kant aan Kerstmis is de commerce.  Veel mensen winkelen dan in de overvolle straten.  Op zoek naar cadeautjes.  Maar ik doe daar niet volledig aan mee, want het moeilijk om de juiste cadeau aan de juiste persoon te geven.  Dus liever geld of een cadeaubon!  Ik ben daar persoonlijk het meest tevreden mee, want dan kies ik wat ik ermee doe.  Maar het eenmaal Kerstmis in een modern jasje.  Oorspronkelijk is dat een sober feest om het samenzijn te bevorderen, maar de religieuze oorsprong zijn wij vergeten. Toch zijn moderne kerstversieringen wel eens leuk.  Iets anders dan de traditionele boom met kerstballen.  Maar eerder op een kunstzinnige manier.  Denk aan de boom van Piet Stockmans op de Grote Markt.  Er is te veel heisa voor niets geweest, omdat ze niet traditioneel is.  Het is een ijzeren boom met borden, servies en tassen.  Dus typisch Piet Stockmans, omdat hij met keramiek bezig is.  Toch is dat concept van conceptuele kunst geslaagd.  Vooral ’s avonds wanneer de boom vanbinnen verlicht is en op de Grote Markt rustig is. Winterland is traditioneler ten opzichte van het kerstfeest.  Het is één van de vele kerstmarkten in ons land en de buurlanden.  Overal zijn zij gelijk qua aanbod eten en amusement.  Ik ben dat een beetje beu gezien, en dus bezoek geen enkele kerstmarkt buiten mijn eigen stad.  Ook met de boodschappen in deze periode beperk tot het noodzakelijkste wat ik zelf nodig heb.  Ik spendeer niet meer dan nodig is in de winkelstraten om de cadeaus te vinden, want ik ken de ketens in Hasselt op mijn duimpje liggen.  Dus ik weet precies wat en waar ze hebben, en ik ga enkel binnen waar het moet. 

Amina
17 0

Hasselt klinkt

Het nieuwe jaar is 2 weken oud.  Uit de oren hoor je overal “Beste wensen!”  Zo erg dat je er zot van wordt, van het clichézinnetje. De economisch crisis is nog steeds bezig, en wij weten niet of dat 2013 beter zou worden, maar toch hoopt iedereen erop.  En ook dat dit jaar beter als vorig jaar en onze voornemens uitkomen.  Maar goede voornemens komen vaak niet uit, omdat mensen vaak te grote stappen ondernemen om ze te laten uitkomen,  Dus wees daar in het vervolg wat realistischer met kleine stappen. Op zondag 13 januari doe ik twee recepties aan: één van een politieke partij waar ik lid van ben en één van de stad Hasselt.  Er is veel volk en lawaai.  Toch doe ik mijn rondje om met iedereen te praten, ondanks dat ik niet iedereen van de aanwezige mensen ken.  Het weerzien van die mensen is wel leuk, en daarmee een babbel over koetjes en kalfjes te doen.  Zelfs met diegene die ik eigenlijk niet ken.  De mensen zijn beleefd en wensen iedereen het beste met elkaar door een hand en/of kusjes te geven.  Maar sommige mensen houden afstand van de kussen, omdat ze pas ziek geweest zijn.  De griep is trouwens in het land.  Maar ik ben er toch nu toe gespaard van gebleven.  Hopelijk kan ik ertegen, want ik heb mijn spuit al gehad. De receptie van de stad Hasselt vind plaats op de Grote Markt.  Dat begint met aanschuiven voor een drankje, en dat doet iedereen op een geduldige manier.  Het is buiten wel koud en zonnig.  Dus dagen veel mensen op in hun dikke winterjas.  De straten rondom het plein zijn wel zeer kalm, omdat de winkels op zondag gesloten zijn.  Er is wel muziek voor de ambiance te zorgen.  Met veel (Nederlandstalige) en (Belgische) klassiekers, maar die muziek staat me niet altijd evenveel aan.  Maar naar mijn normen kan die coverband toch goed zingen en zit de ambiance er wel in.  Het is muziek en feest voor iedereen.  Alle leeftijden staan op de Grote Markt Nieuwjaar te vieren en iedereen amuseert zich toch!  Ook voor wie het koud heeft, doen de omliggende horecazaken met verwarmd terras ook goede diensten.  En daarvan heb ik ook gebruik gemaakt, omdat ik al moe ben van heel de tijd recht te staan.  Nippend van de chocolademelk observeer en kijk ik naar de mensen op het plein die rustig een goed jaar wensen voor iedereen.  En ik ook!!! 

Amina
12 0

De dromen van iedereen

Afgelopen zaterdag staat aan beide uiteinden van de Meldertstraat ballonnen in de kleuren van de Regenboog.  Tijdelijk wordt die tot Regenboogstraat gedoopt.  Op die dag opent daar het Regenbooghuis.  In het pand dat gelegen is, in een steegje met een versleten weg en stoeptegels.  In een combinatie van een strak interieur met ook in de drank, de hapjes en de versieringen op de receptie keren dezelfde felle kleuren terug.  Dus een thuis voor holebi’s en transgenders.  Ik ben hetero.  Toch ben ik sympathisant voor hen.  Ik wil naar de geplande parade kijken, maar door het slechte weer is die afgelast.  Maar de avondactiviteit met andere sympathisanten maakt het wel goed. Vroeger werd gedacht dat holebi zijn, iets dat onnatuurlijk is en dat je daarvan moest genezen.  Maar uiteindelijk mislukt het.  Spijtig genoeg denkt men nu in sommige landen er nog zo over.  Ook denken veel mensen dat je ervoor kiest om homo, bi of lesbisch te zijn.  Het is een geaardheid dat in jezelf hebt of niet, en dat kan je eenmaal niet veranderen.  Toch is het moeilijk om uit de kast te komen.  Veel mensen stuiten nog aan op onbegrip.  Ook zijn er veel veroordelen over hen. Waarom?  Omdat twee jongens of twee meisjes die op elkaar verliefd zijn, zich niet op een natuurlijke wijze kunnen voortplanten.  Toch hebben zij dezelfde verlangens als de meeste hetero’s.  Huisje, boompje, tuintje, kindje. En ook een goede job en een gelukkig leven.  Iets wat doodnormaal is. Ik hoef geen traditionele dromen te hebben, want ik ben gelukkig  Kinderen heb ik niet.  Dat hoeft niet voor me, omdat ik druk genoeg heb met mijn hobby’s en mijn huishouden.  Ten tweede met mijn klein inkomen is het voor me alleen niet gemakkelijk.  Dus kinderen opvoeden kan er zeker niet meer bij, omdat ik toch hun schoolgeld en hobby’s niet zou kunnen betalen.  Dat kan ik hen niet aandoen. Daarom begin ik er niet aan, want dan is er te veel stress om alles te doen.  Ondanks dat ik single ben, is het leven al druk genoeg.  Toch geniet ik nog altijd van leuke activiteiten die ik alleen of met familie en vrienden doe. Korte en filterende vriendjes heb ik gehad, maar ik maak het snel uit.  Zij zijn te plakkerig en vallen me constant lastig.  Of zijn enkel uit op seks.  Ik begrijp niet goed waarom dat soort mannen juist op me vallen.  Zij spreken me aan op straat of op datingsites om eens af te spreken.  En gewoonlijk valt het dan (achteraf) tegen.  Ik ben niet bezig om de ware te vinden.  Maar ik laat het op me afkomen als het zover is.  Zolang het grootste deel van mijn karakter, hobby’s en wensen gezamenlijk met me heeft.

Amina
3 0

Dag van het kunstonderwijs

Op 2 februari 2013 was het dag van het deeltijds kunstonderwijs.  Ook in de academie van Hasselt ontbrak niet aan die lijst.  Veel kinderen en volwassenen musiceren, dansen, schrijven teksten, voordracht, toneel of knutselen, maar zijn niet beroemd.  Het is gewoonlijk puur uit hobby.  Maar in deze sector krijgt iedereen op het einde van schooljaar toch nog punten of dat ze geslaagd zijn of niet, in hun gekozen richting(en).  Ik heb daar muziekschool en literaire creatie geprobeerd, maar wegens een buis heb er mee moeten stoppen.  Vooral het melodisch dictee was een ramp, want ik had geen gevoel voor welke muzieknoot ik hoorde.  Iedereen mag daar wel eens een keer bissen, maar geen derde keer opnieuw hetzelfde jaar doen.  Als je toch ontdekt dat je er geen talent voor hebt, kan er beter mee stoppen zoals ik deed.  En zoek maar een andere hobby, waar het wel lukt en ermee goed voelt.  Zo begon ik tien jaar geleden aan de middelbare graad volwassenen (algemene beeldende vorming), om meer ideeën op te doen om me kunstzinnig bezig te houden, en om beter inzicht te krijgen in welk atelier ik het best pas of niet.  Dus het lot beslist dat beeldende kunsten me wel goed liggen. Maar sinds dit schooljaar ben ik weer van de partij in de academie.  Ik volg daar toegepaste grafiek.  Een veelzijdige richting waar je grafische technieken toepast op illustraties, lino, collagas, enz…  Omdat ik van mooi drukwerk hou bij o.a. affiches, visitekaartjes, enz… en dat graag wil (leren) ontwerpen.  Ik heb ongeveer 12 uur les per week.  Het is voor veel mensen een opoffering van tijd, maar ik geniet en er ontspan er van. Op de opendeurdag was er veel volk.  Te veel maar mijn goesting, waardoor je niet alle kunstwerken goed kan bekijken en/of een praatje slaan met de leraren van het betreffende atelier.  Ook waren er jammer genoeg geen workshops voor kinderen en volwassenen die iets wilde uitproberen, om te zien of dat ze het leuk vinden of niet.  Maar als je die mooie kunstwerken ziet, krijg ik toch al goesting om te knutselen.  Zelfs al komt het van andere ateliers.  Dus ik zie me nog vele jaren bezig zijn op de academie!!!

Amina
2 0