Zoeken

Kerkhof-aan-de-Demer (9)

  Sommige formuleringen in mijn Vergunning voor een Private Begraafplaats voor Kleine Creaturen moeten van de hand van burgemeester Schimmelryck zijn. Want wie gebruikt nu de term 'creatuur'? Dat moet uit een geïmpregneerde geest komen. Ignace knikt. Onze nepprofessor weet dat allemaal. Een Australisch Droomtijd kan het zijn. Ook een hindoe, boeddhist, islamiet denkt zo krampachtig. Helemaal van de pot gerukt zijn de scheppingssprookjes van de joden en de christenen. Alles in een dag of zeven, voor wie geen geduld had en graag snel een mens zag komen die de boel verkloten zou. Die Hemelryck is bij de CD&V. Een echte christenhond dus. Zijn ganse jeugd doordrenkt met christelijk kutsap. 'Wezens' ware beter geweest. Dat zou dan wel die akelige mensapen omvatten. Ja. Die worden vanzelfsprekend uitgesloten. Zoiets wil ik niet op mijn Kerkhof voor de Onschuld. En wat met kabouters?, vraagt Ignace die als een schijngeleerde mijn vergunning las. Alfred brengt onze dubbele portie Stoverij op de Wijze van een Stokoude Kok. Ik ben niet van plan te sterven, zegt Alfred  Je gelijkt toch te veel op een kleuter, stel ik hem gerust. Voor een gnoom met menselijke eetgewoontes zal er toch geen plaatsje zijn op mijn kleine grafakker. We proeven onze stoverij en weten het. een dag zonder poëzie eindigt altijd wreed  sinds mijn ontbijt kwam elke stap te vroeg ofwel te laat ik dronk thee, ik mompelde, ik stormpelde over de sporen van een weggelopen trein straks sleept het zijn mij mee omdat ik leven moet de geit die gisteren de nek uitstak terwijl een dolle wind op wielen ons verlegen dorp doortrok zij is niet meer, de laatste druppels melk en bloed die stromen nu niet meer, ik hoop dat ik een plaatsje vind ergens op de achtergrond, liefst in dat zacht langharig zand   - IX - uit de reeks 'Duivelsverzen'

Bernd Vanderbilt
0 0

Kerkhof-aan-de-Demer (4)

Hoe dat zit met die mensen? Soms zijn ze klein en lief. Daarnaast is Maya Van de Meli werkend op die Dienst Vergunningen superzoet. Sommigen zijn wel ronduit braaf en doen weinig verkeerd. Ze hebben onschuldige hobby's, besparen op leed, leggen bizarre verzamelingen aan. Doodsprentjes, voetbalzantjes, averechts draaiende slakkenhuizen, linkshandige geschreven nazibrieven, roze steentjes om joodse grafstenen te leggen. Het is Ignace die mijn notities leest, zelf ook zijn dagboek neemt. Elke uiteenzetting over de mens neigt naar wreedheid. Dat ligt voor de hand. Ignace weet intussen veel over ons, kwaadaardige omnivoren. Het alziende oog van de vermeende god leest mee maar dat deert ons niet  Illusies slapen ondiep in het koekoeksnest en al de rest is bijzaak. Intussen wordt er veel gestolen uit de holen van de vos, uit het nest van de makaak. Poëzie is een noodzaak, zo beweer ik maar Ignace is niet zo zot van rijmelarij. Zijn studie van de eetgewoontes betreft christenen, de jood, een hindoe, eskimo, ook een hongerige wees, de zoeloes en één gele chinees. Het gaat ons relatief goed, hier in Frituur de Bosbrand. Alfred weet dat. Hij speelt nooit muziek die een hartslag kan inhalen. Rocksteady for Uncle Freddy weerklinkt vandaag en dat kan bekoren. De Noren met hun fjordgezwalm, de koren in verlaten kerken, zij houden hun muil. Hoe zit het dan met dat mensengevreet? Dat vraag ik aan Ignace. Hij eet één bitterbal en gunt me dan een blik op zijn geschriften. Zij eten gewoon alles die klootzakken, die onbarmhartige malloten. Elk varken dat losloopt in het Midden Oosten wordt door christenen gevangen en opgepeuzeld. Ze laten zelfs niets over voor de Hellehond. Ze kwellen islamieten met hun vertoning, terwijl in China elke aap eraan geloven moet. De tafel is rond en in het midden zit een gat. De kop van die aap past er schoon in. De schedel is opengezaagd, mooi horizontaal en met houten lepeltjes scheppen ze elk om beurt wat brein uit de schedel van die aap. In duistere winkeltjes verkopen ze ook gedroogde, fijngemalen olifant. Die geslurfde dieren zijn allemaal gestolen in India  Zo zit dat met die mensen. Ignace sluit zijn notitieboekje en we bestellen elk een Mort Subite.   - IV - uit de reeks 'Duivelsverzen' 

Bernd Vanderbilt
0 0

Kerkhof-aan-de-Demer (3)

  "Mijn oude Prius krijg ik niet meer opgeladen. Ik ben met de fiets gekomen." Dat zegt de man tegen Alfred. "En het plot, zeikerd, heb je daar al over nagedacht?" Insecten kunnen spreken. Overal hoor ik hun stemmen. Dit is zonder twijfel het taalgebruik van een strontvlieg. Intussen.Achter het frietkotglas. De regen valt fel. Kort daarna. Achter het frituurvenster. Het verleden vloeit samen in vuile plassen. Het is overigens niet eenvoudig een vergunningsaanvraag voor een private begraafplaats in Kerkhof-aan-de-Demer poëtisch te beschrijven. Trouwens. De rug van een strontvlieg is, kijk maar, wonderschoon groen. Wat dat plot betrett, gij kakbrommer, er zullen dramatische momenten genoeg zijn, er zal dood in overvloed plaatsvinden. Meer dan een padvinder in zijn rugzakje dragen kan Te veel.voor een plat bord dat nog nooit soep gegeten heeft. Wat ik U zeggen kan: Ze doen schoon hun best op die Dienst en dat mag. Het meisje met haar vingers, met haar luisterende typmachien, zij heeft het fraai geformuleerd. Aan de geëerde Heer Vanderbilt, dit zijn ze dan de voorwaarden verbonden aan het begraven van kleine wezens, grote wensen. Het betreft de eindbestemming en het lot van aarde, land, de bodem. Het gaat over de grond, het zand, de grenzen van percelen. Maya, Maya Van de Meli is haar naam voluit en ik zweer het, eerlijk is haar handtekening. Ik vermoed. Ik ben het bijna zeker. Maya is een schat zo zoet een snoep kan zijn  Haar lippen lachen als de dijken van een kusgroeve. Ze hoeft maar aan één kant te knipogen of er vallen lagen onmacht van mij af.   - III - uit de reeks 'Duivelsverzen'    

Bernd Vanderbilt
0 0