Zoeken

SYMBIOSE

symbiose tussen, tomaat, acryl verf en geraspte kaas die een beeld vormt. ************************************************************************************ FOTO GALLERY verf ed  https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/   *********************************************************************************************** Foto: symbiose tussen, tomaat, acryl verf en geraspte kaas die een beeld vormt. https://www.2dehands.be/seller/view/m2074755070 SYBIOSE ****************************************************************************************   Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig. http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST
0 0
Tip

Mevrouw Maribeau en het meisje

Ze stormde de winkel binnen, vijf minuten voor sluitingstijd. Haar haren waren helemaal door elkaar gewaaid, haar wangen knalrood van de inspanning. Ze had het hele stuk gelopen, gelopen, en stond naar adem te happen bij de auberginekleurige fluwelen zeteltjes die aan de deur stonden. Mevrouw Maribeau had net het laatste paar handschoenen in wit vloeipapier gewikkeld en stond op het punt ze op te bergen in een rechthoekige kartonnen doos. Ze keek verstoord op van achter de toonbank. Dit was geen alles-aan-1-euro-shop waar je als een wildeman kwam binnenvallen. Dit was een zaak met cachet, en dat wilde mevrouw Maribeau ook graag zo houden.Met veel zorg en smaak had ze het pand ingericht tot een stijlvolle boetiek, die zich duidelijk op een select cliënteel richtte. Een gedistingeerd cliënteel, van het soort dat niet wandelde maar schreed, en met gedempte stem sprak. Meestal waren het jongedames die samen met hun moeder langskwamen. Samen keurden en pasten ze, wikten en wogen ze, en wandelden ze uiteindelijk naar buiten met een aankoop die zowel moeder als dochter tot tevredenheid stemde. Een compromis tussen moeders chequeboekje en de inlossing van dochters jongemeisjesdromen. Een enkele keer leidden zulke bezoekjes tot onenigheden en discussies, maar nooit in die mate dat er met deuren geslagen werd of stemmen werden verheven.Heel af en toe gebeurde het dat een meisje niet haar moeder, maar een even jonge vriendin meebracht voor advies bij deze toch wel belangrijke aankoop, wat gegarandeerd gegiechel in de paskamer betekende. Tot daaraan toe, mevrouw Maribeau was ook jong geweest. Maar over het algemeen waren haar klanten voornaam en deftig.Iets wat je niet echt kon zeggen van de jongedame die op dit moment aan de deur stond.Haar mantel hing slordig rond haar smalle schouders. En zelfs nadat ze haar kapsel wat had proberen te fatsoeneren, bleven de lokken weerbarstig voor haar donkere ogen vallen. Haar nagels waren kort en ongelakt maar wel verzorgd. Het vaalgroene jurkje paste niet bij haar donkerbruine schoenen, die er bovendien eerder comfortabel dan elegant uitzagen, iets wat zelden gold voor schoenen die mevrouw Maribeaus winkel betraden.Kortom, ze zag er een beetje misplaatst uit. Assepoester op het bal van de prins, maar dan voordat de goede petemoei haar onder handen had genomen. In weerwil van haar stormachtige intrede, leek het meisje nu even te aarzelen. Ze keek een ogenblik onwennig om zich heen in dit oord van luxe, kant en tule.Schoenen, tasjes, hoeden en sjaaltjes vulden één grote wandkast aan de linkerkant van de winkel. Op een lage tafel in het midden lag een verzameling halskettingen en armbanden tentoongespreid. Het meisje wandelde er een beetje onzeker naartoe, bedacht zich en stapte toen naar de rekken waar de lange witte en crèmekleurige jurken uitgestald hingen. Japonnen met elegante topjes en wijde hoepelrokken hingen naast ingewikkeld gedrapeerde constructies, en jurken met sluiers van vele meters lang.Haar handen streelden de stoffen, het glanzende satijn en de zachte zijde. Ze gleden over de zilveren pareltjes en kleine pailletjes die sommige kledingstukken versierden. Elke bruidsjurk was zo prachtig, zo sprookjesachtig, zo hemels... Mevrouw Maribeau zag hoe haar ogen even groter werden, lichter, alsof ze aan iets moois dacht.Maar onmiddellijk daarna was er terug dezelfde onrust en gejaagdheid waarmee ze was komen binnenwaaien. En nog iets anders. Een enorme tristesse die mevrouw Maribeau eerst niet had opgemerkt. Op het ogenblik dat het meisje aanstalten maakte een jurk van de hanger te nemen, besloot ze in te grijpen.“Excuseer”, sprak mevrouw Maribeau haar aan, “we sluiten zo meteen. Mag ik je vragen een afspraak te maken zodat we op een later moment kunnen bekijken waarmee ik je kan helpen?” Het meisje keek op, keek haar aan. Haar blik was zo oneindig droevig dat mevrouw Maribeau ervan schrok. Haar vingers sloten zich wat nauwer rond de kostbare stof van de weelderige jurk die ze in haar handen had, alsof ze zich er letterlijk aan vastklampte. Toen ze sprak, smeekte ze, de tranen stonden in haar ogen. “Alsjeblief, vlug, het is zo dringend. De dokters geven hem hooguit nog tot morgenvroeg.”

KC and the moonlight band
132 7

Cirkelend

Het kan een maandagochtend zijn. Of een zaterdagochtend. Of eender welke dag. De voorwaarde is dat het een warme dag is en dat je nog iets merkt van het dorpsfeest van de avond voordien. Er wordt opgeruimd, de brouwer levert, het maakt niet uit. Het geeft een gevoel zoals in het kustdorpje waar we jaarlijks verblijven. De glazenwassers, de visgroothandel waarvan de meeuwen de bestelwagens herkennen, ze zijn er voor de toeristen komen. Zo voelt het vanochtend in ons stadje. Maar de meeuwen en de zee zijn ver weg. Aan het dorpsplein draait een esdoornblad naar beneden, zoals de schroef van een helikopter. Daar speelden we vroeger mee op de bank aan het voetbalterrein. We stonden op de bank, gooiden de blaadjes naar omhoog en keken wie het langst in de lucht bleef hangen. Bij de bakker stopt een mama met haar zoontje. Hij zit op het fietsstoeltje aan het stuur en praat honderduit. Dat is misschien wel het mooiste wat er bestaat. De mama draagt een oranje jurk. De kleur van de ondergaande zon. Ze staan voor een gesloten bakkersdeur. Ook de automaat geeft geen brood. Dan maar terug huiswaarts. Ik volg ze in gedachten, erboven cirkelend zoals een helikopter. "Wat gaan we dan eten mama?", vraagt de jongen. "Er is nog een beetje brood van gisteren", antwoordt ze. Als ze na een tijdje, de wind op de fiets geeft verkoeling, vlakbij hun huis zijn draait de jongen aan het handvat van het stuur. Daar zit de bel. Dat heeft zijn mama hem geleerd. Hij mag het alleen doen als ze bijna thuis zijn. Thuis steekt de jongen zijn hand in het blauwe opblaaszwembad. Hij voelt of het water nog te koud is. Zijn mama staat in de keuken en kijkt ernaar. Wat zullen we straks eten, denkt ze.

Rudi Lavreysen
5 0

Gogol en armoedebestrijding.

  Gogol de Oekraïnse Russische schrijver beschrijft in zijn boek "dode zielen" hoe in die tijd aan armoedebestrijding werd gedaan.De rijke notabelen legden samen voor een schranspartij wat overbleef werd aan de armen gegeven.In onze tijd noemen de rijke notabelen AANDEELHOUDERS.    ****************************************************************************************** foto GALLERY  https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/ ************************************************************************************* foto VERF ED bank HIEREN  https://www.2dehands.be/seller/view/m2107884542 ***********************************************************************************   Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig.   http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e    

verf ed: Contemporary interdisciplinair ArtTIST
10 0

Eigenlijk feitelijk

Welke dag is het vandaag? Het is vaak de eerste vraag van de dag. Na enkele seconden volgt het antwoord en het besef. Moet ik naar het werk? Of is het zondag, zodat ik nog kan blijven liggen en vervolgens naar de bakker voor pistolets? Of is het zaterdag en wenkt de krantenwinkel voor een volumineuze krant? Het zijn telkens andere dagen en andere vragen. Niet in het minst in diezelfde krant. De truc om het snel te weten is je afvragen welke dag het gisteren was. Grootvader stelde de vraag wel eens in het midden van de dag. Na een middagdutje in zijn zetel bij de kachel. Die vraag kwam er niet onmiddellijk, maar pas na enkele minuten. Alsof hij nog even doorsliep met zijn ogen open. "Welke dag is het vandaag feitelijk?", zei hij dan. We hebben wel eens gezegd dat het zondag was, waarna hij schrok omdat hij doordeweekse kleren droeg. Er kon wel eens bezoek komen. Vanuit zijn zetel had hij een ideaal zicht op de straat en op wie er voor het huis stopte. Wie het was, zag hij meteen aan de auto die op de grint werd geparkeerd. Na een blik op de scheurkalender wist hij dat het geen zondag was. "Plagers", riep hij dan vanuit de keuken. We gingen niet zover dat we ook het papiertje van de scheurkalender vervalsten. Dan was iedereen ontregeld. Maar het feit dat hij die vraag stelde, daar kon je de klok op gelijk stellen. Die scheurkalender was een houvast. Opnieuw een dag afgescheurd en ‘s morgens een verse. Net zo vers als het brood dat op de keukentafel lag. Och, het is eigenlijk een kwestie van geluk om het zonder kleerscheuren door te komen. Het gegeven van welke dag het is, slinkt dan meteen aan belang. Dag!

Rudi Lavreysen
11 1