Zoeken

De stand van het land.

Brakke Bracke toch, armzalige armoedzaaier van de straat.Jij vond recht te hebben op meer, dus bedotte je de staat. Neen, niet echt natuurlijk, je maakte gebruik van je democratisch recht-min of meer als een treinconducteur op pensioen-, meen je dat nu echt? Gelukkig laat jij jezelf niet doentoch zeker niet onder het miljoen. Je verdient het, jij doet echt niets verkeerdIn al die jaren toch verdomd weinig geleerd. Kan je dat misschien, niet op twitter neen, maar in het gezichtvertellen aan de mensen met de blik op een wachtlijst gericht? Aan de moeder, die helemaal alleen, instaat voor de opvoeding van haar kinden met haar karig loon, na aftrek van taksen, amper nog wat te eten vindt? Of aan de man die het na jaren wrochten in een zeer zwaar beroepmet juist 1500 euro moet doen? Kijk ze maar aan die grote groep. Nu je toch wild om je heen bent aan het meppen en slaanvraag eens aan uw voorzitter of hij nog weet wat gedaan? Woke namelijk, volgens hem het grote gevaar van deze tijdterwijl de Vlaamse regering toch haar eigen ruiten in smijt.Met ruzie en spierballengerol naar de eigen achterbanpartners kopje onder duwen, dat krijg je dan. Wat je jezelf doet doe je best ook bevuilen van het eigen nest. Ga heen en zie niet om, echt nooit meerhopelijk word jij ooit oud politiek zeer. Tot het zo ver is ben je de stront aan de schoenzoolDe onverkwikkelijke dikke rat in de straatrioolHet gezwel in de afgeleefde long van een rokerHet venijnig ventje op de speelplaats, de stokerDe vlek op het mooie kraakwitte overhemdHet kind dat zonder bandjes de zee in zwemtHet zompig en gladde nat op een sneeuwochtend als vandaagHet, kapotbespaarde, openbaar vervoer, aanwezig maar te traag. Geloof me vrij, Sieg, waard ben je het niet zo veel poen. Weet dat jouw volk het met heel wat minder moet doen.  

brandnetel
11 0

UIT/IN EEN VER LAND

Een kind wordt geboren in een ver land.Het kind wordt puber.In een ver land.Waar de voornaamste opdracht is: kinderen maken.Het kind wordt puber.Hij geniet van het seks beleven met zijn vrienden.De vrienden worden puber.De vrienden krijgen vriendinnen.Waar hij niks bij voelt.De aanblik van een vrouwenlichaam doet hem niks. In zijn dromen droomt hij van zijn vrienden.De jonge man gaat op weg.Loopt op blote voeten 1000 km.Naar een ander land.In dat land kan hij werken.In dat land heerst vrijheid.De jonge man droomt.Van zijn vrienden.De jonge man kan alleen zijn vrijheid verkrijgen.Door papieren.In dat papieren land.De jonge man kan alleen de vrijheid verkrijgen door te trouwen.In het papieren land.Met een vrouw.De aanblik van een vrouwenlichaam doet hem niks. In zijn dromen droomt hij van zijn vrienden.Wie kan hem weerstaan.De jonge man.Krachtig.Uit een ver land.Een vrouw versieren is voor hem een kleine kunst.De aanblik van een vrouwenlichaam doet hem niks.In zijn dromen droomt hij van zijn vrienden. Een man slaat zijn vrouw.De vrouw een moeder, zoekt hulp bij haar kind.De eerstgeborene de zoon word bedreigd door de man zijn vader.Het kind ziet in wanhoop hoe zijn geliefde moeder er steeds weer onderdoor gaat.Hij voelt de machteloosheid, de wanhoop.De zoon wordt puber.Vlucht weg in drugs.De man en vrouw verzoenen zich.Over slaan wordt niet meer gesproken.De dader wordt rap gevonden.Het zijn de drugs. Hij de ZOON wordt veroordeeld.Hij krijgt levenslang.   foto gallery VERF ED https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/

verf ed: Contemporary ArtTIST
8 0

Tere kinderzieltjes

Soms kom je ineens een nieuwsbericht tegen waarvan je heel goed moet nadenken of je nu voor de gek wordt gehouden of niet. “Engelse uitgever gaat tekst boeken Roald Dahl aanpassen.” Nee, dat is niet echt, dat is een grap. Maar het is geen 1 april en ik ben ook nog nergens een bericht tegengekomen dat dit weerspreekt. Wel heb ik gezien dat de Franse en Nederlandse uitgevers het voorbeeld niet gaan volgen. Gelukkig maar. Want wat een onzin, woorden als ‘dik’ of ‘lelijk’ mogen niet meer. Dat is kwetsend en kinderen kunnen daar last van krijgen. De wereld is gek geworden, denk ik dan. Ik weet nog goed dat mijn ouders vroeger een heel dik sprookjesboek in de kast hadden staan. De verzamelde sprookjes van de Gebroeders Grimm. Twee Duitse broers die sprookjes verzamelden en optekenden. Want zij bedachten die natuurlijk niet zelf. Roodkapje bestond al heel lang. Ik genoot ervan. Toch denk ik dat er binnenkort wel iemand op zal staan die die sprookjes gaat verbieden. Immers, het bloed droop van de pagina’s. Een heks die levend wordt verbrand door twee kleine kinderen. Een jager die met een groot mes de buik van een (tegenwoordig beschermde) wolf opensnijdt. Een moeder die de tenen van haar dochters afsnijdt omdat ze anders niet in het glazen muiltje passen. Een slapende prinses die ongevraagd wordt gekust, toch een echt “metoo-tje” als je het mij vraagt. Het is verschrikkelijk, al die verhalen. Totaal niet verantwoord en vreselijk slecht voor een tere kinderziel. Maar ik genoot. Van prinsessen en prinsen, van draken en kikkers. In sprookjes kan alles. Daar wordt het dienstmeisje een prinses en een lelijke kikker een prins. In het echte leven is dat allemaal niet mogelijk, daar blijft het dienstmeisje gewoon ploeteren voor een hongerloontje en wordt de kikker opgegeten door een reiger. Maar als kind kon ik wegdromen en rondlopen in een land dat nog mooier was dan Narnia. Ik kon vliegen en toveren. Ik was in mijn hoekje van de bank helemaal vertrokken naar een andere werkelijkheid. Heerlijk. Ik vind het bijna slecht om dat de kinderen van vandaag te onthouden. Het is toch geweldig om zo te kunnen fantaseren. En laat Sjakie in de chocoladefabriek dan een lelijk jongetje tegenkomen. Sommige mensen voldoen nou eenmaal aan die omschrijving. Het is niet anders. In je latere leven kom je toch wel op hardhandige wijze tot de ontdekking dat sprookjes niet bestaan.  Toch eens vragen of mijn moeder de Sprookjes van Grimm nog heeft.    

Machteld
4 2

Bij Jeanke

Ik kocht een boek met daarin enkele wandelingen die een schrijver meer dan 100 jaar geleden in zijn stad maakte. We volgen zijn pad. Idolatrie ten voeten uit. Bij Jeanke staat er sierlijk met gebogen letters op het raam van een café waar hij wel eens kwam. Het pand is nog net herkenbaar op de foto in het boek. We zijn de enige klanten. De patron is een grote man met opvallend brede schouders. Het verkleinwoord is niet op hem van toepassing. Hij is een hele Jean. "Goedemorgen. Nieuwe klanten stellen zich altijd dezelfde vraag", zegt hij aan onze tafel, waarna hij naar een grote ingekaderde foto aan de muur wijst. "Dat is Jeanke", vervolgt hij. Op de foto zien we een kleinere man in een net pak. Hij rookt een dun sigaartje en zit aan hetzelfde tafeltje aan het raam waar wij nu zitten, maar er staat iets anders op het caféraam achter hem. Ik moet het in spiegelschrift ontcijferen. "Café Welkom", lees ik. “Zo heette het café 100 jaar geleden al, toen de schrijver hier nog kwam.” "Toen ik het café een vijftal jaren geleden overnam en met de verbouwingen bezig was, kwamen een aantal van de oude vaste klanten een kijkje nemen”, zegt de patron. “Al snel viel de naam Bij Jeanke. Wat bleek? Niemand zei Café Welkom, maar wel Bij Jeanke, omdat hij hier jarenlang dagelijks zat. Hij was jong weduwnaar geworden. De nieuwe naam voor het café was gevonden. Deze foto kreeg ik van zijn familie. Niet lang nadat de vorige eigenaar het café sloot is Jeanke gestorven.” Als hij even later terugkomt met onze bestelling, vraag ik hoe zijn naam is. “Een aantal klanten weten het, maar ik hou het geheim. Iedereen spreekt me toch aan met Jeanke. Het is al bij al een mooi verhaal.”

Rudi Lavreysen
18 1

Het status van sekssymbool.

Op uw oproep “Wordt u ook boos om dit levenslange stereotypering” kan ik volmondig ja antwoorden, maar onze meningen hierover gaan totaal verschillende richtingen uit. Stereotypering anno 2023 heet cancelcultuur. Cultuurblind zijn. Als het woord “sekssymbool” het vaakst terugkwam in de postuum van Raquel Welch, dan was de actrice – naast actrice zijn – ook een sekssymbool en daar is niets mis mee.  Eva Berghmans in De Standaard schrijft dat zij zich hierbij ongemakkelijk voelt maar ik voel me misselijk en draaierig omdat ik het betreur dat de auteur van de column de actrice en dan vooral de tijdsgeest niet wil of kan vatten, en dit terwijl ook de boeken van Roald Dahl (in de Engelse versie) schaamteloos herschreven worden.  In de jaren ’60 van vorige eeuw was sekssymbool niet alleen status maar ook kracht. Raquel Welch was niet de enige vrouw die zich profileerde als sekssymbool. Ook Brigitte Bardot, Bo Derek, Yvonne Craig, Ursula Andress, Nichelle Nichols, Jane Fonda, Elizabeth Taylor to name a few. In de jaren ’70 van vorige eeuw denk ik ook aan Farah Fawcett-Majors of Jacqueline Smith. Sylvia Kristel, Catherine Deneuve en Debbie Harry. Joan Collins in de jaren ’80. En wat niet te denken van Amanda Lear! Ook Agnetha en Frida van ABBA kregen het etiket sexy opgeplakt en toch schrijven we ook over hun uniek stemgeluid. Herinner u de opmerking over “Agnetha’s bottom” en haar reactie hierop. Allemaal sterke vrouwen die totaal niet zijn wat wokers van hen maken. We kunnen blijven zeuren over het Hollywood patriarchaat van die jaren, alleen komt dat gezeur uit het jaar 2023 en verliest het daardoor de nuances die deze jaren kenmerkte.  Bovengenoemde vrouwen zijn door de hele LGBT+ gemeenschap omarmd, en daarvoor hoef je niet naar Ru Pauls Drag Race te kijken om dat te begrijpen maar gewoon met enige nieuwsgierigheid de LGBT+ geschiedenis te lezen. Deze vrouwen, actrices, zangeressen en performers werden verheven tot status sekssymbool vanwege de kracht die hun status droeg. Sekssymbool zijn in de jaren ’60 is krachtig en had macht over de (hetero)man. Het is hun performance en hun geschiedenis die bijgedragen hebben in diezelfde jaren tot de LGBT+ emancipatie. Deze vrouwen in hun rol van sekssymbool, hebben generaties sterk gemaakt, onderschat de kracht van het sekssymbool niet. Want in tegenstelling tot wokers die o.a. van vrouwen slachtoffers maken, zijn deze vrouwen altijd bewust geweest van hun macht, hun talent en hun vrouw zijn. Zij deden het zonder sociale media. Dat maakt van hen niet minder sterke vrouwen, ik zou zelfs durven schrijven: integendeel. Welch en co hadden het ook nooit over corrigerend ondergoed of corrigerende antirimpel crème. Moeten we dan bij iedere film met Raquel Welch, bij iedere aflevering van Dynastie of bij ieder ABBA-liedje een sticker met gebruiksaanwijzing kleven? Raquel Welch kan het niet meer zeggen en hoewel ook zij geëvolueerd was zoals eenieder in het leven evolueert, is er écht niets mis mee om een sekssymbool te zijn dat een tijdperk kenmerkt. Dit afschilderen als iets waarbij men zich ongemakkelijk voelt en zelf enkel en alleen negatief focussen op dit (positieve) aspect, is een heel tijdperk cancelen en getuigt van niet veel respect voor de persoon in kwestie want ook Raquel Welch was een sterke vrouw. Zelfs in haar bikini. Net zoals Agnetha Fältskog dat is wanneer zij hunkert naar een man na middernacht. Erwin Abbeloos, Brussel.  

Erwin Abbeloos
12 2

Daniel Defert is overleden.

In Frankrijk is op 7 februari de socioloog Daniel Defert gestorven. De naam zegt u allicht niet veel maar als we vandaag onze rechten en onze volmondige inspraak als patiënt bij de dokter en in het ziekenhuis kunnen laten gelden, als gevangenen vandaag ook hun stem kunnen laten horen, hebben we dat ook aan hem te danken. Defert was ook de oprichter van het Franse Aides, de grootste aidsorganisatie in het land. Defert was de compagnon van de Franse filosoof Michel Foucault die op 25 juni 1984 is gestorven aan de gevolgen van aids. Met Foucault richtte hij in 1971 een onderzoekscommissie op over de situatie in de Franse gevangenissen. Duizenden gevangen werden ondervraagd over de erbarmelijke wantoestanden in de gevangenissen. Voor het eerst in de geschiedenis konden gevangenen getuigen over de praktijken die tijdens hun detentie gebruikelijk waren. Defert en Foucault creëerden de mogelijkheid om de eigen regie te voeren onder een machtsstructuur zoals de gevangenis en tekenden hiermee de eerste lijnen om ook de macht in de medische wereld in vraag te stellen.  Na de dood van Foucault, was voor Defert het verzwijgen van de waarheid rond de dood van zijn partner met wie hij gedurende 20 jaar zijn intimiteit, zijn ideeën en zijn politiek engagement deelde, ondraaglijk. Vanuit deze woede en vanuit zijn rouwbeleving, richtte Defert Aides op. “Een manier om met hem (Foucault) te blijven was om te blijven doen wat we altijd al deden: samen handelen.” Rond aids heerste in de jaren ’80 van vorige eeuw een zwaar taboe en dat wou hij doorbreken. Hij creëerde de ruimte en de steun die mensen, betrokken bij of getroffen door het aidsvirus, konden bezetten zodat hun woorden, hun belevenis, hun grieven en pijnen in de maatschappij gehoord werden. Defert brak taboes, haalde muren neer, brak met stiltes en bestreed stigma rond mensen met aids. De macht van medische structuren verhinderde aangepaste en oplossingsgerichte strategieën. Zo ontstond een communautaire benadering waarin alle lagen van de bevolking zich konden profileren als expert van de eigen gezondheid. Patiënten creëerden hun eigen preventiestrategieën daar waar politiek en dokters het terrein verloren hadden. In zijn discours op de aidsconferentie van 1989 in Montréal spreekt hij over ‘le patient réformateur’, een reformateur die tot op vandaag nog steeds vruchten afwerpt, die we moeten bewaken, die we moeten omhelzen in een universele benadering van gezondheid en welzijn, met respect voor iedere gemeenschap. In 1994 was ik 26 jaar, ik leefde in de politieke erfenis van het Franse en vooral Parijse 1968. Ons activisme bracht machtsstructuren van hun sokkel. Ontrafelen, deconstrueren, uithollen, dat moesten we doen. Die machtsstructuren, dat waren (en zijn nog steeds) de politiek, de religie, het onderwijs, de medische wereld, de labo’s, de psychiatrie, het staatsapparaat, de politie, de wet, de media en vandaag evenzeer jouw Facebook, Twitter, Instagram en Tik Tok. In ons activisme gingen we sociologie, recht, psychologie, economie, biomedische en farmaceutische wetenschappen studeren, niet om beleerd en geleerd te zijn, maar om onze lichamen, onze seksualiteit en onze identiteit te kennen, om het dokterstaaltje te begrijpen, om recht te staan en om ons te laten horen. We wisten hoe en welke woorden te gebruiken. We gingen netwerken avant l’heure. We hanteerden de media. Wij waren geen salonactivisten, wij zaten in een raad van bestuur, wij kwamen op straat, wij organiseerden ons in vzw’s, in politiek en in syndicaten. We maakten bondgenoten, we verenigden onze krachten. We maakten lawaai, veel lawaai. We waren ‘le patient réformateur’. En ja, de wereld veranderde.  Deze benadering legde falende politieke en medische machtsstructuren bloot. Homo’s, druggebruikers, transgenders, sekswerkers, migranten maar ook andere minderheden die nooit gehoord werden door de politiek, eisten via Aides – en later ook Act Up Paris – het recht op gezondheid, het recht op medicatie, het recht op seksualiteit, het recht op waardig sterven, het recht op arbeid, het recht op huisvesting op. We streden voor onze liefdes, voor onze levens, voor onze lusten omdat niemand ooit een tweederangsburger mag zijn. We verklaarden de oorlog aan de labo’s omdat we onze medicatie nodig hadden.  15 jaar lang heb ik gewerkt bij Aides. Deze unieke belevenis, onder impuls van Daniel Defert, heeft me geleerd wat activisme is, wie die ‘patient réformateur’ is en heeft me vooral een universele kijk op de wereld bijgebracht. Het is onze plicht om een ‘patient réformateur’ te zijn maar polarisatie en identiteitspolitiek verhinderen ons om in verbinding te staan met de andere. Activisme lijkt vandaag herleid tot her en der een column schrijven of een mening publiceren.  De strijd die Defert tegen aids initieerde blijft een unicum maar we kunnen zijn strategieën hanteren om te strijden tegen racisme en voor het klimaat. We moeten bondgenoten zijn, we moeten stoppen met onderling elkaar af te rekenen op huidskleur, op seksuele identiteit of op genderidentiteit. Een strijd waar mensen en gemeenschappen met de vinger gewezen worden omwille van wie ze zijn, is een strijd van de hele gemeenschap. Een universele gemeenschap. Een gemeenschap die zich verzet tegen een gelijkwaardige gemeenschap is er maar voor het eigen gelijk.  Erwin Abbeloos, socioloog en seksuoloog.

Erwin Abbeloos
0 2

De grote verbouwing

Madonna weet toch altijd weer de gemoederen bezig te houden. En vaak gaat het dan niet over haar muziek. Ik zou eerlijk gezegd ook niet weten of ze laatste tijd nog veel nieuwe muziek heeft uitgebracht. Maar dat kan ook heel goed aan mij liggen. Ik ben qua muziek echt in de vorige eeuw blijven steken. En toen heb ik genoten van haar muziek. Nee, tegenwoordig gaat het bij Madonna over haar kleding, haar jonge lovers en vooral over haar uiterlijk. Ze is inmiddels 64 jaar oud maar haar gezicht is nog zo strak als dat van een 18-jarige. Ze kan het zich ook veroorloven dus daar zit het probleem niet. Bovendien is het haar gezicht en ze mag zelf uitmaken wat ze daar mee doet. Als zij dat nou mooi vindt. En daar zit denk ik ook wel vaak het probleem. Want al die vrouwen die zichzelf voor heel veel geld laten veranderen in iets dat ze niet zijn, zouden ze dat echt doen omdat ze het zelf mooi vinden? Of is het omdat ze denken dat anderen, bij voorkeur mannen, dat mooi vinden. Ik vind het in ieder geval niet mooi. Al die vrouwen lijken ook op elkaar, met hun lippen, hun strakke jukbeenderen en hun extensions.  Het excuus is dat je als oudere vrouw niet meer aan de bak komt. Dan tel je niet meer mee. Want vrouwen mogen, anders dan mannen, niet oud worden. Maar we gaan toch zelf onder het mes? En het meeste commentaar krijgen vrouwen van andere vrouwen. Echt niet van mannen. Vrouwen onderling zijn vals. Vrouwen die zichzelf zijn en daardoor anders dan anderen, moeten heel sterk in hun schoenen staan. Anders worden ze door hun zusters genadeloos onderuit gehaald. Want daar zijn we wel goed in. Dus laten we niet meer zeggen dat mannen willen dat vrouwen zich laten veranderen in een te strakke versie van zichzelf. Met het risico dat ze op een gegeven moment dermate snel in verval raken dat het niet meer om aan te zien is. Ook daar zijn genoeg voorbeelden van. Ik stel voor dat we collectief besluiten om niet meer aan ons zelf te laten sleutelen. Gewoon mee stoppen, niet meer doen. Maar mijn voorstel zal wel niet in goede aarde vallen. Want zo zijn wij vrouwen niet.              

Machteld
7 0

Berrevoets

"Het huis staat er nog." Ik was vergeten dat vader het altijd zei als we met de auto - het moet die blauwe Renault 6 zijn geweest – bij onze oprit indraaiden. Alsof het huis gestolen kon zijn geweest. Of afgebroken, of erger. Wat straf zou zijn, want we waren nooit lang van huis. Het was wellicht zijn manier van zeggen dat het altijd goed thuiskomen was.  Vervolgens door de witte garagepoort naar binnen. Later werd die vervangen door een bruine kantelpoort, waarmee je toch voorzichtig moest zijn. Ze had een kleine terugslag.  Eenmaal binnen had iedereen zijn of haar ritueel. Bij mij was het de gewoonte om na mijn schoenen ook mijn sokken uit te trekken. Pantoffelfabrikanten hebben aan mij geen woekerwinsten gemaakt. "Onze Rudi loopt weer berrevoets", zei onze pa als hij het zag. "Trek toch sokken aan. Of sloffen." Ik doe het nog altijd. Is het om gezondheidsredenen? Nee, eigenlijk niet. De ene blotevoetenkenner zegt dat het gezond is om je voeten contact te laten maken met de ondergrond, terwijl de andere beweert dat het niet goed is voor je houding. Ze spreken elkaar net zo hard tegen als onze pa en een van onze kaartnonkels, waarbij de ene beweerde dat hij wel goede speelkaarten had en de andere het stellig ontkende met "Gij hadt zelfs geen vluchthand". Een zin die ik als kleine jongen betoverend vond, maar nog niet begreep. Och nee, gezond of niet, die blote voeten. Het is thuiskomen, net zoals vader indertijd zei dat het huis er nog stond. "We lopen weer berrevoets", zeg ik dan stilletjes terwijl ik over de vloer schuifel. "We?", vroeg mijn vrouw onlangs. “Ik niet.” Ik zei het blijkbaar luider dan ik dacht.  "Euh, jawel", zei ik. "Ik zeg 'we' zoals in het koninklijk meervoud. Het meervoud van tevredenheid."

Rudi Lavreysen
17 1

Ja, precies

We stappen door het fraaie stadje Haarlem en achter ons babbelen twee uit de Hollandse kluiten gewassen jongemannen er vrolijk op los. Ze hebben het over games. Een overgroot deel van wat ze zeggen begrijp ik niet. Gamerstaal. Wat ik wel versta is waarmee de ene bevestigt wat de andere zegt. "Ja, precies!" In de auto ernaartoe hadden we het er al over hoe vaak onze Nederlandse vrienden 'Ja, precies' zeggen. Telkens als we het horen, kijken we instemmend naar elkaar. In het hotel zegt de receptioniste het tweemaal. Bij het bezoek aan het prachtige Frans Hals Museum, een uitgeweken Antwerpenaar, horen we het niet. Een kleine honger dient zich aan. Ik heb al een paar zaken met een Franse naam gezien. Het zijn misschien Belgische invloeden? Van Frans en zijn volgelingen. Bij Monsieur Rouge is geen plaats. Wel bij het vlakbij gelegen Morris. Zoals de striptekenaar van Lucky Luke. Ook een Belg. Het is een hippe tent. De ober vraagt of we zijn formule al kennen. Kijk, een hippe tent tot daaraan toe, maar als ze met wiskunde beginnen, zijn ze me kwijt. Het blijkt iets te zijn met hapjes en kiezen en sharing. Het is me veel te ingewikkeld. Mijn vrouw vraagt of we ook gewoon à la carte, zonder de formules, kunnen eten. We krijgen een 'ja, precies'. Hij vraagt vriendelijk hoe mijn steak gebakken moet zijn. "Saignant graag", zeg ik. Hij kijkt me aan alsof ik plots in het Swahili begin. Ik heb me wat op de hals gehaald. "Ah, sorry", zeg ik. "Zo zeggen ze dat bij ons, vanuit het Frans. Eerst bleu, dat is amper in de pan, en dan saignant". "Ik begrijp het", antwoordt hij. "Hier is dat medium rare." Het is eruit voor ik er erg in heb. "Ja, precies", zeg ik.

Rudi Lavreysen
14 3

Verrijken

Ze waren met twee en hingen rond op perron 15 in één van de meest dubieuze stations van België: Brussel Zuid. Ik hing daar ook. In anticipatie van de trein naar Gent.  Ze waren me meteen opgevallen. Hij, getooid in een diep zilveren pak, de strass in combinatie met de perfecte lichtinval zijn sterke ronding extra in de verf zettend. Zij, minder rond, meer grijs en minder opvallend. Ze hobbelde heen en weer en speurde het perron af, terwijl hij zijn opmerkzaamheid liet ronddwalen over het komen en gaan van reizigers en het af en aan van denderende stellen.  Haar hobbelen was me meteen opgevallen. Ze miste een voet en een stuk van haar been en steunde bij het wandelen op de overgebleven stomp, zich daar absoluut niet over opwindend of een spoortje blijk gevend van de inspanning die het haar gekost moet hebben. Ik kon mijn ogen er niet van afhouden. Mijn bewondering en afschuw lagen in innige omhelzing te worstelen in mijn onderbuik.  De bewondering nam uiteindelijk de bovenhand. Ik denk dat het de combinatie was van haar onschuld en zijn liefdevolle blik. Hij bleef haar maar volgen met die indringende ogen terwijl hij met zijn uitstraling haar omgeving leek te vrijwaren van eender welk onheil dat zich zou kunnen aandienen. Ze waren zich van geen kwaad bewust en wentelden zich in hun eigen kleine bezigheid op het perron. Apart en toch verbonden.  Een doorrijdende trein maakt een einde aan het schouwspel. De luchtverplaatsing moet haar gewaarschuwd hebben. Nog voor het gevaarte voorbij is, verdwijnt ze uit mijn zicht. Hij volgt. Lichtvoetig snel.  Soms zou ik willen dat ik ook meer duif dan mens was. Doen en niet langer denken. Kunnen vertrouwen op de ogen van de ander en mijn eigen vleugels die mij dragen zullen, elke keer als het tijd is om uit te vliegen. 

Magali
10 0

Het belang van uitgestalde patisserie in het leven van een chaoot

Nooit mag ik het belang van mijn ogenschijnlijk betekenisloze tripjes naar de bakker onderschatten. En dan heb ik het niet over dagelijks brood. Zonder een bezoek aan de bakker ben ik verloren als het aankomt op bepaalde sociale verplichtingen. Sinds lange tijd ben ik onderworpen aan de in de vitrine uitgestalde patisserie om mij te herinneren aan nakende Vlaamse feestdagen. Reeds vele malen ben ik door het oog van de naald gekropen door op de allerlaatste dag mijn vrouw een gelukkige moederdag te wensen met een pateeke van de bakker, wiens koeltoog me die ochtend glashelder liet doorschijnen dat het die dag moederdag was. De veelal roze of rode pateekes liegen er niet om. De meeste hebben een glazuren hart met het woord MAMA in het midden geschreven. In hoofdletters van suiker of chocolade, zodat ook slechtzienden of lijders aan daltonisme de boodschap niet zou ontgaan. Hetzelfde geldt in februari. Hoewel mijn vrouw en ik niet zoveel belang hechten aan Valentijn, bedank ik de zeemzoeterige taartjes van bakkerij André om mijn geheugen op te frissen. Wanneer ik koningstaarten achter het glas zie, is het tijd om mijn broer te feliciteren met zijn verjaardag. Liggen er pruimentaarten, haal ik mijn beste wensen boven voor twee goede vrienden, wiens verjaardagen rond Aswoensdag liggen. Ik ben ze nog nooit vergeten. Dank u, pruimentaart! Omgekeerd kan ik mijn liefste echtgenote ook wat jennen wanneer zij dat obligatoire pateeke vergeet op Vaderdag. Dat ik zelf slechts een half uur vóór mijn geveinsde teleurstelling in haar op de hoogte ben, vertel ik er uiteraard niet bij. Zo heb ik mijn gespeelde verontwaardiging al jaren aan een stuk kunnen perfectioneren. Dat kan ook altijd van pas komen op andere momenten, denk ik dan. En dan is er nog Verloren Maandag. Op die dag verkoopt menig Antwerps bakker worstenbroden en appelbollen als zoete broodjes. Ik kan me herinneren dat we dat vroeger steevast als avondeten kregen bij ons thuis op ’t Zuid. Waarom heet dat eigenlijk in godsnaam Verloren Maandag? Naar het schijnt moesten ambtenaren in de late middeleeuwen op die dag niet werken. Bij deze wil ik een pleidooi houden om hier weer een officiële rustdag van te maken. Ik voel me toch al verloren op die dag.

Lennart Vanstaen
9 1

banaansjamaan

mijn ogen druppelen toe als warme honing op mijn rug spikkelt het koud koorts of vermoeidheid of beide  wie mag er hier nog leven? Wie is hier nog toegestaan in je gestolen tent, joert? Enkel diegene wiens derde oog open geexplodeerd is in de nieuwe dimensie van de liefde? Enkel wie cacao diens moeder noemt, wie "rich dad, poor dad" binnenslokt als warme, zachte soep?  Witte sjamaan, man die met zijn zandvoeten in zijn mannelijkheid staat, mag ik hier bestaan? Mag ik bestaan, niet in het wit gekleed, niet versierd met veren die eigenlijk niet van mij zijn. Ik oordeel wel eens. Heb ik dan wel het recht, om uw thee met aarde-smaak en stukken paddenstoel achterover te slaan en te duiken in de diepste waters binnen mezelf?  neemt u mij mee, in uw begeleide reis? Waar jij me wanneer ik uw tent uitstap voor dood achterlaat omdat dat is hoe ons universum het bedoelt. Daar leer ik het meest van. Ik stap en stap en stap en spurt me uit mijn slachtofferrol zoals jij dat noemt, om er onmiddelijk terug in gekatapulteert te worden. Shit.    De 20 jaar jongere soulmate van meneer sjamaan draagt een witte broek en string. Ik wil het niet oordelen, want ik ben vrouw, feminist, en vredebewaarder in wording, maar ik denk aan hoe snel mijn wit ondergoed rood doorbloed zou zijn en zelfs na het wassen de achtergebleven vlekken zou dragen. Het doet dan nog pijn dat ik nooit zal bestaan in hun dimensie van constante groei, ontwaking en inzicht. Vandaag ben ik opgelucht niet te bestaan in hun dimensie van cultuurdieven, onophoudelijke competitie en geveinsde acceptatie.  Ik word wakker en ik besta. Ik huil en het mag. Ik ontmoet god niet elk moment, en maar goed ook.

Chloe synkineses
4 0

De hoeren van vroeger

De hoeren van vroeger bestaan niet meer. Ik heb me dit laten vertellen door een ervaringsdeskundige. Hij vertelt: ‘Vroeger, toen internet nog niet bestond en wij nog tiener waren, gingen we af toe met ons fietskes naar de Chaussée d’amour. Vensters kijken. Meiskes kijken. Dat was een spektakel. Ze waren niet alleen héél sexy, maar ze deden moeite, om gapende en geile voorbijgangers op te draaien. Konten schudden, borsten zwieren en oogjes pinken. Er werd gewerkt voor de kost.Dat was pas plezant. Zeker voor onervaren mennekes zoals wij. Op een keer probeerde mijn beste maat naar binnen te gaan. Eer hij goed en wel de kans kreeg om te vragen wat een rondje kostte, lag hij al met zijn klikken en klakken terug op straat. Als hazewinden fietsten we weg. In de verte hoorden we een zware stem ons nog naschreeuwen. Dat we onze koppen nooit meer mochten laten zien of hij zou de politie bellen. Die zouden onze ouders inlichten.Met kloppend hart, totaal buiten adem fietsten we door de velden terug naar de bekende straten van ons dorp. We zijn daarna nooit meer terug durven gaan. Als ik met m’n ouders wel eens langsreed, bleef altijd die prangende vraag: wat gebeurde daar allemaal? Wie waren die meisjes? Waarom deden ze dit werk? Zou het duur zijn…?Het waren de dromen van een jongen van dertien. Mijn vragen zijn nooit helemaal beantwoord. Voornamelijk omdat ik er later achter kwam dat hoeren niet echt mijn ding zijn. Het past niet bij wie ik ben.Toen ik een tijdje geleden toevallig nog eens voorbij de Chaussée d’amour reed, viel me op dat de hoeren van toen niet meer dezelfde waren. Niet dat ze er niet pikant uitzagen. Nee, dat was het niet. Het had meer met hun houding te maken. Ze stonden niet meer te draaien en te zwaaien. Ze stonden stuk voor stuk, venster na venster heel ordinair op hun smartphones te staren. Volgens mij stonden ze te swipen. Erg he…’

Heidi Schoefs
20 1

Ontspannen

“Oké mevrouw van de Camp, dan ga ik nu uw borst óver de plaat trekken en heel hard plat drukken. Probeert u zich maar zo goed mogelijk te ontspannen”. Daar sta ik dan, in een onnatuurlijke hoek gedraaid, halfnaakt en met mijn borst muurvast in een soort bankschroef. Me een potje enorm te ontspannen. Jazeker, me ontspannen. Tot mijn verbazing is me dat al herhaaldelijk gevraagd op momenten waarop ik allesbehalve ontspannen kon. Of ik even ontspannen mijn borst wil laten pletten. Of ik even ontspannen mijn “onderkantje” wil laten hechten en inknippen. Of ik even ontspannen een camera in een lichaamsopening wil laten schuiven.Hou toch op, zeg. Ik snap heus wel dat het dichtknijpen van je kringspier het uitvoeren van een colonoscopie bemoeilijkt maar om het geheel nou als “ontspannen” in te kleden lijkt me toch wat vergezocht.  “Onderkantje”, ook zoiets. Ik heb altijd geleerd dat als je het niet aandurft om geslachtsdelen bij de naam te noemen je er dan met je vingers van af moet blijven. Het rampgebied dat overblijft na een bevalling heet nog steeds gewoon een vagina, of beter nog: een vulva. Ook als het niet meer als dusdanig te herkennen is. De term “onderkantje” moet iets gezelligs toevoegen aan de gelegenheid maar helaas, daar gaat de boel echt niet minder van schrijnen. Het geeft de vrouw in kwestie alleen maar het gevoel dat ze vooral niet teveel misbaar moet maken over de opgedane schade. Wat ze wél moet doen is lekker in een badje soda gaan zitten weken, en goed ontspannen. Dat je dat blijkbaar ook nog fout kunt doen, dat ontspannen, maakt de boel alleen maar lastiger. Het aanprikken van mijn borst bleek niet helemaal te zijn wat ik me erbij had voorgesteld. Terwijl de tranen me in de ogen sprongen probeerde ik het “wat vervelende gevoel” te verbijten.  Wat is dat? Dat je dingen die hartstikke zeer doen in de voorlichtingsfolder omschrijft als “een beetje vervelend”. Lig ik me, al creperend, ook nog eens een potje te schamen over mijn blijkbaar absurd lage pijngrens.Een dikke naald in je borst laten steken is geen prettige ervaring. Daar moet je de mensen die het moeten ondergaan niet preventief over shamen. Bloeden dat het deed! Maar dat is gelukkig zo opgelost door heel hard op de net ontstane wond te drukken.  En dan ben je klaar. Kun je naar huis. Met een ice pack in je bh en wat paracetamol voor de pijn. En je hoeft niet te schrikken als je borst morgen paars is want dat is normaal. De pijn is dat ook en als het weer als een gek gaat bloeden moet je gewoon weer even 5 minuten heel hard op de bloedende wond drukken.  Juist, net als met dat onderkantje, lekker op iets hards gaan zitten. En ontspannen.   Deze colukn is ook te lezen op https://thisishowweread.be/ontspannen/

Marleenvandecamp
19 1

Draagbaarder

“We gaan te voet, toch?”, vraag ik in de week tussen kerst en nieuw aan mijn vrouw. Ik stel de vraag semi-bevestigend om aan te geven dat het draagbaar is, hetgeen we van de supermarkt nodig hebben. Het is niet veel. Het papiertje is maar aan één zijde beschreven. Wat zou het zijn? Een A6-formaat ofzo. Maximaal 10 producten. Enkel het hoogstnodige. Maar dat is buiten de supermarkt en de winkelrekken gerekend. Tijdens de eindejaarsfeesten zijn ze met meer dan ooit, de koopjes en de hapjes waar je niet aan kan weerstaan. Het lijkt wel alsof ze zich ter plaatse vermenigvuldigen. Ze zijn zoals de sterren aan de hemel. Als je er eentje hebt gespot, zie je ze plots allemaal. “Hier, die wijn is ideaal voor oudejaarsavond. Twee voor de prijs van één.” En zo gaat het verder. “Deze toastjes zijn hartelijk als aperitief.” En dit. En dat. Het is vermoeiend en achteraf vervloek je jezelf. Met minder had ook gekund. Bij het afrekenen heb ik het al in de smiezen. Het gaat amper in onze tas. We hebben nota bene onze grote winkeltas bij. Alsof we het ergens aanvoelden. We moeten net geen extra tasje kopen. Het moet niet luidop worden gezegd, maar we voelen ons zoals een ezel die het spreekwoord met de steen niet goed heeft begrepen. Het is zeker niet voor het eerst dat we dit meemaken. Als we naar huis wandelen moeten we telkens afwisselen. De tas is best zwaar. Tot we een ander koppel tegenkomen. Ze dragen elk een hengel en lopen gezwind door de winkelstraat. Ze zijn duidelijk ervaringsdeskundig in deze winkelmaterie. ”Kijk, zo kan het ook”, zegt mijn vrouw. We proberen het. Ik loop rechts, want links ben ik sterker. Denk ik. Het is inderdaad draagbaarder zo. Maar het loopt voor geen meter.

Rudi Lavreysen
10 0

klimaatcrisis

Als de geschiedenis van de wereld één jaar is, vind de industriële revolutie plaats anderhalve seconde voor middernacht. Wij zijn middernacht. Op anderhalve seconde tijd zijn we erin geslaagd de aarde zo te veranderen dat er al honderden soorten die samen met ons leefden zijn uitgestorven. Hun pech was dat wij er waren. Op anderhalve seconde tijd hebben we de aarde al 1,2°C opgewarmd. We zijn goed op weg om op anderhalve seconde tijd de aarde volledig te vernietigen.  We zijn goed bezig met op anderhalve seconde tijd onze toekomst te vernietigen. Als we nu niet ingrijpen, is de mensheid gedoemd om op korte termijn uit te sterven. We tekenen onze eigen dood. Onze pech was dat wij er waren.  In de wereldgeschiedenis waren er al vijf massa-extincties, meer dan 75% van alle soorten sterft dan uit. We zijn bezig met een nieuwe massa-extincties te creëren. De eerste niet-natuurlijke. Wij zijn dan verantwoordelijk voor het uitsterven van al deze soorten. Iedereen zit dan op Mars, en op aarde laten we alles en iedereen doodgaan. Bewust! Willen wij deze verantwoordelijkheid dragen? In 1990 wisten we al wat de gevolgen gingen zijn van de klimaatcrisis, en wat hebben we gedaan? Niets! In 1990 verscheen het eerste IPCC-rapport. Het rapport vertelt ons gedetailleerd welk gevolgen dat klimaatverandering heeft op ons, en wat deden we? Niets! Pas in 1997 kwamen de politici samen voor het Kyoto-protocol. Er werden afspraken gemaakt, om de uitstoot van alle landen ze verminderen. Toen duidelijk werd dat de doelen niet gehaald werden, werd de deadline verlengd tot 2020. De doelen werden niet gehaald, en de deadline werd gewoon weer verplaatst. Zo werk het niet. We moeten onze doelen halen tegen de deadline! Als we het niet halen, is onze laatste kans verkeken. Hoe komt het dat er al meer dan 30 jaar door de wetenschap wordt gewaarschuwd voor de klimaatcrisis, en er nog altijd niets aangedaan werd? Het veruit meest voorkomende antwoord is ‘bekijk het niet allemaal zo zwart-wit.’ Dat moeten we wel! Alles is zwart-wit. Vergelijk het met over dun ijs lopen. Het ijs breekt en je zakt erdoor, of het ijs breekt niet en je zakt er niet door. Dat is ook zo met de klimaatcrisis. Hoe warmer we het laten worden, hoe dunner het ijs wordt, hoe meer kans om erdoor te zakken.  Velen van ons hebben al gehoord van de klimaatcrisis. Maar krijgt iedereen wel de juiste info? Weet iedereen wat er gaat gebeuren bij een opwarming van 3,7°C tegen 2100. We zijn daar nu naar op weg. Weet iedereen hoeveel keer vaker we extreem weer krijgen? Weet iedereen hoeveel de zeespiegel dan stijgt? Weet iedereen dan wat de gevolgen zijn? Nee! De optimisten geloven dat de gevolgen overdreven worden, de realisten hebben nood aan hoop. Hoop, vier letters met een enorme betekenis. Maar kan je hoop hebben als je weet hoeveel gevolgen de klimaatcrisis nu al heeft? Kan je hoop hebben als je altijd naar de wetenschap luistert? Misschien moeten we ook eens naar de slachtoffers luisteren. Misschien kunnen we dan onszelf en elkaar dan een beetje hoop geven. Misschien… Als het niet lukt om hoop te krijgen als we met de slachtoffers spreken, gaan we op zijn minst beseffen welke gevolgen onze samenleving heeft op de aarde, en op onze mede-aardbewoners. Dan gaan we beseffen dat we nu actie moeten ondernemen willen we nog iets doen.  Want wij hebben een historische verantwoordelijkheid om de toekomst te redden. Jij en ik hebben die verantwoordelijkheid. Het is nog niet te laat om een ramp te voorkomen, maar dan moeten we nu ingrijpen. Samen kunnen we het onmogelijke bereiken. Maar vergis je niet, niemand anders kan dit doen. Enkel jij en ik. Samen kunnen we de toekomst redden. Onze toekomst.

buitencirkel
0 0