SCHOOL TIJDENS DE VAKANTIE
Het is nog maar twee dagen vakantie en de kinderen zijn al schooltje aan het spelen. Mijn zoon is de leraar, en wie hem kent zal daar niet van achterover vallen. Mijn dochter is in feite de poppenkastspeler, zij houdt de pluche leerlingen vast en doet de stemmetjes. Ze hebben middels enkele kussens, dekens, meubels en andere minder voor de hand liggende voorwerpen drie klassen gemaakt in twee verschillende scholen. De ene school heet Cornelius. De andere wil nog al eens wisselen van naam, maar het is zeker een moeilijke naam om uit te spreken, wat volledig normaal is, want het betreft een middelbare school!
De middelbare school lijkt me niet erg leuk. Ze krijgen alleen maar testen, elk uur van de dag. Of nee, ze mogen ook naar het toilet gaan. Veel leuker gaat het eraan toe in de lagere school. Daar wordt erg veel gespeeld, zoveel zelfs dat een giraf bijna straf krijgt omdat hij niet speelt tijdens het eerste uur. Maar hij wil wiskunde doen, oppert mijn dochter. Helaas. JE MOET SPELEN! Dat is verplicht! Over de volgorde van het curriculum heb ik ook mijn bedenkingen. Zo moeten ze tijdens het tweede uur in het derde leerjaar tv kijken en zich dan gaan wassen, om daarna pas buiten te gaan spelen. Het valt me op dat de kinderen in de klas zich nogal vaak moeten gaan wassen. Coronageneratie?
Mijn vrouw en ik kijken elkaar beducht aan wanneer we het woord nabewaking horen vallen. Mijn dochter heeft de neiging om ieders rol duidelijk uit te spreken. Zoals zij papa en mama moeten zeggen, is me het veelvuldige gebruik van het woord ‘kind’ niet onopgemerkt gebleven. Kom kind, je moet naar school. Ja, mama, maar ik wil nog even spelen. Nee kind! Het is tijd, we gaan te laat komen, kind! Moet ik in de nabewaking mama? Ja, kind, maar ik kom je al na vijf uurtjes halen. Mijn zoon, die al iets meer geleerd heeft over de klok, valt haar in de rede. Zeg, dat is wel keilang hé. Je bedoelt zeker vijf minuten. Nee, ik bedoel seconden! Ja, seconden! En wij maar betalen per begonnen kwartier, denk ik dan. Dat is ook niet de moeite.
De school van onze kinderen eindigt redelijk vroeg, om 15u, maar de opvang is gratis tot 15u30. Wij halen ze tussen dan en 16u op. De ene dag word ik bijna verguisd omdat ze zo mooi aan het spelen waren (de volgende keer moet je later komen papa!) en wanneer ik later kom, gedragen ze zich als halve wezen (waar bleef je papa? Wij wachten hier al zo lang!) Het is dus met uiterst gespitste oren dat ik luister. Moet jij in de nabewaking? Ja. Ik ook. Spijtig, maar ja, mijn mama en papa moeten veel centjes verdienen want wij willen graag speelgoed. Maar ja, je kan niet alles kopen wat je wil hé, sommige centjes zijn ook om op reis te gaan.
De schooldag eindigt met een voor zover ik weet totaal ongeplande schooluitstap, naar de zee. Geen idee waar de school gelegen is, maar het is te voet te doen. Juf, kan je wat trager stappen? Wij kunnen niet volgen! zeggen de kinderen. In tegenstelling tot wat mijn kinderen thuis meestal vertellen, zijn de juffen hier nogal streng. JE MOET SNELLER STAPPEN, ANDERS GA JE IN TIME-OUT! Zoon zegt wel tegen zijn zus dat het een strenge juf is, maar dat moet, want er zijn gewoon veel stoute kinderen. Wanneer een ander kind, een Paw Patrolfiguurtje deze keer, een vraag wil stellen, krijgt ze al meteen een time-out, want de meester wist op voorhand dat het een idiote vraag zou zijn.
Dat laatste buiten beschouwing gelaten (we proberen hen zoals het de beleefdheid betaamt te leren dat er niet zoiets bestaat als een idiote vraag, maar ik vrees dat ik het daar zelf al enkele keren niet helemaal mee eens ben geweest), zou ik zeggen: de toekomst van het onderwijs is verzekerd! Ik zal mijn kinderen ook wel uitleggen dat ze lastige leerlingen niet door de huiskamer mogen gooien, maar dat zal zichzelf wel uitwijzen.